2. Wat wordt bedoeld met de Renaissance?
Wanneer en waar ontstond deze stroming?
Wat is Humanisme?
Waarom en hoe konden deze nieuwe ideeën zich zo snel
verspreiden?
Wat was het gevolg van de uitvinding van de boekdrukkunst?
Wie was Erasmus?
Beschrijf de invloed van Erasmus op:
- Vertaling van de bijbel
- Op de wetenschap
Waarom kan je zeggen dat Erasmus de basis heeft gelegd voor de
hervorming?
In hoeverre is Erasmus een hervormer?
3. Vanaf het midden van de
16e eeuw werden de
middeleeuwen steeds
meer gezien als donkere
tussenperiode tussen de
glorieuze oudheid en de
nieuwe tijd.
500 vc 0 500 nc 1000 nc 1500 nc
Klassieke oudheid middeleeuwen renaissance
In de steden van Noord- Italië ontstond een stroming die een
hernieuwde belangstelling kreeg voor de oudheid
4.
5. Humanisten wilden de mens bestuderen, los van wat de kerk zei
Daarom gingen ze zoveel mogelijk de klassieke taal- en letterkunde en de
klassieke filosofie bestuderen
Al deze teksten waren in de middeleeuwen door monniken vanuit
een christelijk oogpunt gekopieerd en bestudeerd→ fouten in teksten
geslopen→ humanisten willen de teksten weer in oorspronkelijk
staat herstellen
Mensen moeten zelf bijbel lezen→ bijbel in landstaal uitgeven
6. Snelle verspreiding ideeën door rondreizende
geleerden, studenten en kunstenaars en door
de boekdrukkunst;
Boeken kunnen sneller en
goedkoper gedrukt worden
Steeds meer mensen hebben boeken in hun
bezit
Kennis komt buiten kloosters en universiteiten terecht.
Mensen minder afhankelijk van de uitleg van een priester
7. Desiderus Erasmus uit Rotterdam was
een van de belangrijkste humanisten uit
het noorden van Europa
Schreef in 1511 het boek ‘Lof der zotheid’ waarin hij
kritiek leverde maatschappelijke en kerkelijke
misstanden
8. Erasmus maakte een nieuwe vertaling van de
bijbel op grond van de oorspronkelijke teksten→
daarmee toonde hij aan dat in de middeleeuwse
vertaling (het Vulgaat) fouten zaten
De kerk maakt dus fouten!
Richt in 1518 het Drietalencollege in Leuven op→ originele
Hebreeuwse, Griekse en Latijnse teksten moesten zelf bestudeerd
worden dus niet meer blind vertrouwen op voorgangers
9. ‘Al lang trachten pausen, kardinalen, bisschoppen de gebruiken van de
wereldlijke vorsten te evenaren. Ze zijn vol van zorg voor zichzelf,
maar laten de zorg voor hun kudde over aan Christus. Zelfs niet hun
titel ‘bisschop’, die ‘toezichthouder’ betekent en dus arbeid, zorg en moeite
impliceert, stemt tot nadenken; maar wanneer het aankomt op het beuren van
geld, ja, dan gedragen ze zich met recht als ‘toezichthouders’ en nog wel met
argusogen’
‘Vermakelijk is het om te zien, hoe monniken zich houden aan voorschriften,
die men niet kan veronachtzamen zonder te zondigen. Zo is het aantal
knopen in de riem van hun sandalen voorgeschreven; moet ieder kledingstuk
een bepaalde kleur; de grootte van hun tonsuur is tot op de millimeter
vastgesteld; het aantal slaapuren, alles is gereglementeerd. Door al deze
kleinigheden voelen zij zich niet alleen hoog verheven boven de leken maar
bovendien hebben zij de diepste minachting voor elkaar. Hoewel zij hun
mond vol hebben over Christelijke naastenliefde, zetten ze hele kloosters op
stelten, wanneer een van hen eens een pij van donkerder kleur draagt. Weer
anderen schuwen het aanraken van geld als ware het vergif, maar van
Wijntje en Trijntje blijven ze niet zo angstvallig af’
Uit ‘Lof der zotheid’
10. Erasmus heeft kritiek op:
• Heiligenverering, pelgrimstochten
• Gedrag geestelijkheid; houden zich niet aan bijbelse regels
• Het gedachteloos herhalen van latijnse gebeden
Maar Erasmus wil niet dat kerk uiteen zou vallen, wil
hervorming van binnenuit. Pleit voor verdaagzaamheid.
De mens moet het voorbeeld van Christus navolgen.
Door goed geloof en goede werken kan je een plaats in
de hemel verwerven.
Erasmus blijft dus trouw aan katholieke kerk maar legt wel
de basis voor latere hervormers als Luther en Calvijn
11. In de 15e eeuw groeide de kritiek op de katholieke kerk
In 1517 publiceerde een Duitse monnik,
Maarten Luther, 95 stellingen waarin hij de
katholieke kerk bekritiseerde
Aflaatbrief Kritiek van Luther:
•Kerk leeft in luxe, volk leeft in armoede
•Tegen verkoop ‘aflaten’ (het kopen van
kwijtschelding voor je zonden). Volgens
Luther kan alleen de genade van God
vergeving schenken.
•Zelfs het doen van ‘goede werken’ geeft
geen vergeving van je zonden (Luther is
het oneens met Erasmus)
12. Scene 1:
1 Luther wordt op reis gestuurd naar Rome. In Rome ziet hij zaken die
volgens hem niet kloppen met de bijbel. Welke?
Scene 2:
2 Op welk manier komt de RK Kerk aan geld?
3 Hoe reageert Luther hierop?
4 Welke kritiek uit Luther in zijn stellingen?
5 Waarom kunnen de ideeën van Luther zich zo snel verspreiden?
Scene 3
6 Wat is de reactie van de RK kerk?
7 Welk humanistisch standpunt neemt Luther in?
Scene 4
8 In 1521 moet Luther zich in Worms verantwoorden. Waarom zijn de ideeën
van Luther niet acceptabel voor de RK kerk?
Scene 5
9 Waarom is het voor Luther zo belangrijk dat de bijbel in het Duits
verschijnt?
Scene 6
10 Wat is het gevolg van Luther’s actie? Is dit een bedoeld of onbedoeld
gevolg?