1. Misbruik van macht.
In het artikel “Macht maakt meer kapot dan je lief is’ (De Stentor, 16 nov. 2012) koppelen
sociaalpsychologen vreemdgaan en overspel aan macht. Als voorbeelden worden de
penishebbers Petraeus, Strauss-Kahn en Berlusconi opgevoerd. De boodschap van de
sociaalpsychologen is dat bij mensen die in de politieke of zakelijke hiërarchie zijn
opgeklommen, de kans op vreemdgaan groter is dan bij hen die het minder voor het zeggen
hebben. “Het zit ‘m dus in de macht”, concludeert het artikel.
Dat is een rare redenering. Want:
- tenminste één op de vier mensen in NL gaat vreemd.
- het aantal mensen dat met overspel te maken krijgt ligt tussen de 40 en 76%.
- er is geen verschil tussen het aantal mannen en vrouwen dat vreemd gaat of overspel
pleegt.
- vreemdgaan doe je op z’n minst met z’n tweeën.
Grof geschat gaan er dus in Nederland 3 miljoen volwassenen vreemd (25% van 12 miljoen
volwassenen). Dat kunnen onmogelijk allemaal machtige Davids en Silvioos zijn.
Trouwens, met wie gaan die 3 miljoen mensen vreemd? Alleen met andere machtigen?
Of gaat degene die met een machtige man vreemd gaat, zelf per definitie niet vreemd?
Het begrip macht wordt door de sociaalpsychologen misbruikt door het alleen maar in een
negatief daglicht te stellen.
Macht, opgevat als krachtsverschil, is in zichzelf noch negatief, noch positief.
Het gaat om de gebruikswaarde van dat krachtsverschil.
Van een krachtsverschil is altijd tot op zekere hoogte sprake, in welke relatie dan ook.
Door een dergelijke macht als verklaringsgrond van vreemdgaan te gebruiken wordt degene
waarmee de machtige vreemdgaat, slachtoffer. Die consequentie is niet vol te houden.