3. OVERZICHT
1. Landbouw, duurzaamheid, globalisering:
Achtergrond, probleemstelling, opportuniteiten
1. Koe 80 heeft een probleem:
Film van Dirk Barrez
1. Landbouw en hefbomen voor verduurzaming
Belang van visie & synergie
Actoren
Wat te doen?
•3
4. Familiale boeren redden de wereld
• Familiale landbouw, uitweg uit de
armoede?
• Kan familiale landbouw de wereld
voeden?
• Familiale landbouw, levensverzekering
voor de toekomstige generaties?
•4
5. Familiale landbouw
• Term die gebruikt wordt vooral als tegenhanger van
industriële landbouw
• Controle van bedrijf in handen van een gezin:
beslissingen ivm bedrijfsvoering
• Meeste arbeid verricht door dat gezin
• Occasioneel inhuren van (seizoens)arbeiders
• Investeringen grotendeels van eigen kapitaal
•5
7. Familiale landbouw, uitweg uit de armoede
Agriculture is an important source of livelihoods in
developing countries, providing ways of life for billions of
people, many of them poor. Of the world’s 6.5 billion
inhabitants, 5.5 billion live in developing countries,
3 billion in the rural areas of these countries. Of
rural inhabitants, an estimated 2.5 billion are involved
in agriculture, 1.3 billion are smallholders, while
others include farm labourers, migrant workers, herders,
fishers, artisans and indigenous peoples who depend on
agriculture and natural resources for their livelihoods.
More than half are women. The developing world will
remain predominantly rural until around 2020 and
millions of poor people in those countries will continue to
rely on agriculture for their livelihoods for the foreseeable
future…
World Bank, 2007
•7
8. Familiale landbouw, uitweg uit de armoede
The contribution of
agriculture to
livelihoods is evident
from the fact that 70
percent of the world’s
poor people, including
the poorest of the poor,
and 75 percent of the
world’s malnourished
live in rural areas,
where most of them are
involved in agriculture.
•8
9. Kleinschalige boer(inn)en
•bijna 90 % van alle boerderijen
in de wereld zijn minder dan 2
ha. Groot of klein niet alleen
aantal ha belangrijk (afhankelijk
van bodem, gewas, klimaat,
vegetatie, hoogteligging…
•Kleinschalige landbouw ~
familiale landbouw
11. Kan familiale landbouw de wereld voeden?
'Je hebt geen andere keuze dan inzetten op kleinschalige
landbouw. Die kleine boeren kunnen niets anders, er zijn geen
jobs in de industrie of diensten voor hen. Op korte termijn kan
je enkel zorgen voor meer middelen voor de kleine boeren,
ofwel creëer je een massale plattelandsvlucht.‘
'Bovendien zijn er drie grote voordelen aan kleinschalige
landbouw. Ten eerste is er meer respect voor het milieu,
gewoon omdat er geen geld is voor pesticiden en chemische
meststoffen. Dat soort landbouw staat meer in harmonie met
het milieu en het klimaat. Ten tweede is het een
arbeidsintensieve productie, waardoor veel jobs beschikbaar
zijn. En ten derde kan het een zeer productieve landbouw zijn,
op voorwaarde dat die boeren toegang krijgen tot de nodige
knowhow.
Prof. Olivier De Schutter, VN-rapporteur voor het recht op
•11 voedsel
12. DU
SHet is belangrijk in te zetten op familiale
landbouw, als levensverzekering voor de
toekomstige generaties?
Klimaat (CO², energie,…)
Sociaal-cultureel weefsel: veerkrachtige
samenleving
Biodiversiteit (pesticiden, ggo’s, …)
Tewerkstelling
Peakoil: eindigheid van grondstoffen
•12
14. Rising to 100% by
•14
2050.
Source: WWF Living Planet Report 2006
15. Duurzaamheid, een samenspel van 4
elementen
•
•
•
•
Transport
Reizen
Wonen
Landbouw/voeding (25%)
Transversaal: klimaat, energie, grondstoffen, armoede, …
70% van landoppervlakte aarde = landbouwgrond
•15
16. •Landbouw = probleem en oplossing
•( 1,2 miljard mensen; 1.300 miljard US$ in
What next?
landbouwinkomens; 13%-30% uitstoot van
greenhouse gasses)
• Agriculture= problem and solution
( 1,2 billion people; 1,3 trillion US$ in farm revenu; 18-30% GHG
emissions)
• Vredeseilanden working on solutions on the ground within a
broader framework and vision
17.
18.
19.
20. Water
• Er is geen vervangproduct voor water in tegenstelling tot
aardolie
• Elke volwassene drinkt ongeveer 4 liter water per dag onder
verschillende vormen, maar er is 2.000 liter water nodig om
het voedsel te produceren dat we dagelijks eten.
• 70% van het watergebruik in de wereld = irrigatie
• Oppervlakte geïrrigeerde landbouwgrond stijgt minder snel
dan bevolkingstoename (10% minder geïrrigeerde opp per
persoon nu dan in 1960).
• Watertekorten = voedseltekorten
21. DUURZAME LANDBOUW
• Ontwikkeling die volgende generaties niet benadeelt
(Brundtland Rapport)
• Economisch rendabel, sociaal en cultureel
aanvaardbaar en ecologisch gezond
• systeemdenken!!! is basis: als je ergens op iets
ingrijpt, zullen andere plaatsen in het systeem ook
invloed ondervinden
onderlinge verbondenheid
veerkracht (bij crisissen)
controle/autonomie (familiale landbouw)
•21
24. Duurzame landbouw: voorbeelden van
invulling
• Biologische landbouw (zie volgende slide); vooral
ecologische duurzaamheid
• Agro-ecologische beweging in Latijns-Amerika (geen
chemische producten, biodiversiteit, cycli, lokale
markten…)
• Allerlei labels rond natuur, milieu (Rainforest Alliance;
kikkertjes op bananen)
• Fair Trade (sociale duurzaamheid, economische
duurzaamheid)
• Vrijwille Gedragscodes: UTZ-Kapeh, Common Code for
the Coffee Community (4C)
• FSC, MSC (hout, vis)
•24
25. FAO-gegevens: vooral in Ontwikkelingslanden scoort bio beter;
opbrengstratios voor biolandbouw versus gangbare landbouw liggen tussen
1.6 en 4.0 (vooral door het feit dat er geen middelen zijn voor chemische
landbouw). De gemiddelde verhouding in de wereld bedraagt 1.3 voor
voedselproductie. Andere studies zeggen dat bio slechts 0,7 van gangbaar
produceert…
Wageningen: Our analysis shows that yield differences between organic and
conventional agriculture do exist, but that they are highly contextual. When
•25
using best organic management practices yields are closer to conventional
26. Duurzame Landbouw Duurzame
voedselketens Duurzame landbouw
• Systeemgrenzen liggen anders: breder
• Ook andere actoren in de keten betrokken bij het
duurzaamheidsverhaal.
• Duurzame landbouw en duurzame handel
• Bv. Fair Trade (duurzaamheid vooral op sociaaleconomisch niveau)
•26
28. Alle crisissen onderling verbonden
Krant ‘De Morgen’, 3/12/2011, Gaston Meskens, Prof. Nucleaire Fysica,
Universiteit Gent:
“Klimaatconferenties van de VN zullen
het klimaat niet redden… de wereld heeft
een globaal protocol nodig voor energie,
water, voeding en transport. Klimaat is
een transversaal gegeven dat binnen elk
van deze uitdagingen moet aangepakt
worden.
29. Groei van de voedselproductie
• Sinds 1975 met meer dan 175 % toegenomen, snellere
stijging dan bevolkingsgroei, 16 % meer voedsel per
persoon dan 30 jaar geleden
• Toch 1,4 miljard mensen minder dan 1,25 $ per dag
( >2 miljard minder dan 2 $)
• 78 % van landen met ondervoeding van kinderen zijn
voedselexporterende landen!
• Gebrek aan voedselzekerheid is geen
productieprobleem: geen toegang tot voedsel wegens
gebrek aan middelen (inkomen, gronden, kennis…)
• Voedselcrisis: voedselprijzen stijgen meer dan
inkomens (India kent enorme economische groei;
aantal hongerigen groeit ook)
•
29
30. Stijging productie > bevolkingstoename
•graanproductie: x3,49
•Bevolking: x 2,76
Tussen 1950 en 2010
31. Waarom stijgt de vraag naar granen?
Wereldgroei consumptie 21miljoen ton per jaar 1990-2005 45 miljoen ton per jaar
2005-2011
•
Historisch twee redenen:
Bevolkingsgroei (219.000 per dag meer)
Diëten veranderen door stijging levensstandaard
graangevoederde intensieve (pluim)veeteelt
(Westen: na WOII, nu 3 miljard consumenten
(China, al 2 maal zoveel vlees als in VS)
• Nieuw:
Auto’s. Granen voor bio-ethanol omdat aardolie
duur is (VS in 2011: 400 miljoen ton
graanproductie 127 miljoen ton ethanol)
32. •VS: 800 kg graan/persoon/jaar
waarvan 100 kg direct, rest via
conversie naar vlees
•India: 200 kg
graan/persoon/jaar, alles direct
33. 35 % van 2,3 miljard ton wereldgraanproductie
voor vleesproductie
• 7 kg graan nodig voor 1 kg rundsvlees
(steeds vaker op stal, niet grazen)
• 3,5 kg graan nodig voor 1 kg varkensvlees
• Iets meer dan 2 kg graan nodig voor 1 kg
gevogelte
• 2 kg graan voor 1 kg eieren
• < 2 kg graan nodig voor 1 kg karper (vis)
34. FOOD WASTE
•
Ongeveer 1/3de van het voedsel dat wereldwijd geproduceerd wordt
voor menselijke consumptie, 1,3 miljard ton per jaar, gaat verloren.
Dit komt overeen met 6-10 % van de door mensen gegenereerde
broeikasgas emissies
35.
36.
37. FOOD FOR FUEL
Biofuel Net Energy Ratio for Selected Crops
Crop
Biofuel Type
Net Energy Return*
Corn
Sugar Beet
Wheat
Sugarcane
Ethanol
Ethanol
Ethanol
Ethanol
1.2 – 1.8
1.2 – 2.2
1.2 – 4.2
2.2 – 8.4
Rapeseed
Soybean
Oil Palm
Biodiesel
Biodiesel
Biodiesel
1.2 – 3.6
1.4 – 3.4
8.6 – 9.6
38. Ethanol en biodiesel : enkele cijfers
•
•
•
•
•
Het graan nodig om een tank van 25 gallon (95 liter) van een
sportwagen eenmalig te vullen met ethanol = het graan nodig om
één persoon te voeden gedurende een jaar
Het graan dat op één jaar in de VS (2011) omgezet wordt naar
ethanol zou 400.000.000 mensen kunnen gevoed hebben (aan
gemiddelde consumptieniveau’s)
14 miljard gallons productie = 6 % van jaarlijkse autobrandstof in VS
VS en Brazilië (14 miljard en 6 miljard ton) = 87 % wereldproductie
Biodiesel gemaakt van oliehoudende gewassen, productie
evenrediger verdeeld over verschillende landen
39. Overheden en landbouwondersteuning
• Sinds 80er jaren substantiële vermindering van budget
voor landbouw, vooral in OL
• Verlies aan toegang tot landbouwinputs en diensten
(kunstmeststoffen, pesticiden, kredieten, onderzoek,
voorlichting, markten)
• Waar meer dan 35 % ondervoed is: 14 $ per
tewerkgestelde in landbouw = 50 maal minder dan 880
$ in landen met minste ondervoeding
•39
41. Agricultural aid as a percentage of total aid, 2002–2006
Some promises
•
Belgische regering:
focus terug op
landbouw, vooral
familiale landbouw,
10% 15% van
Maputo verklaring: 10
% budget naar
landbouw: +/- 20 %
van Afrikaanse landen
hebben dit % bereikt
42. Globalisering en machtsverschuivingen
Voorheen
• Handel: kleine familiale bedrijven, weinig producten,
weinig schakels in de voedselketen: weinig risico’s voor
boeren
• Overheden
parastatale ondernemingen die
prijsstructuren verzekerden, inputs en outputs
beheerden, technologieën ter beschikking stelden,
voorlichting en vorming
•42
43. Globalisering en machtsverschuiving 2
• Nu situatie totaal veranderd
• voedingsbedrijf = multinational, actief in
(bio)technologie, chemische inputs en productie,
verwerking
• Allianties met gelijkaardige bedrijven = clusters of
oligopolie
• Klein aantal aankopers voor groot aantal verkopers:
zandloper
•43
44. De flessenhals in Europa
Grievink (2003): OECD Conference to Explore Changes in the Food Economy, The Hague, 67 February 2003
Consumenten: 160,000,000
klanten: 89,000,000
winkels: 170,000
supermarkt formaten: 600
aankopers: 110
verwerkers: 8,600
half-verwerkers: 80,000
aanbieders: 160,000
landbouwers/producenten: 3,200,000
•44
Het betreft hier 85 % van de voedselverkoop in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland,
Groot-Brittanië en Oostenrijk!
45. Penetratie van grote distributiebedrijven tov BNP/persoon
Source: Booz-Allen Hamilton, 2003
Large Supermarket penetration in
Consumer Goods Market
100%
Belgium
UK
90%
USA
Sweden
Germany
80%
Denmark
Switzerland
Norway
Finland
70%
Portugal
Austria
60%
Chile
Spain
Costa Rica
Greece
Argentina
50%
Italy
Brazil
Colombia
Mexico
40%
30%
5.0
10.0
15.0
20.0
25.0
30.0
35.0
40.0
45.0
•45
GDP/Capita in USD (2001)
46. Concentratie van voedingsverkoop
in Europa
Land
Austria
Belgium
CR3
57.4
61.8
CR4
66.2
70.4
Top bedrijven
Rewe, SPAR (Austria), Aldi, Metro
Carrefour, Colruyt , Delhaize Group, Metro,
Aldi Schwartz, Metro, Rewe, Tesco
Ahold,
Czech rep
Denmark
Finland
France
Germany
24.8
66.4 – 78
83.6
48.1
44.3
29.7
74.1
87.6
60.0
56.1 - 66.7
Hungary
48.2
51
CBA, Tesco, Co-op Hungary, Metro,
Ireland
54.4
70.3
Italy
Netherlands
29.1
51.5 - 62.6
36.0
56.9 - 82.6
Musgrave, Tesco, Dunnes Stores,
Stonehouse,
Coop Italia, Auchan, Carrefour, Conad
Norway
62.6 – 83
76.3 - 99.5
Norgesgruppen, Coop Norden, Ahold, Reitan
Poland
Portugal
Romania
14.9
48.3
17.5
17.7
56.8
18.7 - 27.0
Metro, Jerónimo Martins, Tesco, Carrefour
Modelo Continente, Jerónimo Martins, ITM
Metro, Rewe, Carrefour, Delhaize
Slovakia
Spain
Sweden
UK
25.3
53.8
80.9 – 95
42.3 – 60.4
31.4
62.5
83.8
49.3 – 70.6
Tesco, Metro, Rewe, Schwartz
El Corte Inglés, Carrefour, Marcadona,
Ahold, Axel Johnson, Coop Norden
•46
Tesco, Asda-Wal-Mart, Sainsbury’s,
Morrisons
FDB, Dansk Supermarkt, Dagrofa,
SuperBest
Kesko, SOK
Carrefour, Leclerc, ITM, Casino, Auchan
Metro, Rewe, Edeka/AVA, Aldi
Ahold, Casino
47. evolutie retail voor wat betreft
voeding (aandeel totale verkoop)
voor België tussen 2002-2012
2002
2012
carrefour
25,30 %
22,60 %
delhaize groep
colruyt
21,80 %
16,00 %
22,50 %
27,70 %
louis delhaize
aldi & lidl
9,10 %
10,00 %
4,90 %
15,80 %
8,60 %
9,20 %
4,10 %
2,30 %
makro & metro
anderen
Bronnen
1
Investigation of the determinants of farm-retail price spreads
Final report to DEFRA by London Economics, 2004
http://archive.defra.gov.uk/evidence/economics/foodfarm/reports/pricespreads/wholerep.pdf
2
‘De concurrentie neemt sterk toe op de Belgische voedingsdistributiemarkt’
retaildetail communication platform, 27 juni 2012
http://www.retaildetail.be/nl/case-van-de-week/item/14349-%E2%80%98de-competitie-neemt-sterk-toe-op-de-belgischevoedingsdistributiemarkt%E2%80%99
3
presentatie Bill Vorley over regoverning markets, Boerenbond, 19/04/2006
48. Macht in de
keten
• Prijs aan consument
stijgt niet veel
• Prijs aan boer daalt
• Marge verwerker
gelijk
• Marge supermarkt
stijgt sterk
•48
49. Globalisering en machtsverschuiving
Vooral supermarktketens sterk:
• 85 % van voedseldistributie in W-Europa
• Maar ook tot 60 % in Latijns-Amerika, op 20 jaar tijd
• 30 % in Afrika (Walmart koopt Z-Afrikaanse
supermarktgroep)
• China: stijging van 40 % per jaar
• Hoge standaards- en kwaliteitsnormen:
voedselveiligheid (‘barriers’?)
• Tesco: omgekeerde veilingen voor toeleveranciers!
• Delhaize versus Unilever
•49
50. Internationaal handelsklimaat
• Handelsbelemmeringen in industriële landen sterk
verminderd sinds 1995
• Geldt niet voor landbouw en arbeidsintensieve
producten (comparatief voordeel OL door lage lonen)
• OESO-landen jaarlijks 226 miljard Euro aan
landbouwondersteuning: lage wereldprijzen (melk,
katoen, suiker en vlees)
• Importtaksen beschermen 28 % van
landbouwproductie van OESO
• Minder marktopportuniteiten voor OL, zeker voor
verwerkte producten: grondstoffenleveranciers
•50
51. Technologie en wetenschap
• Industriële revolutie:
Intensifiëring van landgebruik
Vlinderbloemigen
Mechanisatie
Kunstmeststoffen op basis van aardolie
• Groene revolutie
wonderzaden (HYV), hybriden, veel kunstmest en pesticiden:
heel onstabiele planten
Azië en Latijns-Amerika: productiestijging hoog, Afrika niet
•51
52. Tecnologie en wetenschap
• Groene revolutie: toegang tot voedsel voor armen niet
verbeterd, wonderzaden zijn niet ‘pro-poor’, houden
geen rekening met complexiteit van
landbouwsystemen
• India: armste 30 % van bevolking (285 miljoen) geen
verhoging van voedsel- en nutriëntinname laatste 25
jaar
• Milieuproblemen: chemische producten, weinig zorg
voor bodemstructuur
•52
53. Technologie en wetenschap
• De genetische revolutie? Extreme vorm van
wonderzaden
Gedreven door industrie
Geen toegang voor kleinschalige boeren
• Economische groei ipv productieverhoging: commerciele
landbouw, nadruk op export, handelsbalans en
buitenlandse deviezen
•53
54. Biodiversiteit en landbouw
• Vereenvoudiging: 12tal soorten graangewassen, 23
soorten groenten, 35tal soorten fruit en noot
• Van meer dan 1000 soorten begin 20ste eeuw tot 70 tal
soorten op 1,5 miljard ha cultuurgrond
• Regenwoud: meer dan 100 boomsoorten op 1 ha
• Wetenschappers: ‘geen onderzoek meer op traditionele
variëteiten’
• VS: > 60 % van variëteiten in handel (maïs, soja) zijn
ggo-zaden, ‘binnen enkele jaren geen andere meer
verkrijgbaar’.
•54
Notas do Editor
The FAO definition in 2010 was the following:
the economic unit of agricultural production under single management comprising all livestock kept and all land used wholly or partly for agricultural production purposes, regardless to title, legal form or size. The holding could comprise more than one parcel located in one or more villages and the single management may be exercised by one household or jointly by two or more households or by a juridical person including authorized companies or public institutions.
For deciding the threshold level for holdings and for categorizing the farmers based on the scale of their operations, usually the main underlying criterion is “economic contribution”, which is defined on the base of one or more of the following factors: land size, herd size, marketable surplus/volume of sales or income earning potential of the holding. In the case of European countries, categorisation criterion is based on income generating potential. Standard Gross Margins (SGMs) are a way of classifying farms according to the type of enterprise on the farm, and their relative contribution to overall profit. The SGM provides a measure of a holding’s business size, irrespective of its area and intensity of production.
In view of the complexity and diversity of definitions, a number of organizations use the term “small farms” for those farms under 2 ha.
ETC -group. 2009. Who Will Feed Us? Questions for the Food and Climate Crises. (www.etcgroup.org/upload/publication/pdf_file/ETC_Who_Will_Feed_Us.pdf )
Uitspraak van Peter Tom Jones
Because if our intervention doesn’t put us on the right track, why are we doing it?
Cijfers en Grafieken uit ‘Full Planet, Empty Plates. The new geopolitics of food scarcity. Lester R. Brown. 2012. Earth Policy Institute.” Je kan de grafieken ook raadplegen op de website www.Earth-Policy.org
Maputo Declaration: Afrikaanse regeringen beloven
Top 3 in 2002 stond voor 62 %, in 2012 voor bijna 73%