1. Werkvorm Jobcrafting
Groepjes van twee, evt. drie.
1 persoon kiest een taak, klus, project of onderdeel van je werk dat je graag zou willen aanpakken.
Iets wat je niet zo graag op deze manier doet, of iets wat je juist wel graag doet maar waarin je meer
wil investeren vanuit je talent.
De ander bevraagt deze persoon kort met de volgende vragen
1. Wat is de aanleiding om met jobcrafting aan de slag te gaan?
2. Verken kort de hieronder genoemde invalshoeken van jobcrafting. W elke is voor jou op het
eerste gezicht veelbelovend? Waarom die?
a. Taken. Denk aan vragen als
- Wil je er taken bij?
- Wil je juist van bepaalde taken af, bv. door te ruilen met collega’s?
- Wil je je tijdsbesteding veranderen? Of de volgorde?
- Wil je beter worden in een bepaalde taak? Wil je taken graag anders uitvoeren (je
eigen manier vinden)
b. Relationeel. Denk aan vragen als
- Zijn er relaties die je toe wilt voegen of uitbouwen?
- Zou je een bepaalde taak die je nu alleen doet samen met iemand anders willen
doen?
- Zijn er mensen (klanten, collega’s..) waar je nu veel mee samen doet, en die je liever
wat op afstand wil brengen?
- Wil je je zelf verbeteren in bepaalde relaties of in het omgaan met bepaalde
samenwerkingsconflicten ( bv. omgaan met conflicten, werken in een team)
c. Cognitief. Denk aan vragen als
- Zou je willen onderzoeken wat de betekenis van jouw werk is voor anderen
(binnen/buiten de organisatie)
- Zijn er bepaalde negatieve kanten aan je werk, of dingen die als zinloos voelen, waar
je wat mee wilt?
d. Contextueel. Denk aan vragen als
- Wil je aan de slag met de inrichting van je werkplek? Zijn daar storende elementen,
of dingen die je graag zou willen toevoegen?
- Maakt de plaats waar je werkt verschil? Zou je aan de slag willen met die locatie
(kantoor, thuis…)
3. Bespreek kort tot welke denkrichting dat leidt en hoe je dat verder aan zou willen pakken
(analyse, ontwerp…)
- Wie of wat heb je nodig om dit verder te kunnen onderzoeken?
- Wat wordt je eerste stap?
Plenair delen van ervaringen, degenen die bevraagd zijn, maar ook degenen die de vragen hebben
gesteld. Wat is opgevallen? Heeft het geholpen zo tegen je baan aan te kijken? Hoe kun je dit
koppelen aan leren en innoveren in je werksituatie? Zou deze manier van “baan boetseren”
medewerkers/collega’s kunnen bewegen tot een proactieve houding mbt. hun werkzaamheden?