3. Het land is schraal,
het hart is dor,
allerlei honger drijft ons voort.
Wij zijn als kinderen
zonder vader.
En waar zijt Gij?
Wij zoeken onszelf,
het liefst in tel
bij de meeste der mensen.
Maar uw Zoon zien wij niet.
Is Hij bij de minste der mensen?
4. Uw Naam raakt uitgestorven,
Uw geest laat uw kerk koud.
Wie maakt ons vurig?
Zijt Gij dan hier,
als wij het roepen niet staken,
het zuchten niet kunnen laten,
en mensen úw schepselen
blijven noemen?
5. Zijt Gij dan nog onder ons
als wij ons een wereld
zonder erbarmen
niet kunnen denken?
(Sytse de Vries)
6. Loflied
Alle eer en alle glorie
geldt de luisterrijke Naam!
Viert de vrede die Hij heden
uitroept over ons bestaan.
Aangezicht vol van licht,
zie ons met ontferming aan!
7. Alle eer en alle glorie
geldt de Zoon, de erfgenaam!
Als genade die ons toekomt
is Hij onze nieuwe naam.
Licht uit licht, vergezicht,
steek ons met uw stralen aan!
8. Alle eer en alle glorie
geldt de Geest die leven doet,
die de eenheid in ons ademt,
vlam, die ons vertrouwen voedt.
Levenszon, liefdesbron,
maak de tongen los voorgoed!
11. Al heeft Hij ons verlaten,
Hij laat ons nooit alleen.
Wat wij van Hem bezaten,
is altijd om ons heen.
Als zonlicht om de bloemen,
een moeder om haar kind:
teveel om op te noemen,
zijn wij door Hem bemind.
12. Al is Hij opgenomen,
houd in herinnering,
dat Hij terug zal komen
zoals Hij van ons ging.
Wij leven van vertrouwen,
dat wij zijn majesteit
van oog tot oog aanschouwen
in alle eeuwigheid.
14. Allelu, allelu, allelu,
alleluia, looft nu de Heer!
Looft nu de Heer, alleluia,
looft nu de Heer, alleluia,
looft nu de Heer, alleluia,
looft nu de Heer.
15.
16. Ik geloof
In God, driemaal één,
drie keer in één - en toch
één in drie gedaanten.
God is Hij, Schepper, Behouder,
Verbinder, de Vader.
Hij die ons geschapen heeft,
ons oneindig graag ziet,
die ons door het leven leidt
en op ons wacht.
17. Jezus Christus is Hij,
Gods Zoon, Broeder,
Verlosser, Genezer, de Mens.
Hij die ons begeleidt, die onze
menselijke zwakheid verstaat,
die balsem is voor onze zielenood
en naast ons gaat.
18. Heilige Geest is Hij,
de geest van sterkte, levenskracht,
wijsheid en liefdevolle goedheid.
Hij die ons kracht schenkt
om verder te gaan,
die ons leven zinvol maakt,
die ons met liefde overvloeit
en die ons zegent.
19. God is driemaal één,
drie keer in één - en toch
één in drie gedaanten.
Heilige, ondoorgrondelijke
Drie-Eenheid, Drie-vuldigheid:
Blijf in ons, leid ons
en begeleid ons,
troost en zegen ons,
Amen.
20.
21. Laten we opstaan
voor het grote dankgebed…
De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart.
We zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God
Hij is onze dankbaarheid waardig.
22. Om recht te doen aan uw heerlijkheid,
Heer onze God,
om heil en genezing te vinden,
willen wij u danken, altijd en overal,
door Jezus, de Christus.
Hij roept ons om uw volk te zijn,
teken van uw goedheid en trouw,
getuigen in deze wereld
van uw kracht.
23. Hij roept ons uit de schaduw
naar uw licht.
Daarom, met alle engelen,
machten en krachten,
met allen die staan voor uw troon,
loven en aanbidden wij U
met deze woorden:
24. Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde
van uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge !
Gezegend Hij die komt
in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge !
25. Ja, Heer, Gij zijt heilig.
Heel de schepping komt van U.
Naar U gaat alle dankbaarheid.
Want door uw zoon Jezus,
de Gezalfde, onze Heer
en met de kracht van de heilige Geest
verwekt Gij leven
en heiligt Gij de wereld.
Telkens weer en overal op aarde
verzamelt Gij mensen
om uw volk te zijn.
26. Daarom zijn wij hier
samen bij U
en vieren wij in gemeenschap
met heel de kerk,
dat Jezus uit de doden
is opgestaan.
27. Door Hem, die leeft bij U,
bidden wij: heilig onze gaven.
Maak ze door uw heilige Geest
tot lichaam en bloed van Jezus,
uw Zoon en onze Heer,
die de viering van dit heilig gebeuren
aan ons heeft toevertrouwd.
29. Verkondigen wij het mysterie
van het geloof:
Heer Jezus,
wij verkondigen uw dood
en wij belijden tot Gij wederkeert
dat Gij verrezen zijt.
We gaan zitten…
30. Zo gedenken wij, Heer God,
het reddende leven,
lijden en sterven van Jezus,
het wonder van zijn verrijzenis,
zijn opgang naar U
die in de hemel zijt.
In dankbaarheid
bieden wij U deze gaven aan
totdat Hij komt.
31. Wij bidden:
zie naar de gaven van uw kerk
en herken erin het Lam Gods,
Jezus die zichzelf heeft gegeven
om verzoening te brengen.
Beziel ons met zijn heilige Geest,
maak ons nieuwe mensen in het
delen van zijn lichaam en bloed,
breng ons tot eenheid
in zijn Naam.
32. Moge Hij onze gids ten leven zijn.
Dan zullen wij deelgenoot worden
van uw vrede en vreugde
samen met Maria, moeder van de Heer,
met de heilige Jozef, haar bruidegom,
met de apostelen, de martelaren
en de heiligen van vroeger en van nu.
Zij wekken ons vertrouwen,
zij zijn onze voorsprekers bij U.
33. Mogen deze gaven,
waarin wij de zelfgave
van Jezus vieren,
meer vrede en geluk brengen
onder de mensen.
Begeleid uw kerk op weg naar U.
34. Bevestig ons en alle christenen
in geloof en liefde samen met uw
dienaar Franciscus, onze paus,
met Jozef, onze bisschop,
met alle bisschoppen
en met allen die werken in uw naam,
samen met heel het volk
dat Gij het uwe noemt.
35. Hoor vol genade naar het gebed
van deze gemeenschap
van wie Gij zo veel
dienstbaarheid verwacht.
Breng uw kinderen weer bijeen
die nu verdeeld zijn.
Schenk aan allen, Vader,
uw barmhartigheid.
36. Ook bidden wij voor onze zusters en
broeders die gestorven zijn...
Wij bidden voor allen
die ons hebben verlaten
en die geleefd hebben naar U toe.
Laat hen komen in uw rijk.
Vervul de hoop
die in ons hart is opgewekt
door Jezus, uw Gezalfde, onze Heer.
Want door hem deelt Gij in overvloed
aan iedereen uw goede gaven uit.
37. Door Hem, en met Hem, en in Hem,
zal uw naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
41. Lieve Vrouwke,
ik kom niet om te bidden,
maar om een poos bij U te zijn.
Ik heb U niets te geven,
niets te vragen, deze dag.
Ik bezit alleen de grote vreugde
dat ik U bekijken mag.
42. Lieve Vrouwke,
ik kom niet om te spreken,
maar om een poos bij U te zijn.
Ik heb U niets te zeggen,
niets te vragen, deze dag.
Maar bewaar voor mij
de grote vreugde,
dat ik U bekijken mag.
43. Lieve Vrouwke,
ik kom niet om te zingen,
maar om een poos bij U te zijn.
Ik heb U niets te zeggen,
niets te vragen deze dag.
Maar ik denk dan aan
de grote vreugde,
da'k U moeder noemen mag!
44. Wees gegroet, Maria,
vol van genade,
de Heer is met U.
Gezegend zijt Gij
boven alle vrouwen
en gezegend is de vrucht
van uw lichaam Jezus.
Heilige Maria, moeder Gods,
bid voor ons arme zondaars
nu en in het uur
van onze dood.
Amen!