Voorganger: Dhr. Paste

1. “Pas op, pas op!”
Voorganger: Dhr. Pasterkamp
Organist: Johannes de Vries

2. ‘k heb geloofd en daarom zing ik
ELB 275: 1,3 en 4
Lied voor de dienst

3. ‘k Heb geloofd en daarom zing ik (EL 275) t. J. Mathijsen; m. J. Zundel

4. ‘k Heb geloofd en daarom zing ik (EL 275) t. J. Mathijsen; m. J. Zundel

5. ‘k Heb geloofd en daarom zing ik (EL 275) t. J. Mathijsen; m. J. Zundel

6. ‘k Heb geloofd en daarom zing ik (EL 275) t. J. Mathijsen; m. J. Zundel

7. ‘k Heb geloofd en daarom zing ik (EL 275) t. J. Mathijsen; m. J. Zundel

8. ‘k Heb geloofd en daarom zing ik (EL 275) t. J. Mathijsen; m. J. Zundel

9. “Pas op, pas op!”
Voorganger: Dhr. Pasterkamp
Organist: Johannes de Vries

10. Heer, ik geef me aan U volkomen
JdH 120: 1 en 3

11. Heer, ik geef me aan U volkomen;
‘k Leg mijn al hier voor u neer,
Opdat Gij in mij zoudt wonen
Met Uw Geest, o Heer!
Al de liefde van mijn harte
Zij U voortaan toegewijd!
‘k Vrees gee moeite meer of smarte,
Daar Gij met mij zijt.

12. Glorie, glorie, halleluja!
‘k Leg mijn al aan Jezus’ voet,
En nu is mijn heil volkomen
Door het dierbaar bloed.

13. Heer, mijn God, bestuur mijn wegen,
Strijden wil ik slechts voor U!
Jezus’ bloed kocht ook mijn leven,
Hem behoor ik nu.
Openbaar U zelf aan mij, Heer,
Als mijn eeuwig trouwe Vriend!
Tot in ’t stervensuur bewaar mij,
Voor altijd Uw kind.

14. Glorie, glorie, halleluja!
‘k Leg mijn al aan Jezus’ voet,
En nu is mijn heil volkomen
Door het dierbaar bloed.

15. Votum en Groet

16. Ga mij niet voorbij, o Heiland
JdH 121

17. 1
Ga mij niet voorbij, o Heiland
ga mij niet voorbij!
Wijl Gij and'ren zegent, Heiland!
Zegen nu ook mij.

18. Jezus, Heiland, wees mij nu nabij!
Wijl Gij and'ren zegent, Heiland,
ga mij niet voorbij!

19. 2
Voor Uw troon geknield, o Heiland,
bid ik in 't geloof!
Doe mij troost en uitkomst vinden,
houd u niet als doof!

20. Jezus, Heiland, wees mij nu nabij!
Wijl Gij and'ren zegent, Heiland,
ga mij niet voorbij!

21. 3
Op Uw zoenbloed pleit ik, Heiland,
voor des Vaders troon;
daar wilt Gij mijn Midd'laar wezen.
Hoor mij, Gij. Gods Zoon!

22. Jezus, Heiland, wees mij nu nabij!
Wijl Gij and'ren zegent, Heiland,
ga mij niet voorbij!

23. 4
Gij zijt al mijn troost, o Heiland!
Ja, mijn troost geheel;
in de hemel en op aarde
blijft Gij steeds mijn deel.

24. Jezus, Heiland, wees mij nu nabij!
Wijl Gij and'ren zegent, Heiland,
ga mij niet voorbij!

25. Gebed

26. Als een hert dat verlangt naar water
Opwekking 281

27. Als een hert dat verlangt naar water,
zo verlangt mijn ziel naar U.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.

28. U alleen bent mijn Kracht, mijn Schild.
Aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.

29. Als een hert dat verlangt naar water,
zo verlangt mijn ziel naar U.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.

30. U alleen bent mijn Kracht, mijn Schild.
Aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.

31. Johannes 8 vers 2- 11
Schriftlezing
NBV

32. 2 en vroeg in de morgen was hij weer in
de tempel. Het hele volk kwam naar
hem toe, hij ging zitten en gaf hun
onderricht.3 Toen brachten de
schriftgeleerden en de farizeeën een
vrouw bij hem die op overspel betrapt
was. Ze zetten haar in het midden
en 4 zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze
vrouw is op heterdaad betrapt toen ze
overspel pleegde.

33. 5 Mozes draagt ons in de wet op zulke
vrouwen te stenigen. Wat vindt u
daarvan?’ 6 Dit zeiden ze om hem op
de proef te stellen, om te zien of ze
hem konden aanklagen. Jezus bukte
zich en schreef met zijn vinger op de
grond.

34. 7 Toen ze bleven aandringen, richtte
hij zich op en zei: ‘Wie van jullie
zonder zonde is, laat die als eerste
een steen naar haar werpen.’ 8 Hij
bukte zich weer en schreef op de
grond.

35. 9 Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een
voor een, de oudsten het eerst, en ze
lieten hem alleen, met de vrouw die in
het midden stond. 10 Jezus richtte zich
op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft
niemand u veroordeeld?’ 11 ‘Niemand,
heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’
zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf
nu niet meer.’

36. Wilt gij van zonde en schuld zijn
verlost
JdH 542 / Opwekking 446
1 en 3

37. Wilt u van zonde en schuld zijn
verlost?
Daar's kracht in het bloed!
Daar's kracht in het bloed!
Weet, dat uw redding zoveel heeft
gekost.
Daar's kracht in het bloed van het
Lam.

38. Daar is kracht, kracht,
wonderbare kracht
in het bloed van het Lam.
Daar is kracht, kracht,
wonderbare kracht
in het dierbaar bloed van het Lam.

39. Komt dan tot Jezus,
Hij stierf ook voor U.
Daar's kracht in het bloed!
Daar's kracht in het bloed!
Hoort naar zijn woord
en gelooft in Hem nu.
Daar's kracht
in het bloed van het Lam.

40. Daar is kracht, kracht,
wonderbare kracht
in het bloed van het Lam.
Daar is kracht, kracht,
wonderbare kracht
in het dierbaar bloed van het Lam.

41. “Pas op, pas op!”
Verkondiging

42. Ik zal zo lang ik leef
Psalm 89: 1 en 8

43. Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562

44. Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562

45. Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562

46. Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562

47. Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562

48. Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562

49. Gebed

50. GELOOFSBELIJDENIS
Zingend
(niet op de ppt)

51. Collecte
1e Bouw- en onderhoudsfonds
2e Voor de eigen kerk

52. Heer U doorgrondt en kent mij
Opwekking 518

53. allen:
Heer U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer

54. Heer U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer

55. Heer U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer

56. Heer U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer

57. Heer U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer

58. Heer U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer

59. Heer U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer

60. Heer U doorgrondt en kent mij (Opw 518) t. & m. M. Zimmer

61. Zegen
3x Amen