3. Hoe werkt het lichaam
‘normaal’ ?
• Lichaam zet suikers om tot glucose.
• Glucose wordt vervoerd naar alle lichaamscellen.
o Die hebben het nodig als energiebron.
5. Hoe werkt het lichaam
‘normaal’ ?
• Het begint in de alvleesklier.
• Welke hormonen scheidt de
alvleesklier af die belangrijk zijn
van het omzetten van suikers?
o Insuline: daling
bloedsuikergehalte
o Glucagon: stijging
bloedsuikergehalte
wisselwerking tussen beide
hormonen:
bloedsuiker +/- constant.
6. Wat loopt er mis?
• Bij diabetespatiënten: werking insuline en/of
glucagon loopt mis:
o Onvoldoende of te veel aanmaak.
o Werking onvoldoende.
hoeveelheid
bloedsuiker niet
constant.
7. Bloedsuikergehalte
• Glucometer= bloedsuikermeter
- >Gebruik enkel toegelaten door medisch personeel of
goed opgeleide patiënten (en hun familie)
o NIET eerstehulpverleners
• Gezonde voeding en mediactie kunnen het peil stabiel
houden, maar door inspanning of ziekte kan het terug
verstoord raken:
- Hypoglycemie: te laag
bloedsuikergehalte
- Hyperglycemie: te hoog
bloedsuikergehalte
• Vooral ‘hypo’ belangrijk voor
eerstenhulpverleners
(snel optreden is noodzakelijk)
8. Wat stel je vast?
• Hypoglycemie:
o Plots bewustzijn stoornissen:
• Duizeligheid
• Flauwte
• Soms zenuwachtig
• Afwijkend gedrag
• Bewustzijnsverlies
o Uiterlijke kenmerken
• Hoofdpijn
• Troebel of dubbel zicht
• Bleke huid
• Zweet (soms)
• Plotse honger
• Tintelen van de lippen
• Beven
9. Wat stel je vast?
• Hyperglycemie:
o Symptomen komen geleidelijk
aan op (uren of dagen)
• Droge mond
• Veel drinken en urineren
• Gebrek aan eetlust
• Braken
• Soms hyperventileren
• Soms bewustzijnsverlies
10. Wat doe je?
• Probeer te weten te komen of het slachtoffer aan
diabetes lijdt.
• Indien slachtoffer zich slap voelt:
1. Snelwerkende suikers: frisdrank, druivensuiker
2. Traagwerkende suikers: boterham, appel ,
yoghurt
• Indien mogelijk: laat bloedsuikergehalte meten.
• Hyperglycemie:
o Vraag medicatie (als sachtoffer het wilt)
o Dosis respecteren!
o Alarmeer 112:
• Slachtoffer bewusteloos
• Toestand slachtoffer verbetert niet .
17. Wat doe je?
• Beschermen (kussen onder hoofd, zorgen dat het
kind zich niet kan kwetsen, …)
• Niets in de mond steken!!!
• Zorg voor vrije luchtweg
Bewusteloos na de aanval? Check ademhaling, zorg voor
vrije luchtwegen, leg, indien normale ademhaling leg
in stabiele zijligging
18. Wat doe je?
• Rustige omgeving om bij te komen
(na het schokken)
• Ambulance bellen (112) en koortsstuipen
vermelden
• Afkoelen door uit te kleden en te deppen met
lauw water (niet als het hierdoor overstuur raakt)
• Eventueel koortswerende zetpil toedienen
(kinderen)
• Geen drinken geven
21. Wat is epilepsie?
Een oversprikkeling van de hersenen
verstoort de normale bewegingen of
waarnemingen.
Epileptische aanvallen treden vaak op
zonder aantoonbare oorzaak.
Overprikkeling in de hersenen kan plaatselijk of volledig
zijn:
°plaatselijk: lokale aanval waarbij lichaamsdeel
oncontroleerbare bewegingen maakt.
Slachtoffer kan doelloze bewegingen
maken of abnormale waarnemingen
hebben.
° volledig: leidt tot kleine of grote aanval.
22. Symptomen epilepsie
• slachtoffer maakt schokkende bewegingen.
• tongbijten, ontlasting en in de broek plassen is
mogelijk.
• spieren ontspannen terug,
slachtoffer komt terug bij
bewustzijn; vaak is slachtoffer
nadien verward en erg moe;
vaak herinnert slachtoffer
zich niets.
• soms abnormale waarnemingen zoals lichtflitsen,
geruis, rare smaak in de mond...
• bij kleine aanval lijkt slachtoffer er even niet bij te zijn,
zonder daarom te vallen
24. Wat doe je?
• Beschermen (kussen onder hoofd, zorgen dat de
persoon zich niet kan kwetsen, …)
• Niets in de mond steken!!!
• Zorg voor vrije luchtweg
Bewusteloos na de aanval? Check ademhaling, zorg voor
vrije luchtwegen, leg, indien normale ademhaling leg
in stabiele zijligging
25. Wat doe je?
• Rustige omgeving om bij te komen
(na het schokken)
• Noteer de kenmerken van de aanval
(duur, reacties slachtoffer)
• 112 bellen enkel nodig als:
- aanvallen elkaar blijven opvolgen
- aanval langer dan 5min duurt
- het de eerste aanval ooit is van het slachtoffer
- niemand het slachtoffer kent of weet wat te
doen
- slachtoffer onder invloed van drugs of alcohol is
- aanval gepaard gaat met hoge koorts
- het slachtoffer een letsel oploopt tijdens de
aanval