2. “Ik moet zo echt gaan. Ik kan niet te laat komen op mijn examen.” Typt Tessa met een lachend gezicht. “Ik moet ook zo naar mijn examen.” Tessa aarzelt even. Eva heeft gelijk met haar examen, dan moet het dus iemand zijn van de campus.
3. Ze wacht even en gaat dan snel over de toetsen. “Waarom hebben we eigenlijk nog nooit afgesproken? We kunnen het toch goed vinden samen.” Het blijft even stil en Tessa tuurt gespannen naar het scherm. “Geloof me, je wilt me niet ontmoeten. Je zou alleen maar teleurgesteld zijn.”
4. Met een verbaasd kijkt Tessa naar het scherm. “Waarom? We kennen elkaar nu al bijna een jaar. Waarom zouden we elkaar niet ontmoeten. Het lijkt mij geweldig.” “Oké, kan je zaterdag om 8 uur? In het park?”
5. Nadat de tijd en plaats is afgesproken sluit Tessa de pc af. Ze gaat Eva ontmoeten. Zou zij hetzelfde voor haar voelen? Elke keer als ze aan haar vriendin denkt voelt Tessa de vlinders in haar buik. Ze trekt haar jas aan en vertrekt naar haar examen.
6. Hoewel ze er met haar gedachte niet helemaal bij was, heeft Tessa toch een 10 gehaald. Met een gelukkig gevoel loopt ze naar binnen. Niets kan deze dag nog verpesten. Ze heeft een 10 en een ontmoeting met Eva.
7. Het is inmiddels al aardig koud aan het worden. De winter zal binnenkort zijn intreden doen. Pim staat al vroeg in de ochtend buiten de bladeren bij elkaar te harken en een rilling gaat over zijn rug. ‘De volgende keer toch maar een jas aandoen.’ Zucht hij.
8. Gelukkig is het die middag iets warmer. De zon breekt door de wolken en verwarmt de tuin. Pim gaat met zijn schrift aan de tafel zitten. Ze hebben over een paar uur examen en hij wil goed voorbereid zijn.
9. Ook Carmen studeert, maar dan wel binnen. Nienke ligt in de wieg en slaapt. Terwijl Carmen de laatste pagina doorleest komt Pim naar binnen. ‘Ik zal de oppas bellen, we moeten zo gaan.’ Zegt hij en pakt zijn telefoon.
10. Een uur later is de oppas er en Pim heeft haar alles uitgelegd. Het is maar voor een paar uur. Het regent zachtjes als Pim en Carmen naar buiten lopen. ‘Succes.’ Is het enige wat Carmen zegt voor ze aan hun examen beginnen.
11. ‘Gefeliciteerd!’ roept Carmen twee uur later. Ze hebben allebei hun examen gehad en ze zijn allebei met een 10 geslaagd. Pim maakt zich even los uit de omhelzing. ‘Ik ga Nienke in bad doen.’
12. Carmen betaalt de oppas en Pim loopt naar het wiegje. ‘Ben je een beetje lief geweest?’ vraagt hij en Nienke begint meteen te lachen. Hij neemt haar mee naar de badkamer. ‘Je moet er wel mooi uit zien voor opa en oma.’ Zegt Pim terwijl hij de wastafel vol laat lopen.
13. Ook bij Daan en Susan verloopt alles goed. Susan heeft een vrije dag en werkt de hele dag aan haar schilderij. Het is wel duidelijk van wie Noa haar talent heeft.
14. De oudste kinderen komen om 1 uur al uit school. Met hun huiswerkmapje stappen ze een voor een uit de bus. Nu de drieling is opgegroeid, komen zij ook al eerder naar huis.
15. In de keuken vormen ze een kringetje en gaan op de grond zitten. ‘Zo is het tenminste iets leuker.’ Amy en Anna zijn allebei al naar hun werk en maken hun huiswerk als ze terug zijn.
16. Als ze allemaal klaar zijn staat Timo op. ‘Ik denk dat ik ook maar een baantje ga zoeken. Ik kan beter zo snel mogelijk beginnen met verdienen.’ Na een tijdje zoeken komt hij bij een baantje in de journalistiek. Ook Noa gaat op zoek naar een baan en vindt een baan in het onderwijs.
17. Ze kan meteen beginnen. Een beetje chagrijnig loopt ze naar buiten. ‘In deze kleding wil je toch niet werken.’ Mompelt ze.
18. ‘Dan had je maar een ander baantje moeten zoeken.’ Zegt Naomi lachend. ‘Ik wacht nog wel even met zoeken.’ Zegt ze en pakt een boek uit de kast.
19. ‘Het is ander heel leuk werken in het onderwijs.’ Zegt Daan die ook binnenkomt. Voor Naomi iets terug kan zeggen gaat de telefoon. Daan loopt naar de keuken en neemt op. ‘Dus jullie hebben allemaal een 10?’ vraagt hij geïnteresseerd. ‘Natuurlijk gaat het vanavond nog door. Je moeder en ik kunnen niet wachten om jullie weer te zien.’
20. Die avond neemt Daan zijn zoon in zijn armen. ‘Hebben jullie een goede reis gehad?’ vraagt hij. ‘Het was heel rustig op de weg.’ Zegt Pim.
21. Ook Tessa wordt begroet. ‘Kom snel mee naar binnen.’ Zegt Susan. ‘Amy en Anna hebben taart gemaakt en hij ziet er echt heerlijk uit.’
22. Daan staat intussen bij zijn kleindochter. ‘Hallo meisje.’ Zegt hij en hij houdt zijn handen voor zijn ogen. ‘Waar is opa nu?’ vraagt hij. Hij haalt zijn handen weg. ‘Hier is hij.’ Roept hij en Nienke begint te lachen.
23. Pim, Carmen, Tessa en natuurlijk Nienke worden hartelijk begroet door de rest van de familie. Dan verzamelt iedereen zich aan de tafels.
24. ‘De taart is weer heerlijk.’ Zegt Pim lovend. ‘Het is jammer dat Nienke er nog niet van kan genieten.’ Zegt Amy lachend. ‘Er zullen nog genoeg verjaardagen komen dat ze wel mee zal eten.’ Zegt Carmen en kijkt even naar het bedje.
25. ‘Het lijkt nog maar zo kort geleden dat ze geboren werd.’ Zegt Pim en hij legt zijn vorkje even neer. ‘Gek dat ze morgen al haar eerste verjaardag zal vieren.’
26. ‘Geloof me, dat wordt nog veel erger.’ Zegt Daan lachend. ‘Wij hebben dat tien keer mee gemaakt en waarschijnlijk zullen we dat nog wel bij onze kleinkinderen meemaken.’ Voegt Susan eraan toe.
27. Tessa zat al die tijd afwezig met haar vorkje in haar taart te prikken. Susan merkt het. ‘Wat is er aan de hand Tessa? Het lijkt wel of je verliefd bent.’ Tessa voelt zich betrapt en legt haar vorkje neer. ‘Ik heb iemand ontmoet via de chat en morgen ga ik haar ontmoeten.’
28. De volgende dag staat Carmen met Nienke in haar armen bij de wieg. ‘Kan jij geloven dat ze vandaag al een peutertje zal worden?’ vraagt Pim.
29. Carmen schudt haar hoofd. ‘Ik had niet eens verwacht dat ik ooit kinderen zou krijgen.’ Zegt ze en houdt het warme babylichaampje tegen zich aan.
30. Ze aait Nienke over haar hoofdje en geeft haar dan aan Pim. ‘We kunnen het niet voor eeuwig uitstellen.’ Mompelt ze.
31. Pim loopt naar de taart en Carmen steekt de kaarsjes aan. Met grote ogen kijkt Nienke naar de fonkelende vlammetjes.
32. Pim en Carmen kijken lachend toe. Er is nog zoveel in de wereld om te ontdekken voor hun dochtertje. Snel pakt Carmen de ratel en begint te zwaaien.
33. Nienke steekt haar kleine handjes uit naar de vlammetjes en Pim houdt haar iets dichter bij de taart zodat hij de kaarsjes kan uitblazen. Met even grote ogen kijk Nienke hoe de vlammetjes doven.
34. En dan is het moment daar, het moment dat Pim al zo vaak bij zijn broertjes en zusjes heeft gezien, maar nu bij zijn eigen dochter. Na enkele seconde houdt hij een vrolijk meisje vast.
35. Hij zet haar op de grond en Carmen kijkt bewonderend naar haar dochter. Ze is een paar seconde heel erg veranderd. Ze bukt bij haar neer en Nienke begint meteen te lachen.
36. ‘Ama!’ roept ze en steekt haar armpjes uit. Carmen lacht ook. ‘Je bent een knap meisje geworden.’ Zegt ze en aait even door het haar van Nienke.
37. ‘Zal ik je eerst maar wat anders aandoen?’ Carmen pakt Nienke op en loopt naar de slaapkamer. Ze maakt 2 vlechtjes in haar haar en pakt een ander jurkje.
38. Ze neemt Nienke weer mee naar de woonkamer en zet haar op de grond. Meteen kijkt Nienke onderzoekend om zich heen. ‘Kijk eens, wil je hier mee spelen?’
39. Maar Nienke heeft duidelijk andere ideeën. Ze kruipt naar de speelgoedkist. Ze graait tussen het speelgoed en tovert dan een paardje tevoorschijn.
40. Carmen schuift bij Pim aan tafel en samen eten ze een stuk taart. ‘Hoe zou het nu bij Tessa zijn? Ze zou die Eva vandaag toch ontmoeten?’ zegt Pim. ‘Straks is het een of andere engerd.’ ‘Tessa loopt echt niet in zeven sloten tegelijk, ze weet echt wel wat ze doet.’ Zegt Carmen en ze probeert Pim te sussen.