1. Stap voor stap onderweg naar aansluiting
Leven en overleven zonder taal
Verhalen van Rotterdammers die
de Nederlandse taal herontdekken
Mensen die zich weer openen,
omdat ze zich veilig voelen.
Erwin Marjolein Henk
Arnold
2. Intro
Echte Rotterdammers die hun eigen taal leren
Daar gaan de verhalen in dit boekje over. Rotterdammers die de stad hebben opgebouwd en die laaggeletterd zijn. Verhalen
die bol staan van mensen die stappen maken. En het gaat niet alleen over taal. Het gaat over aansluiting vinden bij het
systeem van onze maatschappij.
Deze mensen maken kleine stappen met een grote impact
Hoe is het als je opeens de folders met aanbiedingen kunt lezen? Als je niet meer op het station hoeft te vragen of iemand
je chipknip wilt opladen. Omdat je je bril ‘vergeten’ bent. Als je zelf de energierekening online kunt betalen. Als je met één
vinger typend een tekstje kunt opstellen. Als je je realiseert dat je toch je zelf je energierekening kunt betalen, ook al gaat
het vier keer mis. Als je de Vraagwijzer niet meer nodig hebt om een formulier in te vullen.
De sprankeling willen we aanwakkeren
Tot een vuur. Wat we samen groter maken. Samen stappen maken. Onderweg naar aansluiting.
Mahender Autar, programmaleider taal
‘Zo krijgen echte Rotterdammers stap voor stap
hun eigen taal onder de knie’
Mahender Autar, programmaleider taal
In Rotterdam wonen 100.000 laaggeletterde
autochtone Rotterdammers
Radar Wmo diensten heeft deze doelgroep bereikt en
geraakt, in vier maanden tijd en op vier locaties:
Overschie, Centrum, Feijenoord en Hoek van Holland.
De taalleerders voelen zich gezien en maken stappen.
En willen verder. Ze willen zelf stappen blijven zetten
in onafhankelijkheid.
3. ‘Ik kan niet schrijven, maar ik ben niet dom!’
Marjolein Overkleeft
We helpen elkaar hier
Eerst kregen we een boek mee naar huis. En werkte iedereen voor zichzelf. Nu werken
we samen. Dat gaat heel goed. Dan helpt iemand anders mij met het alfabet. En weer
een ander leest een kinderboek. Het boek van zijn zoon. Iedereen leert iets anders en
toch werken we samen. En we spreken dingen af. We krijgen huiswerk. Dat huiswerk
maak ik dan. Ik wil natuurlijk wel laten zien dat ik iets heb geleerd.
Ik ben er best trots op
Ik ben 58 jaar en toch leer ik nog. Vroeger werd ik thuisgehouden door mijn ouders.
Ik mocht niet naar school. Jij hoeft niks te leren. Je gaat trouwen en je gaat kinde-
ren krijgen. Mijn vader was lorrenboer en we hadden veel schulden. Als overdag de
bel ging, dook mijn moeder achter de bank. Dan mochten wij kinderen het voor haar
oplossen. Sorry meneer Vonk, mijn moeder is er niet.
Als kind had ik astmatische bronchitis
Daarom kon ik van de vijf kinderen makkelijk thuisblijven. Het huis schoonmaken. Zo
leuk was dat niet. Net voordat ik kinderen kreeg heb ik mijn horecapapieren gehaald.
Ik heb altijd gewerkt. Dan kwam ik net door de proeftijd heen. Als ze daarna ontdek-
ten dat ik niet kon schrijven, konden ze me niet meer ontslaan. Rekenen kon ik wel,
lezen dat gaat. Schrijven niet, het komt niet uit mijn hoofd. Dus zocht ik het altijd
op. Ik leer nu het verschil tussen de letter d en t.
Het is hier net een groot gezin met elkaar
We hebben lol. We helpen elkaar. We hebben interesse in elkaar. Ik heb een paar rotte
jaren achter de rug. En ben hier nu aan het opbloeien. Ik zat vier jaar in het putje.
Toen ik hier naar toe ging dacht ik: ‘ het zal wel niks voor mij zijn.’ Ik werd zo harte-
lijk ontvangen. Die warmte, dat heb ik echt gemist. Het leven gaat wel verder. Ik leer
hier veel en de contacten met de mensen zijn heel fijn.
Ik kan niet schrijven, maar ik ben niet dom
Ik heb in cafés gestaan, ben overal bedrijfsleider geweest. En als je dan vertelt dat je
niet kunt schrijven dan helpen mensen je daarmee. Zo ben ik door het leven gerold.
Ik zou wel een betaalde baan willen in een restaurant of café. Leuke dingen organise-
ren voor oude mensen of kinderen. Ik ben al 20 jaar vrijwilliger op de camping. Het is
lastig om een betaalde baan te vinden. Als ze horen dat je 58 bent dan haken ze af.
Mijn zoon leert nu voor kok
De Nederlandse taal is ook voor hem lastig. Alles kan hij, behalve dat. Ik ben zo bang
dat hij het daardoor niet redt. Hij heeft het zijn overleden zus belooft. Dus hij gaat
ervoor. Net zoals we er in deze groep allemaal voor gaan.
‘Ik zou wel een betaalde
baan willen in een café
of restaurant’
4. ‘De sociale dienst denkt vast dat ik na deze
training directeur kan worden’
Henk van Heusden
Ik ben hier gekomen via de sociale dienst
Eerst zat ik op de Kipstraat. Nu hier bij Huis van de Wijk Oleander. Ik heb een hekel
aan het openbaar vervoer. En dit kan ik aanlopen. Dat is fijn. Dan ben ik er met 20
minuten. Hoef ik niet met twee trams. Kan ik even lekker lopen.
Ik dacht dat ik goed Nederlands kon
Dat blijkt ontzettend tegen te vallen. Ik tik razendsnel met 1 vingertje op de com-
puter. Alleen klopt er weinig van. Ik ben gewend om het aan elkaar te schrijven.
En nou moet ik typen en moet ik zo nadenken. Het gaat niet meer automatisch. Op
donderdag hebben we computerles en op dinsdag Nederlandse les. In mijn dagelijkse
leven heb ik er nooit zo’n last van gehad dat ik niet goed Nederlands kon schrijven.
Alles went.
Het breekt de week lekker hier
De groep mensen is leuk. We krijgen genoeg aandacht. Ik leer beter schrijven, lezen
en ook makkelijker praten. Ik weet nog niet wat het mij oplevert. Ik denk dat de
sociale dienst verwacht dat ik gelijk directeur kan worden. En ik wil helemaal niet
binnenzitten. Ik heb mijn handjes laten wapperen. Vijftien jaar in de bestrating, in de
bouw, ships handelen, 12 uur per dag in de kou.
Toen was er geen werk meer
En nu vinden ze me te oud. Ik word dit jaar 60. Het gaat niet meer zo vlot als 40
jaar geleden. Ik leer hier om mijn hersenen weer te laten werken. Ik weet niet of er
toekomst in zit. En mijn hart werkt ook niet al te goed meer. Ik heb net een hartaan-
valletje gehad. Sirenes en lichtjes. Het kan gebeuren na je vijftigste.
Het liefste zou ik werken
Centjes verdienen. Zodat ik een beetje kan leven. Ik wordt onwijs beperkt financieel.
En ook lichamelijk. Mijn knieën en rug zijn versleten. Ik heb echt een zo’n grote stap
terug moeten doen. Roken helpt ook niet echt. Ik geniet er echter wel 20 uur per dag
van. Ik slaap maar zo’n 4 uur. Mijn hoofd maalt meestal flink door.
Ik ga niet drie keer per dag stofzuigen
Ook niet als ik wakker lig. Het is niet mijn favoriete hobby, maar het moet gebeuren.
In mijn eentje regel ik het huishouden. En dat gaat goed, dat went ook. Niet kunnen
koken, dat is flauwekul. Dat kun je leren, net als de Nederlandse taal. Het is niet elke
week draadjesvlees, een bal gehakt vind ik ook lekker. Vanavond eet ik lekkere prak
peen en ui. Dan maak ik vier porties en vries er drie in.
Of ik nog wat kwijt wil? Nee, ik heb niks
Positief kijken, die kant mot het op. Het valt niet altijd mee.
‘De Nederlandse taal kun
je leren, net als koken’
5. ‘Ik zie mezelf niet meer zo gauw
aan het werk komen’
Erwin Brummelhuis
Erwin pakt een pruik uit zijn tas
En zet hem op. Een soort Tina Turner haardos... ‘Je had toch gezegd dat ik mijn haar
moest kammen voor de fotograaf?’ Hij is net gisteren naar de kapper geweest en altijd
in voor een geintje.
Ik was heel sceptisch
Ik ben hier terechtgekomen via de sociale dienst. Ik werd opgeroepen. En ik kom hier
vooral voor de computercursus. Mijn Nederlands vind ik goed genoeg. Eigenlijk wil ik
graag Turks leren spreken. Dat kon niet. En zo is het ook prima. Ik ben niet alwetend.
Ik was 15 toen ik ging werken. Dus ik zit regelmatig in de fout met d’s en t’s.
Ik zie het als een soort opfrissing
Ik breng het er goed vanaf. Of het nou echt zoveel nut heeft, vraag ik me echter wel
af. Ik heb twee versleten schouders, reuma, astma, slaap-apneu. Ik zie mezelf niet
meer zo gauw aan het werk komen. Tenslotte ben ik achter in de 50. Geen 22 meer.
Zet die jonge gasten lekker aan het werk. Het is best leuk hier bij Radar. Het zijn twee
middagen, het is een fijne groep en een lekkere onderbreking.
Ik was een soort loonslaaf
En heb heel lang op een nul-uren contact in de horeca gewerkt. In een keer is het
weer klaar. Dan hebben ze je niet meer nodig. En het levert je allemaal gedoe op met
je uitkering en ww. Ze maken het bijna onmogelijk om wat te doen. Als je wat gaat
doen wordt je gestraft. Want ik kan het me niet veroorloven om 6 weken te wachten
op geld. Als je uitkering wordt gestopgezet word je huurtoeslag ook stopgezet. Ik leef
van mijn huur- en zorgtoeslag.
Je leert in ieder geval met de computer omgaan
Ik heb een tablet gekocht met internet erop. Probeerde ik mijn huur over te maken.
Met één vinger. Komt mijn zwager binnenlopen: ‘joh jij kan zo de IT in.’ Ik ben er ook
niet handig in. Ik doe er te weinig mee. Vier keer mijn betaling aan Eneco opnieuw
moeten doen. Misschien went het nog, je moet wel dadelijk. Je wordt verplicht om
electronisch te bankieren. Mijn video, daar weet ik ook niet van hoe die werkt. Mijn
neefje van vier stelt hem altijd in.
Wat boeit wel?
Ik zou het niet weten. Ik heb geen hobbies. Ik ging nooit op vakantie. Toen ik 11 jaar
was, bleef ik al alleen thuis. Na een keer in Turkije te zijn geweest was ik verknocht
aan dat land. Ik wil altijd overal naar huis. En daar ben ik thuis. Ik krijg meestal van
mijn moeder en mijn zus een ticket. En dan houdt het weer op. Ik rijd er, met mijn
dikke lijf, op een knaloranje Puch Maxi. Ik ben heel herkenbaar daar. Ik zou best 8 of
9 maanden per jaar in Turkije willen wonen. Eerst de taal goed leren.
‘Ik wil eigenlijk Turks
leren. Dat kon niet dus
werd het eerst Nederlands’
6. ‘Ik heb ontdekt dat ik oude mensen wil gaan
helpen met klusjes in huis’
Jerell Rosalia
Mijn Nederlands is flink verbeterd
Ik heb hier op de Kipstraat op dinsdag en donderdag les. Voor mij is het leuk en goed
om te doen. Ik leer hier met de computer werken en de Nederlandse taal spreken en
lezen. Ik kan nu een goed gesprek voeren. Eerder moest ik soms drie keer uitleggen
wat ik bedoelde. Nu begrijpen mensen mij makkelijker. En ik vind het daarom mak-
kelijker om mijn verhaal te vertellen. Bij alles. Bij het solliciteren. Wat ik ben, wat ik
kan, waar ik vandaan kom. Anders kan niemand je verstaan.
Ik dacht ik kom hier voor een tijdje
Dat was 35 jaar geleden. Toen kwam ik hier vanuit Curaçao. Ik wilde een beter leven.
En dat is ook gelukt. Alleen val ik elke keer weer om. Ik sta weer op. Ik val. Zo gaat
het de hele tijd. Ik heb alleen maar gewerkt. Af en toe was er geen werk. Dan zat ik
weer bij de sociale dienst. Mijn laatste baan was als lasser. En toen dat bedrijf werd
verkocht had ik weer geen werk.
Ik heb 4 hartaanvallen gehad
Nu kijk ik wat kan ik doen. Wat kan ik aanpakken. Het is moeilijk, maar ik moet toch
door. Ze willen mij niet afkeuren. Ik denk zelf ook wel eens omdat ik een keer in de
gevangenis heb gezeten. Dat was alleen omdat ik een boete niet kon betalen. Daar
gaat het toch niet om? Het gaat toch om mijn gezondheid?
Jarenlang heb ik gewerkt
Dat heeft me ook veel stress opgeleverd. Ik was altijd sneller dan de mensen om me
heen. Ik ben handig met mijn handen. Ik kan van alles: auto’s repareren, fietsen
maken, schilderen. Mensen weten niet hoeveel je pijn je een ander kunt doen met
een klein woordje. Daardoor slaap ik soms slecht. Ik ben blij dat ik hier bij Radar ben.
Het contact, babbeltje en koffiedrinken doet me goed. Vroeger was ik veel geslotener,
wilde ik nooit contact.
Door de taallessen ben ik een stuk opener
Ik heb ontdekt dat ik oude mensen wil gaan helpen met klusjes in huis. Daar krijg je
geen stress van. En veel dankbaarheid voor terug. Ik wil niet voor een bedrijf werken,
dat gaat alleen maar over geld verdienen. Verder kan ik goed taarten bakken. Voor
vandaag wilde ik dat ook doen, maar het was te slecht weer om een taart mee te
nemen. Ik eet ze zelf niet vanwege mijn suikerziekte. We zijn hier ook aan het kijken
of we taarten kunnen gaan bakken.
Ik wil voor mezelf kiezen
Heel mijn leven wordt me iets afgenomen. Het trieste is ik heb al deze mensen gehol-
pen. Alles wordt omgedraaid. Licht iemand mij financieel op, wordt er gezegd dat ik
het heb gedaan. Zo gaat het. Ik wil nu mezelf gaan helpen. En voor mezelf kiezen. Ik
wil niet meer strijden met mensen. Ik wil oude mensen helpen. Daar krijg ik rust van.
‘Heel mijn leven heb ik
anderen geholpen, ik wil
nu mezelf helpen’
7. ‘Ik heb me mijn leven lang verstopt, ik baal
ervan dat ik geen diploma heb’
Arnold Gerpot
Ik ging steeds naar een ander internaat
Mijn moeder heeft, als kind, haar broertje laten vallen. Hij werd blind. Daarom mocht
zij niet naar school. Ze werd gestraft. Daar kwam ik achter toen ze op haar sterfbed
lag. Dat ze daardoor zo beschadigd was. Ik ben de oudste van vijf kinderen. De andere
twee gingen naar een tehuis en de rest naar een pleeggezin.
De rest van mijn leven is ook niet zo mooi
Je krijgt kinderen, je gaat het met een vrouw proberen. Ik heb een kind op Curaçao.
En hier nog twee kinderen. Die laatste relatie was ook moeilijk. Je hebt drie Feyen-
oord stadions vol met zulke kinderen. Kinderen van gescheiden ouders die ruzie heb-
ben. Gisteren zag ik ze nog mijn meiden van 10. We hebben samen schoenen gekocht,
die waren kapot.
Er lopen meer mensen rond zoals ik
Ik kon niet goed leren. Ik heb geen diploma’s, daar baal ik van. Ik draaide niet mee.
Lichamelijk ben ik goed. Ik kon een beetje kletsen. Leren ging boven mijn pet. Ik kom
hier bij Radar vooral om goed te leren lezen. Om mijn te post te lezen. En de contac-
ten met mensen te verbeteren. Vooral als je een relatie of met werk wilt beginnen.
Hier kan ik het laten zien
De mensen bij mij in de groep hebben ook problemen. Dus waarom zou ik ze afsto-
ten? Het is hersengymnastiek. Ik lees nu boeken van mijn kinderen. Dan krijg ik meer
letterkennis en kan ik sneller dingen lezen. Ik kon wel dingen lezen. Niet alles, daar
hielp een maatschappelijk werker me mee. Met de moeilijke brieven en formulieren.
Ik heb allerlei dingen gedaan die weer stoppen
Die allemaal stoppen vanwege financiële redenen. Omdat ze geen subsidie krijgen.
Die zijn ontstaan door commercieel gedoe. En dan naar een paar maanden sturen ze
je weer de straat op. Omdat het weer stopt. Zelfs voor mensen met diploma’s is het
lastig om werk te vinden.
Ben je gezond dat moet je altijd betalen
Alle medicijnen worden vergoed, die heb ik echter niet nodig. Ik bokste altijd. Ik heb
allerlei apparaten thuis staan. Ik rook niet, ik drink niet, gebruik geen drugs. En fiets
regelmatig naar Den Haag of Delft. Ik heb zelfs bokstraining gegeven. En bingo...
Radar heeft een boksschool. Dus Arnold gaat in het Oude Westen een kijkje nemen.
De kerk is liefde en vrede
Soms ga ik er naar toe. Ik snap het alleen niet. Ik ken het niet. Dus als je dichtbij me
komt dan stoot ik je af. Ik begon pas van vrouwen te houden als ik kinderen met ze
had. En dan werd het verbroken. Zo leven veel mensen. Geestelijke mishandeling is
het ergste wat er is. Ik heb liever een klap voor mijn muil.
‘Ik ben fit, boksen en met
mijn lichaam bezig zijn
vind ik fijn’
8. ‘Ik geef les aan de groep op tien verschillende niveaus, op een
manier waarin iedereen elkaar helpt. Zulk mooi en dankbaar werk’
‘Het is nog lang niet klaar. Nu stoppen met deze mensen voelt als
een boom ontwortelen die nog geen vruchten heeft gedragen’
Ria van Meurs, docente (eigenlijk opgeleid als actrice)
‘Ik ben ontroerd door de stapppen die mijn studenten maken.
Dit kunnen ze doen door de veiligheid die we hier samen voelen’
‘Wat ik ervoor terugkrijg? Heel veel liefde’
Janette Verwoerd, docente (gepensioneerd docente Nederlands)
9. Meer informatie?
Wil je meer weten over het taalproject voor WWB’ers?
Neem dan contact op met:
Mahender Autar, programmaleider taal, 06 - 50 25 33 51, m.autar@wmoradar.nl
Huis van de Wijk ‘De Kip’
Kipstraat 37
3011 RS Rotterdam
010 - 485 58 98
www.wmoradar.nl