Dit Webinar biedt een leidraad voor hoe de GO!stem op sociale media moet klinken, wat we ermee willen bereiken, en wat de rol van onze scholen daarin kan zijn.
2. Essentieel:
GO! = open net+we begeleiden leerlingen in hun persoonlijke ontwikkeling
dus het GO! kan niet achterblijven bij de nieuwe ontwikkelingen op vlak
van sociale media.
GO! Scholen hebben voorbeeldfunctie, we kunnen tonen aan leerlingen
hoe je op een verantwoorde manier kan omgaan met sociale media, laten
zien welke gevaren er in schuilen, maar ook welke mogelijkheden ze
bieden.
Het GO! wil op sociale media open communiceren op voet van gelijkheid
met anderen, met aandacht en respect voor diversiteit, op een betrokken
en verdraagzame manier. We vinden het belangrijk dat elke school zijn
eigen verhaal vertelt, maar dat doorheen al die verschillende verhalen
dezelfde stem weerklinkt. Elke school kiest zelf hoe ze naar buiten treedt:
met een originele website, een persbericht, door een knappe
speelplaats,… Naast die kanalen eisen ook sociale media hun plaats op.
Sociale netwerken hebben eigen wetten en bieden mogelijkheden die
andere communicatiemiddelen niet hebben.
Het GO! waakt ook over de kwaliteit van zijn onderwijs, is een innovatief
kenniscentrum, en moet dit ook op sociale media uitstralen. Sociale media
zijn bij uitstek een kanaal om expertise op te tonen, en ook om voor de
verspreiding van die expertise te zorgen, door interactie tussen mensen te
bevorderen.
En tot slot: mensen gaan niet meer bij de bakker raad vragen over welke 2
school nu het meest geschikt is voor hun zoon of dochter. Ze gaan nu zelf
3. Waar zitten de kansen voor scholen?
> alle sociale netwerken vertrekken van het idee van een ‘netwerk’, ofwel:
individuen die met een ander individu of organisatie verbonden zijn. Op
LinkedIn is dat een netwerk van ‘connecties’ (connections), op Facebook
heten ze ‘vrienden’ (friends), op Twitter spreken we van ‘volgers’
(followers).
Sociale netwerken bieden de mogelijkheid om heel breed maar toch
gericht te communiceren naar de belanghebbenden. Het idee achter
sociale media is dat doelgroepen zichzelf automatisch aanbieden om
relevante informatie te bekomen. De praktijk wijst uit dat dit ook klopt.
Voor scholen biedt dat een aantal interessante mogelijkheden. We gaan
verder bij dit webinar dieper in op een paar concrete voorbeelden, maar
het principe is altijd hetzelfde. De stappen die men moet doorlopen zijn:
• kies een doelgroep
• maak een kanaal op maat
• biedt relevante informatie aan
• bouw een netwerk uit
• interageer met de doelgroep
De meest voorkomende doelen: naambekendheid, netwerken, participatie
stimuleren, rekruteren.
3
9. De belangrijkste sociale media kanalen vandaag zijn: Facebook, Twitter,
LinkedIn en YouTube. Minder prominente sociale media zijn: Netlog
(kampt met teruglopende gebruikers), Foursquare en Gowalla (locatie-
gebaseerde sociale netwerken), Flickr (foto’s), enzovoort.
9
10. Tegenwoordig mogen we stilaan zeggen dat iedereen sociale media
gebruikt. In alle demografische groepen neemt het gebruik van sociale
media toe.
In het algemeen is het gebruik van sociale media het meest verspreid
onder jongeren (zo’n
90 % van de jongeren is actief op sociale netwerken, en zelfs 73 % van de
jongeren tussen
12 en 17), al zijn oudere bevolkingsgroepen duidelijk aan een
inhaalbeweging bezig.
Volgens studies begeven oudere bevolkingsgroepen zich vooral op
sociale netwerken om
contact te houden met hun familie en de leefwereld van hun kleinkinderen.
Men hoort wel eens spreken over de generaties XYZ
3 generaties: grootouders, ouders en de kinderen
De gevestigde (maar oudere en behoudendere) generatie is geneigd om
meer informatie bij zich te houden, de nieuwe generaties delen veel
makkelijker informatie met elkaar en zien daar ook de voordelen van in.
Generatie Z = geboren tussen begin van de jaren 90 en eind jaren 2000
Wie zijn de ‘digital natives’?
10
11. Nagaan wie jouw sociaal media kanaal gebruikt is bij sommige media
mogelijk:
Als je een facebookfanpagina hebt kan je bv meer te weten komen over je
publiek. De beheerder kan de statistieken bekijken.
Deze statistiek geeft informatie weer over de leeftijd en het geslacht van
de fans van het GO! op facebook: blijkbaar voor 68% vrouwelijk en de
grootste groep gebruikers zijn tussen 25 en 34 jaar oud.
11
12. Sociale media zijn een vast onderdeel van ons leven geworden. Groot
deel van de bevolking ziet een belangrijke toegevoegde waarde in het
gebruik van sociale netwerken. Sociale netwerken zijn ook een belangrijke
motor van het mobiele internet – meer en meer mensen kiezen ervoor om
constant online te zijn via hun smartphone of tablet. De trend naar mobiel
is onomkeerbaar, deel vd bevolking zal binnenkort permanent online zijn.
12
13. Vooral jongeren zien hun aanwezigheid op sociale netwerken als een verlengstuk van
hun echte leven: het is een plek waar ze contact houden met vrienden en vriendinnen,
waar ze hun persoonlijkheid kunnen uiten. Omdat school een belangrijk onderdeel is van
hun leefwereld, zou het dan ook vreemd zijn als de school volledig afwezig zou blijven
van deze nieuwe platformen.
Daarnaast is het mee de taak van de school om jongeren bewust te leren omgaan met
deze nieuwe online wereld – die verraderlijk spontaan en intuïtief is, maar niet volkomen
vrij van gevaar. Aan jongeren duidelijk te maken hoe belangrijk privacy is.
+Waar kennis van het internet, de digitale wereld vandaag al belangrijk is om mee te
tellen, zal dat in de toekomst nog veel meer zo zijn. Het is de taak van scholen om ervoor
te zorgen dat kinderen en jongeren de ‘digitale kloof’ overbrugd krijgen. Net zoals er op
school aandacht is voor ‘oude media’ als kranten en televisie, zullen jongeren moeten
leren om nieuwe, sociale media te kaderen en te begrijpen.
+Sociale media zijn een hulpmiddel om in contact te blijven met de gemeenschap rond
de school, om het sociale weefsel rond de school hechter te maken. Contacten tussen
ouders, leraars, ex-leraars, leerlingen en ex-leerlingen kunnen vergemakkelijkt en
gecentraliseerd worden zonder grote financiële inspanningen – de meeste sociale media
zijn gratis te gebruiken. Bovendien nodigen sociale netwerken inherent uit tot interactie:
ouders die bv. geen tijd hebben om zich te engageren in de ouderraad, kunnen op deze
manier toch deelnemen aan belangrijke discussies omtrent de school en de klas.
13
14. Jongeren en gebruik sociale media gelieerd aan school:
Deze jongen uit groep 8 houdt een blog bij voor / over zijn klasgenoten, en
alles wat ze op school hebben gedaan. Hij communiceert ook met zijn
klasgenoten op Twitter
14
15. Jongeren en gebruik sociale media gelieerd aan school: een voorbeeld
van een blog
15
17. We focussen onze aanwezigheid voornamelijk op 3 pijlers:
COMMUNITY BUILDING
Sociale media kunnen ons helpen bij het verder creëren van een groepsgevoel, ze
kunnen de zin doen ontstaan om mee in ons verhaal te stappen, bij alle doelgroepen
(medewerkers van GO!, leerkrachten en directeurs, leerlingen, ouders van leerlingen, …).
We willen een gemeenschap uitbouwen waarin mensen zich thuis voelen, waarin ze ook
vlot raad kunnen vragen, ervaringen uitwisselen,...
EXPERTISE
Sociale media zijn een uitgelezen kanaal om de reputatie van GO! als expert op het vlak
van onderwijs verder uit te bouwen. Via Sociale media kunnen we ook om voor de
verspreiding van die expertise te zorgen, door interactie tussen mensen te bevorderen.
We kunnen er onze standpunten formuleren, en zo uitgroeien tot een aanspreekpunt voor
onderwijskwesties. Aangezien het op sociale media belangrijk is om de mensen achter
de organisatie te tonen, willen we onze afgevaardigd bestuurder Raymonda VerdIJck als
opinieleider en gezicht van GO! naar voor schuiven.
BRANDING
Door consequent onze waarden uit te dragen via sociale media, kunnen we het imago
van GO! mee ondersteunen. Op de sociale media moet duidelijk worden waar GO! voor
staat: een breed en open onderwijsnet.
Verder hebben we ook al bij het begin van het webinar al op een rijtje gezet:
Het GO! wil een OPEN COMMUNICATIE voeren en een voorbeeldfunctie innemen
Via sociale media beogen we meer NAAMBEKENDHEID te bereiken en NIEUWE
LEERLINGEN AAN te TREKKEN
17
18. Het is belangrijk dat de centrale diensten en de scholen de waarden van
het GO! Inbedden in hun sociale media communicatie.
De waarden die het GO! wil uitstralen:
Openheid: het GO! is een open net, met oog voor verschillende visies in
de maatschappij. Laat ons daar ook op sociale media zonder schroom
over communiceren. Omgekeerd is er geen beter kanaal om de vinger
aan de pols te houden van wat er beweegt in de wereld rondom ons, en
die kennis ook door te geven aan onze leerlingen, om zo de vorming van
hun totale persoon te bevorderen.
Respect: het GO! wil ook op sociale media communiceren op voet van
gelijkheid met anderen, met aandacht en respect voor diversiteit, om zo
op een betrokken en verdraagzame manier in dialoog te treden.
Kwaliteit: het GO! waakt over de kwaliteit van zijn onderwijs, is een
innovatief kenniscentrum, en moet dit ook op sociale media uitstralen.
18
19. Net zoals in klassiekere vormen van communicatie is er een
wisselwerking tussen de communicatie vanuit GO! centraal en die van de
individuele scholen: communicatie van het GO! zal afstralen op individuele
scholen, maar omgekeerd krijgt het GO! ook vorm door wat individuele
scholen doen en zeggen, en hoe ze omgaan met ouders, leerlingen en
personeel.
Op sociale netwerken is dit niet anders. Enerzijds zet GO! centraal een
aantal kanalen op waarmee we communiceren met de buitenwereld. Zo
hebben we op centraal niveau o.a. al een Facebook-pagina, LinkedIn-
pagina en YouTube-kanaal aangemaakt: je mag daar als school gebruik
van maken en naar verwijzen
de centrale sociale mediakanalen verspreiden ook nieuws van de scholen
omdat artikels van de nieuwe magazinesite www.g-o.be en een link naar
de nieuwe nieuwsbrief een plaats krijgen op de
fanpagina van GO! op Facebook en op twitter.
Het is evenwel niet de bedoeling dat alle communicatie van de scholen via
deze weg gebeurt: ten eerste zou dat praktisch onmogelijk zijn, ten
tweede zou dat ingaan tegen de gedecentraliseerde en door de gebruiker
gestuurde beleving van sociale netwerken. Scholen mogen dus zelf hun
eigen sociale mediamix aanmaken en invullen. Gaat de school op
Facebook, op Twitter, of liever op Tumblr aan de slag? Dat moeten
scholen zelf bepalen, afhankelijk van hoe zij willen communiceren met hun
‘stakeholders’ (belanghebbenden: leerlingen, ouders, alumni, personeel
en ex-personeel, mogelijke stagiairs en werkzoekenden...).
19
20. Wat kan doorslag geven bij keuzes? Bv Een school die kampt met een
acuut tekort aan leerkrachten zou bv. een Facebook of LinkedIn-groep
kunnen maken voor geïnteresseerde leerkrachten en toekomstige
leerkrachten uit de buurt. Om de potentiële werknemers warm te maken,
kan de school relevante informatie publiceren op het kanaal: teksten van
het onderwijzend personeel over het pedagogische project van de school,
projecten die de school organiseert, getuigenissen van ouders,…
.
20
30. Koninklijk Atheneum Oostende: oud-leerlingen
Doel: band aanhouden met ex-leerlingen
Wijze: advies, dienstverlening, community building
Topics:
Aankondiging event: voordracht studeren in Brussel
Filmpje voor goede doel van lln
Mogelijkheden:
Foto’s events
Interviews oud-lln die vertellen over job of herinnering
Polls
Wedstrijden
30
39. Fase 1: inbedding in communciatie. De GO! communicatiedienst zette een
aantal sociale mediakanalen op. De opzet en uitbouw daarvan kadert in
het stroomlijnen van de communicatie naar het brede publiek. De sociale
mediakanalen worden gelinkt aan:
-de vernieuwde GO! website - die een digitaal magazine geworden is, dit
is onze PR site
-de (nieuwe) professionele website Smartweb
De belangrijkste kanalen om het grote publiek en professionelen te
bereiken blijven deze websites. Onze sociale mediakanalen zijn een
aanvulling en een verlenging daarop. De sites zijn de voornaamste
vertrekpunten – content daarvan kan vertrekken naar sociale
mediakanalen
Conclusies inzake inbedding sociale media in de mix:
Sociale media zetten we in om veel doelgroepen te bereiken:
Directeurs, Leerkrachten, potentiële werknemers, leerlingen, ouders, pers,
verenigingen gelieerd aan het GO!, breed publiek
Facebook – twitter – youtube – linkedin – Tumblr zijn kanalen die we
zullen gebruiken
Belangrijkste kanaal om de professionelen te bereiken bv. algemeen
directeurs/directeurs/management/communicatiecoördinatoren:
professionele site
De films op youtube richten zich ook naar directeurs en linked-in is een
goed kanaal om de community op te bouwen.
Onderste gedeelte:
39
In het huidige plan van aanpak richt elk kanaal zich prioritair tot ofwel PR
40. Deze tabel geeft schematisch weer welke (hoofd)doelgroepen met welk
kanaal scholen kunnen benaderen.
40
46. Krijgt nog als logo GO! Team, inhoud die enkel naar professionele groep
gericht is.
Het is een OPEN GROEP: iedereen kan je groep zien & lid worden
Andere soorten groepen
GESLOTEN GROEP: enkel leden kunnen de inhoud van je groep zien
GEHEIME GROEP: kunnen niet gevonden worden via de zoekfunctie
46
58. Het GO! heeft een specifieke huisstijl die je vandaag al in de bestaande dragers en
kanalen (zoals website, briefwisseling, brochures, …) van jouw school hanteert. Deze
huisstijl is het vertrekpunt voor het inkleden van de sociale media die je inzet. Hier alvast
enkele raadgevingen hoe je dit aanpakt.
-Het is belangrijk om het GO! als een samenhangend net te profileren. Zorg dan ook dat
je herkenbaar bent als onderdeel van dat net. Dit kan door consequent eenzelfde stijl te
hanteren in de profilering op sociale media.
-Neem GO! of GO op in je benaming van kanalen, pagina’s en groepen. Zo ben je
gemakkelijk vindbaar via zoekfuncties. Een pagina op Facebook krijgt idealiter als naam
“GO! naam school” (bijv. GO! basisschool De Brug, GO! atheneum Gent-Brugge). Voor
YouTube en Twitter geldt dat een accountnaam ook de extensie van het webadres is
(bijvoorbeeld: www.twitter.com/GO_onderwijs).
Het uitroepteken in GO! vormt soms een probleem: dit leesteken wordt niet altijd
aanvaard.
Voor het aanmaken van persoonlijke profielen op Facebook en LinkedIn gebruik je best
gewoon je voornaam en naam.
-Communiceer duidelijke en beknopte informatie: plaats op het profiel of de pagina de
broodtekst van je school, idealiter in een verkorte versie.
Als alternatief voor de broodtekst van je school, kan je ook de basistekst van het GO!
plaatsen:
-LAY-OUT VAN DE PAGINA:
Het is aangewezen om als afbeelding het logo van je school of instelling te gebruiken:
ofwel het beeldlogo, ofwel het volledig logo. Wanneer het mogelijk is om de pagina een
kleuraccent te geven, zoals op YouTube, gebruik dan de huiskleur of -kleuren van je
school. Zo mogelijk kan je de scholenhuisstijl doortrekken en een het logo van de school
en de signering GO! beide gebruiken
GO! Stijl foto’s: Misschien illustreer je je sociale mediapagina/kanaal met foto’s. Kies dan
voor de GO! stijl: een strakke, sterke vormgeving met gevarieerd beeldmateriaal waarin
leerlingen, cursisten en leerkrachten centraal staan.
58
59. GO! Basisschool De Wamp:
Fout: opgelet na GO! geen hoofdletter
Foto’s: neem beter foto’s waar één tot drie personen op de voorgrond
staan en de achtergrond 'flou' is
de personen in de camera kijken + foto's die actie en dynamiek uitstralen
in een positieve sfeer
59
63. Het GO! is ook in gesprek met Child Focus over aspecten van
zogenaamde ‘esafety’:
de vraag hoe we kinderen en jongeren veilig kunnen leren omgaan met
internet en
sociale media. Op de site www.clicksafe.be staat veel informatie over de
voordelen en
risico’s van het gebruik van sociale media. Onder de button ‘voor
professionelen’ zijn onder
meer pasklare lespakketten te vinden.
63