4. Voorstellen
• Willem P. Poppe
• Senior managementadviseur (2007)
• Directeur basisschool (1999)
• Leerkracht (1995)
• Opleiding Schoolleider (2003)
• TOP-management (2007)
• Master Public Management (2011)
5. 1. Nederlandse context
2. Onderwijs vraag Leiderschap
3. In de praktijk
4. In gesprek
Agenda
6. Nederlandse context
• Artikel 23 Vrijheid van Onderwijs
• 1985 Wet op het basisonderwijs
• 1991 Weer Samen Naar School (WSNS)
• “Breng de voorzieningen naar het kind in plaats
van het kind naar de voorzieningen”
• 1998 Wet op het Primair Onderwijs
• 2014 Wet Passend Onderwijs
8. Nederlandse context
• Artikel 23 Vrijheid van Onderwijs
• 1985 Wet op het basisonderwijs
• 1991 Weer Samen Naar School (WSNS)
• “Breng de voorzieningen naar het kind in plaats
van het kind naar de voorzieningen”
• 1998 Wet op het Primair Onderwijs
• 2014 Wet Passend Onderwijs
9. 30 jaar onderwijsbeleid
Mix van (overheids-)regulering en
deregulering
• Zet beleidsinstrumenten nauwkeurig in
• Grijp niet te snel in
• Versterk de positie van de diverse
onderwijspartijen
• Bouw kwaliteitswaarborgen in
10. Kerndoelen basisonderwijs
• Scholen bepalen zelf hoe zij het onderwijs
inrichten. Wel moeten ze bij de
ontwikkeling van hun lesprogramma
rekening houden met de kerndoelen.
• Kerndoelen geven aan wat leerlingen aan
het eind van hun schooltijd moeten weten
en kunnen.
• De kerndoelen geven aan wat de school
kinderen moet leren binnen de
zogenaamde leergebieden:
11. Leergebieden kerndoelen basisonderwijs
• Nederlands;
• Engels;
• rekenen en wiskunde;
• oriëntatie op jezelf en de wereld;
• kunstzinnige oriëntatie;
• bewegingsonderwijs;
• Fries (geldt alleen voor scholen in Friesland).
De behandeling van de kerndoelen staat beschreven
in het lesprogramma van de school. De Inspectie van
het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van de
kerndoelen.
12. Inspectie van het Onderwijs
Omdat de overheid de scholen in toenemende mate
autonomie toestaat, zullen scholen hun opvattingen
over wat zij onder kwalitatief goed onderwijs
verstaan duidelijk moeten vastleggen, evenals de
wijze waarop zij nagaan dat zij deze doelen
realiseren.
Op die manier staat de vergrote autonomie in
directe relatie tot de verantwoording die de school
over de invulling daarvan aflegt.
Uit: Inspectierapport willekeurige basisschool
16. Lumpsum-bekostiging
• In Vlaanderen: enveloppenfinanciering
• De lumpsumfinanciering houdt in dat de besturen van scholen een
vergoeding krijgen op grond van het aantal ingeschreven leerling
op 1 oktober in euro's in plaats van formatierekeneenheden.
• Omdat scholen verschillen in de leeftijdsopbouw van het
personeel wordt hiervoor gecorrigeerd. Dit bedrag wordt ineens
uitgekeerd aan het bovenschools bestuur zodat deze kan bepalen
waaraan zij dit budget gaan besteden.
• De specifieke toebedeling die voorheen bestond (namelijk gericht
op personeel versus materieel en toegewezen aan een
afzonderlijke school) werd daarmee losgelaten.
• Deze vrijheid ging gepaard met zwaardere eisen wat betreft
'governance' of 'goed bestuur', met name wat betreft openheid en
informatievoorziening.
17. Verantwoording
• Governance / Code Goed Bestuur
• Horizontale en verticale
verantwoording
• Cito
• Leerlingvolgsysteem
• Inspectie (shame and blame)
• Maatschappelijke discussie
18. Cito
Toonaangevend
Cito is al jarenlang toonaangevend op de markt van
toetsontwikkeling. Dankzij de expertise en technologie die wij
in huis hebben, ontwikkelen we voortdurend vernieuwende
producten en diensten.
Objectief
Cito voert haar opdrachten altijd objectief en onafhankelijk uit.
Wij zijn onbevooroordeeld en richten ons op de feiten.
Betrouwbaar
Cito levert kwaliteit en ontwikkelt al jarenlang de best
haalbare, valide en meest betrouwbare instrumenten en
systemen.
20. Management
• Regelzaken
• Zaken en papieren in plaats van
mensen en manieren (Alex de Bruijn)
• Contact met werkvloer vervaagd
• Manager laat de treinen op tijd rijden,
leiderschap zorgt dát er treinen rijden.
28. Enkele uitgangspunten
Leiderschap is cruciaal!
Leiderschap begint aan de basis!
De leraar als professional is de spil.
Leiderschap staat op alle niveaus ten
dienste van het primaire proces: het
geven van goed onderwijs in het
belang van de ontwikkeling van
leerlingen en studenten.
Hoe creëren we een cultuur waarin
de leraar zo goed mogelijk presteert
en hoe kan hij daar zelf een bijdrage
aan leveren?
Welke consequenties heeft dit voor
de schoolorganisatie en de stijl van
leidinggeven?
29. Acht aspecten
1. Collectieve ambitie ontwikkelen
2. Inspireren en betrekken
3. Communiceren
4. Feedback geven op resultaat
5. Assertief optreden
6. Hitteschild zijn
7. Dienend en met gezag handelen
8. Sturen op flow
30. • Leidinggevenden ontwikkelen samen met de leraren een collectieve ambitie en
actualiseren deze geregeld.
• Leraren maken samen met hun leerlingen afspraken over dat wat ze samen willen
bereiken en stellen deze afspraken als dat nodig is bij.
• Leidinggevenden inspireren de leraren en betrekken hen bij de strategie.
• Leraren inspireren leerlingen en betrekken hen bij dat wat er in de groep gebeurt.
• Leidinggevenden communiceren op tijd en eerlijk; ze zijn present en luisteren.
• Leraren communiceren op tijd en eerlijk; ze zijn er voor de leerlingen en luisteren.
• Leidinggevenden zijn duidelijk over het resultaat en geven feedback.
• Leraren zijn duidelijk over wat ze vinden van het gedrag en het werk van de
leerlingen.
• Leidinggevenden treden assertief op tegen mensen die niet goed (meer) zijn in
het vak.
• Leraren dagen leerlingen die onder hun kunnen presteren uit tot prestaties passend
bij hun mogelijkheden.
• Leidinggevenden durven te functioneren als hitteschild voor de ruis van boven
en van opzij.
• Leraren zorgen ervoor dat leerlingen volledig gericht kunnen zijn op hun werk.
• Leidinggevenden hebben een gezaghebbende, maar dienende en bescheiden
attitude
• Leraren hebben een gezaghebbende, maar dienende houding.
• Leidinggevenden sturen op flow, dus op vakdeskundigheid en plezier in het
werk.
• Leraren stemmen het niveau van hun onderwijs af op de leerlingen en zorgen ervoor
dat zij met plezier hun werk kunnen doen.
Zie folder!
31. Collectieve ambitie
Collectieve ambitie: geheel van de gedeelde missie, visie en doelen
van een organisatie.
In overeenstemming brengen persoonlijke doelen en organisatiedoelen
CA:
Hogere doelen (schoolgids)
Kernwaarden
Primaire proces
Wat mist Vlaanderen, België als uw school
morgen de deuren sluit?
Wat is het „specifieke gen‟ van uw school?
32. Belang collectieve ambitie
• CA is nodig: samen ervoor gaan samensmelting
van verschillende individuele ambities van mensen.
• CA is van belang: vergroot de motivatie en moed
van de personeelsleden.
• CA geeft koers (kompas) aan de school en richting
(roer) aan het leerproces.
• CA zorgt voor meer zelfbewustzijn van scholen.
• CA vergroot aantrekkingskracht van de organisatie.
• CA brengt samenhang en creëert een beeld van de
toekomst.
• CA brengt meer vertrouwen en minder planning en
control.
34. Planning en control II
Kruispunt Utrecht
• Top down – bottum up
• Georganiseerd wantrouwen
• Verticale thermometers
• Bureaucratie
• „Mee-stribbelen‟
• Het hoe en het wat
35. Ruimte en vertrouwen
• Waar aandacht is, zijn
regels overbodig.
• Leider die mensen
vertrouwt is niet naïef
• Wel kijken dat ze op
de hoofdweg blijven
• Dat heeft alles te
maken met
collectieve ambitie
36. Hoe komt een CA tot stand?
• Proces om te komen tot CA is heel waardevol in gesprek met
elkaar over waar het nu werkelijk om gaat.
• CA vertalen in een motto (met bijbehorend logo) geeft „smoel‟
aan CA.
• Werken aan CA is een doorlopend, continue proces.
• Cruciale rol schoolleider: hoe staan zijn mensen in hun werk?
• Creëren en voelen van creatieve spanning tussen droombeeld en
werkelijkheid.
• Reflectieve dialoog over uitgangspunten, doelen en werkwijzen:
praktijken verhelderen, opvattingen expliciteren en zo nodig
herzien, bij elkaar „naar binnen kijken‟.
• Cultuur: Professionele leergemeenschap in een professionele
cultuur.
• Structuur: beleidsvorming kent cyclisch karakter schoolplan en
jaarplannen.
37. Hitteschild-zijn
• Aspect met verschillende kanten:
• „Afbufferen‟
• „Doorlaten‟
• „Opdiepen‟ (goud moet gedolven worden)
• Uitgangspunt:
• Denken vanuit collectieve ambitie
• Denken vanuit primaire proces
(omgekeerde piramide)
• Denken vanuit belangrijkheid en urgentie
38. Ruis van De minister vindt …,
de inspectie verlangt …,
Ruis van
boven de gemeente heeft …, boven
het SWV besluit …,
het bestuur stelt voor …
Primaire proces
De
ouders
willen Collectieve ambitie
…, de ‘hogere’ doelen
collega‟s
zien wel
iets in … Waarden en normen
Hoe wordt bij jullie En de leerlingen?
kostbare informatie Mogen zij ook wat vinden?
‘gedolven’ bij En wordt daarnaar gevraagd?
ouders, leraren, lee
rlingen?
39. Hanteer een filter
Collectieve ambitie
Belang primaire proces
Belangrijkheid en urgentie
40. Resultaat en feedback
Professionals hebben recht op differentiatie, want er zijn
geen gelijke monniken
* Professionals die hun doelen (POP, actieplan)wel halen
anders aansturen dan zij die het niet halen;
* Dominant routinematige professionals hebben andere
leiding nodig dan dominant innoverende.
Zie collega‟s niet alleen als unieke mensen, maar behandel ze
ook zo.
trainees: hebben talenten die nog wel gericht moeten worden op de
collectieve ambitie van de organisatie, „observaties van een nieuwkomer‟
sterren: zien in veel een uitdaging, hebben geen last van verminderde
succesfantasie, dimmen!
productietijgers: „het kost moeite om in stilte goed te doen‟, de club die de
tent draaiende houdt
vertellers: aan het eind van hun professionele latijn, niet laten uitdieselen:
omscholen, afscheid nemen?
45. Actieplan(netje)
Output (opbrengsten in de breedste zin van het woord) zo concreet
formuleren dat vastgesteld kan worden of deze bereikt is.
Het gaat om de rol van de leraar als leraar en als teamlid.
1. Als teamlid:
* Wat ben jij van plan het komend jaar te gaan doen om de
collectieve ambitie van onze organisatie dichterbij te brengen
(lange termijn) gelet op het jaarplan (korte termijn)?
2. Als leraar:
* creëren van een goed leerklimaat (kennis, resultaten)
* creëren van een goed leefklimaat (Soc. Em.)
* creëren van een klimaat waarin leerlingen vaardigheden leren
(samenwerken, zelfstandig werken, e.d.)
Persoonlijk actieplan:
- Initiatief ligt bij de professional
- Vastgesteld in „onderhandeling‟ tussen LG en LO
- Haalbaarheid en uitdagendheid
- Inhoud: te realiseren resultaten
- Looptijd: 6 maanden tot 1 jaar
46. 1. Nederlandse context
2. Onderwijs vraagt Leiderschap
3. In de praktijk
4. In gesprek
Agenda
47. Voorstellen
• Jan Willem Nieuwenhuyzen
• Directeur twee basisscholen (2003)
• Leerkracht (1995)
• Opleiding Schoolleider (2005)
• Master Leadership in Education (2007)
48. Onderwijspraktijk
Middelburg
2 scholen:
Herman Faukeliusschool (250 leerlingen)
Petrus Immensschool (190 leerlingen)
49. Collectieve ambitie
• 2003-2007 Eerste schoolplan
• 2007-2011 Tweede schoolplan
organisatorisch regelen
• 2011-2015 Derde schoolplan
Nadruk op inhoud
53. Assertief optreden
Minder/niet presterende leerkracht:
• uitdaging om hiermee om te gaan
• Samen verantwoordelijk voor goede resultaten (CITO-eindtoets)
• Niet uit laten dieselen?
(curatief)
Voorkeur voor preventie:
• Goed aannamebeleid
• Motivatie/passie van leerkrachten
• Leerkracht/teamlid
54. Spiegelen
Onderwijs vraagt leiderschap:
• een goede spiegel voor de
dagelijkse praktijk;
• geeft bruikbare handvatten
voor het werk;
• bevordert het gesprek over
de inhoud;
• is een prachtig boek over
een mooi vak!