2. Waarom hebben we naast
een vak als geschiedenis
niet ook een vak
‘toekomst’?
3. Wat wordt gezegd over
Leiderschap?
Grote atleten kunnen tegelijkertijd het spel
spelen en het geheel observeren
Als je leiderschap loskoppelt van gezag, wordt
duidelijk waarom zoveel leiders falen
Geen enkele leider is alle seizoenen effectief
4. Wat wordt gezegd over
Leiderschap?
Bij het uitoefenen van leiderschap dien je te
accepteren dat je bezig bent met het
veroorzaken van chaos, verwarring en conflicten
Iemand die overdreven behoefte aan controle
heeft, of te hongerig is naar macht, is geneigd
om de missie uit het oog te verliezen
5. Wat komt er ‘op ons af’?
• Er wordt veel gesproken over een ‘kantelpunt’
• Macht van consument neemt toe
• Hokjes denken werkt niet meer
• Organisatiegrenzen vervagen
• Transitie en transformatie
• Nieuwe, tijdelijke structuren
• Samenwerking
• Generatie X en Y
6. Wat betekent dit?
Fundamentele verandering waardoor manier van•
organiseren en samenwerken opnieuw moet
worden uitgevonden
• Nieuw organiseren: flexibel organiseren (op- en
afschaalbaar), beter worden in samenwerken,
open, authentiek en inspirerend
Anders leidinggeven: verbinden, anderen•
centraal stellen, co-creërend
19. 3 generaties in leiderschapStabiliteit
Geboren leiders
Trait
Stijl
Taakgericht
Situationeel
Blik naar binnen
Verandering
Visionairen
Transformationeel
Charismatisch
HR komt er bij
Blik naar buiten
Contextualiteit
Complexiteit
Netwerken
Verbinden
Pionieren
Innovatie
Leidende coalities
Traditioneel Nieuw Genre 21th Century
beheersen van leren omgaan met
complexiteit complexiteit
22. 21st leiders, wat kenmerkt ze?
Schakelen
Samenspel
Anderen
centraal stellen
Open minded
Meervoudige
doelen en de
weg ernaartoe
Anderen in
beweging
brengen
Mensen
mobiliseren
Luisteren
Creëren van
capaciteiten
23. 1. Willen innoveren - Snel opeenvolgende ontwikkelingen leiden tot de
noodzaak om continu vernieuwingen te brengen en toe te passen.
2. In coöperatie werken - Kennis delen met medewerkers, collega's,
concurrenten en klanten en in win/win verbanden benutten heeft de
toekomst.
3. Klanttevredenheid als leidraad - Klantentrouw moet in onze
transparante informatiemaatschappij elke keer opnieuw verdiend
worden.
4. Zelfreflectie - ze zoeken bewust reflectie op bij derden over hun
eigen gedrag door o.a. executive coaching
5. Flexibiliteit-Nieuwe uitdagingen maakt organisaties afhankelijker van
jongeren. Maar jonge werknemers vragen om een andere aansturing
dan hun oudere collega’s
21st leiders, wat kenmerkt ze?
24. Global organisatie
megatrends
Globalisering• 2.0: Glocalisation
Milieu en Duurzaamheid:• Environmental crisis
Individualisering: Power• to the person
Digitalisering: de virtuele mens•
Demografie: groei en veroudering•
Technologie:• nano-bio-combinaties
25. Organisatie en
Leiderschap Trends
• Collectief/gedeeld leiderschap (netwerkgericht
organiseren)
• Leiderschap gaat om invloed, niet om positie
• Individuen krijgen steeds meer verantwoordelijkheid over
hun eigen ontwikkeling
• Iedereen krijgt de kans om leiderschapskwaliteiten te
ontwikkelen
• Leiderschap verdwijnt niet, maar werkt volgens nieuwe
leiderschapsmodellen
26. Samenvattend
Vijf criteria voor de leider van 2030:
1. Hij/zij moet als geen ander in staat zijn om loyaliteit binnen de
organisatie te creëren
2. Hij/zij moet kunnen leidinggeven aan heterogene en diverse
teams
3. Hij/zij moet teamwerk binnen en buiten de organisatie kunnen
realiseren, zonder concentraties van macht
4. Hij/zij moet conceptueel en strategisch kunnen denken
5. Hij/zij heeft integriteit, oprechtheid en intellectuele openheid
hoog in het vaandel staan.
28. Leiderschapstermen
Dienend/coachend leiderschap•
past bij Nieuw Organiseren, Het Nieuwe Werken of andere
vormen van zelforganisatie hebben omarmd. Organisaties
die de transitie willen maken van controle naar vertrouwen.
Als het je echte wil is om de mensen om je heen te laten
groeien, om van hen nieuwe leiders te maken, dan past
dienend leiderschap.
Secure base leiderschap (George• Kohlrieser)
Een manager in staat is om vertrouwen te creëren en
anderente beïnvloeden door een basis te bieden van
bescherming, veiligheid en zorg én door te zorgen voor
inspiratie. Gezamenlijk zorgt dit voor energie die initiatieven
tot stand kunnen laten komen, die onder- nemerschap en
uitdagingen mogelijk maken.
29. Leiderschapstermen
• Light leiderschap
light leadership’ (Jaap van Muien) een integer leider die is
gericht op samenwerking, zijn (of haar!) ego kan hanteren
ten gunste van anderen, medewerkers laat schitteren en
ook een moedig volger kan zijn. De ‘light leader’ is
consistent in gedrag, ethisch en verantwoordelijk, heeft de
moed om leiders tegen te spreken en (zelf) te veranderen
• Leiderschap in de nieuwe economie
Leiderschap in De Nieuwe Economie stuurt op de
samenhang en kijkt naar de lange termijn. Leiderschap zit
overal in een organisatie, zowel bovenin als onderaan. Per
vraag of probleem wordt er een coalitie gevormd. Voor
kinderen is het eigenlijk duidelijk: leiderschap betekent “leren
loslaten te denken dat je altijd de beste moet zijn”
30. Leiderschapstermen
• Authentiek leiderschap
Dat is leiderschap waarbij je je diepste zingeving (missie) en
je kernwaarden leidend laat zijn in je gedrag. De diepste
drijfveer van leiders is altijd gericht op ‘het laten groeien
van hun omgeving’. Dit geldt zowel voor leiders als
organisaties. Vaak verliezen leiders hun diepste drijfveer uit
het oog, of zijn er nog naar op zoekLeiderschap in de
nieuwe economie
Transaformationeel leiderschap
gaat er van uit dat medewerkers hun motivatie niet alleen
ontlenen aan extrinsieke factoren, maar ook aan intrinsieke
factoren. Gedrag wordt niet alleen gemotiveerd door de
beloningen, maar ook door het proces dat naar die beloningen
leidt. Een leider moet daarom in staat zijn om ook zaken als
normen, waarden, behoeften en capaciteiten te beïnvloeden”
31. Samenvattend
Leiderschap in transitie niet voorbehouden is aan degene met een
leiderschapsrol. Iedereen kan leiderschap tonen, in het uitdragen
van een visie, het nemen van initiatieven of het realiseren van
plannen.
Door middel van proeftuinen kunnen organisaties experimenteren
met een andere manier van werken en organiseren. In een
proeftuin gaat het veel meer over organisatieleren waarbij kennis
gedeeld wordt en nieuwe kennis gecreëerd.
Iedereen in de proeftuin gaat aan de slag met reële vraagstukken
uit de praktijk en onderzoekt hoe beter samengewerkt kan
worden. Op die manier kan de organisatie proefondervindelijk
processen verbeteren en nieuwe werkwijzen ontdekken. Het gaat
hierbij veel meer over collectieve bekwaamheid