SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 42
CREËER
KANTOOR Yokoten
op
2
KINGMANS
WACHTRIJ-THEORIE Yokoten
en
VERGELIJKING
2
o Hoe een klantvraag door een proces heen stroomt, namelijk
o Zonder onderbrekingen
(stilstanden, wachten, opstoppingen, haperingen)
o Zonder vertragingen en versnellingen
WAT IS FLOW?
Twee toestanden: Gelijkmatig Stromen of stilstaan
Een systeem is perfect als:
- Het stabiel is: De instroom per uur gelijk is aan de uitstroom
per uur
en
- De bezettingsgraad 100% is
HET PERFECTE SYSTEEM
UITSTROOM
(OUTPUT)
INSPANNINGS-
INDICATOREN
INSTROOM
(INPUT)
CAPACITEIT
DOORSTROOM
(THROUGHPUT)
ONDERHANDEN WERK
(WORK-IN-PROGRESS)
INSTROOM:
100 UUR WERK PER DAG
NETTO BESCHIKBARE CAPACITEIT:
100 UUR PER DAG
UITSTROOM:
100 UUR WERK PER DAG
DE BEZETTINGSGRAAD
De bezettingsgraad bereken
je door de instroom per dag
(of uur) te delen door de
nettocapaciteit per dag (of
uur)
Bezettingsgraad = x 100% = X %
X uur instroom per dag
X uur nettocapaciteit per dag
DE BEZETTINGSGRAAD
De bezettingsgraad bereken je door de instroom per dag (of uur) te
delen door de nettocapaciteit per dag (of uur)
Bezettingsgraad = x 100% = 100%
100 uur instroom per dag
100 uur nettocapaciteit per dag
De perfecte
DE PERFECTE
BEZETTINGSGRAAD
De perfecte bezettingsgraad is 100%. Hoger dan 100% is onmogelijk,
tenzij de kengetallen niet kloppen of het team kan toveren.
Instroom = elke 10 minuten een klantvraag Afhandeltijd = 10 min per klantvraag
10 min 10 min
10 min
HET PERFECTE SYSTEEM
Dit is een visualisatie van een perfect systeem. Het is alleen perfect als
De instroom precies 10 minuten is en de afhandeltijd ook.
10 min 10 min
10 min
10 min 10 min
10 min
IMPERFECTE SYSTEMEN
Nu is het systeem niet meer
perfect. Het instroomtempo
heeft kleine variaties.
10 min
5 - 15 min
IMPERFECTE SYSTEMEN
Nu is het systeem niet meer perfect. De behandeltijd per klantvraag
varieert doordat de klantvragen verschillend zijn.
5 - 15 min
15 min
5 min
IMPERFECTE SYSTEMEN
Nu is het systeem niet meer perfect. De behandeltijd per klantvraag
varieert doordat de klantvragen verschillend zijn. En het
instroomtempo varieert ook nog. Dubbelop imperfectie.
BATCH
5 - 15 min
15 min 5 min
IMPERFECTE SYSTEMEN
Nu is het systeem niet perfect. De behandeltijd per klantvraag varieert
doordat de klantvragen verschillend zijn. En het instroomtempo
varieert ook nog. En er zijn bovendien verstoringen, zoals
telefoontjes tussendoor en batches. Drie dubbele imperfectie.
1. Variatie
2. Variabiliteit
3. Verstoringen
3 REDENEN VOOR IMPERFECTIE
Imperfectie komt door:
Yokoten
KINGMANS
VERGELIJKING
KINGMANS VERGELIJKING
Wachttijd = x x BT
B
1 - B
( (
2
i
VC
2
b
VC
2
+
(
(
Doorlooptijd = Wachttijd + Behandeltijd
De Britse wiskundige John Kingman ontwierp aan de hand van
verkeerskundig onderzoek een vergelijking.
De lengte van de wachttijd of wachtrij is afhankelijk van drie factoren:
1. De bezettingsgraad van het systeem
2. De variatie en variabiliteit in een op het systeem
3. De duur van de behandeling van de klantvraag
In een formule ziet het er zo uit:
In het boek gaan we er dieper op in.
Boek:
Creëer Flow op Kantoor
Bert Teeuwen
Uitgeverij Yokoten
Elke (internet-)boekhandel
Yokoten
EXPONENTIELE STIJGING
Een van de belangrijkste bevindingen van Kingman is: Hoe hoger de
bezettingsgraad van een systeem, hoe langer de wachtrij en dus hoe
langer de totale doorlooptijd. Sterker nog: Die stijgt exponentieel.
EXPONENTIELE STIJGING
Kijk maar in deze grafiek. De doorlooptijd bij een bezettingsgraad van
40% is 7 dagen. Bij 60, 20% meer dan 40% is die 10 dagen. En bij nog
eens 20% meer, bij een bezettingsgraad van 80% is die 19 dagen. Hoe
dichter naar de 100%, hoe steiler de curve.
Boven de 80% bezettingsgraad
is de doorlooptijd
eindeloos lang.
De doorlooptijd stijgt
exponentieel bij lineair stijgende
bezettingsgraad
(a.g.v. groter of sterk variërend
instroomvolume)
Kingman: omdat er variatie en variabiliteit is, kan je maximaal
80% van de netto capaciteit gebruiken.
Als de perfecte bezettingsgraad 100% is,
en
De maximale bezettingsgraad 80%.
Hoe zit het dan met die 20%?
20% ?
Kingman: omdat er variatie en variabiliteit is, kan je maximaal
80% van de netto capaciteit gebruiken.
Die 20% heb je nodig voor:
- Het opvangen van variatie
- Het opvangen van variabiliteit
- Omstellen
- Het herstellen van fouten
- Het opvangen van verstoringen (telefonie, vragen)
20% ?
1. Variatie
2. Variabiliteit
3. Verstoringen
3 REDENEN VOOR IMPERFECTIE
Die 20% (minimaal 20%) heb je nodig voor het opvangen van de
3 redenen van imperfectie.
Variabiliteit: het aantal mogelijke varianten
• Zoals bij soorten vissen (haai, goudvis, guppy)
• Zoals de soorten klantvragen
Variatie: verschillen in meetwaarden binnen een variant
• Zoals de lengte van vissen
• Zoals verschillen in de afhandeltijden van één
bepaalde werksoort/klantvraag
VARIABILITEIT EN VARIATIE
Yokoten
VARIATIE
Wat is
INSPANNINGS-
INDICATOREN
INSTROOM
(INPUT)
MIDDELEN
DOORSTROOM
(THROUGHPUT)
WERK-IN-HET PROCES (WIP)
WERK-IN-DE
WACHTRIJ (WIR)
VARIATIE IN HET SYSTEEM
2. Variatie in de
beschikbare
Netto Capaciteit
1. Variatie in het
instroomvolume 3. Variatie in de
behandeltijden
Er zijn minimaal 3 soorten variatie
die op een systeem inwerken.
VARIATIE IN INSTROOMVOLUME
Frequentie
(aantal
medewerkers)
Gemiddelde = 39 minuten
Gemiddelde behandeltijden
in klassen van 5 minuten
10
5
15
20
25
30
Standaardafwijking = 13 minuten
Variatie Coëfficiënt = 33%
Mediaan = 34 minuten
VARIATIE IN BEHANDELTIJDEN
‘Iedereen kan leren schaken, maar we worden niet
allemaal grootmeester.’
- Gebrek aan standaardisatie
- Onvoldoende opleiding
- Gebrek aan durf / risico durven nemen
VARIATIE IN BEHANDELTIJDEN
Projecten, training, telefonie, etc
Verzuim, vakantie
Primair proces (klantvragen behandelen)
Bruto capaciteit
(uren)
1 2 3 4 5 6 7 Weken
Netto capaciteit (uren)
VARIATIE IN DE NETTO
BESCHIKBARE CAPACITEIT
Er is altijd variatie in systemen
Yokoten
VARIABILITEIT
Wat is
EXPONENTIELE STIJGING
Naast variatie is er variabiliteit. Dat is de diversiteit aan soorten
klantvragen die het systeem in stromen.
De exponentiele stijging zet
veel eerder in als er meer
variabiliteit door het
systeem gaat. De maximale
bezettingsgraad bij veel
variabiliteit is zeker geen
80%, maar minder.
VARIABILITEIT IN DE INSTROOM
Dit is de Volume-Variabiliteits-
matrix. Met 6 typen instroom.
Hardlopers zijn uniforme
klantvragen die in grote aantallen
het systeem in gaan.
Onbekenden zijn allemaal unieke klantvragen waarvan pas na gedegen
onderzoek duidelijk worden wat de klant precies wil.
De mate van variabiliteit in een
systeem is een keuze.
Je kan er voor kiezen om slechts één
soort klantvragen in te laten stromen.
Het resultaat is een hogere maximale
bezettingsgraad.
Systemen met instroom bestaande uit
een mix van klantvraagsoorten
gedragen zich naar de minst voordelige
Hoe groter de variatie en de variabiliteit,
hoe lager de maximale bezettingsgraad,
hoe eerder de doorlooptijd exponentieel
omhoog schiet
Systemen zijn nooit perfect
Systemen zijn op z’n best stabiel
Instroom
Uitstroom
Voorraad
STABIEL SYSTEEM
Het hoogst haalbare:
Een stabiel systeem
Instroom = Uitstroom
Als instroomtempo =
Uitstroomtempo,
Dan blijft de WIS gelijk en
Blijft de doorlooptijd stabiel en
voorspelbaar
DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM
DOEL 2.EEN ZO HOOG
MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD
CREËER FLOW OP KANTOOR
Boek:
Creëer Flow op Kantoor
Bert Teeuwen
Uitgeverij Yokoten
Elke (internet-)boekhandel
Yokoten
1 Het PERFECTE systeem en de Wet van Little
Yokoten
2 Kingmans vergelijking / wachtrij-theorie
3 Het STABIELE systeem met buffers
4 Een hoge bezettingsgraad met bundels
5 De Waardestroom-analyse
Alle 6 YouTube filmpjes (Slideshares) over FLOW OP
KANTOOR:
6 Werk verdelen en het Pull-principe
HET STABIELE
BUFFERS Yokoten
met
3
SYSTEEM

Mais conteúdo relacionado

Mais procurados

Moq presentation
Moq presentationMoq presentation
Moq presentation
LynxStar
 

Mais procurados (12)

Timer control
Timer controlTimer control
Timer control
 
Performance testing
Performance testingPerformance testing
Performance testing
 
The Art of Unit Testing - Towards a Testable Design
The Art of Unit Testing - Towards a Testable DesignThe Art of Unit Testing - Towards a Testable Design
The Art of Unit Testing - Towards a Testable Design
 
Inventory Managment
Inventory ManagmentInventory Managment
Inventory Managment
 
Flyweight Pattern
Flyweight PatternFlyweight Pattern
Flyweight Pattern
 
Basic java important interview questions and answers to secure a job
Basic java important interview questions and answers to secure a jobBasic java important interview questions and answers to secure a job
Basic java important interview questions and answers to secure a job
 
ONLINE SHOPPINGKART FOR WOMENEMPOWERMENT
ONLINE SHOPPINGKART FOR WOMENEMPOWERMENTONLINE SHOPPINGKART FOR WOMENEMPOWERMENT
ONLINE SHOPPINGKART FOR WOMENEMPOWERMENT
 
Mocking with Moq
Mocking with MoqMocking with Moq
Mocking with Moq
 
Object Oriented Programming In JavaScript
Object Oriented Programming In JavaScriptObject Oriented Programming In JavaScript
Object Oriented Programming In JavaScript
 
Moq presentation
Moq presentationMoq presentation
Moq presentation
 
Popup boxes
Popup boxesPopup boxes
Popup boxes
 
Inventory Management System
Inventory Management SystemInventory Management System
Inventory Management System
 

Mais de BertTeeuwen1

Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptxKaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
BertTeeuwen1
 
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptxKaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
BertTeeuwen1
 

Mais de BertTeeuwen1 (20)

De OEE deel 4 definities en dilemmas bij de OEE
De OEE deel 4 definities en dilemmas bij de OEEDe OEE deel 4 definities en dilemmas bij de OEE
De OEE deel 4 definities en dilemmas bij de OEE
 
De OEE deel 5: 10 valkuilen van de OEE
De OEE deel 5: 10 valkuilen van de OEEDe OEE deel 5: 10 valkuilen van de OEE
De OEE deel 5: 10 valkuilen van de OEE
 
Hoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptxHoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 4: de 80/20 regel en de benodigde verbeteringen.pptx
 
Hoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptxHoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptx
Hoshin Kanri, Deel 3: doelen en inspanningen.pptx
 
Hoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptx
Hoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptxHoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptx
Hoshin Kanri, deel 2: De doelencascade slideshare.pptx
 
Hoshin Kanri 1 wat is dat?
Hoshin Kanri 1 wat is dat?Hoshin Kanri 1 wat is dat?
Hoshin Kanri 1 wat is dat?
 
Kaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschap
Kaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschapKaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschap
Kaizen, deel 9: De 7 hoofdzonden van opdrachtgeverschap
 
Kaizen, deel 5: de tools.pptx
Kaizen, deel 5: de tools.pptxKaizen, deel 5: de tools.pptx
Kaizen, deel 5: de tools.pptx
 
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptxKaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
Kaizen, deel 4: continu verbeteren met kaizenteams.pptx
 
Kaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptxKaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 3: varianten van verbeteren in kleine stapjes.pptx
 
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptxKaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
Kaizen, deel 2: gestructureerd verbeteren met PDCA.pptx
 
Kaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptxKaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptx
Kaizen, deel 1: verbeteren met kleine stapjes.pptx
 
TPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptx
TPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptxTPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptx
TPM produceren met aandacht deel 6 TPM strategieen.pptx
 
TPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptx
TPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptxTPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptx
TPM produceren met aandacht deel 4 de basispilaren.pptx
 
TPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptx
TPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptxTPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptx
TPM produceren met aandacht deel 1 de basisprincipes van TPM.pptx
 
About Creating Value EN.pptx
About Creating Value EN.pptxAbout Creating Value EN.pptx
About Creating Value EN.pptx
 
Wachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptxWachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 3: De praktijk.pptx
 
Wachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptxWachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptx
Wachttijden verkorten met SMED, deel 4: de winst verzilveren.pptx
 
SMED deel 2 De voorbereiding.pptx
SMED deel 2 De voorbereiding.pptxSMED deel 2 De voorbereiding.pptx
SMED deel 2 De voorbereiding.pptx
 
Precies en Nauwkeurig NE.pptx
Precies en Nauwkeurig NE.pptxPrecies en Nauwkeurig NE.pptx
Precies en Nauwkeurig NE.pptx
 

Creeer Flow op Kantoor Deel 2 Kingman en wachtrijtheorie.pptx

  • 3. o Hoe een klantvraag door een proces heen stroomt, namelijk o Zonder onderbrekingen (stilstanden, wachten, opstoppingen, haperingen) o Zonder vertragingen en versnellingen WAT IS FLOW? Twee toestanden: Gelijkmatig Stromen of stilstaan
  • 4. Een systeem is perfect als: - Het stabiel is: De instroom per uur gelijk is aan de uitstroom per uur en - De bezettingsgraad 100% is HET PERFECTE SYSTEEM
  • 5. UITSTROOM (OUTPUT) INSPANNINGS- INDICATOREN INSTROOM (INPUT) CAPACITEIT DOORSTROOM (THROUGHPUT) ONDERHANDEN WERK (WORK-IN-PROGRESS) INSTROOM: 100 UUR WERK PER DAG NETTO BESCHIKBARE CAPACITEIT: 100 UUR PER DAG UITSTROOM: 100 UUR WERK PER DAG DE BEZETTINGSGRAAD De bezettingsgraad bereken je door de instroom per dag (of uur) te delen door de nettocapaciteit per dag (of uur)
  • 6. Bezettingsgraad = x 100% = X % X uur instroom per dag X uur nettocapaciteit per dag DE BEZETTINGSGRAAD De bezettingsgraad bereken je door de instroom per dag (of uur) te delen door de nettocapaciteit per dag (of uur)
  • 7. Bezettingsgraad = x 100% = 100% 100 uur instroom per dag 100 uur nettocapaciteit per dag De perfecte DE PERFECTE BEZETTINGSGRAAD De perfecte bezettingsgraad is 100%. Hoger dan 100% is onmogelijk, tenzij de kengetallen niet kloppen of het team kan toveren.
  • 8. Instroom = elke 10 minuten een klantvraag Afhandeltijd = 10 min per klantvraag 10 min 10 min 10 min HET PERFECTE SYSTEEM Dit is een visualisatie van een perfect systeem. Het is alleen perfect als De instroom precies 10 minuten is en de afhandeltijd ook.
  • 9. 10 min 10 min 10 min 10 min 10 min 10 min IMPERFECTE SYSTEMEN Nu is het systeem niet meer perfect. Het instroomtempo heeft kleine variaties.
  • 10. 10 min 5 - 15 min IMPERFECTE SYSTEMEN Nu is het systeem niet meer perfect. De behandeltijd per klantvraag varieert doordat de klantvragen verschillend zijn.
  • 11. 5 - 15 min 15 min 5 min IMPERFECTE SYSTEMEN Nu is het systeem niet meer perfect. De behandeltijd per klantvraag varieert doordat de klantvragen verschillend zijn. En het instroomtempo varieert ook nog. Dubbelop imperfectie.
  • 12. BATCH 5 - 15 min 15 min 5 min IMPERFECTE SYSTEMEN Nu is het systeem niet perfect. De behandeltijd per klantvraag varieert doordat de klantvragen verschillend zijn. En het instroomtempo varieert ook nog. En er zijn bovendien verstoringen, zoals telefoontjes tussendoor en batches. Drie dubbele imperfectie.
  • 13. 1. Variatie 2. Variabiliteit 3. Verstoringen 3 REDENEN VOOR IMPERFECTIE Imperfectie komt door:
  • 15. KINGMANS VERGELIJKING Wachttijd = x x BT B 1 - B ( ( 2 i VC 2 b VC 2 + ( ( Doorlooptijd = Wachttijd + Behandeltijd De Britse wiskundige John Kingman ontwierp aan de hand van verkeerskundig onderzoek een vergelijking. De lengte van de wachttijd of wachtrij is afhankelijk van drie factoren: 1. De bezettingsgraad van het systeem 2. De variatie en variabiliteit in een op het systeem 3. De duur van de behandeling van de klantvraag In een formule ziet het er zo uit: In het boek gaan we er dieper op in.
  • 16. Boek: Creëer Flow op Kantoor Bert Teeuwen Uitgeverij Yokoten Elke (internet-)boekhandel Yokoten
  • 17. EXPONENTIELE STIJGING Een van de belangrijkste bevindingen van Kingman is: Hoe hoger de bezettingsgraad van een systeem, hoe langer de wachtrij en dus hoe langer de totale doorlooptijd. Sterker nog: Die stijgt exponentieel.
  • 18. EXPONENTIELE STIJGING Kijk maar in deze grafiek. De doorlooptijd bij een bezettingsgraad van 40% is 7 dagen. Bij 60, 20% meer dan 40% is die 10 dagen. En bij nog eens 20% meer, bij een bezettingsgraad van 80% is die 19 dagen. Hoe dichter naar de 100%, hoe steiler de curve. Boven de 80% bezettingsgraad is de doorlooptijd eindeloos lang.
  • 19. De doorlooptijd stijgt exponentieel bij lineair stijgende bezettingsgraad (a.g.v. groter of sterk variërend instroomvolume)
  • 20. Kingman: omdat er variatie en variabiliteit is, kan je maximaal 80% van de netto capaciteit gebruiken. Als de perfecte bezettingsgraad 100% is, en De maximale bezettingsgraad 80%. Hoe zit het dan met die 20%? 20% ?
  • 21. Kingman: omdat er variatie en variabiliteit is, kan je maximaal 80% van de netto capaciteit gebruiken. Die 20% heb je nodig voor: - Het opvangen van variatie - Het opvangen van variabiliteit - Omstellen - Het herstellen van fouten - Het opvangen van verstoringen (telefonie, vragen) 20% ?
  • 22. 1. Variatie 2. Variabiliteit 3. Verstoringen 3 REDENEN VOOR IMPERFECTIE Die 20% (minimaal 20%) heb je nodig voor het opvangen van de 3 redenen van imperfectie.
  • 23. Variabiliteit: het aantal mogelijke varianten • Zoals bij soorten vissen (haai, goudvis, guppy) • Zoals de soorten klantvragen Variatie: verschillen in meetwaarden binnen een variant • Zoals de lengte van vissen • Zoals verschillen in de afhandeltijden van één bepaalde werksoort/klantvraag VARIABILITEIT EN VARIATIE
  • 25. INSPANNINGS- INDICATOREN INSTROOM (INPUT) MIDDELEN DOORSTROOM (THROUGHPUT) WERK-IN-HET PROCES (WIP) WERK-IN-DE WACHTRIJ (WIR) VARIATIE IN HET SYSTEEM 2. Variatie in de beschikbare Netto Capaciteit 1. Variatie in het instroomvolume 3. Variatie in de behandeltijden Er zijn minimaal 3 soorten variatie die op een systeem inwerken.
  • 27. Frequentie (aantal medewerkers) Gemiddelde = 39 minuten Gemiddelde behandeltijden in klassen van 5 minuten 10 5 15 20 25 30 Standaardafwijking = 13 minuten Variatie Coëfficiënt = 33% Mediaan = 34 minuten VARIATIE IN BEHANDELTIJDEN
  • 28. ‘Iedereen kan leren schaken, maar we worden niet allemaal grootmeester.’ - Gebrek aan standaardisatie - Onvoldoende opleiding - Gebrek aan durf / risico durven nemen VARIATIE IN BEHANDELTIJDEN
  • 29. Projecten, training, telefonie, etc Verzuim, vakantie Primair proces (klantvragen behandelen) Bruto capaciteit (uren) 1 2 3 4 5 6 7 Weken Netto capaciteit (uren) VARIATIE IN DE NETTO BESCHIKBARE CAPACITEIT
  • 30. Er is altijd variatie in systemen
  • 32. EXPONENTIELE STIJGING Naast variatie is er variabiliteit. Dat is de diversiteit aan soorten klantvragen die het systeem in stromen. De exponentiele stijging zet veel eerder in als er meer variabiliteit door het systeem gaat. De maximale bezettingsgraad bij veel variabiliteit is zeker geen 80%, maar minder.
  • 33. VARIABILITEIT IN DE INSTROOM Dit is de Volume-Variabiliteits- matrix. Met 6 typen instroom. Hardlopers zijn uniforme klantvragen die in grote aantallen het systeem in gaan. Onbekenden zijn allemaal unieke klantvragen waarvan pas na gedegen onderzoek duidelijk worden wat de klant precies wil.
  • 34. De mate van variabiliteit in een systeem is een keuze. Je kan er voor kiezen om slechts één soort klantvragen in te laten stromen. Het resultaat is een hogere maximale bezettingsgraad.
  • 35. Systemen met instroom bestaande uit een mix van klantvraagsoorten gedragen zich naar de minst voordelige
  • 36. Hoe groter de variatie en de variabiliteit, hoe lager de maximale bezettingsgraad, hoe eerder de doorlooptijd exponentieel omhoog schiet
  • 37. Systemen zijn nooit perfect Systemen zijn op z’n best stabiel
  • 38. Instroom Uitstroom Voorraad STABIEL SYSTEEM Het hoogst haalbare: Een stabiel systeem Instroom = Uitstroom Als instroomtempo = Uitstroomtempo, Dan blijft de WIS gelijk en Blijft de doorlooptijd stabiel en voorspelbaar
  • 39. DOEL 1. EEN STABIEL SYSTEEM DOEL 2.EEN ZO HOOG MOGELIJKE BEZETTINGSGRAAD CREËER FLOW OP KANTOOR
  • 40. Boek: Creëer Flow op Kantoor Bert Teeuwen Uitgeverij Yokoten Elke (internet-)boekhandel Yokoten
  • 41. 1 Het PERFECTE systeem en de Wet van Little Yokoten 2 Kingmans vergelijking / wachtrij-theorie 3 Het STABIELE systeem met buffers 4 Een hoge bezettingsgraad met bundels 5 De Waardestroom-analyse Alle 6 YouTube filmpjes (Slideshares) over FLOW OP KANTOOR: 6 Werk verdelen en het Pull-principe

Notas do Editor

  1. Verliezen toelichten en waarde creëren
  2. In de perfecte situatie heb je de kortst mogelijke doorlooptijd. Die is 10 minuten, zo lang is de afhandeltijd. In het perfecte systeem is het instroomtempo gelijk aan het uitstroomtempo. Het is een stabiel systeem.
  3. Nu bestaan er geen perfecte systemen. Een systeem is al snel imperfect. Imperfectie komt bijvoorbeeld van variatie in de instroom
  4. Als er verschillende soorten klantvragen binnenstromen, leidt dat tot variatie in afhandeltijden. Je ziet nu dat het uitstroomtempo ook gaat varieren.
  5. Als je het allebei hebt: variatie in instroom en in de afhandeltijd, dan is de wachtrij nog langer.
  6. Hij wordt nog langer als er batches in het systeem geduwd worden. Een batch is als een bus met 60 scholieren die stopt bij een benzinestation langs de snelweg en die allemaal een blikje cola gaan afrekenen. Ook verstoringen, zoals telefoontjes tussendoor, leiden tot meer variatie in de afhandeltijden. En tot een langere wachtrij.
  7. Bij lineaire stijging van de bezettingsgraad stijgt de doorlooptijd exponentieel. Dat komt omdat de variatie en de variabiliteit dan een steeds grotere verstorende werking heeft. Vergelijk het met file op de snelweg. Files ontstaan niet lineair. Maar pas bij een bezetting van de weg van ergens tussen de 70% en 80% begint een file te groeien. Het maakt voor de files niet uit om een snelweg voor 40% of voor 50% bezet is. Dicht bij 100% is de doorlooptijd oneindig lang.
  8. Bij lineaire stijging van de bezettingsgraad stijgt de doorlooptijd exponentieel. Dat komt omdat de variatie en de variabiliteit dan een steeds grotere verstorende werking heeft. Vergelijk het met file op de snelweg. Files ontstaan niet lineair. Maar pas bij een bezetting van de weg van ergens tussen de 70% en 80% begint een file te groeien. Het maakt voor de files niet uit om een snelweg voor 40% of voor 50% bezet is. Dicht bij 100% is de doorlooptijd oneindig lang.
  9. Vooral het opvangen van variatie. Systemen zonder variatie bestaan niet. Wat de werkelijke bezettingsgraad van de systemen van de SVB is, is lastig te bepalen omdat de spreiding tussen de individuele afhandeltijden te groot is en niet goed verdeeld.
  10. Vooral het opvangen van variatie. Systemen zonder variatie bestaan niet. Wat de werkelijke bezettingsgraad van de systemen van de SVB is, is lastig te bepalen omdat de spreiding tussen de individuele afhandeltijden te groot is en niet goed verdeeld.
  11. Vooral het opvangen van variatie. Systemen zonder variatie bestaan niet. Wat de werkelijke bezettingsgraad van de systemen van de SVB is, is lastig te bepalen omdat de spreiding tussen de individuele afhandeltijden te groot is en niet goed verdeeld.
  12. Vooral het opvangen van variatie. Systemen zonder variatie bestaan niet. Wat de werkelijke bezettingsgraad van de systemen van de SVB is, is lastig te bepalen omdat de spreiding tussen de individuele afhandeltijden te groot is en niet goed verdeeld.
  13. Huidig: de agenda vullen met projecten, trainingen, enz. Rest is gevallen behandelen. Beter: beschikbare uren voor gevalsbehandeling fixeren. Rest is projecten en trainingen. Team zou moeten zorgen dat de netto capaciteit per week beschikbaar is en niet fluctueert.