1. Uitleg oppervlakte eenheden.

2. Sandra heeft een vierkant van 1 bij 1 dm getekend.
.

3. Sandra heeft een vierkant van 1 bij 1 dm getekend.
Sandra wil de oppervlakte in dm2 uitrekenen.

4. Sandra heeft een vierkant van 1 bij 1 dm getekend.
Sandra wil de oppervlakte in dm2 uitrekenen.
Sandra: “De oppervlakte van het vierkant
gelijk aan 1dm x 1dm = 1 dm2.

5. Sandra heeft een vierkant van 1 bij 1 dm getekend.
Sandra wil de oppervlakte in dm2 uitrekenen.
Sandra: “De oppervlakte van het vierkant
gelijk aan 1dm x 1dm = 1 dm2.
Jasper wil de oppervlakte in
cm2 berekenen.

6. Sandra heeft een vierkant van 1 bij 1 dm getekend.
Sandra wil de oppervlakte in dm2 uitrekenen.
Sandra: “De oppervlakte van het vierkant
gelijk aan 1dm x 1dm = 1 dm2.
Jasper wil de oppervlakte in
cm2 berekenen.
Jasper: “De zijde van mijn vierkant
zijn dus 1 bij 1 dm. 1dm =10 cm.
De zijde van mijn vierkant zijn
dus 10 bij 10 cm.”

7. Sandra heeft een vierkant van 1 bij 1 dm getekend.
Sandra wil de oppervlakte in dm2 uitrekenen.
Sandra: “De oppervlakte van het vierkant
gelijk aan 1dm x 1dm = 1 dm2.
Jasper wil de oppervlakte in
cm2 berekenen.
Jasper: “De zijde van mijn vierkant
zijn dus 1 bij 1 dm. 1dm =10 cm.
De zijde van mijn vierkant zijn
dus 10 bij 10 cm.”
Jasper: “De oppervlakte = 10 cm x 10 cm= 100 cm 2.”

8. Sandra heeft een vierkant van 1 bij 1 dm getekend.
Sandra wil de oppervlakte in dm2 uitrekenen.
Sandra: “De oppervlakte van het vierkant
gelijk aan 1dm x 1dm = 1 dm2.
Jasper wil de oppervlakte in
cm2 berekenen.
Jasper: “De zijde van mijn vierkant
zijn dus 1 bij 1 dm. 1dm =10 cm.
De zijde van mijn vierkant zijn
dus 10 bij 10 cm.”
Jasper: “De oppervlakte = 10 cm x 10 cm= 100 cm 2.”
Sandra: “1 dm2 is dus gelijk aan 100 cm2.

9. Jasper: “Hoeveel cm2 is 1 m2 ?”

10. Jasper: “Hoeveel cm2 is 1 m2 ?”
Sandra: 1 m2 = 100 dm2. 1 dm2 =100 cm2. Dus 1 m2 = 10000 cm2.”

11. Jasper: “Hoeveel cm2 is 1 m2 ?”
Sandra: 1 m2 = 100 dm2. 1 dm2 =100 cm2. Dus 1 m2 = 10000 cm2.”
Jasper: “Hoeveel cm2 is 0,0004 dam2 ?”

12. Jasper: “Hoeveel cm2 is 1 m2 ?”
Sandra: 1 m2 = 100 dm2. 1 dm2 =100 cm2. Dus 1 m2 = 10000 cm2.”
Jasper: “Hoeveel cm2 is 0,0004 dam2 ?”
Sandra: “Kijk naar het bovenstaande schema, elke stap naar recht
is x 100. Om van dam2 bij cm2 te komen moet ik 3 stappen naar
rechts nemen. Dat is dus x 100 x 100 x 100, dat is hetzelfde als
x100000. Bij vermenigvuldigen met 1000000 verschuift de komma
6 plekken naar rechts. Dus 0,0004 dam 2 = 400 cm2.”

13. Jasper: “Hoeveel cm2 = 80 mm2 ?

14. Jasper: “Hoeveel cm2 = 80 mm2 ?
Sandra: 100 mm2 = 1 mm2. Dus 80 mm2 = 80 : 100 = 0,8 cm2.”

15. Jasper: “Hoeveel hm2 = 7000000, 0 cm2 ?

16. Jasper: “Hoeveel hm2 = 7000000, 0 cm2 ?
Sandra: Bij oppervlakte eenheden is elke stap naar rechts
keer 100, dus 3 stappen naar rechts is hetzelfde als x
1000000. De komma verschuift 6 stappen naar rechts. Mijn
ezelsbruggetje is; bij oppervlakte eenheden heb je een 2
achter de m staan. Als ik bij oppervlakte 3 stappen naar
rechts ga, dan verschuift de komma 3 x 2 = 6 stappen naar
rechts. Als ik bij mijn oppervlakte 3 stappen naar links ga, dan
verschuif de komma 3 x 2 = 6 stappen naar links.

17. Jasper: “Hoeveel hm2 = 7000000, 0 cm2 ?
Sandra: Bij oppervlakte eenheden is elke stap naar rechts
keer 100, dus 3 stappen naar rechts is hetzelfde als x
1000000. De komma verschuift 6 stappen naar rechts. Mijn
ezelsbruggetje is; bij oppervlakte eenheden heb je een 2
achter de m staan. Als ik bij oppervlakte 3 stappen naar
rechts ga, dan verschuift de komma 3 x 2 = 6 stappen naar
rechts. Als ik bij mijn oppervlakte 3 stappen naar links ga, dan
verschuif de komma 3 x 2 = 6 stappen naar links.
Sandra: Om van cm2 bij hm2 te komen moet ik 4 stappen naar
links nemen. Mijn komma verschuift dus 4 x2 = 8 stappen naar
links. Dus 70000000, 0 cm2 =0,7 hm2.’