Waar kies je voor? KerkNoordwolde voorganger de Lange
Ochtenddienst 19 januari 2020
1. Welkom
Thema: ‘Ik doe iets nieuws ʼ
voorganger:
B van Werven uit Diever
organist:
Johannes de Vries
DIENST VAN ZONDAGOCHTEND 19 Januari 2020
2. Zingen voor de dienst:
ELB 295
“Wij worden genodigd aan tafel te gaan”
3. ELB 295
Wij worden genodigd aan tafel te gaan,
te vieren met brood en wijn
het feest, zoals Jezus het ook heeft gedaan:
wij willen zijn leerlingen zijn.
4. ELB 295
Waarom is het feest in de kerk hier vandaag?
Waarom toch die wijn en dat brood?
Het antwoord is evenals toen op die vraag:
Wij werden bevrijd van de dood.
5. ELB 295
Eens waren wij slaaf, maar God maakte ons vrij
en leidde ons door de woestijn
naar ’t land van belofte. Daar mogen ook wij
weer leren Gods kind’ren te zijn.
6. ELB 295
Wie leert ons dat beter dan Jezus, de Heer!
Hij zelf heeft het ons voorgedaan.
Al is het vaak moeilijk, toch zullen wij weer
Hem volgen, waar Hij is gegaan.
7. ELB 295
Totdat eens de dag komt, dat ieder het weet.
Dan zingen de mensen verblijd:
Hij is onze Koning, voorbij is het leed,
Hij heeft van de dood ons bevrijd!
18. 17Op gezag van de Heer zeg ik u dus met klem: ga niet langer de weg van
de heidenen met hun loze denkbeelden. 18In hun geest heerst duisternis
en ze zijn vervreemd van het leven met God, omdat ze hem niet kennen
en hun hart voor hem gesloten hebben. 19Afgestompt als ze zijn, geven
ze zich over aan losbandigheid en storten ze zich in allerlei zedeloze
praktijken. 20Maar zo hebt u Christus niet leren kennen! 21U hebt toch
over hem gehoord, u hebt toch onderricht over hem gekregen? Door
Jezus wordt duidelijk 22dat u uw vroegere levenswandel moet opgeven
en de oude mens, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten, moet
afleggen, 23dat uw geest en uw denken voortdurend vernieuwd moeten
worden 24en dat u de nieuwe mens moet aantrekken, die naar Gods wil
geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.
Efeze 4: 17-32
19. Het nieuwe leven
25Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar, want wij
zijn elkaars ledematen. 26Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon
niet ondergaan over uw boosheid, 27geef de duivel geen kans. 28Laat wie
steelt niet meer stelen, maar eerlijk de kost verdienen door zelf hard te
werken om iets weg te kunnen geven aan wie het nodig heeft. 29Laat
geen vuile taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig
opbouwende woorden, die goeddoen aan wie ze hoort. 30Maak Gods
heilige Geest niet bedroefd, want hij is het stempel waarmee u gemerkt
bent voor de dag van de verlossing. 31Laat alle wrok en drift en boosheid
varen, alle geschreeuw en gevloek, en alle kwaadaardigheid.
32Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u
in Christus vergeven heeft.
Efeze 4: 17-32
31. 18Denk niet aan de dingen van vroeger,
let niet op de dingen van het verleden.
19Zie, Ik maak iets nieuws.
Nu zal het ontkiemen. Zult u dat niet weten?
Ja, Ik zal een weg aanleggen in de woestijn,
rivieren in de wildernis.
20De dieren van het veld zullen Mij eren –
jakhalzen en struisvogels –
want Ik zal water geven in de woestijn,
in de wildernis rivieren,
om Mijn volk, Mijn uitverkorene, te drinken te geven.
Jesaja 43: 18 – 20 (HSV)
32. 17Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het
oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.
18En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus
Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft.
19God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf
verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft
het woord van de verzoening in ons gelegd.
20Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons
smeekt. Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen.
21Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde
gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.
2 Kor. 5: 17 – 21 (HSV)
33. 4En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet
meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn.
Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
5En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei
tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar.
Openbaring 21: 4 – 5 (HSV)
43. 11Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de
schapen. 12Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de
eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de
vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en
jaagt de schapen uiteen; 13de man is een huurling en de schapen
kunnen hem niets schelen. 14Ik ben de goede herder. Ik ken mijn
schapen en mijn schapen kennen mij, 15zoals de Vader mij kent en ik de
Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. 16Maar ik heb ook nog
andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen. Ook die moet ik
hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren: dan zal er één kudde
zijn, met één herder.
Johannes 10:11-20 NBV
44. 17De Vader heeft mij lief omdat ik mijn leven geef, om het ook weer
terug te nemen. 18Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij
om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht
die ik van mijn Vader heb gekregen.’
19Opnieuw ontstond er verdeeldheid onder de Joden om wat hij zei.
20Veel mensen zeiden: ‘Hij is bezeten, hij is gek. Waarom luisteren jullie
nog naar hem?’
Johannes 10:11-20 NBV
55. ELB 371: 1 en 2
Mijn Jezus, ik hou van U
ik noem U mijn Vriend
Want U nam de straf op U
die ik had verdiend
De grote Verlosser
mijn Redder bent U
'k Heb van U gehouden
maar nooit zoveel als nu
56. ELB 371: 1 en 2
Mijn Jezus, ik hou van U
want U hield van mij
Toen U aan het kruis hing
een wond in uw zij
Voor mij de genade
een doornenkroon voor U
'k Heb van U gehouden
maar nooit zoveel als nu