Naast een onvermoeibare vrouwenloper is Leopold II een erg vreemde man. Zijn vader had op dat punt misschien niet helemaal ongelijk. Hij is bang van bacillen. Hij laat de Engelse krant door een lakei strijken om de ziektekiemen te doden. En hij zal nooit een voet in ‘zijn’ Congo zetten, omdat hij bang is om er een tropische ziekte op te lopen. Leopold zelf beweert dat dit is omdat hij aan heupjicht lijdt. Tegelijk laat hij wel zijn vingernagels groeien. Leopold geeft zelden een hand maar als hij niet anders kan, steekt hij volgens auteur Michael Nelson enkel twee vingers uit. Hij is bang dat zijn nagels anders zullen afbreken. Op de sterffoto van de koning zijn effectief de extreem lange vingernagels goed te zien. Wat hiervan de bedoeling was, is onduidelijk. De koning leed aan smetvrees, net zoals Laurent, het achterachterkleinkind van zijn broer Filips.
1. Geest Leopold II blijft over Congo hangen
Thierry Debels
@thierryd
22/8/18
Leopold II is geboren in 1835. Zijn vader Leopold I vindt hem maar een
rare snuiter. De twee komen niet goed overeen, ze communiceren via
briefjes. Leopold I dacht dat zijn oudste zoon zelfs compleet getikt was.
In een vertrouwelijke brief aan één van zijn ministers stelt de koning
ronduit dat zijn zoon ‘mentaal gestoord’ is. Als bewijs vertelt hij het
verhaal dat de jonge Leopold een heuse fontein gebouwd heeft in zijn
slaapkamer op de eerste verdieping van het paleis. Er is zelfs
watertoevoer en de fontein werkt echt. De koning is bang dat de vloer het
zal begeven onder het enorme gewicht van de constructie. Het is in elk
geval een staaltje van de latere koning-bouwer Leopold II.
In 1860 is de prins op reis. Archivaris Gustaaf Janssens schrijft in Nieuw
licht op Leopold I & II dat Leopold, op de terugweg van Constantinopel
naar ons land, nog even halt houdt in Athene.
Op de Acropolis raapt Leopold een steen van het Parthenon op. Die steen
zal de basis vormen voor de beroemde presse papier die Leopold aan
minister Frère-Orban zal overhandigen. De steen is dan voorzien van een
portretmedaillon van Leopold en het opschrift ‘Il faut à la Belgique une
1
2. colonie’. België heeft dus volgens de jonge Leopold een kolonie nodig.
Leopold had net daarvoor nog een andere streek uitgehaald. Begin juni
was hij op bezoek bij de sultan Abdul-Majid I van Constantinopel
(Turkije). De reis neemt volgens Joseph Tordeur ‘een slechte wending’.
Leopold heeft in zijn bagage voorwerpen van zijn gastheer. Auteur Kris
Clerckx weet dat het om waardevolle waterpijpen uit het paleis
Dolmabaçe van de sultan gaat. De waterpijpen zijn bijzonder kostbaar
omdat ze met diamanten bezet zijn.
De (Britse) pers springt op de zaak en brengt volgens Tordeur ‘de directe
opvolger op de Belgische troon veel schade toe’. Ook Rusland kijkt
geïnteresseerd toe. De relaties met Turkije zijn niet al te best op dat
ogenblik. ‘Volgens Leopold ging het daarbij om een grote vergissing,
maar niet zo volgens de Britse pers’, vervolgt Clerckx. De zwakke
verdediging van Leopold junior is dat hij dacht dat de waterpijpen een
geschenk waren van zijn gastheer.
Vader Leopold I is woest als hij hierover leest. In een brief aan zijn zoon
schrijft de koning dat hij deze zaak ‘betreurt’. Hierdoor heeft zijn zoon,
op dat ogenblik 25 jaar, de zaak ‘verpest’. Volgens de vorst spreekt
iedereen over de affaire. Leopold I beseft wel dat hij de zaak beter kan
laten rusten: ‘Artikels die dit willen rechtzetten zijn schadelijker dan
nuttig’. Leopold I beseft dat deze ‘rechtzettingen’ enkel de
kwaadwillende nieuwsgierigheid zullen aanwakkeren. Bovendien, valt er
wel wat recht te zetten? Later zal Leopold II zijn diefstallen beter
‘inkaderen’.
Leopold II heeft net zoals zijn vader een grote belangstelling voor jonge
vrouwen. In 1865 maken de ministers van diens vader Leopold I zich
grote zorgen over de relatie van de (gehuwde) hertog van Brabant met
een mooie Luikse. Of de dame in kwestie zelf getrouwd is, komen we
niet te weten. Pittig detail: op 22 augustus 1853 trouwde Leopold in
Brussel met aartshertogin Maria Hendrika van Oostenrijk. Maar veel
interesse in haar had hij niet.
De seksuele honger van Leopold II was zo groot dat hij zich niet beperkte
tot volwassen vrouwen. Historica Anne Morelli vertelt in Knack dat ‘in
de huidige maatschappij iemand als Leopold II een pedofiel genoemd zou
worden’. Ook Leopold I had een voorkeur voor jonge dames, een
familietrekje dus. Arcadie Claret was nauwelijks 16 toen ze de minnares
van Leopold I werd.
Morelli verwijst naar de openbaringen van een Engelse
onderzoeksjournalist, William Stead, in de Pall Mall Gazette. Leopold II
heeft volgens de historica ook kinderen verwekt bij een meisje van 15
jaar (de hoer Blanche Delacroix). ‘Maar dat (alles) mag nog altijd niet
gezegd worden’, besluit ze enigszins ontmoedigd. Toch wel hoor.
2
3. Historicus Marc Reynebeau omschrijft Leopold II in een stuk De koning
was geen mensenvriend dan weer als een ‘liefhebber van jonge meisjes’.
En de Nederlandse historicus Henk Wesseling schrijft in zijn boek
Verdeel en heers dat zijn ‘ontelbare bezoeken aan bordelen, waarbij zijn
voorliefde voor minderjarigen enig schandaal verwekte’ in die tijd
‘overbekend’ waren. Leopold II zou 800 pond per maand aan zijn
pleziertjes uitgeven. Er werden volgens de Britse kranten zelfs meisjes
afgeleverd op het koninklijke jacht Alberta.
Wesseling verwijst, net als Morelli, ook naar de onthullingen uit 1885 in
de Londense krant. Iets later publiceert concurrent The Sentinel ook
namen. Die van Leopold II zit er eveneens tussen. In een opbod tussen
beide kranten, ook toen al, drukt de Pall Mall Gazette dan weer een
verklaring van een ex-politieman af. ‘Een zeker schepsel (Mrs. Jeffries)
drijft niet minder dan acht beruchte huizen van plezier van waaruit zij
geregeld kleine Engelse meisjes exporteert naar het buitenland, voor
schuinsmarcheerders, onder wie niet minder dan de koning der Belgen’,
schrijft Jan Van den Berghe. De meisjes zijn nauwelijks 10 jaar oud.
Sommigen zijn nog jonger.
In Nederland publiceerde Recht voor Allen volgens De Groene
Amsterdammer deze artikels met een tekening waarop de koning leunend
op een stokje een weelderige kamer betreedt, waar een minderjarig meisje
vastgebonden op een ledikant klaarligt om verkracht te worden. ‘Ziet: hoe
respectabel de machthebbers zijn die uw zedelijkheid bewaken (...)
Menschenvleesch voor het kanon, menschenvleesch voor de industrie,
menschenvleesch voor de prostitutie.’
Het verhaal doet onwillekeurig denken aan de onthullingen over
Fortunata ‘Tuna’ Israël in het dossier van Eurosystem Hospitalier midden
jaren zeventig van de vorige eeuw (zie verder bij Albert II). Maar in
tegenstelling tot dit laatste dossier, zwijgen de Belgische kranten de zaak
over de kinderprostitutie in eerste instantie dood. Zelfs vandaag is de
(gespeelde) verontwaardiging groot als ik het verhaal vertel tijdens een
uitzending van Controverse op RTL.
Naast een onvermoeibare vrouwenloper is Leopold II een erg vreemde
man. Zijn vader had op dat punt misschien niet helemaal ongelijk. Hij is
bang van bacillen. Hij laat de Engelse krant door een lakei strijken om de
ziektekiemen te doden. En hij zal nooit een voet in ‘zijn’ Congo zetten,
omdat hij bang is om er een tropische ziekte op te lopen. Leopold zelf
beweert dat dit is omdat hij aan heupjicht lijdt. Tegelijk laat hij wel zijn
vingernagels groeien. Leopold geeft zelden een hand maar als hij niet
anders kan, steekt hij volgens auteur Michael Nelson enkel twee vingers
uit. Hij is bang dat zijn nagels anders zullen afbreken. Op de sterffoto van
3
4. de koning zijn effectief de extreem lange vingernagels goed te zien. Wat
hiervan de bedoeling was, is onduidelijk. De koning leed aan smetvrees,
net zoals Laurent, het achterachterkleinkind van zijn broer Filips.
Misschien kon Leopold op die manier vermijden om mensen een hand te
geven? Ook Laurent geeft niet graag een hand. En als hij niet anders kan,
dan moet hij zijn handen onmiddellijk kunnen wassen.
De koning heeft met zijn wettige echtgenote drie dochters. Prinses Louise
(1858-1924), de oudste dochter werd volgens klinisch psycholoog Daniel
Devreese in 1895 door Freuds collega’s Richard von Krafft-Ebing en
Wagner von Jauregg krankzinnig verklaard en geïnterneerd in Oostenrijk
en Duitsland, maar kon na vijf jaar naar Parijs vluchten bij Dr. Valentin
Magnan, een autoriteit op het gebied van de chronische paranoia, die de
curatele ophief en haar de vrijheid terugschonk.
Leopold II heeft een jongere broer, Filips, en een zus, Charlotte. De
koning is enkel geïnteresseerd in het geld van zijn zus. De socialisten
lusten de Coburgs rauw, omwille van die geldzucht. De linkse pers is veel
scherper dan vandaag. Bij het bericht dat prins Boudewijn, de
vermoedelijke opvolger van Leopold II en oudste zoon van Filips, naar
Zanzibar was afgereisd, schrijft de socialistische krant Le Peuple in 1885:
' Dat ze maar allemaal naar Afrika ophoepelen, die roofdieren van de
stam van Coburg. Die koninklijke rommel is enkel goed voor negers.’
Na het mislukte Mexico-avontuur (zie Kroongeheimen) wordt Charlotte
alleen maar rijker. Haar vermogen wordt door derden, zoals de bankiers
Rothschild, beheerd. Op 5 oktober 1868 bedraagt het fortuin van
Charlotte al 11.120.000 frank. ‘Sinds 1857 was het meer dan
verdrievoudigd,’ staat in het boek Nieuw licht op Leopold I & Leopold II.
Een deel zit bij de Rothschilds in Parijs, een ander deel bij de Rothschilds
in Wenen. Het fortuin zal vanaf dan nog meer toenemen. Op 31 december
1887 bedraagt het bijna 30 miljoen frank. Het fortuin van Charlotte wordt
vervolgens door Leopold II in beslag genomen. Een deel wordt bij de
tweelingbroers Goffinet bewaard. Op 31 december 1909 wordt het fortuin
van Charlotte geschat op maar liefst 53.950.859,60 frank. Omgerekend
naar vandaag is dat bijna twaalf miljard frank of zowat 300 miljoen euro.
Een frank van toen is er vandaag immers 222 waard. Charlotte moet de
rijkste vrouwelijke telg uit de Belgische monarchie geweest zijn.
Charlotte’s oudste broer Leopold II koopt - met haar geld nota bene - ook
het kasteel van Bouchout bij Meise en sluit zijn zuster er definitief in op.
Over de mentale toestand van de vrouw zijn de meningen verdeeld.
Volgens prins Karel wist de vrouw exact wat ze deed. Zijn oudere broer
Leopold (de latere Leopold III) bezocht haar ook toen hij een jonge prins
was. Hij herinnert zich dat ze met voorwerpen naar de bezoekers gooide
en urenlang niets zei. Vandaag nog wordt in de buurt van Meise verteld
4
5. dat het kasteel van Bouchout tijdens de Eerste Wereldoorlog door de
Duitsers met rust werd gelaten. Dat komt doordat Charlotte de weduwe
was van Maximiliaan van Oostenrijk.
Laten we toch even dieper ingaan op deze merkwaardige telg van de
Coburgclan. Op 18 april 1869 schrijft Charlotte een brief aan de Franse
officier Charles Loysel. Ze schrijft dat ze al voor driekwart man is en ze
ondertekent de brief met Charles. Tussen februari en juni 1869 schrijft de
zus van Leopold II honderden brieven, waarvan 243 aan Loysel,
Maximiliaans kabinetschef. In deze fase van waanzin neemt Loysel
volgens auteur Jan Van den Berghe de plaats in van haar overleden man.
Zo wordt haar lichaam getekend met het fallische attribuut (membre
viril). ‘Devenir homme, c'est naître une seconde fois.’ Hij (Loysel) was
'het zwaard aan haar dijen', die ze virtueel betrok in haar
sadomasochistische verzuchtingen. In haar waan projecteerde ze haar
erotische fantasieën op hem.
Haar brief van 25 april 1869 aan Loysel, die zij in Londen waant, bevat
volgens klinisch psycholoog Daniel Devreese ‘een naderhand
geconstrueerde liefdesroman’, die zij laat aanvangen in 1864 na de
aankomst in Mexico, toen haar relatie met Maximiliaan reeds jaren was
bekoeld en zij afzonderlijk sliepen. Zij was kort na haar huwelijk
gedesillusioneerd, wegens zijn bezoeken aan Weense prostituees, wat
hem en haar een venerische ziekte bezorgde. In Mexico bedroog hij haar
openlijk met hofdames en met de zeventienjarige vrouw van de tuinman,
waarbij hij een zoon verwekte. De sadomasochistische scenario's met
Loysel zijn volgens Devreese ‘een spiegeling van wat in haar verbeelding
de Weense prostituees door Maximiliaan ondergingen’.
Later zal ze haar kamer vullen met haar huwelijksjurk, Mexicaanse
afgodsbeelden, verwelkte bloemen, oude wapens en een levensgrote pop
in keizerlijk uniform met blonde baard zoals Maximiliaan, waarmee ze
urenlang dialogeerde. Ze identificeert zich ook met Napoleon Bonaparte
in navolging van een dichter en zovele andere waanzinnigen,
In een van de vele brieven schrijft Charlotte dat ze drie keer zwanger
was1
. De meeste onderzoekers menen dat deze zwangerschappen niet echt
waren. Maar Leopold en Karel geven aan dat Maxime Weygand, een
Franse generaal in de twee wereldoorlogen, een zoon is van Charlotte.
Ook de Londense vishandelaar, William Brightwell, gaf zich uit als haar
zoon Rudolph Franz Maximilian von Habsburg. Deze geadopteerde zoon
van een Cockney groentenboer die, ondanks zijn koninklijke voornaam
en een vadersnaam die een schitterende toekomst voorspiegelde, zich
veroordeeld zag om levenslang zoute haring te verkopen, werd volgens
Devreese geboren in de nacht die Charlotte (eind september 1866) in het
1
5
6. Vaticaan doorbracht2
. Na haar dood maakte deze 'zoon' volgens auteur
Montgomery Hyde aanspraken op Charlotte’s immense fortuin en
Maximiliaans juwelen. Een andere kandidaat is Don Simoni (zie
afbeelding hieronder). Hij werd geboren op 15 december 1866. Op 1
januari 1930 overlijdt hij. Naar eigen zeggen is hij een zoon van Charlotte
en Maximiliaan. Zijn grafsteen is vandaag nog te bewonderen op het
kerkhof van Gagny in Frankrijk.
2
Op 13 juli 1866 reist Charlotte per schip naar Europa om hulp te vragen voor haar
Mexicaanse project. Op 8 augustus bereikt ze de haven van Saint-Nazaire in
Frankrijk. Onmiddellijk daarna voert ze gesprekken met Napoleon. Ondanks de hitte
draagt ze een mantel. Om haar bolle buikje te verbergen? Ze moet dan hoogzwanger
zijn. Vervolgens reist ze door naar het Vaticaan.
6
7. De grote droom van Charlotte’s oudste broer Leopold II is dan weer
gebiedsuitbreiding, en niet alleen in Afrika. ‘Deze ambitie nam in de loop
der jaren verschillende vormen aan: het einddoel bleef onveranderd’,
benadrukt historicus Jean Stengers. In 1906, drie jaar voor zijn overlijden,
stuurt Leopold II zijn secretaris Edmond Carton de Wiart meerdere keren
naar Luxemburg om er in het grootste geheim te onderhandelen met
groothertog Guillaume IV. Leopold wil zijn laatste grote slag slaan. Hij
weet dat zijn leven bijna gedaan is. De gezondheid van de groothertog is
dan niet al te best. Bovendien heeft Guillaume geen zoon. De opvolging
komt dus in het gedrang. De gewiekste Leopold II ruikt zijn kans.
Volgens onderzoeker Jean-Michel Bruffaerts was Guillaume zelfs van
7
8. plan om Luxemburg te verkopen aan Leopold. Congo had enkele jaren
veel geld opgeleverd. De vorst beschikte dus over de nodige middelen.
Hoeveel wil Leopold betalen? De Belgische koning geeft zijn
vertrouwensman Carton een mandaat mee om te onderhandelen. Carton
mag maximaal 20 miljoen frank bieden. Omgerekend naar vandaag is dat
ruim 5 miljard frank of 125 miljoen euro. Leopold verduidelijkt niet hoe
hij aan die enorme som komt. Moeilijk is het niet om de oorsprong ervan
te achterhalen.
Groothertog Guillaume herstelt evenwel, tegen alle verwachtingen in. Dat
snode plan van de koning der Belgen gaat dus niet door. In 1907 hakt de
genezen Guillaume zelf de knoop door: dochter Marie-Adélaïde volgt
hem op. Ze zal in 1912 groothertoging van Luxemburg worden.
In de lente van 1909 voelt de schurk Leopold II het einde naderen. Hij
heeft enkele maanden daarvoor, in zijn ogen, een grote nederlaag
geleden. De Belgische staat heeft Congo geannexeerd. Leopold is zijn
belangrijkste bron van inkomsten kwijt. ‘Voor Leopold was deze
gedwongen opgave van Congo een drama’, weet historica Geneviève
Tellier. Hij heeft alles in het werk gesteld om de overdracht zo lang
mogelijk tegen te houden. Toch heeft Leopold zich hiervoor flink laten
betalen door de Belgische belastingbetaler. Dat Congo een ‘geschenk’
van de koning was aan het Belgische volk is de grootste mythe uit de
geschiedenis. In maart 1908 dient regeringsleider Franz Schollaert een
wetsontwerp in. Het onderwerp van het ontwerp is de overdracht van
Congo aan België. In ruil voor het gebied in Afrika neemt de Belgische
regering de nog uitstaande schuld van Leopold II aan de overheid over.
Het saldo op dat ogenblik bedraagt 110 miljoen frank (nu: 24,2 miljard
frank of 600 miljoen euro). Een frank van toen is er nu 220 waard.
De overheid engageert zich ook om de bouwprojecten van de vorst te
beëindigen. Kostprijs hiervan: 45,5 miljoen frank (nu: 10 miljard frank of
bijna 250 miljoen euro). Klap op de vuurpijl is een beloning voor de vorst
van 50 miljoen frank (11 miljard frank of 272 miljoen euro) ‘ten teken
van erkentelijkheid voor de grote offers die hij zich getroost heeft voor
Congo’. Het onderhandelde contract heeft dus een globale waarde van
ruim 1,1 miljard euro of 45 miljard huidige frank! Van een geschenk aan
de natie is geen sprake. Volgens auteur Mark van den Wijngaert slaagde
de koning erin zijn privébezit aan een zeer hoge prijs aan de Belgische
belastingbetalers te verkopen. ‘Zaken zijn zaken (voor de vorst)’, noteert
de auteur terecht.
Op 15 april 1909 schrijft Leopold een brief aan zijn vertrouweling
Auguste Goffinet. De vorst wil al zijn kunstvoorwerpen verkopen:
juwelen, meubelen, schilderijen, porselein, tapijten. ‘De kunstvoorwerpen
8
9. zullen binnenkort vrije toegang hebben tot Amerika. Dat is zeer voordelig
voor ons. Ik vraag u om de verkoop te organiseren en een koper te vinden
die alles en bloc opkoopt.’
Enkele dagen later, op 18 april, benadrukt Leopold nog eens dat het
belangrijk is een ‘grote koper te vinden voor het geheel van mijn
kunstvoorwerpen’. Volgens Tellier is het niet duidelijk waarom Leopold
al zijn kunstvoorwerpen wil verkopen. Ze hecht weinig waarde aan de
hypothese dat Leopold zijn dochters wil onterven. Ook de verklaring dat
Leopold liquiditeiten nodig heeft, acht ze weinig waarschijnlijk. ‘Het is
moeilijk om de werkelijke motieven te achterhalen’, schrijft ze in
Léopold II et le marché de l’art américain. Volgens Tellier werd Leopold
mogelijks gechanteerd. Door wie en waarom? Dat is voorlopig een
mysterie.
Tussen de schilderijen van de koning zit een werk van Antoon van Dyck,
Portret van Duquesnoy. Het werk bevond zich in het paleis van Laken
toen daar begin januari 1890 brand uitbrak. Het schilderij liep rookschade
op en werd nadien hersteld. Leopold II verkoopt het schilderij via
kunsthandelaar Kleinberger op de Amerikaanse markt. Daar is men
verheugd over de lichte schade want daardoor ziet het schilderij er ‘oud’
uit. De snobs.
In België is er kritiek op de verkoop van de kunstwerken. In het
parlement ondervragen socialisten Vandervelde en Destrée in de lente
van 1909 de regering. Het antwoord is dat alles in het werk gedaan zal
worden om zoveel mogelijk kunstwerken in België te houden.
Leopold II krijgt via Goffinet de vraag of hij het werk van Antoon van
Dyck niet wil verkopen aan het Belgische museum voor schilderkunst.
Dat is moeilijk. De vorst heeft het begin mei al verkocht aan Kleinberger.
Maar Leopold heeft nog een kopie van het werk. Op 25 mei verkoopt
Leopold een vals schilderij aan het Belgisch Museum voor Schilderkunst
en Beeldhouwwerk. Hij vertelt er niet bij dat het om een kopie gaat. Daar
is men in de overtuiging een echte Van Dyck op de kop getikt te hebben.
Volgens kunsthistorica Tellier wilde Leopold II op die manier wraak
nemen op het Belgische volk. In de media werd de oude vorst op het eind
van zijn leven gelyncht. Hij verwachtte een klein beetje dankbaarheid
voor de overdracht van Congo aan het Belgische volk. In plaats daarvan
kreeg hij spot en haat. Leopold II beslist om zijn laatste slag te slaan.
‘Voilà, moet hij gedacht hebben, dat is voor de publieke opinie die niet
begrepen heeft wie ik ben en wat ik gerealiseerd heb’, schrijft Tellier.
‘Voilà, dat is voor dit ondankbare volk.’ Op 17 december 1909 blaast
Leopold II zijn laatste adem uit. Maar daarmee is het verhaal nog niet
helemaal ten einde. Een rechtstreekse afstammelinge van Leopold II,
Stéphanie zu Windisch-Graetz (°1939), eist vandaag inzage in het
9
10. testament van de vorst. Hiertoe ondernam ze al verscheidene vruchteloze
pogingen bij ‘diverse instanties’. De krasse dame: ‘Het wordt mij als
wettige erfgename geweigerd. Zonder enige reden. Dan vraag ik me af:
wat willen ze in hemelsnaam verbergen?’ De tegenwerking die ze
ondervindt bij haar speurtocht naar haar familievermogen, voedt volgens
de media de geheimzinnigheid die al decennialang rond het fortuin van
Leopold II hangt. Dat vergaarde hij door de rubberwinning en handel in
ivoor uit Congo, ooit zijn privébezit. De Nederlandse krant De Telegraaf
voedt ook de geruchten dat Leopold II voor een fortuin aan goudstaven
liet begraven in de Ardennen. Met het zittende Belgische koningshuis
heeft Windisch-Graetz geen enkele band. ‘Ik spreek die mensen nooit. Zij
hebben nog nooit contact met mij gezocht. Het zijn meelijwekkende
figuren in een gouden kooitje.’
10