15. Prijst Hem, prijst Hem,
Jezus, de machtige Redder.
Roemt zijn liefde,
eeuwig en wereldwijd.
Kroont Hem, kroont Hem,
engelen, vol van zijn glorie.
Brengt Hem hulde, sterkte en
heerlijkheid.
16. Als een herder
draagt Hij ons in zijn armen
waar Hij ons barmhartig
zijn liefde geeft.
Prijst Hem, prijst Hem
om zijn geweldige grootheid.
Prijst Hem, prijst Hem,
alles wat adem heeft.
17. Prijst Hem, prijst Hem, Jezus,
de machtige Redder.
Om ons dwalen droeg Hij een
doornenkroon.
Onze hoop, van wie wij
verlossing verwachten.
Kroont Hem, kroont Hem,
Jezus, de Mensenzoon.
18. Als een offerlam heeft Hij
de schuld gedragen.
Wat een liefde, dat Hij ons leven
geeft.
Prijst Hem, prijst Hem
om zijn geweldige grootheid.
Prijst Hem, prijst Hem,
alles wat adem heeft.
19. Als Hij wederkomt,
schitterend in zijn glorie.
buigt zich voor Hem
al wat op aarde leeft.
Prijst Hem, prijst Hem
om zijn geweldige grootheid.
Prijst Hem, prijst Hem,
alles wat adem heeft.
20. Prijst Hem, prijst Hem
om zijn geweldige grootheid.
Prijs Hem, prijs Hem,
alles wat adem heeft.
Prijs Hem, prijs Hem,
alles wat adem heeft.
21. Stil gebed
Belofte en Groet
Klein Gloria
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
22. Gebed: klein worden voor God
Genadeverkondiging uit Psalm 103
Leefregel voor dankbare verloste mensen uit
Romeinen 12
40. 1 Wie in de beschutting van de
Allerhoogste woont en overnacht in de
schaduw van de Ontzagwekkende,
2 zegt tegen de HEER: ‘Mijn toevlucht,
mijn vesting, mijn God, op u vertrouw ik.’
41. 3 Hij bevrijdt je uit het net van de
vogelvanger en redt je van de dodelijke
pest, 4 hij zal je beschermen met zijn
vleugels, onder zijn wieken vind je een
toevlucht, zijn trouw is een veilig schild.
42. 5 De verschrikking van de nacht hoef je
niet te vrezen, ook de pijl niet die overdag
op je afvliegt, 6 noch de pest die
rondwaart in het donker, noch de plaag
die toeslaat midden op de dag.
43. 7 Al vallen er duizend aan je linkerzijde
en tienduizend aan je rechterhand,
jou zal niets overkomen.
8 Open je ogen en zie
hoe wie kwaad doen worden gestraft.
44. 9 U bent mijn toevlucht, HEER.
Als je mag wonen bij de Allerhoogste,
10 zal het kwaad je niet bereiken,
geen plaag je tent ooit treffen.
45. 11 Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen,
die over je waken waar je ook gaat.
12 Hun handen zullen je dragen,
je voet zul je niet stoten aan een steen.
13 Leeuw en adder zul je vertrappen,
roofdier en slang vermorzelen.
46. 14 ‘Ik zal bevrijden wie mij liefheeft
en beschermen wie met mijn naam
vertrouwd is.
15 Roep je mij aan, ik geef antwoord,
in de nood zal ik bij je zijn,
je bevrijden en met roem overladen,
16 je overvloed geven van dagen.
Ik zal je redding zijn.’
47. Heil hem wien God een plaats bereidt
Psalm 91
Vers 1, 3 en 4
54. Waar of niet waar ?
Exclusieve Club 'Narigheidsproof'
Ps. 91:7 Al vallen er duizend aan je
linkerzijde en tienduizend aan je
rechterhand, jou zal niets overkomen.
55. Zou ik niet van harte zingen
Gezang 426
Vers 1, 2 en 3
56. Zou ik niet van harte zingen? (LvdK 426) t. P. Gerhardt; m. J. Schopp; v. A.C. den Besten
57. Zou ik niet van harte zingen? (LvdK 426) t. P. Gerhardt; m. J. Schopp; v. A.C. den Besten
58. Zou ik niet van harte zingen? (LvdK 426) t. P. Gerhardt; m. J. Schopp; v. A.C. den Besten
59. Zou ik niet van harte zingen? (LvdK 426) t. P. Gerhardt; m. J. Schopp; v. A.C. den Besten
60. Zou ik niet van harte zingen? (LvdK 426) t. P. Gerhardt; m. J. Schopp; v. A.C. den Besten
61. Zou ik niet van harte zingen? (LvdK 426) t. P. Gerhardt; m. J. Schopp; v. A.C. den Besten
62. Zou ik niet van harte zingen? (LvdK 426) t. P. Gerhardt; m. J. Schopp; v. A.C. den Besten
63. Zou ik niet van harte zingen? (LvdK 426) t. P. Gerhardt; m. J. Schopp; v. A.C. den Besten
64. Zou ik niet van harte zingen? (LvdK 426) t. P. Gerhardt; m. J. Schopp; v. A.C. den Besten