1. Gebouwde Kennis in de Etalage
Jubileumevenement 100 jaar IGO
5 november 2010, Hogeschool Utrecht
RONDETAFEL BIJEENKOMST
Aanwezig: Frens Pries (gespreksleider), Theo Heida, Renske Verbeek, Marjet Rutten, Alfred Boot,
Eric Hagemans (verslaglegging)
Tijdens een voorstel ronde werden reeds enkele opzienbarende inzichten naar voren gebracht. Zo
werd gesproken over de werkgelegenheidsituatie in de bouw, het feit dat veel projecten worden
uitgesteld en het bijzondere feit dat de re cessies uit het verleden te herkennen zijn in de
leeftijdsopbouw van de bedrijven. Ook het omgevingsmanagement werd door twee aanwezigen
genoemd. Marjet gaf aan een boek geschreven te hebben over de verandering van het bouwproces:
“van Yab Yum naar Din Sun”.
Uit de discussie die ontstond werd gesproken over:
• Het gebrek aan toepassen van marketing door bedrijven, en een constatering van een
eenzijdige focus op projectresultaat
• Renske roemde het ontstaan van projectonderwijs in de IGO-opleidingen, dat ze zelf gemist in
haar opleiding civiele techniek
• Men gaf aan dat realistische casussen (casi) erg belangrijk is voor het onderwijs en vroeg zich
af hoe dit gerealiseerd kan worden.
• Er wordt hier al één en ander gedaan (red, EH), dat bleek niet herkenbaar voor de andere
aanwezigen. De school zal dit dus beter moeten duidelijk maken.
• Ook de commerciële vaardigheden (geld verdienen) lijken onderbelicht in de opleidingen.
• Het fenomeen docentstage met als voorbeeld een hal/half uitwisseling bij ROP (docent werkt
drie dagen bij gemeente, medewerker gemeente geeft drie dagen les) werd niet door iedereen
enthousiast ontvangen.
Frens vatte de punten als volgt samen:
• Er is nog veel te verbeteren in de relatie tussen school en bedrijven
• Men vindt het essentieel dat er aandacht komt voor marketing in de opleidingen
• Men vindt het tevens belangrijk dat er meer aandacht aan projectmanagement besteed wordt.
• Uit de lucht (als donderslag bij heldere hemel) kwam vallen de collectief gedeelde opmerking
dat het programma van de studenten best wat zwaarder kan. De tijd ontbrak om dit punt nader
te onderzoeken en uit te werken dus de notulist blijft hier enigszins verbaasd mee achter. Zelfs
al het zo zou zijn, hoe kan dan de indruk ontstaan zijn bij de ronde tafelleden?
• Hier tegenover staat de opmerking dat Hogescholen minder bescheiden hoeven te zijn over
eigen kunnen.