28 jan 2024 19.00. Ds Hulshof. Verlangen naar meer
: Leven om te werken of werken om te leven !
1. Welkom, fijn dat u er bent. Voorganger dhr Pasterkamp Organist Johannes de Vries Thema:” Leven om te werken of werken om te leven !”
2. Elb. 189 : 1 Rots, waaruit het leven welt, berg mij voor het wreed geweld; laat het water met het bloed, dat Gij stort in overvloed, als een bron van Sion zijn, die ontspringt in de woestijn.
3. Elb. 189 : 4 Wat ik in mijn handen houd is uw kruis tot mijn behoud. Gij die naakten overkleedt, die tot redding zijt gereed, die melaatsen rein doet zijn, kleed mij, red mij, maak mij rein.
4. Elb. 189 : 5 Als ik eens het leven laat en de adem mij ontgaat, als mijn oog gebroken is, als mijn ziel gedoken is, in de dorre doodsvallei, o Gij Rots, wees daar nabij.
5. Welkom, fijn dat u er bent. Voorganger dhr Pasterkamp Organist Johannes de Vries Thema:” Leven om te werken of werken om te leven !”
6. Opw 245 Hier in uw heiligdom, dicht bij de troon, vraagt uw aanwezigheid ons stil te zijn. Zo komen wij tot U, met heilig ontzag, als uw Geest ons trekt tot U.
7. Rein door uw zuiver bloed, met zekerheid dat wij geborgen in uw liefde zijn. Staan wij vrijmoedig hier en antwoordt ons hart op de roepstem van uw Geest.
8. Heer, ik wil horen uw zachte stem. Laat and're stemmen in mij zwijgen. Open mijn ogen, Heer opdat ik het licht van uw aangezicht zal zien.
9. Votum en groet Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
10. Ter nagedachtenis aan br Oosterhof Psalm 91 – 1, 7 Heil hem wien God een plaats bereidt
11. 1. Heil hem wien God een plaats bereidt in zijn verheven woning: hij overnacht in veiligheid bij een almachtig koning. Ik zeg tot God: Gij zijt mijn schild, mijn toevlucht en mijn veste, op U vertrouw ik, HEER, Gij wilt voor mij altijd het beste.
12. 7. Omdat hij Mij zijn hart toewendt, spreekt God, zal Ik hem leiden; omdat hij Mij bij name kent, hem dekken en bevrijden. Roept hij Mij aan, dan antwoord Ik, is hij in angst en vreze, dan kom Ik nog dat ogenblik om hem nabij te wezen.
14. 1. God roept ons, broeders, tot de daad; zijn werk wacht, treedt dan aan en weest gereed om elke weg, die Hij u wijst, te gaan. Wij weten dat, wat komen mag, toch hij slechts wint, die waagt, en wie zichzelve geven wil door 't donker vlammen draagt.
15. 3. God roept, en wat de mensen scheidt dat zij geen scheiding meer; zijn liefde houde ons allen saâm en samen met de Heer. Want wat er in de wereld woed', toch is het God die wint en in een elk die Hem behoort het nieuwe rijk begint.
17. 26 Jezus antwoordde hun en zeide: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, gij zoekt Mij, niet omdat gij tekenen gezien hebt, maar omdat gij van de broden gegeten hebt en verzadigd zijt. 27 Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven,
18. welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt. 28 Zij zeiden dan tot Hem: Wat moeten wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken? 29 Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods,
19. dat gij gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft. 30 Zij zeiden dan tot Hem: Wat voor teken doet Gij dan, opdat wij mogen zien en U geloven? Wat voor werk doet Gij? 31 Onze vaderen hebben het manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven is:
20. Brood uit de hemel gaf Hij hun te eten. 32 Jezus zeide dan tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel; 33 want dát is het brood Gods,
21. dat uit de hemel nederdaalt en aan de wereld het leven geeft. 34 Zij zeiden dan tot Hem: Here, geef ons altijd dit brood. 35 Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
22. Johan de Heer 210 – 1, 2, 3 Kom tot uw Heiland, toef langer niet.
23. 1 Kom tot uw Heiland, toef langer niet. Kom nu tot Hem, Die redding u biedt, die ook voor u de hemel verliet. Hoor naar Zijn roepstem kom!
24. KOOR: Heerlijk, heerlijk klinkt de vreugdetoon van de zaal'gen, juichend bij Gods Zoon; als zij vergaad'ren rondom de troon, daar waar de eng'len staan
25. 2 "Laat kind'ren komen", zo klonk Zijn stem. Spring op van vreugd, verblijd u in Hem; o, luister naar die lief'lijke stem: toef langer niet, maar kom!
26. KOOR: Heerlijk, heerlijk klinkt de vreugdetoon van de zaal'gen, juichend bij Gods Zoon; als zij vergaad'ren rondom de troon, daar waar de eng'len staan
27. 3 Wil toch bedenken: Hij is nabij: volg dan Zijn stem, ook u maakt Hij vrij. Luister, Hij spreekt tot U en tot mij: "Komt tot Mij, zondaars, komt!"
28. KOOR: Heerlijk, heerlijk klinkt de vreugdetoon van de zaal'gen, juichend bij Gods Zoon; als zij vergaad'ren rondom de troon, daar waar de eng'len staan
30. 1 En voorbijgaande zag Hij een man, die sedert zijn geboorte blind was. 2 En zijn discipelen vroegen Hem en zeiden: Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren is? 3 Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd noch zijn ouders,
31. maar de werken Gods moesten in hem openbaar worden. 4 Wij moeten werken de werken desgenen, die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht, waarin niemand werken kan. 5 Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht der wereld.
32. 6 Na dit gezegd te hebben, spuwde Hij op de grond en maakte slijk van dit speeksel en Hij legde hem het slijk op de ogen,
34. 2. Kom tot Jezus om genâ, Daar is plaats bij 't kruis; vlied, o vlied tot Golgotha! Daar is plaats bij 't kruis. Wordt uw ziel gekweld door smart, is 't, dat u de zonde tart, Jezus troost u door Zijn woord, Daar is plaats bij 't kruis.
35. 4 Heerlijk nieuws voor iedereen, Daar is plaats bij 't kruis. Daar is redding, daar alleen, Daar is plaats bij 't kruis. Stromen van genâ en vreê vloeien uit Gods liefdezee; zondaars, komt, brengt and'ren me‚ Daar is plaats bij 't kruis.
43. Ik geloof in God de Vader die een bron van vreugde is, louter goedheid en genade, licht in onze duisternis. Hij, de Koning van de kosmos, het gesternte zingt zijn eer heeft uit liefde mij geschapen en tot liefde keer ik weer.
44. Ik geloof in Jezus Christus die voor ons ter wereld kwam. Zoon van God en Zoon des Mensen goede Herder, Offerlam. Door te lijden en te sterven groot is het geheimenis schenkt Hij mij het eeuwig leven, dat uit God en tot God is.
45. Ik geloof dat mijn Verlosser door de dood is heengegaan en op Pasen, God zij glorie, uit het graf is opgestaan. Door het brood, dit is mijn lichaam door de wijn, dit is mijn bloed geeft de Vredevorst mij vrede, maakt Hij alle dingen goed.
46. Collecte: 1 ste voor Ned. Bijbelgenootschap 2 de voor de eigen gemeente
47. Ps. 139 : 1 HEER, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, 't ligt alles open voor uw ogen.
48. Ps. 139 : 11 Gedachten ongeëvenaard hebt Gij, o God, geopenbaard in al de werken van uw hand - gedachten talloos als het zand. Als ik ontwaak, Gij blijft mij leiden, ik vind U altijd aan mijn zijde.
50. Vorig jaar duurde maar even En zo was alles, het leek maar even. Even dit werk Even dat werk Even naar huis Even wat eten Even de krant zoz
51. De nacht leek maar even te duren Heb je wel eens opgelet dat alles in deze snelle tijd maar even is ? Als je kijkt naar de eeuwigheid ! Laten we ons daar nu eens even op bezinnen. RP