SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 33
Baixar para ler offline
Improvement Model
COPYRIGHT © 2010-2016 STICHTING BEHEER IMPROVEMENT MODEL
Dit document is eigendom van Stichting Beheer Improvement Model. Stichting Beheer
Improvement Model heeft dit document onder licentie verkregen van Novire BV teneinde het
schemabeheer uit te voeren. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd of openbaar
worden gemaakt op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Stichting Beheer Improvement Model, noch mag het worden gebruikt voor enig ander werk dan
waarvoor het is vervaardigd. Verstrekking aan en gebruik door anderen is niet toegestaan.
Stichting Beheer Improvement Model is ondanks de zorg die aan dit document is besteed niet
aansprakelijk voor schade die ontstaat als gevolg van fouten.
Stichting Beheer Improvement Model aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade ten
gevolge van het gebruik van de informatie uit dit document.
Improvement Model
EISEN
Zoals verwoord in hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3.
VERKLARING
De producten en diensten van de organisatie voldoen – met een score van <> – aan de eisen,
zoals neergelegd in het certificatieschema van het Improvement Model.
GEBRUIK MERKEN
Improvement Model beschikt over een eigen logo. Na certificering mag de organisatie dit logo
voeren. Er is een algemene variant welke aangeeft dat de organisatie gecertificeerd is en een
specifieke variant welke ook de kleur en score aangeeft. De organisatie is gerechtigd beide
logo’s te voeren op digitale en fysieke uitingen.
ACCREDITATIENORM
EN 45011:1998
CERTIFICATIEONDERZOEK
Zie hoofdstuk 2
PRODUCT / PRODUCTGROEP
De klantvraag is bediend, conform inspraak, aanspraak, bejegening en verwachting. De
organisatie biedt vanuit haar maatschappelijke context continuïteit en veiligheid.
NORM / NORMATIEF DOCUMENT
Beoordelings- en wegingskader van het Improvement Model ten aanzien van
inrichting en uitkomsten van het  klantproces conform vereisten wet- en regelgeving
en maatschappelijke rol. Er is een normenschema en indicatorenset.
NAAM CERTIFICATIESCHEMA
Improvement Model
»	Algemene eisen voor Certificerende Instellingen die certificatie volgens het Improvement 	
	 Model uitvoeren;
»	Verificatie van de juistheid van door de organisatie verwerkte data binnen het self-		
	 assessment, voorafgaand aan het certificatieonderzoek;
»	Auditing van de uitkomsten van de zorg- en dienstverlening conform de normen en 	
	 indicatoren van het Improvement Model
VERSIE CERTIFICATIESCHEMA
2016, versie 2.0
CODE CERTIFICATIESCHEMA
IM 2012
BEHEERDER CERTIFICATIESCHEMA
Stichting Beheer Improvement Model
REGISTRATIENUMMER RAAD VOOR ACCREDITATIE
S 575
ONDERWERP TOETSING
Producten en diensten binnen de zorg- en welzijnssector, zijnde zorg en begeleiding thuis,
in woonvormen, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, welzijn,
maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.
Voorwoord
Voor u ligt het Improvement Model. Een innovatief certificatieschema voor zorg- en
welzijnsinstellingen. Wij zijn dit project gestart – vanuit het werkveld –, omdat we ons
met elkaar realiseerden dat er behoefte is aan een eigentijdse totaaloplossing. Een
nieuwe houvast voor organisatie-inrichting die rekening houdt met hetgeen gebeurt
en verandert in de maatschappij anno nu. Daarnaast zijn we ervan overtuigd dat
betere zorg, service en diensten mogelijk zijn. Het Improvement Model benadert het
zorg- en dienstverleningsproces op een hele nieuwe manier. De klant is consistent
het uitgangspunt en van daaruit wordt de lijn doorgetrokken naar alle relevante
organisatieonderdelen. En dat werkt verrassend goed. Op alle fronten.
We dagen u uit om grondig met het model aan de slag te gaan. Om met een open blik
naar de verschillende onderdelen van uw organisatie te kijken en mogelijkheden te
overwegen die wellicht om lef vragen. Wij geloven dat dat de sleutel is tot een succesvol
eindresultaat waar alle belanghebbenden baat bij hebben.
Het Improvement Model is mede ontstaan door de waardevolle input van een grote
groep professionals, -bestuurders en andere deskundigen uit de gehele breedte van het
werkveld die zich stuk voor stuk belangeloos hebben ingezet. Onze dank aan hen is groot.
Stichting Beheer Improvement Model
Esther van Nieuwenhuizen
Evelien Verkade
Improvement Model versie 2, april 2016 9Improvement Model versie 2, april 20168
4 CERTIFICATIESCHEMA	 41
Basis voor het onderzoek	 41
Frequentie en inhoud van de beoordeling	 41
Onderzoek organisatie	 43
Rapportage richtlijnen	 47
Richtlijnen rondom schorsing, intrekking, uitbreiding en inperking van het certificaat	 47
Kwalificatiecriteria auditteam	 49
Beoordeling auditteam	 50
Criteria auditdagen	 51
Overige richtlijnen	 52
5 TERMEN EN DEFINITIES	 55
6 INDICATORENSET	 65
Inhoudsopgave
1 INLEIDING		 11
Situatieschets		 11
Over het Improvement Model 	 12
Wat biedt het Improvement Model? 	 12
Uitgangspunten, doelstellingen en toepassingsgebied	 14
Hoe werkt het in de praktijk 	 14
Leeswijzer 		 16
2 NORMENSCHEMA	 19
1 Klant		 20
2 Missie		 22
3 Product		 22
4 Medewerker		 25
5 Middelen		 27
6 Financiën		 28
7 Organisatie, processen, beleid en kwaliteit	 29
8 Registreren gegevens binnen managementsysteem	 32
3 MANAGEMENTSYSTEEMEISEN VOOR ORGANISATIES	 35
Opties		 35
Optie 1: Managementsysteemeisen volgens ISO 9001 of HKZ	 35
Optie 2: Algemene managementsysteemeisen	 36
Toetsen		 37
Improvement Model versie 2, april 2016 11
Inleiding
Situatieschets
De zorg- en welzijnsmarkt heeft te maken met een veranderende zorginfrastructuur. Er
is een verschuiving gaande van een voorschrijvende overheid en een budgetgestuurde
situatie naar ondernemerschap. Het initiatief ligt nu bij de zorginstelling. Voor veel
organisaties is het een uitdaging hierop te anticiperen. Ondernemerschap op klant- en
productniveau is vaak een nog onbekende weg voor medewerkers en bestuurders. Daar
komt bij dat organisaties het al druk genoeg hebben met de verschillende aspecten waar
ze tegelijk rekening mee moeten houden; de bedrijfsvoering, de inhoud, de kwaliteit,
de veiligheid. Dit alles resulteert met enige regelmaat in terughoudendheid waar
ondernemerslef nodig is.
Ondertussen zoeken financiers naar transparantie in de verhouding tussen prijs, kwaliteit
en resultaten. Samenwerking tussen alle betrokken partijen, inclusief laatstgenoemde en
toezichthouders, is dus van groot belang.
Het wordt steeds wenselijker dat de focus op uitkomsten komt te liggen, en niet alleen
op processen en protocollen. Daarbij moeten de klant en de medewerker zich binnen
duidelijke kaders zo vrij mogelijk kunnen blijven bewegen. Om haar toekomst zeker te
stellen, is het voor zorginstanties van belang terug te keren naar de basis en zichzelf de
vraag stellen waaraan zij hun bestaansrecht ontlenen. Daarbij hoort de klant centraal te
staan; welke aanspraak doet de klant op de sociale zekerheid en al dan niet verplichte
zorgverzekeringen, wat is zijn zorg- of dienstverleningsvraag, wat zijn daarbij zijn wensen
en in hoeverre kan de organisatie daaraan voldoen?
Jazeker, de wijzigingen zetten zorgorganisaties voor flinke uitdagingen. Tegelijkertijd is het
een kans om de puzzel opnieuw te leggen. Om te vernieuwen, te verbeteren en grondig te
kijken naar het wat, waarom en waartoe van de organisatie.
1
Improvement Model versie 2, april 201610
Improvement Model versie 2, april 2016 13Improvement Model versie 2, april 201612
Schematisch kan dit als volgt worden weergegeven:
1. Klant 2. Missie 3. Product 4. Medewerker 5. Middelen 6. Financiën 7. Organisatie
Toelichting op de figuur:
Centraal in het schema beweegt zich de klant (1). Langs de assen van de wet- en
regelgeving (de aanspraak die de klant maakt), de eisen van kwaliteitsborging en
planning & control beweegt zich de totale organisatie. Deze organisatie is opgebouwd
in chronologische volgorde met de klant (1) als vertrekpunt. Met een missie waaruit
de maatschappelijke legitimatie blijkt (2). En een daarbij passend product (3), daarbij
passende medewerkers (4) en passende middelen (5). Hieruit volgt een kloppende
financiële onderlegger (6) en ten slotte dienen al deze onderdelen geborgd te worden
in een organisatiesystematiek (7). Wanneer het totaal in balans is, resulteert dit in een
groene uitkomst. Bij afwijkingen worden de uitkomsten van het model oranje, of mogelijk
rood.
Over het Improvement Model
Stichting BIM biedt met het Improvement Model een basis voor de overgang van de
oude situatie naar de gewijzigde. Het model helpt bepalen of een organisatie toekomst
en bestaansrecht heeft. Het geeft organisaties handvatten om zichzelf te toetsen en te
ontwikkelen tot een klantgestuurde organisatie met toekomstperspectief. Een organisatie
waar kwaliteit en transparantie van de werkzaamheden zijn gewaarborgd, waar de
bedrijfsvoering gericht is op output, en waar klanten en medewerkers, binnen de wet- en
regelgeving, de grootst mogelijke bewegingsvrijheid hebben.
In het model staat de klant zowel inhoudelijk als in de businesscase centraal. De te leveren
producten en diensten zijn direct aan de klantvraag gerelateerd. Deze is dus zeker gesteld
omdat hij, net als de klantaanspraak, ook het uitgangspunt is binnen de begroting.
Het model schrijft niet voor op het ‘hoe’. Dat is aan de organisatie en haar creativiteit en
eigenheid. Het Improvement Model is breed inzetbaar en volledig toegesneden op het
werkveld. Het heeft zichzelf in de praktijk bewezen als een effectief transitiemiddel en
aantrekkelijk verbeterinstrument.
Wat biedt het Improvement Model?
» 	Het geeft reflectie op bezieling en bestaansrecht (wie is de klant, welke vraag naar zorg- 	
en dienstverlening en welke aanspraak op sociale zekerheid dient centraal te staan?).
» 	Organisaties kunnen met het model het huidige productaanbod en de huidige
(doorgaans nog budgetgestuurde) bedrijfsvoering gestructureerd beoordelen.
» 	Het helpt richting bepalen en continuïteit maximaal te waarborgen, ondanks
veranderde bekostigingssystematiek (prijs maal volume).
» 	De herpositionering bindt en maakt medewerkers enthousiast.
» 	Het geeft structuur en houvast aan de verschillende aandachtsgebieden en onderdelen
in de organisatie: Klantvraag → Maatschappelijke legitimatie → Consequentie.
» 	Het is een hulpmiddel om te komen tot een State of the Art bedrijfsvoering, voldoende
zicht op kwaliteit en de verhouding prijs/kwaliteit. Klantwaarden en kwaliteit staan
daarbij centraal.
» 	Het helpt medewerkers om de klantvraag als vertrekpunt te leren nemen.
Wet-enregelgeving
Kwaliteitsnorm en Planning & Control
Improvement Model versie 2, april 2016 15Improvement Model versie 2, april 201614
Uitgangspunten, doelstellingen en toepassingsgebied
Het Improvement Model is vanuit de volgende uitgangspunten ontwikkeld en opgebouwd:
»	Vertrekpunt is de klantvraag, aanspraak en klantwaarden.
»	Maatschappelijke legitimatie is een speerpunt.
»	Veranderende positionering van klant en organisatie is een belangrijk aandachtspunt.
»	Er is een duidelijk onderscheid tussen klantvraag en productaanbod.
»	Er is een structureel verband met wet- en regelgeving.
»	Het is een hulpmiddel voor de continuïteit van de organisatie.
»	De principes van outputfinanciering worden geborgd.
Doelstelling norm
1. Klantgedreven organisatiestructuur en bedrijfsvoering, gericht op goede en veilige
output. 2. Hoge klant- en medewerkertevredenheid. 3. Een goed renderende organisatie
met een gezonde basis voor continuïteit. 4. De verhouding tussen prijs en kwaliteit is goed
en wordt steeds beter. Dit blijkt uit effecten, uitkomsten en resultaten.
Toepassingsgebied norm
Producten en diensten binnen de zorg- en welzijnssector, zijnde zorg en begeleiding thuis,
in woonvormen, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, welzijn,
maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.
Hoe werkt het in de praktijk?
De zeven genoemde onderwerpen van het model zijn samenhangend vertaald in een
indicatorenset. Medewerkers binnen de organisatie vullen een self-assessment in op klant-,
medewerker- en organisatieniveau. Zij gaan hier vervolgens over in gesprek met de klant zodat
de klantinspraak vanaf de basis geborgd is. Het invullen en bespreken resulteert in inzicht en
richting ten aanzien van alle onderwerpen die voor het verlenen van de zorg van belang zijn.
Toelichting bij figuur:
Aan de slag met het Improvement
Model. Welke documenten en
hulpmiddelen horen bij welke
stap? Veel van de genoemde tools
bestelt u al dan niet gratis via www.
stichtingbim.nl
Improvement Model versie 2, april 2016 17Improvement Model versie 2, april 201616
De ingevulde antwoorden leiden tot uitkomsten die worden weergegeven in een
verkeerslichtenmodel. In de kleuren rood tot donkergroen is in één oogopslag te zien
welke onderdelen nog aandacht behoeven en welke onderdelen goed geregeld zijn.
Interne benchmarking is mogelijk doordat resultaten te aggregeren zijn naar teams,
locaties, afdeling etc.
De praktijk heeft laten zien dat deze transparantie een gezond streven naar verbeteren
zichtbaar maakt. De organisatie ontvangt de juiste informatie om de verbeterstappen te
kunnen zetten die leiden tot een hogere score. In één oogopslag wordt duidelijk welke
thema’s nog aandacht behoeven, of waar zich best-practices bevinden die wellicht breder
in de organisatie kunnen worden uitgerold.
De organisatie kan haar eigen invoer controleren middels een interne controle op de
ingevoerde data. Kunnen de gegeven antwoorden op de vragen op de juiste wijze worden
onderbouwd? Mogelijk dienen scores te worden bijgesteld.
Vervolgens toetst de certificerende instelling conform de in dit document beschreven
werkwijze de juistheid van invoer. Op grond van de uitkomsten kan de certificerende
instelling een certificaat toekennen.
Leeswijzer
Het Improvement Model is een verbetermodel in de vorm van een norm en een
certificatieschema. De norm beslaat heel hoofdstuk 2. Dit is de ‘standaard’ waarbinnen
de eisen zijn geformuleerd waaraan zorgorganisaties die in aanmerkingen willen komen
voor certificering moeten voldoen. Deze eisen zijn nader uitgewerkt in de indicatorenset
in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 3 beschrijft de managementsysteemeisen. In hoofdstuk 4, het
certificatieschema, staat beschreven hoe een certificerende instelling de zorgorganisatie
toetst. In hoofdstuk 5 leest u de definities van de termen die in dit document worden
gebruikt.
Improvement Model versie 2, april 2016 19
Normenschema
Inleiding
In dit hoofdstuk vindt u de normen van het Improvement Model. Deze normen 		
worden uitgewerkt in hoofdstuk 6, de indicatorenset. De normen geven weer waaraan de
organisatie, in de persoon van de medewerker en de bestuurder, aan voldoet, of naar toe
werkt.
Het hoofdstuk ‘Klant’ is zeer bewust het eerste hoofdstuk; de klant is het vertrekpunt van
alles. Vanuit de klantvraag wordt de rest van de organisatie opgebouwd. De klantvraag
wordt vervat in een opdrachtformulering. Deze opdracht wordt in zijn geheel of in delen
vertaald in de dienstverleningsovereenkomst. In het onderstaande schema wordt dit
samengevat.
	
	Klantvraag	
	 Klantwaarden en -eisen
	Bejegening
			 +
	Opdrachtformulering
	
	 Aanspraak op basis van wet- en regelgeving	
	 Aanvullende vormen van financiering
	 Formalisering van de aanspraak plus aanvullende diensten
	Leveringsvoorwaarden
			 +
	Dienstverleningsovereenkomst
Het tweede hoofdstuk, over de missie van de organisatie, verhoudt zich tot de klantvraag.
Alle andere hoofdstukken na ‘Klant’ en ‘Missie’ borduren hier op voort.
2
Improvement Model versie 2, april 201618
Improvement Model versie 2, april 2016 21Improvement Model versie 2, april 201620
een dienstverleningsovereenkomst leidt, wordt nagegaan voor welk deel van deze
opdracht aanspraak gemaakt kan worden op wet- en regelgeving.
1.3.2	 Verder zorgt de bestuurder ervoor dat er aanvullende vormen van financiering
worden toegepast, zodat de organisatie geen financieel ongedekte diensten
verleent.
1.3.3	 De bestuurder en de verantwoordelijke medewerker laten de integrale aanspraak
in samenwerking met de klant volledig formaliseren. Dit gebeurt op de werkwijze
die daarvoor is vastgesteld en - voor zover van toepassing - door de instanties die
daarvoor zijn aangewezen.
1.3.4	 De bestuurder brengt in kaart wat de bijbehorende leveringsvoorwaarden zijn.
De geïnventariseerde aanspraken (publiek of privaat) zijn daarvoor de basis. De
bestuurder zorgt ervoor dat voor de individuele klant in kaart is gebracht welke
middelen noodzakelijk zijn bij de uitvoering van de dienstverlening.
1.3.5	 De bestuurder zorgt ervoor dat voor iedere klant een
dienstverleningsovereenkomst wordt opgesteld op basis van alle eerder genoemde
onderdelen. Binnen de dienstverleningsovereenkomst maakt de organisatie duidelijk
welke onderdelen zij zelf uitvoert en welke zij ergens anders belegt. Als onderdelen
van de dienstverleningsovereenkomst ergens anders worden belegd, zorgt de
bestuurder ervoor dat de organisatie de coördinatie op zich neemt van hulpvragen
die met elkaar samen hangen. Zo wordt in samenwerking met anderen in de totale
opdrachtformulering voorzien. De organisatie zorgt er in dit geval voor dat het
totaal van de dienstverleningsovereenkomsten aansluit op de opdrachtformulering
1.4	 Resultaten klantvraag
1.4.1 	 De bestuurder zorgt ervoor dat de organisatie in staat is om continue een
voldoende klantvraag naar het product van de organisatie te bedienen.
1.4.2 	 De bestuurder zorgt ervoor dat de organisatie in staat is om klanten te vinden, te
werven en te binden.
1	Klant
1.1	 Basisgegevens en toestemming
1.1.1	 De bestuurder en de verantwoordelijke medewerker zorgen ervoor dat de
(mogelijke) klant juist wordt geïdentificeerd. Ook moeten de gegevens van deze
(mogelijke) klant volledig, tijdig en juist worden geregistreerd.
1.1.2	 De organisatie waarborgt en registreert toestemming en inspraak van de
(mogelijke) klant binnen het totale verdere proces. De organisatie doet dit op tijd
en op de juiste manier.
1.2	Opdrachtformulering
1.2.1	 De verantwoordelijke medewerker stelt de vraag van de (mogelijke) klant vast,
zowel op het gebied van alle leefgebieden als van welzijns- en gezondheidsdoelen.
1.2.2	 De verantwoordelijke medewerker inventariseert bij de individuele klant de
klantwaarden en de klanteisen.
1.2.3	 De bestuurder en de verantwoordelijke medewerker leggen de gewenste bejegening
respectievelijk per klantgroep en per individuele klant vast. De basis hiervoor zijn de
vastgestelde klantwaarden.
1.2.4	 De verantwoordelijk medewerker inventariseert bij de klant de mogelijke risico’s
en analyseert deze. De medewerker brengt deze in verband tot eventuele
exclusiecriteria die de organisatie hanteert.
1.2.5	 De bestuurder en de verantwoordelijk medewerker dragen er zorg voor dat de
opdracht van de klant aan de organisatie ook kwantitatief wordt vertaald, in een te
verwachten duur en een te verwachten tijdsinspanning.
1.3	Dienstverleningsovereenkomst
1.3.1	 De bestuurder zorgt ervoor dat bij iedere individuele opdrachtformulering die tot
Improvement Model versie 2, april 2016 23Improvement Model versie 2, april 201622
staat is om tijdig een product voor de klant samen te stellen. Dit product is
gebaseerd op het productportfolio van de organisatie. Dit product is conform
de dienstverleningsovereenkomst. Het product wordt in samenspraak met de
klant samengesteld. De klant wordt van adequate informatie voorzien over de
gezondheidstoestand, mogelijkheden tot zorg, aard en risico’s van de zorg en
mogelijkheden, alsmede over de wijze waarop er met de gegevens van de klant
wordt omgegaan. Er is gecontroleerd of de informatie is begrepen.
3.2.2	 De medewerker stelt samen met de klant tijdig een plan op. Het plan komt overeen
met de dienstverleningsovereenkomst en het in te zetten product. In dat plan
staan de doelen (inclusief doelen ten aanzien van effecten en waardering), acties,
evaluatietermijnen en de benodigde inspanning van alle betrokkenen. De klant geeft
tijdig toestemming voor de uitvoering van het plan. In het plan wordt geborgd dat
er met eventuele medicatie zorgvuldig wordt omgegaan.
3.2.3	 De medewerker maakt op basis hiervan een planning. Daarbij zijn de wensen van
de klant voor de momenten van zorg het uitgangspunt. De medewerker gebruikt
voor de verdere uitwerking en invulling van het plan methodieken die waar mogelijk
wetenschappelijk verantwoord zijn. De medewerker zorgt ervoor dat de individuele
planning van de klant past binnen een efficiënte klantoverstijgende planning.
3.2.4	 Binnen het plan worden methodieken gehanteerd die overeenkomen met de
methodieken uit het productportfolio. Waar van toepassing worden geldende
protocollen en standaarden gehanteerd.
3.3	 Levering en verantwoording aan de klant
3.3.1	 De levering vindt aantoonbaar plaats conform plan en planning.
3.3.2	 De levering is doelmatig en veilig. Afwijkingen worden gemeld en opgevolgd.
3.3.3	 De medewerker verantwoordt kwalitatief en kwantitatief. Hij maakt het geleverde
product aan de klant, de organisatie en andere betrokken medewerkers transparant.
Dit doet hij altijd binnen de kaders van de wet.
3.3.4	 In datzelfde kader zorgt de medewerker voor een tijdige, volledige en adequate
1.5	 Communicatie met de klant
1.5.1	 De bestuurder zorgt ervoor dat de communicatie met de klant aantoonbaar
aansluit op zijn wensen. De communicatie wordt door de klant begrepen en is
geschikt is voor haar doel.
2	Missie
2.1	Missie
2.1.1	 De bestuurder formuleert een missie die aantoonbaar overeenkomt met de doelen
binnen de opdrachtformuleringen van alle (potentiële) klanten.
2.1.2	 De bestuurder zorgt ervoor dat vanuit de missie zichtbaar wordt dat zij
maatschappelijk gelegitimeerd wordt.
3	Product
3.1	Productportfolio
3.1.1	 De bestuurder zorgt ervoor dat de organisatie een productportfolio heeft.
3.1.2	 Dit productportfolio sluit steeds aan op het totaal van de
dienstverleningsovereenkomsten.
3.1.3	 Dit productportfolio sluit steeds aan op de missie.
3.1.4 	 Het productportfolio sluit aan op de vragen in de markt, kan geleverd worden door
de betrokken medewerkers en heeft een gezonde financiële basis.
3.2	 Product op maat
3.2.1	 De bestuurder maakt het mogelijk dat de verantwoordelijke medewerker in
Improvement Model versie 2, april 2016 25Improvement Model versie 2, april 201624
4	Medewerker
4.1	 Identiteit en binding
4.1.1	 De bestuurder zorgt voor passende identificatie van alle medewerkers van de
organisatie, inclusief ingehuurde derden. De gegevens van deze medewerkers
worden volledig, op tijd en juist geregistreerd.
4.1.2	 De bestuurder zorgt voor een juridische binding tussen de organisatie en de
medewerker en een juiste onderbouwing daarvan.
4.1.3	 De bestuurder toont aan dat hij alle inspanningen heeft verricht om vast te
stellen dat elke medewerker betrouwbaar en geschikt is voor de taken die hij zal
uitoefenen.
4.2	 Deskundigheid en opdracht
4.2.1	 De bestuurder zorgt ervoor dat alle medewerkers deskundig en bekwaam zijn voor
de taken die zij moeten uitvoeren.
4.2.2	 De bestuurder zorgt ervoor dat de waarden van de medewerker vastgelegd worden,
zodat deze gekoppeld worden aan de waarden van de klanten.
4.2.3	 De medewerker werkt met een beschrijving van taken en verantwoordelijkheden die
passen binnen het totaal aan taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatie.
4.2.4	 De medewerker werkt volgens een planning die is afgestemd op de behoeften van
zijn klanten.
4.2.5	 De medewerker werkt aantoonbaar volgens de gedragscode van de organisatie.
4.3	Levering
4.3.1	 Bij de levering van de zorg is er een duidelijke match op het gebied van
deskundigheid en waarden tussen de medewerker en zijn klant.
signalering en gegevensuitwisseling van zaken die voor de klant en de doelmatigheid
van het geleverde en het te leveren product van belang zijn. De medewerker
registreert de gegevens die nodig zijn om het bewijs te leveren dat de realisatie
voldoet aan de (kwaliteits-, veiligheids- en doelmatigheids)eisen. Zo kunnen
eventueel nodige aanpassingen in de dienstverlening op tijd gerealiseerd worden.
3.4	 Evaluatie ingezet product
3.4.1	 De medewerker toont aan dat het product samen met de klant binnen de
gestelde tijd wordt geëvalueerd. De frequentie van de evaluatie hangt af van de
intensiviteit van de zorg en de mate waarin de vraag wijzigt. Ook de mate waarin
nieuwe producten en methodieken inzetbaar zijn om het rendement van de zorg
te vergroten is van belang. Evaluaties vinden plaats naar behoefte, doch minimaal
éénmaal per jaar.
3.4.2	 Bij de evaluatie wordt de realisatie van de gestelde doelen betrokken.
3.4.3	 Bij de evaluatie worden de effecten en resultaten betrokken. Ook de doelmatigheid
van de geleverde zorg is onderwerp van evaluatie.
3.4.4	 Bij de evaluatie worden de waardering van de klant en zoveel mogelijk ook diens
omgeving betrokken.
3.4.5	 Wanneer bij de beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst vervolgzorg
nodig is, worden de gegevens over de inhoud van de geleverde zorg
overgedragen en de aard van de vervolgzorg vastgelegd. Bij de beëindiging van
de dienstverleningsovereenkomst registreert de organisatie de redenen daarvan
(met of zonder wederzijds goedkeuren). Hierin staat ook of de afsluiting al dan niet
plaatsvindt in de lijn van het plan.
3.5	 Communicatie met de klant
3.5.1	 De bestuurder en de medewerker communiceren voortdurend en op een juiste
manier met de klant.
Improvement Model versie 2, april 2016 27Improvement Model versie 2, april 201626
5	Middelen
5.1	 Inventarisatie middelen
5.1.1	 De bestuurder zorgt voor een inventarisatie van de middelen die nodig zijn om de
dienstverleningsovereenkomsten te realiseren. Ook zorgt de bestuurder ervoor
dat alle benodigde voorwaarden en kwaliteitscriteria duidelijk zijn en is er beleid
aanwezig ten aanzien van het inzetten en evalueren van middelen.
5.2	 Beschikbaarheid middelen
5.2.1	 De bestuurder zorgt ervoor dat de organisatie beschikt over de middelen die nodig
zijn voor de realisatie van de dienstverleningsovereenkomsten.
5.2.2	 Ook zorgt de bestuurder ervoor dat de middelen bewezen geschikt, veilig en
doelmatig zijn om de dienstverleningsovereenkomsten te realiseren.
5.3	 Toepassing middelen
5.3.1	 De bestuurder en de medewerker zorgen, vanuit hun eigen rol, voor een veilige
toepassing van de middelen.
5.3.2	 De bestuurder en de medewerker zorgen, vanuit hun eigen rol, voor een
doelmatige toepassing van de middelen.
5.4	 Evaluatie middelen
5.4.1	 De bestuurder zorgt dat de middelen die nodig zijn voor de realisatie van de
dienstverlenings-overeenkomsten tijdig worden geëvalueerd. Als dat nodig is,
gebeurt dit in overleg met de klant. Hoe vaak er een evaluatie is hangt af van de
intensiviteit waarmee het middel gebruikt wordt. Ook belangrijk daarbij is de mate
waarin de zorgvraag wijzigt en de mate waarin nieuwe middelen inzetbaar zijn
om het rendement van de zorg en/of de veiligheid te vergroten. Evaluaties vinden
4.3.2	 De medewerker voert zijn activiteiten uit volgens plan en planning, signaleert tijdig
eventuele afwijkingen en verantwoordt de uitvoering van de activiteiten aan de
organisatie.
4.3.3	 De medewerker bejegent de klant op de manier waarop dat is afgesproken in de
dienstverleningsovereenkomst.
4.4	Ontwikkeling
4.4.1	 De bestuurder zorgt ervoor dat de uitkomsten van de zorgprocessen en de
ontwikkeling van de medewerker frequent (minimaal jaarlijks) en op basis van een
vooraf vastgestelde planning worden geëvalueerd en besproken.
4.4.2	 De bestuurder zorgt ervoor dat er in de evaluatie met de medewerker het gedrag
van de medewerker op basis van de medewerkerwaarden besproken wordt. De
klanten van de medewerker moeten zijn gedrag als positief beoordelen.
4.4.3	 De bestuurder en de medewerker zorgen voor persoonlijke ontwikkeling
en deskundigheids-bevordering van de medewerker. Basis daarvoor is het
productportfolio van de organisatie.
4.4.4	 De bestuurder zorgt ervoor dat de waardering van de medewerker op vooraf
geplande momenten gemeten wordt. Dit gebeurt minimaal éénmaal per twee jaar.
4.5	 Communicatie door de medewerker
4.5.1	 De medewerker communiceert voortdurend en op een goede manier met de klant
en de organisatie.
Improvement Model versie 2, april 2016 29Improvement Model versie 2, april 201628
6.3.4	 Er is een administratief systeem aanwezig, van waaruit de totale bedrijfsvoering
tijdig en juist wordt verantwoord.
6.3.5	 Declaraties stemmen overeen met de werkelijke levering en zijn vooraf
gecontroleerd op basis van het systeem van administratieve organisatie en interne
controle.
6.4	Risico-management
6.4.1	 De bestuurder maakt hierbij een inschatting van de mogelijke risico’s die zich zowel
kwantitatief als kwalitatief kunnen voordoen.
6.4.2	 Op basis van de risicotaxatie stuurt de bestuurder bij als dat nodig is. Zo zorgt de
bestuurder voor een tijdige en adequate risicobeheersing, waarbij de risico’s voor
kwaliteit, veiligheid en continuïteit zo klein mogelijk zijn.
7	 Organisatie, processen, beleid en kwaliteit
7.1	Filosofie
7.1.1	 De bestuurder inventariseert de waarden en eisen van de klant.
7.1.2	 De bestuurder formuleert een visie die overeenstemt met de vastgestelde missie.
7.1.3	 De bestuurder formuleert een strategie en beleid, organisatiewaarden en
een besturingsfilosofie die op deze missie en visie aansluiten. Alle belangrijke
aspecten worden in het beleid opgenomen, bijvoorbeeld kwaliteit, veiligheid en
doelmatigheid.
7.1.4	 De bestuurder draagt er zorg voor dat de organisatiewaarden aansluiten op de visie
en missie en de klant- en medewerkerwaarden en vertaalt deze organisatiewaarden
in een gedragscode voor medewerkers.
minimaal één keer per jaar plaats. Deze gaan over alles wat er nodig is om het
middel te selecteren, aan te schaffen en toe te passen.
5.4.2	 De bestuurder toont aan dat de hierboven genoemde evaluatie leidend is bij de
ontwikkeling van de middelen.
6	Financiën
6.1	Begroting
6.1.1	 De bestuurder beschikt over een actuele meerjaren- en jaarbegroting die
aantoonbaar overeenkomt met de uitgangspunten die in de organisatie zijn
geformuleerd. Kengetallen zijn eenduidig vastgesteld en passen binnen de
begroting.
6.1.2	 Risico’s voor kwaliteit, veiligheid en continuïteit worden bij het opstellen van de
begroting in kaart gebracht en zoveel mogelijk beperkt.
6.2	 Realisatie van begroting
6.2.1	 De bestuurder en de medewerker bewaken de realisatie van de begroting. De
bestuurder bewaakt de waarden van de relevante financiële kengetallen in relatie
tot de beoogde waarden in de begroting.
6.3	 Financiële organisatie
6.3.1	 De bestuurder zorgt voor een adequaat verkoopbeleid en voor afspraken met
financiers die overeenkomen met de begroting.
6.3.2	 De bestuurder zorgt voor een adequaat inkoopbeleid.
6.3.3	 De bestuurder zorgt voor een vastgelegd systeem van administratieve organisatie en
interne controle, waarbij uitvoerings- en controletaken aantoonbaar gescheiden zijn.
Improvement Model versie 2, april 2016 31Improvement Model versie 2, april 201630
7.2.5	 De bestuurder zorgt voor de juiste bestuurs-, bedrijfs- en
beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen, waarbij de risico’s voldoende zijn afgedekt.
7.3	Verantwoording
7.3.1	 De bestuurder zorgt voor een tijdige, volledige en juiste financiële verantwoording,
volgens de standaarden die daarvoor gelden.
7.3.2	 De bestuurder zorgt voor een tijdige, volledige en juiste maatschappelijke
verantwoording, volgens de standaarden die daarvoor gelden. In de totale
verantwoording van de organisatie streeft de bestuurder naar maatschappelijk
rendement. De organisatie hanteert valide instrumenten voor het meten van
uitkomsten.
7.4	Innovatie
7.4.1	 De bestuurder voert onderzoek uit op basis van de resultaten vanuit de geleverde
zorg. Zo draagt de organisatie bij aan de ontwikkeling van wetenschappelijk
onderbouwde methodieken en werkwijzen. Deze werkwijzen helpen de effectiviteit
en de doelmatigheid van de zorg te vergroten. Ook zorgt de organisatie voor
ontwikkeling van producten die antwoord geven op onvervulde klantbehoeften die
de organisatie signaleert of zou kunnen signaleren.
7.4.2	 De bestuurder evalueert tijdig de veranderende maatschappelijke omgeving en de
wet- en regelgeving en formuleert daarop een strategie.
7.4.3	 De organisatie evalueert haar beleid strategisch. De basis daarvoor zijn alle interne
uitkomsten van de evaluaties die in deze norm zijn genoemd, in relatie tot de
externe ontwikkelingen.
7.4.4	 Deze evaluatie leidt tot doelstellingen die passen in het maatschappelijke
businessplan van de organisatie, waar de gehele organisatie aantoonbaar naartoe
werkt.
7.1.5	 De bestuurder draagt er zorg voor dat er een besturingsfilosofie is die aansluit op
de strategie en organisatiewaarden.
7.1.6	 De bestuurder ontwikkelt een structuur waarin verantwoordelijkheden en
bevoegdheden duidelijk onderscheiden en eenduidig zijn. De structuur is bij
alle betrokkenen bekend. Bouwstenen voor deze structuur zijn de onder de vijf
hierboven genoemde items en het ontwikkelde productportfolio. De organisatie
zorgt ervoor dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden blijvend zijn
afgestemd op de hierboven genoemde onderdelen.
7.1.7	 De bestuurder zorgt voor een besturingsstructuur en transparantiestandaarden die
voldoen aan de eisen van Good Governance en welke de faciliteiten biedt tot het
transparant afhandelen van klachten en geschillen.
7.2	Facilitering
7.2.1	 De bestuurder zorgt ervoor dat alle werkwijzen, werkafspraken en
verantwoordelijkheidstoedelingen die belangrijk zijn voor de levering en declaratie
van de producten, in herkenbare en duidelijke samenhangende processen zijn
gevat. Ook zijn zij als zodanig inzichtelijk gemaakt. Op die manier kunnen goede
werkwijzen geborgd worden en verbetermogelijkheden geïdentificeerd.
7.2.2	 De organisatie beheerst documenten, bijvoorbeeld informatiebronnen voor klanten
en medewerkers en registraties. Er zijn registraties aanwezig die de geleverde
producten aantoonbaar maken en die ervoor zorgen dat verbetersuggesties
en afwijkingen gebruikt kunnen worden bij het verbeteren van werkwijzen en
processen. Waar van toepassing worden registraties van afwijkingen gedeeld met de
klant en ketenpartners om daarmee de zorg aan de klant te verbeteren.
7.2.3	 De bestuurder ondersteunt de ontwikkeling van de medewerker en verstrekt de
middelen die daarvoor nodig zijn.
7.2.4	 De bestuurder past een managementsysteem toe waarbij er een aantoonbare
systematische en continue verbetering wordt nagetreefd van alle aspecten die in deze
norm genoemd worden. In het bijzonder dienen daar de registraties en evaluaties die
in deze norm genoemd worden terug te keren. De werking van de systematiek van
kwaliteitsmanagement vindt plaats conform de in hoofdstuk 5 genoemde eisen.
Improvement Model versie 2, april 2016 33Improvement Model versie 2, april 201632
steekproefsgewijs in de self-assessmenttool (Improvement Wizard). Hierbij zorgt zij
voor een onderbouwing en eventueel een toelichting.
c	 Hierbij wordt een aselecte steekproef genomen uit de totale populatie, waarbij de
omvang van de steekproef wordt bepaald door een mogelijke steekproeffout van
5%, een betrouwbaarheidsinterval van 95% en een variabiliteit van de populatie
van 50. Middels hulpmiddelen als een steekproefcalculator kan de omvang van de
steekproef worden vastgesteld. Voor de registratie van het bewijsmateriaal voor het
onderdeel Organisatie is er geen steekproefomvang van toepassing, omdat het hier
veelal enkelvoudige documenten of registraties betreft.
d	 De steekproef wordt a-select getrokken uit de complete van toepassing zijnde
populatie (basisomvang).
e	 De organisatie verwerkt de gegevens in de self-assessmenttool (Improvement
Wizard), welke een hulpmiddel vormt bij het uitrekenen van de wegingen van de
indicatoren, zoals vermeld in de indicatorenset. De organisatie voert als zodanig een
self-assessment. Indien de organisatie vaststelt dat de uitkomsten positief is (meer
dan 50% op het totaal en de 7 afzonderlijke onderdelen), dan vraagt de organisatie
op basis daarvan een offerte aan bij een Certificerende Instelling.
7.5	Communicatie
7.5.1	 De bestuurder toont zijn betrokkenheid bij de werking van dit model binnen de
organisatie aan. Hij zorgt voor een adequate en effectieve interne communicatie.
7.5.2	 De bestuurder zorgt ook voor een adequate en effectieve communicatie met
klantgroepen en individuele klanten.
7.5.3	 De bestuurder zorgt ook voor een adequate en effectieve communicatie met
belanghebbenden.
7.5.4	 De bestuurder zorgt ervoor dat de missie en de resultaten van de organisatie
door de hele organisatie worden uitgedragen. Daarmee laat hij zien dat de missie
van de organisatie zoveel mogelijk aansluit op de perceptie en het imago in de
maatschappij.
8	 Registreren gegevens binnen managementsysteem
1	Scope
a	 De bestuurder draagt er zorg voor dat de scope van het te certificeren product
danwel de te certificeren dienst is vastgelegd.
2 	 Registratie gegevens
a	 De organisatie registreert de gegevens uit haar primaire en ondersteunende
processen ten aanzien van haar klanten en medewerkers. Zij registreert deze in
fysieke of electronische dossiers. Tevens registreert zij de gegevens betreffende
haar organisatie, welke voor het aantoonbaar maken van de in deze norm gevraagde
uitkomsten van belang zijn.
b	 Voor de weging van de gegevens zal er gebruik gemaakt worden van de self-
assessmenttool (Improvement Wizard). Ten behoeve van het beoordelen
van de uitkomsten registreert de organisatie de gegevens vanuit haar fysieke
of elektronische dossiers per categorie (klant, medewerker of organisatie)
Improvement Model versie 2, april 2016 35
Managementsysteem-
eisen voor organisaties
Opties
Naast het voldoen aan de eisen van de Hoofdstuk 2 moet de organisatie een
managementsysteem invoeren dat in overeenstemming is met hetzij:
a	 managementsysteemeisen volgens ISO 9001of HKZ, of
b	 algemene managementsysteemeisen.
Optie 1: Managementsysteemeisen volgens ISO 9001 of HKZ
Algemeen
De organisatie moet een managementsysteem inrichten en onderhouden, in
overeenstemming met de eisen volgens ISO 9001 of HKZ, dat in staat is om te
ondersteunen en aan te tonen dat op consistente wijze wordt voldaan aan de eisen van
deze norm.
Onderwerp en toepassingsgebied
Het toepassingsgebied van het op ISO 9001 of HKZ gebaseerd managementsysteem moet
de processen bevatten die vanuit de ISO 9001 of HKZ verplicht zijn.
3
Improvement Model versie 2, april 201634
Improvement Model versie 2, april 2016 37Improvement Model versie 2, april 201636
c	 ervoor te zorgen dat veranderingen en de actuele revisiestatus van de documenten zijn
geïdentificeerd,
d	ervoor te zorgen dat voor van toepassing zijnde documenten relevante versies
beschikbaar zijn op werkplekken,
e	 ervoor te zorgen dat documenten leesbaar en gemakkelijk te identificeren blijven,
f	 ervoor te zorgen dat documenten van externe oorsprong worden geïdentificeerd en de
distributie ervan wordt beheerst, en
g	 onbedoeld gebruik van vervallen documenten te voorkomen, en geschikte identificatie
toe te passen als ze om welke reden dan ook worden bewaard.
Opmerking: De documentatie kan in elke vorm en op elk type medium bestaan.
Beheersing van registraties
De organisatie moet procedures vaststellen om de beheersinstrumenten te definiëren
die nodig zijn voor de identificatie, het opslaan, de bescherming, het terugvinden, het
bewaren en de vernietiging van haar registraties die betrekking hebben op het voldoen
aan deze norm. De organisatie moet procedures vaststellen voor het bijhouden van
registraties gedurende een periode die in overeenstemming is met haar contractuele en
wettelijke verplichtingen. De toegang tot deze registraties moet in overeenstemming zijn
met de afspraken over vertrouwelijkheid.
Directiebeoordeling
Algemeen
Het bestuur moet procedures vaststellen voor het met geplande tussenpozen beoordelen
van haar managementsysteem, om ervoor te zorgen dat dit voortdurend geschikt,
passend en doeltreffend is; dit bevat ook het verklaarde beleid en de doelstellingen die
betrekking hebben op de naleving van deze norm. Dergelijke beoordelingen moeten
minstens eenmaal per jaar plaatsvinden. Als directiebeoordeling kan ook gezien worden
de reflectie van het bestuur op de uitkomsten van de metingen van het Improvement
Model.
Directiebeoordeling
Het bestuur dient de resultaten uit de self-assessment van het Improvement Model
verkregen via de self-assessmenttool (Improvement Wizard) mee te nemen als input voor
de directiebeoordeling. Als directiebeoordeling kan ook gezien worden de reflectie van
het bestuur op de uitkomsten van de uitkomsten van het self-assessment.
Optie 2: Algemene managementsysteemeisen
Algemeen
De organisatie moet een managementsysteem inrichten, documenteren, invoeren en
onderhouden. Dit systeem moet in staat zijn om op consistente wijze onderhouden dat
in staat is om op consistente wijze te ondersteunen en aan te tonen dat aan de eisen
van deze norm is voldaan. Het bestuur van de organisatie moet beleid en doelstellingen
definiëren en documenteren. Het bestuur moet het bewijs leveren dat ze zich ertoe
verbindt om het managementsysteem te ontwikkelen en in te voeren in overeenstemming
met de eisen van deze norm. Het bestuur moet ervoor zorgen dat het beleid op alle
organisatieniveaus wordt begrepen, ingevoerd en in stand gehouden. Het bestuur moet
een lid van het management aanstellen dat, ongeacht andere verantwoordelijkheden, over
verantwoordelijkheden en bevoegdheden beschikt die het volgende omvatten:
a	 ervoor zorgen dat de voor het managementsysteem noodzakelijke processen en 	
procedures worden vastgesteld, ingevoerd en in stand gehouden, en
b	 aan de directie rapporteren over de prestaties van het managementsysteem en over
eventuele noodzakelijke verbetering.
Beheersing van documentatie
De organisatie moet processen vaststellen en deze documenteren om de (interne en
externe) documenten te beheersen die betrekking hebben op het voldoen aan deze norm.
De procedures moeten de beheersing definiëren die nodig is om:
a	 documenten goed te keuren op geschiktheid alvorens ze worden uitgegeven,
b	 documenten te beoordelen en indien nodig te actualiseren en ze opnieuw goed te keuren,
Improvement Model versie 2, april 2016 39Improvement Model versie 2, april 201638
e	 het definiëren en tijdig doorvoeren van de benodigde maatregelen,
f	 het registreren van de resultaten van de getroffen maatregelen, en
g	 het beoordelen van de doeltreffendheid van de getroffen corrigerende maatregelen.
Preventieve maatregelen
De organisatie moet procedures vaststellen voor preventieve maatregelen om
de oorzaken van mogelijke toekomstige afwijkingen op te heffen. De preventieve
maatregelen moeten afgestemd zijn op de waarschijnlijke impact van mogelijke
toekomstige problemen. De procedures voor preventieve maatregelen moeten de eisen
definiëren voor:
a	 het identificeren van mogelijke toekomstige afwijkingen en hun oorzaken,
b	het beoordelen van de noodzaak om maatregelen te nemen om te voorkomen dat
afwijkingen zich voordoen,
c	 het definiëren en doorvoeren van de benodigde maatregelen,
d	het registreren van de resultaten van de getroffen maatregelen, en
e	 het beoordelen van de doeltreffendheid van de getroffen preventieve maatregelen.
Opmerking: De procedures voor corrigerende en preventieve maatregelen hoeven niet
noodzakelijk gescheiden te zijn.
Toetsen
Het toetsen of een organisatie aan de in dit hoofdstuk gesteld eisen voldoet, gebeurt bij
het uitvragen van indicator 7.2.4.
Input voor de beoordeling
De input voor de directiebeoordeling moet informatie bevatten over
a	 resultaten van interne en externe audits. Als interne audit geldt het self-assessment
zoals beschreven in hoofdstuk 4, paragraaf 8.2.
b	 terugkoppeling van klanten en belanghebbenden met betrekking tot het voldoen aan
deze norm,
c	 status van preventieve en corrigerende maatregelen,
d	follow up maatregelen van vorige directiebeoordelingen,
e	 het behalen van doelstellingen,
f	 veranderingen die van invloed kunnen zijn op het managementsysteem, en
g	 beroepszaken en klachten.
Output van de beoordeling
De output van de directiebeoordeling moet bestaan uit de besluiten en maatregelen met
betrekking tot
a	 verbetering van de doeltreffendheid van het managementsysteem en haar processen,
b	 verbetering van de diensten met betrekking tot het voldoen aan deze norm, en
c	 behoeften aan middelen.
Corrigerende maatregelen
De organisatie moet procedures vaststellen voor het identificeren en managen van
afwijkingen in haar activiteiten. Waar nodig moet de organisatie ook maatregelen treffen
om de oorzaken van afwijkingen op te heffen om herhaling te voorkomen. Corrigerende
maatregelen moeten zijn afgestemd op de impact van de problemen die zich voordoen.
De procedures moeten de eisen definiëren voor
a	 het identificeren van afwijkingen (bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten, incidenten
en het self assessment)
b	 het bepalen van de oorzaken van afwijkingen,
c	 het corrigeren van afwijkingen,
d	het beoordelen van de noodzaak om maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat
afwijkingen zich niet opnieuw voordoen,
Improvement Model versie 2, april 2016 41
Certificatieschema
Basis voor het onderzoek
Het College van Deskundigen Improvement Model heeft besloten dat de Certificerende
Instellingen een accreditatie dienen te verkrijgen voor de scope: Improvement Model.
Vanuit de accreditatie toetst de Raad voor Accreditatie of de Certificerende Instelling
voldoet aan de eisen van de EN 45011.
Frequentie en inhoud van de beoordeling
Een certificaat Improvement Model dat wordt afgegeven door een certificerende
instelling is drie jaar geldig. Tussentijds vinden er ieder jaar beoordelingen plaats.
Hierbij wordt getoetst of de gesignaleerde tekortkomingen tot verbeteringen hebben
geleid en of de dienst of het product continu onderhouden en verbeterd wordt en
blijvend aan de eisen uit deze norm voldaan wordt. De score kan bij deze tussentijdse
beoordelingen veranderen. Jaarlijks wordt de meest recente score opgenomen op het
certificaat.
4
Improvement Model versie 2, april 201640
Improvement Model versie 2, april 2016 43Improvement Model versie 2, april 201642
Onderzoek organisatie
Uit te voeren onderzoek
Het auditteam verifieert bij aanvang de scope van het onderzoek, zoals de organisatie
zelf heeft weergegeven. Het auditteam gaat na of deze scope binnen de kaders van dit
certificatieschema valt.
Het certificatieschema omvat een indicatorenset. Iedere indicator wordt op een vaste
wijze gewogen. Deze methode en de weegwaarden zijn vastgelegd in de toelichting op
de indicatorenset. Deze toelichting bevat per indicator een uitleg en een beschrijving van
de wijze waarop de weging plaatsvindt. Op basis van de ingevoerde data volgens deze
weegmethode levert iedere indicator op het laagste niveau een score op tussen 0 en
1. Een groep indicatoren tezamen levert een gemiddelde score op. Een aantal van deze
gemiddelde scores worden samen een eindscore op een hoofdstuk binnen het schema,
bijvoorbeeld het hoofdstuk Klant.
Op deze wijze wordt vanaf het laagste niveau middels de wegingssytematiek een
score tussen 0 en 1 (omgezet naar 0% en 100%) gegenereerd. Het gemiddelde van
de 7 afzonderlijke hoofdstukken tezamen leidt tot de eindscore. Zie voor een nadere
beschrijving de beoordelingsrichtlijn.
Stap 1: Verificatie betrouwbaarheid data
Het auditteam stelt vast of op basis van de werkwijzen die de organisatie hanteert, kan
worden bepaald dat de gegevens die in de self-assessmenttool (Improvement Wizard) zijn
ingevoerd, betrouwbaar zijn.
De certificerende instelling gaat na of de ingevoerde gegevens actueel zijn, dat wil zeggen
dat niet langer dan drie maanden daarvoor de data zijn ingevoerd danwel bijgewerkt.
De certificerende instelling gaat na of het invoeren van de gegevens is verlopen volgens
daarvoor opgestelde instructie en dan met name dat medewerkers en klanten hun
inbreng hebben gehad op de daarvoor gestelde onderdelen.
De certificerende instelling gaat vervolgens op basis van de ingevoerde gegevens na of
Voor wat betreft de vorm, inhoud en frequentie van de initiële audit en certificatie,
de surveillances en de hercertificatie vinden deze jaarlijks plaats volgens de volgende
planning:
Soort audit
Certificatieaudit	
Besluitvorming
Jaarlijkse surveillances
Hercertificatie iedere drie
jaar	
Frequentie
Initieel, in eerste jaar (jaar x)
Initieel, na de certificatieaudit
Jaarlijks in jaar X + 1 en
X + 2 Dit betreft een
kleinere verificatie door de
certificerende instelling op
basis van een hernieuwd
self-assessement door de
organisatie. De Certificerende
Instelling geeft een hernieuwde
score af. Alleen wanneer de
score onder de minimale
ondergrens komt, treden de
regels rondom intrekking in
werking.
Volledige verificatie met, na
hernieuwde besluitvorming,
opnieuw afgifte van het
certificaat voor drie
jaar, waarna de jaarlijks
herbeoordeling plaatsvindt.
Tijdsbesteding
100% van de in de
mandagentabel aangegeven
tijdsbesteding. Op basis van
de in de beoordelingsrichtlijn
verder uitgewerkte werkwijze.
De exacte tijdsbesteding dient
na de eerste certificatie te
worden vastgesteld.
In begrepen in certificatieaudit
danwel de hercertificatie
50% van de in de mandagen
aangegeven tijdsbesteding.
De exacte tijdsbesteding
wordt na de eerste certificatie
definitief vastgesteld.
100% van de in de
mandagentabel aangegeven
tijdsbesteding. De exacte
tijdsbesteding wordt na de
eerste certificatie definitief
vastgesteld.
Improvement Model versie 2, april 2016 45Improvement Model versie 2, april 201644
Afwijkingen
Indien tijdens het onderzoek door de certificatie instelling blijkt dat niet voldoende wordt
voldaan aan aan de eisen van het certificatieschema, zal het auditteam hiervoor één of
meerdere afwijkingen uitschrijven.
Voldoende wil zeggen dat de organisatie op basis van de beoordeling en weging van alle
indicatoren uit de indicatorenset, (tenzij in de toelichting nadrukkelijk is aangegeven dat
een indicator ook niet van toepassing kan zijn) per hoofdstuk meer dan 50% scoort en
op het totaal meer dan 50% scoort op de uitkomsten van de gewogen indicatoren. In
deze weging is dus inbegrepen dat een organisatie mogelijk niet op alle indicatoren even
hoog scoort, maar ondanks dat kan certificering behaald worden, mits aan de minimale
voorwaarde van 50% wordt voldaan.
In de tweede plaats kan een afwijking ontstaan wanneer aan de voorwaardelijke
indicatoren niet is voldaan - zoals benoemd in de beoordelingsrichtlijn - dan belemmert
deze afwijking eveneens de certificering.
In de derde plaats kan de auditor een afwijking uitschrijven wanneer er weliswaar
overall voldoende gescoord is en ook aan alle voorwaardelijke eisen is voldaan, maar
de score op drie verschillende niveaus (van hoog naar laag - hoofdstuk, hoofdindicator
en deelindicator) bij drie opeenvolgende onderzoeken niet is gewijzigd. Dit impliceert
namelijk dat er geen vooruitgang is en vooruitgang (verbetering) is een cruciaal onderdeel
van het model.
Omgaan met afwijkingen
De organisatie krijgt 3 maanden de gelegenheid om de afwijkingen te herstellen. Hiervoor
dient een oorzaakanalyse, correctie en corrigerende maatregelen aangeleverd en
aangetoond te worden aan de certificerende instelling. De certificerende instelling beslist
of een aanvullend locatiebezoek noodzakelijk is binnen de termijn van 3 maanden of
dat de beoordeling op documentenbasis plaats kan vinden. De certificerende instelling
beslist of op basis van de beoordeling overgegaan kan worden tot het sluiten van de
afwijking(en).
de ingevoerde antwoorden overeenkomen met het vastgelegde bewijsmateriaal en de
ingevulde onderbouwing.
De certificerende instelling hanteert hierbij de beoordelingsrichtlijn. Wanneer de auditor
onbetrouwbare metingen opmerkt, stelt hij of zij de wegingen bij deze metingen naar
beneden bij tot een betrouwbaar niveau.
De certificerende instelling beoordeelt minimaal de in de beoordelingsrichtlijn
aangegeven indicatoren - doch meer wanneer de certificerende instelling daar aanleiding
toe ziet - voor een minimum van 5% van de dossiers, maar vergroot dit wanneer er bij de
auditor twijfels zijn over de betrouwbaarheid.
Stap 2: Verificatie betrouwbaarheid analyse
Het auditteam stelt vast of op basis van de ingevoerde data en de berekeningen op basis
van de indicatoren de uitkomsten van deze berekeningen correct zijn.
Stap 3: Beoordeling en interpretatie ‘verkeerslichtenmodel’
De self-assessmenttool (Improvement Wizard) levert op basis van de ingevoerde data
weegfactoren per indicator, de resultaten op in verkeerslichtenmodel (het model geeft
een score tussen 0 en 100 weer en deelt de resultaten in in de kleuren ‘rood’, ‘oranje’,
‘geel’, ‘lichtgroen’ en ‘donkergroen’).
Vervolgens beoordeelt de auditor de inhoudelijke metingen. De auditor doet dit
aan de hand van de beoordelingsrichtlijn, welke digitaal bij het certificatieschema en
indicatorenset beschikbaar is.
Wanneer de auditor onbetrouwbare metingen middels onduidelijke of onjuiste
onderbouwingen en/of veronderstellingen opmerkt, stelt hij of zij de wegingen bij deze
metingen naar beneden bij tot een betrouwbaar niveau.
Improvement Model versie 2, april 2016 47Improvement Model versie 2, april 201646
Advies certificatie
Het auditteam geeft een positief advies indien er geen afwijkingen openstaan.
Certificatie
De beoordelingscommissie van de certificerende instelling neemt een besluit tot
certificatie. Zij doet dit op basis van procesbeoordeling, alsmede de evaluatie van de
conclusies en wegingen van het auditteam, zoals in het auditrapport vastgelegd.
Duur geldigheid certificatie
Het certificaat is drie jaar geldig. De score op het certificaat muteert wel jaarlijks.
Rapportagerichtlijnen
In de rapportage worden de volgende gegevens opgenomen:
1	 Een auditfile met verantwoording van de uitgevoerde onderzoeken en uitkomsten van
de controle op de invoer en kwaliteit van de basisdata.
2	 De uitkomsten van het verkeerslichtenmodel (bij een vervolgaudit wordt ook de score
van de voorgaande audit opgenomen).
3	 De beoordeling van het auditteam van de reflectie van de organisatie op de uitkomsten
en de puntentoekenning en argumentatie die daarbij hoort.
4	 De beoordeling van de eisen uit hoofdstuk 5.
5	 De conclusies van het auditteam.
6	 De weergave van de scope en omvang van de certificering:
» De scope die van toepassing is in producten en diensten.
» De score, uitgedrukt in een aantal punten.
Bij de tussentijdse bezoeken wordt eveneens een rapportage opgeleverd. Die bestaat uit
de uitkomsten van de tussentijdse meting met de volgende onderdelen:
1	 Een auditfile met verantwoording van de uitgevoerde onderzoeken en uitkomsten van
de controle op de invoer en kwaliteit van de basisdata.
2	 De uitkomsten van het verkeerslichtenmodel (bij een vervolgaudit eveneens
opgenomen de score van de voorgaande audit).
3	 De beoordeling van het auditteam van de reflectie van de organisatie op de uitkomsten
en de puntentoekenning en argumentatie die daarbij hoort.
4	 Het eindoordeel van het auditteam.
Richtlijnen rondom schorsing, intrekking, uitbreiding en
inperking van het certificaat
De certificerende instelling hanteert de volgende richtlijnen bij:
Afwijkingen
Wanneer na afgifte van een certificaat, tijdens de jaarlijkse herbeoordeling, danwel
tijdens een tussentijdse beoordeling, als gevolg van een klacht of incident, blijkt dat de
gecertificeerde organisatie niet langer aan de minimum eisen voldoet, zoals benoemd
in het onderdeel ‘Afwijkingen’, dan wordt er een termijn van drie maanden gesteld
waarbinnen de afwijking kan worden opgeheven.
Schorsing
Wanneer na drie maanden de afwijking niet blijkt te zijn opgeheven, dan wordt de
schorsingsmaatregel van kracht gesteld.
De schorsing impliceert de volgende maatregelen voor de duur van de schorsingsperiode:
» 	Vermelding van de geschorste status van de deelnemer in het Register van 		
gecertificeerde organisaties Improvement Model
» 	Tijdelijke intrekking van het recht tot gebruik van het Improvement Model beeldmerk
door de geschorste organisatie voor de duur van de schorsing.
Improvement Model versie 2, april 2016 49Improvement Model versie 2, april 201648
Kwalificatiecriteria auditteam
Specifieke eisen aan het auditteam (algemene formulering)
1	 Een auditor dient te beschikken over de kennis:
» 	Van het sociale zekerheidsstelsel;
» 	Van de verschillende financieringsvormen die binnen het stelsel van zorg- en welzijn per
branche worden gehanteerd;
» 	Van managementsystemen;
» 	Van alle voor de zorg- en welzijnssector van belang zijnde wet- en regelgeving.
 
2	 Een auditor dient te beschikken over vaardigheden om:
» 	De technische rekenmethode van het model te kunnen controleren en interpreteren;
» 	De inhoudelijke uitkomsten van het model, zoals beschreven in de beoordelingsrichtlijn,
te kunnen controleren en interpreteren.
3	 Een auditor dient te beschikken over ervaring:
» 	In het hoger management en is in staat om met bestuur en/of hoger management op
onafhankelijke wijze te spreken en diens reflectie op de uitkomsten van het model te
toetsen;
4	 Kennis, vaardigheden en ervaring kunnen ook binnen een team door verschillende
personen worden gecombineerd.
5 	Kennis, vaardigheden en ervaring worden op de deelgebieden in het assessment
van stichting BIM getoetst. Een team dient te bestaan uit één of meer personen die
tezamen alle onderdelen van het assessment positief hebben afgesloten.
6	 Auditoren worden voorzien van de benodigde informatie ten aanzien van de 	
achtergronden van de indicatoren en de beoordelingsrichtlijn middels een kennisbank.
De schorsing duurt minimaal drie maanden en kan worden opgeheven na het uitvoeren
van een nieuwe certificatieaudit met een positief advies als resultaat. Bij het niet
tijdig oplossen van de afwijkingen binnen de schorsingstermijn wordt het certificaat
ingetrokken.
Intrekking
Het certificaat wordt ingetrokken wanneer de organisatie nalaat afdoende maatregelen te
nemen teneinde de schorsing binnen de schorsingstermijn van uiterlijk 12 maanden op te
heffen.
De Intrekking impliceert de volgende maatregelen:
» 	Verwijdering van de organisatie uit het Register van gecertificeerde organisaties
Improvement Model
» 	Staking van het gebruik van het Improvement Model beeldmerk door de organisatie.
Uitbreiding
Wanneer de organisatie nieuwe activiteiten onder certificatie wil brengen, kan er
uitbreiding van het certificaat plaatsvinden.
Het uitgebreide deel van de organisatie zal in de mate van de voorgeschreven steekproef
moeten zijn getoetst in de self-assessment en door de certificerende instelling. De
wijziging van de scope zal dan zichtbaar worden op het certificaat en in het register
van gecertificeerde organisaties conform het Improvement Model vanuit de jaarlijkse
beoordeling.
Inperking
Wanneer de organisatie gecertificeerde activiteiten wil verwijderen, kan er inperking van
het certificaat plaatsvinden. De wijziging van de scope zal dan zichtbaar worden op het
certificaat en in het register van gecertificeerde organisaties conform het Improvement
Model 2012 vanuit de jaarlijkse beoordeling.
Improvement Model versie 2, april 2016 51Improvement Model versie 2, april 201650
klanttyperingen wordt bediend, en het productportfolio derhalve minder complex is, kan
er een reductie op de audittijd plaatsvinden.
Voor de opslagfactor wordt de onderstaande tabel gehanteerd:
Overige richtlijnen
Privacy
Een aandachtspunt bij toetsing in de zorgsector is de wettelijke bescherming die geldt
voor patiëntengegevens. Certificerende instellingen moeten er rekening mee te houden
dat noch de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP), noch de Wet Geneeskundige
Behandelingsovereenkomst (WGBO) de mogelijkheid biedt dat zorginstellingen dossiers
die tot de persoon herleidbaar zijn ter beschikking stellen voor kwaliteitstoetsing. De
certificerende instelling moet met de te certificeren organisatie overeenkomen hoe de
te certificeren organisatie ervoor zorgt dat een steekproef, zoals vermeld in de paragraaf
‘registreren gegevens binnen het management systeem’, genomen kan worden of de
gegevens in de self-assessmenttool (Improvement Wizard) worden verwerkt.
Aanvullende eisen aan de certificatiebeslisser
De beslisser is in staat om de onderbouwing, weging en conclusies van het onderzoek te
kunnen beoordelen teneinde af te wegen of de onderbouwing afdoende is en de weging
en conclusies in lijn zijn met deze onderbouwing.
De certificerende instelling is verantwoordelijk voor de formatie van een competent
auditteam voor een bepaalde audit.
Beoordeling auditteam
De certificerende instellingen zijn deskundig op het gebied van het Improvement Model
en systeemauditting.
De Certificerende Instelling is verplicht voor het gebruik van het certificatieschema
eerst een overeenkomst te sluiten met stichting Beheer Improvement Model. In
de overeenkomst is opgenomen dat binnen drie maanden na het afsluiten van de
overeenkomst de accreditatie bij de Raad voor Accreditatie dient te zijn aangevraagd
en binnen 12 maanden de Certificerende Instelling geaccrediteerd dient te zijn. In de
tussentijd kan het certificatieschema en bijbehorende documentatie worden gebruikt
teneinde de accreditatie te verkrijgen bij maximaal 10 certificatieonderzoeken. Dispensatie
kan in individuele gevallen door de Stichting Beheer Improvement Model worden
toegekend.
Criteria auditdagen
Ten aanzien van de bepaling van de benodigde audittijd is het Mandatory Document ‘IAF
MD 5:2009 Duration of QMS Audits’ van toepassing.
Aanvullend op de bovengenoemde normen geldt nog de onderstaande
complexiteitentabel. Wanneer een organisatie een breed scala aan opdrachtformuleringen
van klanten (klanttyperingen) bedient, en daartoe een breed productportfolio inzet,
is er sprake van een complexere situatie. Wanneer er slechts een beperkt aantal
<3	 <3	 Alleen intramuraal of alleen extramuraal	 Factor -0,25
<3	 >3	 Alleen intramuraal of alleen extramuraal	 Factor 0
>3	 <3	 Alleen intramuraal of alleen extramuraal	 Factor 0
>3	 >3	 Alleen intramuraal of alleen extramuraal	 Factor 0
>3	 >3	 Intramuraal en extramuraal	 Factor +1,5
Improvement Model versie 2, april 2016 53Improvement Model versie 2, april 201652
Attitude en gedrag
De normen die gaan over attitude, bejegening en dergelijke worden getoetst door na
te gaan of er interne afspraken of richtlijnen zijn en door te kijken of medewerkers met
deze afspraken bekend zijn. Ook is na te gaan welke methode de organisatie hanteert om
implementatie te toetsen. De uitgevoerde waarderingsonderzoeken onder klanten kunnen
hierbij een rol spelen. Ook hier geldt uiteraard dat de volledige verbetercyclus ingevoerd
moet zijn. Als directiebeoordeling kan ook gezien worden de reflectie van het bestuur op
de uitkomsten van de metingen van het Improvement Model.
Improvement Model versie 2, april 2016 55
Termen en definities
Aanspraak op basis van wet- en regelgeving
Dat deel van de vraag om zorg waarvan is voorzien dat de kosten hiervoor vanuit
maatschappelijke of gemeenschappelijke voorzieningen worden gedragen.
Aanvullende vormen van financiering
Private vormen van financiering die niet beschikbaar gesteld worden vanuit
maatschappelijke of gemeenschappelijke voorzieningen.
Basisgegevens
De gegevens die noodzakelijkerwijs moeten worden vastgelegd om een unieke klant te
kunnen identificeren en de identiteit vast te stellen.
Begroting
Een overzicht van de verwachte financiële resultaten.
Bejegening
De manier waarop iemand zich tegenover iemand anders gedraagt; onder meer wijze van
benadering of tegemoettreding.
Belanghebbenden
Iedereen die vanuit de maatschappelijke opdracht betrokken is bij de zorg, zoals
beleidsmakers, financiers en toezichthouders.
Besturingsfilosofie
Een samenhangende visie op de manier waarop de organisatie is ingericht en wordt
geleid. De besturingsfilosofie borgt de organisatorische en bestuurlijke uitgangspunten
van de organisatie.
Bestuurder
Raad van Bestuur. Wanneer er geen bestuur binnen de organisatie fungeert gaat het hier
om de directie. Degene die de organisatie leidt.
5
Improvement Model versie 2, april 201654
Improvement Model versie 2, april 2016 57Improvement Model versie 2, april 201656
Betrekken netwerk
Binnen het plan van de klant moet het sociale netwerk een zo groot mogelijke rol krijgen.
De medewerker zet de eigen expertise in om het totale netwerk te versterken.
Binnen het vakgebied gebruikelijke methodieken
Methodieken en interventies die gangbaar zijn binnen vakgebied en aansluiten op de
laatste stand van zaken in wetenschap en praktijk. Waar mogelijk zijn de methodieken
evidence based of practice based.
	
Communicatie met de klant
Alle informatie-uitwisselingen met de klant en uitingen naar de klant. Deze zijn belangrijk
voor de klant en zijn begrip van de activiteiten binnen de opdrachtformulering.
	
Deskundig en bekwaam
Op basis van aantoonbare verworven kennis en ervaring in staat om de activiteiten op
kwalitatief hoogwaardig niveau uit te voeren.
Deskundigheden
Kwalificatievereisten voor betrokken medewerkers om de producten binnen de daaraan
gestelde kwaliteitseisen te kunnen leveren.
Deskundigheidsbevordering
Het gestructureerd en duidelijk zichtbaar werken aan het op peil houden en verbeteren
van de kennis van de medewerker. Met die kennis moet de medewerker blijven voldoen
aan kwaliteitseisen die aan zijn deskundigheid op het gebied van het productportfolio
worden gesteld.
Dienstverleningsovereenkomst
De overeenkomst tussen de zorgaanbieder en de klant.
	
Effect- en resultaatmetingen
De metingen die worden uitgevoerd om vast te stellen dat de uitkomsten van de
geleverde zorg de resulaten opleveren die vooraf, in de definitie van het productportfolio,
waren bedoeld. Het gaat hierbij om het meten van verandering in lichamelijke en
psychische gezondheidstoestand en verandering in gedrag en omstandigheden binnen
andere leefgebieden. Dat is hier verandering in de ernst van de problematiek, verandering
in het dagelijks functioneren en verandering in de ervaren kwaliteit van leven.
Formaliseren van de aanspraak plus aanvullende diensten
De activiteiten die nodig zijn om een aanspraak op zorg bekrachtigd te krijgen, namelijk
een vaststelling door een daarvoor aangewezen instantie of beroepsbeoefenaar. Een
eerstelijnsarts moet een verwijzing verstrekken, er moet een diagnose zijn gesteld
en mogelijk dient ook een onafhankelijke derde, bijvoorbeeld een indicatiesteller, de
aanspraak te formaliseren.
Gedragscode
Een afgesproken code waaruit blijkt hoe de medewerkers die bij de organisatie
betrokken zijn zich dienen te gedragen en zich dienen te verhouden tot de te leveren
producten, de relaties met klanten, relaties met andere betrokken en bepaalde situaties
en omstandigheden in het bijzonder. In dit certificatieschema wordt gesproken over de
gedragscode van de organisatie en een gedragscode rondom het inkopen van middelen.
Daarin moet gegarandeerd worden dat inkoop van middelen voor klanten (bijvoorbeeld
medische hulpmiddelen) uitsluitend het belang van de klant dient.
Good Governace
Goed bestuur volgens de richtlijnen die specifiek voor de zorgsector maatschappelijk zijn
aanvaard. Er is sprake van Good Governance wanneer een zorginstelling effectief wordt
geleid, en een goed functionerend bestuur en een Raad van Toezicht heeft. De organisatie
moet transparant zijn in haar keuzes en de effecten daarvan.
Improvement Model
Het Improvement Model is een verbetermodel in de vorm van een norm en een
certificatieschema. De norm is de ‘standaard’ waarbinnen eisen zijn geformuleerd waaraan
zorgorganisaties die in aanmerking willen komen voor certificering moeten voldoen. In het
certificatieschema staat beschreven hoe de certificerende instelling de zorginstelling toetst.
Een Raad voor Accreditatie verschaft formele erkenning aan de certificerende instelling om
certificaten te verlenen op basis van de conformiteitstoets.
Ketensamenwerking
De samenwerking tussen verschillende zorgleveranciers binnen dezelfde
opdrachtformulering van de klant.
Improvement Model versie 2, april 2016 59Improvement Model versie 2, april 201658
Klant
De afnemer van de zorg- of dienstverleningsactiviteiten van de zorginstelling. Waar klant
wordt genoemd kan ook cliënt of patiënt worden gelezen.
Klanteisen
De eisen die klanten persoonlijk stellen aan geleverde diensten of producten en die zij als
een minimaal te leveren niveau vaststellen, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en
kwaliteit.
Klanttypering
Een indeling van groepen klanten die qua essentiele kenmerken van de hulpvraag en het
daarbij passende productaanbod met elkaar overeenkomen. Binnen een klanttypering
worden groepen onderscheiden naar aard van de zorgvraag en opdrachtformulering (per
leefgebied) en de aard van het te leveren product (per fase).
Klantvraag
De vraag van de klant naar zorg, ondersteuning en dienstverlening.
Klantwaarden
De waarden die een klant persoonlijk belangrijk vindt en die de diepste drijfveren
weergeven om een geleverde dienst of product als goed of succesvol te waarderen.
Waarden zijn een weergave van de ‘interne kompas’ van een mens, welke is gevormd
door opvoeding, peer-groups, opleiding en de dingen die je meemaakt. Waarden bepalen
wie we zijn, wat zijn onze diepere drijfveren, hoe sta ik in het leven, wat zijn mijn doelen?
Waarden vormen een belangrijk ingrediënt bij de kennis over de klant, de matching tussen
klant en medewerker en de allocatie van middelen.
Klantwaardering
Deze geeft aan hoe de ondervraagde klant de ontvangen zorg waardeert. Bijvoorbeeld
hoe tevreden de klant is met de geleverde zorg.
Kwaliteits-, veiligheids- en doelmatigheidseisen
De eisen die gesteld worden aan een product om zeker te stellen dat het leveren
van het product veilig en kwalitatief hoogwaardig is en dat met zo min mogelijk
inzet van middelen de beste effecten en resultaten worden behaald. De meting van
deze inhoudelijke effecten en de resultaten hiervan vindt plaats aan de hand van de
zorginhoudelijke indicatoren.
	
Leefgebieden
Indeling van onderdelen van een menselijk leven die van belang zijn voor het algeheel
welbevinden. Bijvoorbeeld ‘wonen en leefomstandigheden’, ‘sociale relaties’, ‘financiën’,
‘lichamelijk welbevinden’, ‘psychisch welbevinden’, ‘werk, opleiding en activiteiten’, et
cetera.
Levering
Het bieden van de afgesproken zorg.
Leveringsvoorwaarden
De eisen en voorwaarden die gesteld worden aan de levering van een product. Dit kunnen
kwaliteits- en veiligheidseisen zijn, maar ook eisen aan duur en omvang van de inzet van
een product.

	
Maatschappelijke legitimatie
Het actief bijdragen aan het bereiken van welzijns- en gezondheidsdoelen die in
de maatschappij algemeen zijn aanvaard, daaruit bestaansrecht ontlenen en het
bestaansrecht zichtbaar maken.
Maatschappelijk rendement
De meerwaarde van de door de organisatie geleverde producten voor de maatschappij.
Maatschappelijke verantwoording
Geldende verantwoordingssystematieken, waarmee de organisatie verantwoording aflegt
over de geleverde producten aan de maatschappij, bijvoorbeeld het Jaardocument Zorg.
Managementsturingssystematiek
Een systeem waarmee aantoonbaar aan verbetering wordt gewerkt en waarmee planning
en controle inzichtelijk wordt gemaakt.
Medewerker
De medewerker die werkt in de uitvoering van de zorg, binnen alle sectoren en beroepen
en in alle verschillende vormen van activiteiten. Onder deze term wordt de medewerker
‘in loondienst’ verstaan, maar ook de ingehuurde derde.
Improvement Model versie 2, april 2016 61Improvement Model versie 2, april 201660
Medewerkerwaarden
De waarden die een medewerker persoonlijk belangrijk vindt, die de diepste drijfveren
weergeven en de basis vormen van een te leveren dienst of product. De basishouding
(‘wat voor type mens’) van de medewerker. De waarden van de medewerker uiten zich in
gedragskenmerken.
Missie
Een beschrijving van de functie die de organisatie in de maatschappij of markt kan en wil
vervullen en de bestaansgrond (maatschappelijke legitimatie) die hiervoor gedefinieerd
kan worden.
	
Netwerk rondom de klant
Het totale sociale netwerk rondom de klant, zoals gezin, familie, mantelzorg, vrienden,
kennissen, buurt, werkgever, school etc.
	
Onvervulde klantbehoeften
Zorgvragen van klanten zoals die zijn opgenomen in de opdrachtformulering, maar
waarvoor nog geen adequaat zorgproduct beschikbaar is.
Opdrachtformulering
De opdracht die de klant formuleert aan één of meerdere aanbieders en die de totale
vraag om zorg, ondersteuning of dienstverlening omvat op alle leefgebieden.
	
Persoonlijk ontwikkelplan
Een plan waarin duidelijk zichtbaar wordt dat de medewerker gestructureerd werkt aan
zijn persoonlijke ontwikkeling. Deze persoonlijke ontwikkeling dient direct gerelateerd te
zijn aan de opdrachtformuleringen van de klanten.
Plan
Een plan dat is gebaseerd op de dienstverleningsovereenkomst en de in te zetten
producten. Hierin moet de weg naar de gestelde welzijns- en gezondheidsdoelen op een
planmatige en methodische manier zichtbaar worden.
Planning
Gemaakte afspraken in tijd die gebaseerd zijn op de inhoudelijke afspraken die in het plan
gemaakt zijn.
Probleemstelling
De door de klant ervaren problematiek die aan de opdrachtformulering ten grondslag ligt.
Deze problematiek moet binnen de maatschappij als algemeen aanvaarde problematiek
gelden en het moet mogelijk zijn om er een zorgaanbod voor te ontwikkelen en in te
zetten.
Product
Een samenstelling van activiteiten en hulpmiddelen die kunnen worden ingezet bij een
klant om in de opdrachtformulering te voorzien. Deze biedt de klant een oplossing in de
ervaren probleemstelling. Een zorgpakket dat aan een klant geboden kan worden. Onder
product wordt hier ook ‘dienst’ verstaan.
Productevaluatie
Het gestructureerd evalueren van het productportfolio op basis van de ervaringen,
uitkomsten en verbetervoorstellen. Het doel van evaluatie is om de te leveren zorg
effectiever en doelmatiger te maken.
Productportfolio
Een uitwerking van de in te zetten producten per klanttypering en per fase, die bijdragen
aan het realiseren van de welzijns- en gezondheidsdoelen. Vervolgens kunnen deze
producten bij de individuele klant op maat worden ingezet.
Risico-analyse
Een overzicht van alle mogelijke risico’s die de begroting kunnen beïnvloeden. Hierin
staat ook beschreven wat de kans is dat deze zich voordoen, waarbij de begroting van de
voorliggende periode de leidraad is.
Risicobeheersing
Het nemen van aantoonbare maatregelen om de risico’s en de schadelijke gevolgen
daarvan te beperken te beperken voor alle betrokkenen.
Risicotaxatie
De inschatting van mogelijke risico’s en de kans dat deze zich voordoen gedurende de
looptijd van de begroting.
Improvement Model versie 2, april 2016 63Improvement Model versie 2, april 201662
Self-assessmenttool (Improvement Wizard)
De self-assessmenttool (ook wel Improvement Wizard) is de applicatie die wordt gebruikt
om vanuit de invoer die de organisatie doet de wegingen van de indicatoren te berekenen.
Het is een applicatie die kan worden gebruikt voor het self-assessment en de audit
en waarbij de organisatie de benodigde data invoert, het systeem de wegingen op de
indicatoren uitvoert en de eindscore laat zien.
Service Level Agreement (SLA)
Een overeenkomst waarin afspraken staan tussen aanbieder en afnemer van een dienst of
product. Hierin is afgesproken wat de prestatie-indicatoren en kwaliteitseisen zijn van de
te leveren dienst of het product, om deze later te kunnen toetsen. In een SLA worden de
rechten en plichten van beide partijen omschreven.
Signalering
Het pro-actief vaststellen van een mogelijke zorgvraag, opdrachtformulering of een
mogelijk risico of gevaar.
VAR
Verklaring van de Belastingdienst waaruit blijkt dat het inkomen van een ingehuurde
medewerker aangemerkt wordt als ‘winst uit onderneming’.
Verkeerslichtenmodel
Rekenmodel op basis van de normen in het certificatieschema, en de daarvan afgeleide
indicatoren en algoritmen. Dit model geeft een score-weergave in groen – oranje – rood.
Visie
Het langetermijnperspectief van de organisatie; de manier waarop de organisatie haar
missie waar wil maken.
Zorg	
Een brede noemer waaronder alle vormen van zorgverlening, dienstverlening,
ondersteuning, behandeling en begeleiding vallen, die binnen het productportfolio, zoals
bedoeld binnen dit certificatieschema, kunnen vallen.
Zorginhoudelijke indicatoren
De indicatoren waarmee objectief kan worden vastgesteld in welke mate de individueel
gestelde welzijns- en gezondheidsdoelen worden behaald of de kwaliteit van leven
toeneemt. De hier bedoelde zorginhoudelijke indicatoren zijn doelrealisatie, effecten en
resultaten en waardering.
	
Welzijns- en gezondheidsdoelen
Het totaal aan doelen dat gesteld kan worden op alle leefgebieden van de mens, om
kwaliteit van leven te behouden of te vergroten.
Improvement Model versie 2, april 201664

Mais conteúdo relacionado

Mais procurados

Starterskit kandidaat bim versie1 april2017
Starterskit kandidaat bim versie1 april2017Starterskit kandidaat bim versie1 april2017
Starterskit kandidaat bim versie1 april2017Evelien Verkade
 
In vogelvlucht deel2 documenten_systemen_bim_versie1_april2017
In vogelvlucht deel2 documenten_systemen_bim_versie1_april2017In vogelvlucht deel2 documenten_systemen_bim_versie1_april2017
In vogelvlucht deel2 documenten_systemen_bim_versie1_april2017Evelien Verkade
 
Rode Draad Bijlage13 interviewmodel
Rode Draad Bijlage13 interviewmodelRode Draad Bijlage13 interviewmodel
Rode Draad Bijlage13 interviewmodelEvelien Verkade
 
Rode Draad Bijlage 5 toetsing kwaliteit_dossiervoering_april2016
Rode Draad Bijlage 5 toetsing kwaliteit_dossiervoering_april2016Rode Draad Bijlage 5 toetsing kwaliteit_dossiervoering_april2016
Rode Draad Bijlage 5 toetsing kwaliteit_dossiervoering_april2016Evelien Verkade
 
Instructiekaart externe auditor
Instructiekaart externe auditorInstructiekaart externe auditor
Instructiekaart externe auditorEvelien Verkade
 
In vogelvlucht deel4 beoordeling_auditor_bim_versie1_april2017
In vogelvlucht deel4 beoordeling_auditor_bim_versie1_april2017In vogelvlucht deel4 beoordeling_auditor_bim_versie1_april2017
In vogelvlucht deel4 beoordeling_auditor_bim_versie1_april2017Evelien Verkade
 
Rode Draad Bijlage 4 maatschappelijk resultaat_2016
Rode Draad Bijlage 4 maatschappelijk resultaat_2016Rode Draad Bijlage 4 maatschappelijk resultaat_2016
Rode Draad Bijlage 4 maatschappelijk resultaat_2016Evelien Verkade
 
Rode Draad Bijlage 6 toetsing voorwaardelijke_eisen_april2016
Rode Draad Bijlage 6 toetsing voorwaardelijke_eisen_april2016Rode Draad Bijlage 6 toetsing voorwaardelijke_eisen_april2016
Rode Draad Bijlage 6 toetsing voorwaardelijke_eisen_april2016Evelien Verkade
 
Rode Draad Bijlage 7 toetsing overige_eisen_april2016
Rode Draad Bijlage 7 toetsing overige_eisen_april2016Rode Draad Bijlage 7 toetsing overige_eisen_april2016
Rode Draad Bijlage 7 toetsing overige_eisen_april2016Evelien Verkade
 
Hulpmiddel3 plan van_aanpak
Hulpmiddel3 plan van_aanpakHulpmiddel3 plan van_aanpak
Hulpmiddel3 plan van_aanpakEvelien Verkade
 
Improvement Academy | Hoe werkt de persoonlijke certificering?
Improvement Academy | Hoe werkt de persoonlijke certificering?Improvement Academy | Hoe werkt de persoonlijke certificering?
Improvement Academy | Hoe werkt de persoonlijke certificering?Evelien Verkade
 
Tool 07 Productportfolio
Tool 07 ProductportfolioTool 07 Productportfolio
Tool 07 ProductportfolioEvelien Verkade
 
Tool 06 Welzijns gezondheidsdoelen
Tool 06 Welzijns gezondheidsdoelenTool 06 Welzijns gezondheidsdoelen
Tool 06 Welzijns gezondheidsdoelenEvelien Verkade
 
De inhoud van de toetsing
De inhoud van de toetsingDe inhoud van de toetsing
De inhoud van de toetsingstichtingbim
 
Tool 04 Huishoudportemonnee
Tool 04 HuishoudportemonneeTool 04 Huishoudportemonnee
Tool 04 HuishoudportemonneeEvelien Verkade
 
Handleiding Qsuite | Wat is een kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de kl...
Handleiding Qsuite | Wat is een kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de kl...Handleiding Qsuite | Wat is een kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de kl...
Handleiding Qsuite | Wat is een kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de kl...Evelien Verkade
 
Tool 05 Risicoscreenings
Tool 05 RisicoscreeningsTool 05 Risicoscreenings
Tool 05 RisicoscreeningsEvelien Verkade
 
Aca 01 05 wizard_organisatiedossier_compleetv2_20172203
Aca 01 05 wizard_organisatiedossier_compleetv2_20172203Aca 01 05 wizard_organisatiedossier_compleetv2_20172203
Aca 01 05 wizard_organisatiedossier_compleetv2_20172203Evelien Verkade
 
Handleiding Qsuite | Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit vo...
Handleiding Qsuite | Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit vo...Handleiding Qsuite | Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit vo...
Handleiding Qsuite | Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit vo...Evelien Verkade
 

Mais procurados (20)

Starterskit kandidaat bim versie1 april2017
Starterskit kandidaat bim versie1 april2017Starterskit kandidaat bim versie1 april2017
Starterskit kandidaat bim versie1 april2017
 
In vogelvlucht deel2 documenten_systemen_bim_versie1_april2017
In vogelvlucht deel2 documenten_systemen_bim_versie1_april2017In vogelvlucht deel2 documenten_systemen_bim_versie1_april2017
In vogelvlucht deel2 documenten_systemen_bim_versie1_april2017
 
Rode Draad Bijlage13 interviewmodel
Rode Draad Bijlage13 interviewmodelRode Draad Bijlage13 interviewmodel
Rode Draad Bijlage13 interviewmodel
 
Rode Draad Bijlage 5 toetsing kwaliteit_dossiervoering_april2016
Rode Draad Bijlage 5 toetsing kwaliteit_dossiervoering_april2016Rode Draad Bijlage 5 toetsing kwaliteit_dossiervoering_april2016
Rode Draad Bijlage 5 toetsing kwaliteit_dossiervoering_april2016
 
Instructiekaart externe auditor
Instructiekaart externe auditorInstructiekaart externe auditor
Instructiekaart externe auditor
 
In vogelvlucht deel4 beoordeling_auditor_bim_versie1_april2017
In vogelvlucht deel4 beoordeling_auditor_bim_versie1_april2017In vogelvlucht deel4 beoordeling_auditor_bim_versie1_april2017
In vogelvlucht deel4 beoordeling_auditor_bim_versie1_april2017
 
Rode Draad Bijlage 4 maatschappelijk resultaat_2016
Rode Draad Bijlage 4 maatschappelijk resultaat_2016Rode Draad Bijlage 4 maatschappelijk resultaat_2016
Rode Draad Bijlage 4 maatschappelijk resultaat_2016
 
Rode Draad Bijlage 6 toetsing voorwaardelijke_eisen_april2016
Rode Draad Bijlage 6 toetsing voorwaardelijke_eisen_april2016Rode Draad Bijlage 6 toetsing voorwaardelijke_eisen_april2016
Rode Draad Bijlage 6 toetsing voorwaardelijke_eisen_april2016
 
Rode Draad Bijlage 7 toetsing overige_eisen_april2016
Rode Draad Bijlage 7 toetsing overige_eisen_april2016Rode Draad Bijlage 7 toetsing overige_eisen_april2016
Rode Draad Bijlage 7 toetsing overige_eisen_april2016
 
Hulpmiddel3 plan van_aanpak
Hulpmiddel3 plan van_aanpakHulpmiddel3 plan van_aanpak
Hulpmiddel3 plan van_aanpak
 
Improvement Academy | Hoe werkt de persoonlijke certificering?
Improvement Academy | Hoe werkt de persoonlijke certificering?Improvement Academy | Hoe werkt de persoonlijke certificering?
Improvement Academy | Hoe werkt de persoonlijke certificering?
 
Tool 07 Productportfolio
Tool 07 ProductportfolioTool 07 Productportfolio
Tool 07 Productportfolio
 
Tool 06 Welzijns gezondheidsdoelen
Tool 06 Welzijns gezondheidsdoelenTool 06 Welzijns gezondheidsdoelen
Tool 06 Welzijns gezondheidsdoelen
 
Tool 02 Marktonderzoek
Tool 02 MarktonderzoekTool 02 Marktonderzoek
Tool 02 Marktonderzoek
 
De inhoud van de toetsing
De inhoud van de toetsingDe inhoud van de toetsing
De inhoud van de toetsing
 
Tool 04 Huishoudportemonnee
Tool 04 HuishoudportemonneeTool 04 Huishoudportemonnee
Tool 04 Huishoudportemonnee
 
Handleiding Qsuite | Wat is een kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de kl...
Handleiding Qsuite | Wat is een kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de kl...Handleiding Qsuite | Wat is een kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de kl...
Handleiding Qsuite | Wat is een kwaliteitssysteem en hoe werkt dat voor de kl...
 
Tool 05 Risicoscreenings
Tool 05 RisicoscreeningsTool 05 Risicoscreenings
Tool 05 Risicoscreenings
 
Aca 01 05 wizard_organisatiedossier_compleetv2_20172203
Aca 01 05 wizard_organisatiedossier_compleetv2_20172203Aca 01 05 wizard_organisatiedossier_compleetv2_20172203
Aca 01 05 wizard_organisatiedossier_compleetv2_20172203
 
Handleiding Qsuite | Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit vo...
Handleiding Qsuite | Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit vo...Handleiding Qsuite | Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit vo...
Handleiding Qsuite | Wat zijn audits en toetsingen en hoe voer ik deze uit vo...
 

Destaque

Normen inspectiebezoeken 2016 checklist
Normen inspectiebezoeken 2016 checklist Normen inspectiebezoeken 2016 checklist
Normen inspectiebezoeken 2016 checklist Evelien Verkade
 
Toelichting Improvement Academy | (Zorg)organisaties: we werken samen
Toelichting Improvement Academy | (Zorg)organisaties: we werken samenToelichting Improvement Academy | (Zorg)organisaties: we werken samen
Toelichting Improvement Academy | (Zorg)organisaties: we werken samenEvelien Verkade
 
Achtergronden kwaliteitssystemen Improvement Model
Achtergronden kwaliteitssystemen Improvement ModelAchtergronden kwaliteitssystemen Improvement Model
Achtergronden kwaliteitssystemen Improvement ModelEvelien Verkade
 
Toelichting Improvement Academy | Een klantgerichte vaste koers voor organisa...
Toelichting Improvement Academy | Een klantgerichte vaste koers voor organisa...Toelichting Improvement Academy | Een klantgerichte vaste koers voor organisa...
Toelichting Improvement Academy | Een klantgerichte vaste koers voor organisa...Evelien Verkade
 
Handleiding Qsuite | Wat zijn documenten en hoe beheer ik deze voor de klant?
Handleiding Qsuite | Wat zijn documenten en hoe beheer ik deze voor de klant?Handleiding Qsuite | Wat zijn documenten en hoe beheer ik deze voor de klant?
Handleiding Qsuite | Wat zijn documenten en hoe beheer ik deze voor de klant?Evelien Verkade
 
Toelichting Improvement Academy | Klantgerichte organisaties in de zorg
Toelichting Improvement Academy | Klantgerichte organisaties in de zorgToelichting Improvement Academy | Klantgerichte organisaties in de zorg
Toelichting Improvement Academy | Klantgerichte organisaties in de zorgEvelien Verkade
 
Improvement Academy | Waar moeten zorgorganisaties aan voldoen?
Improvement Academy | Waar moeten zorgorganisaties aan voldoen?Improvement Academy | Waar moeten zorgorganisaties aan voldoen?
Improvement Academy | Waar moeten zorgorganisaties aan voldoen?Evelien Verkade
 
Toelichting Improvement Academy | Spelregels in de zorg
Toelichting Improvement Academy | Spelregels in de zorgToelichting Improvement Academy | Spelregels in de zorg
Toelichting Improvement Academy | Spelregels in de zorgEvelien Verkade
 

Destaque (10)

Normen inspectiebezoeken 2016 checklist
Normen inspectiebezoeken 2016 checklist Normen inspectiebezoeken 2016 checklist
Normen inspectiebezoeken 2016 checklist
 
Toelichting Improvement Academy | (Zorg)organisaties: we werken samen
Toelichting Improvement Academy | (Zorg)organisaties: we werken samenToelichting Improvement Academy | (Zorg)organisaties: we werken samen
Toelichting Improvement Academy | (Zorg)organisaties: we werken samen
 
Achtergronden kwaliteitssystemen Improvement Model
Achtergronden kwaliteitssystemen Improvement ModelAchtergronden kwaliteitssystemen Improvement Model
Achtergronden kwaliteitssystemen Improvement Model
 
Toelichting Improvement Academy | Een klantgerichte vaste koers voor organisa...
Toelichting Improvement Academy | Een klantgerichte vaste koers voor organisa...Toelichting Improvement Academy | Een klantgerichte vaste koers voor organisa...
Toelichting Improvement Academy | Een klantgerichte vaste koers voor organisa...
 
Handleiding Qsuite | Wat zijn documenten en hoe beheer ik deze voor de klant?
Handleiding Qsuite | Wat zijn documenten en hoe beheer ik deze voor de klant?Handleiding Qsuite | Wat zijn documenten en hoe beheer ik deze voor de klant?
Handleiding Qsuite | Wat zijn documenten en hoe beheer ik deze voor de klant?
 
Tool 03 Klantwaarden
Tool 03 KlantwaardenTool 03 Klantwaarden
Tool 03 Klantwaarden
 
Toelichting Improvement Academy | Klantgerichte organisaties in de zorg
Toelichting Improvement Academy | Klantgerichte organisaties in de zorgToelichting Improvement Academy | Klantgerichte organisaties in de zorg
Toelichting Improvement Academy | Klantgerichte organisaties in de zorg
 
Tool 01 Klantopdrachten
Tool 01 KlantopdrachtenTool 01 Klantopdrachten
Tool 01 Klantopdrachten
 
Improvement Academy | Waar moeten zorgorganisaties aan voldoen?
Improvement Academy | Waar moeten zorgorganisaties aan voldoen?Improvement Academy | Waar moeten zorgorganisaties aan voldoen?
Improvement Academy | Waar moeten zorgorganisaties aan voldoen?
 
Toelichting Improvement Academy | Spelregels in de zorg
Toelichting Improvement Academy | Spelregels in de zorgToelichting Improvement Academy | Spelregels in de zorg
Toelichting Improvement Academy | Spelregels in de zorg
 

Semelhante a Certificatieschema Improvement Model

Handleiding Improvement Academy | Wat is de filosofie, wat is de opbouw, wat ...
Handleiding Improvement Academy | Wat is de filosofie, wat is de opbouw, wat ...Handleiding Improvement Academy | Wat is de filosofie, wat is de opbouw, wat ...
Handleiding Improvement Academy | Wat is de filosofie, wat is de opbouw, wat ...Evelien Verkade
 
Rondleiding Qsuite | Een rondleiding door de filosofie achter de Qsuite en de...
Rondleiding Qsuite | Een rondleiding door de filosofie achter de Qsuite en de...Rondleiding Qsuite | Een rondleiding door de filosofie achter de Qsuite en de...
Rondleiding Qsuite | Een rondleiding door de filosofie achter de Qsuite en de...Evelien Verkade
 
Oplossing Verpleging, Verzorging, Thuiszorg
Oplossing Verpleging, Verzorging, ThuiszorgOplossing Verpleging, Verzorging, Thuiszorg
Oplossing Verpleging, Verzorging, ThuiszorgEvelien Verkade
 
Programma en methodiek voor de implementatie en het onderhoud leer-, werk- e...
Programma en methodiek voor de implementatie en het onderhoud leer-, werk-  e...Programma en methodiek voor de implementatie en het onderhoud leer-, werk-  e...
Programma en methodiek voor de implementatie en het onderhoud leer-, werk- e...Evelien Verkade
 
Folder stakeholders briefing
Folder stakeholders briefingFolder stakeholders briefing
Folder stakeholders briefingEvelien Verkade
 
Starterskit Improvement Academy Belangstellenden
Starterskit Improvement Academy BelangstellendenStarterskit Improvement Academy Belangstellenden
Starterskit Improvement Academy BelangstellendenEvelien Verkade
 
Oplossing zakelijke dienstverlening
Oplossing zakelijke dienstverleningOplossing zakelijke dienstverlening
Oplossing zakelijke dienstverleningEvelien Verkade
 
EFQM model
EFQM modelEFQM model
EFQM modelEHBM
 
Aca 01 05 wizard_medewerkerdossier_v1_20170213.03032017
Aca 01 05 wizard_medewerkerdossier_v1_20170213.03032017Aca 01 05 wizard_medewerkerdossier_v1_20170213.03032017
Aca 01 05 wizard_medewerkerdossier_v1_20170213.03032017Evelien Verkade
 
Ink Slide Presentation Ne
Ink Slide Presentation NeInk Slide Presentation Ne
Ink Slide Presentation NeHelga Jensma
 
Kwaliteitsmanagement volgens INK-model
Kwaliteitsmanagement volgens INK-modelKwaliteitsmanagement volgens INK-model
Kwaliteitsmanagement volgens INK-modelBuitenhekPlus
 
Aca 01 05 wizard_klantdossier_v1_20170213.20022017
Aca 01 05 wizard_klantdossier_v1_20170213.20022017Aca 01 05 wizard_klantdossier_v1_20170213.20022017
Aca 01 05 wizard_klantdossier_v1_20170213.20022017Evelien Verkade
 
Presentatie Dekra Hkz Openbare Apotheken (11 1 2011)
Presentatie Dekra Hkz Openbare Apotheken (11 1 2011)Presentatie Dekra Hkz Openbare Apotheken (11 1 2011)
Presentatie Dekra Hkz Openbare Apotheken (11 1 2011)kwdekker
 
Vragenlijst de Innovatiethermometer - innovation health scan - KvK
Vragenlijst de Innovatiethermometer - innovation health scan - KvKVragenlijst de Innovatiethermometer - innovation health scan - KvK
Vragenlijst de Innovatiethermometer - innovation health scan - KvKOlaf ter Haar
 
Balans in toetsing en inrichting: waarom is er toetsing?
Balans in toetsing en inrichting: waarom is er toetsing?Balans in toetsing en inrichting: waarom is er toetsing?
Balans in toetsing en inrichting: waarom is er toetsing?stichtingbim
 
Altran Operational Excellence 011110
Altran Operational Excellence 011110Altran Operational Excellence 011110
Altran Operational Excellence 011110arjanderuijter
 

Semelhante a Certificatieschema Improvement Model (20)

Handleiding Improvement Academy | Wat is de filosofie, wat is de opbouw, wat ...
Handleiding Improvement Academy | Wat is de filosofie, wat is de opbouw, wat ...Handleiding Improvement Academy | Wat is de filosofie, wat is de opbouw, wat ...
Handleiding Improvement Academy | Wat is de filosofie, wat is de opbouw, wat ...
 
Rondleiding Qsuite | Een rondleiding door de filosofie achter de Qsuite en de...
Rondleiding Qsuite | Een rondleiding door de filosofie achter de Qsuite en de...Rondleiding Qsuite | Een rondleiding door de filosofie achter de Qsuite en de...
Rondleiding Qsuite | Een rondleiding door de filosofie achter de Qsuite en de...
 
Handout wnk juni 2011
Handout wnk juni 2011Handout wnk juni 2011
Handout wnk juni 2011
 
Oplossing Verpleging, Verzorging, Thuiszorg
Oplossing Verpleging, Verzorging, ThuiszorgOplossing Verpleging, Verzorging, Thuiszorg
Oplossing Verpleging, Verzorging, Thuiszorg
 
Programma en methodiek voor de implementatie en het onderhoud leer-, werk- e...
Programma en methodiek voor de implementatie en het onderhoud leer-, werk-  e...Programma en methodiek voor de implementatie en het onderhoud leer-, werk-  e...
Programma en methodiek voor de implementatie en het onderhoud leer-, werk- e...
 
Folder stakeholders briefing
Folder stakeholders briefingFolder stakeholders briefing
Folder stakeholders briefing
 
Starterskit Improvement Academy Belangstellenden
Starterskit Improvement Academy BelangstellendenStarterskit Improvement Academy Belangstellenden
Starterskit Improvement Academy Belangstellenden
 
Oplossing zakelijke dienstverlening
Oplossing zakelijke dienstverleningOplossing zakelijke dienstverlening
Oplossing zakelijke dienstverlening
 
Oplossing GGZ
Oplossing GGZOplossing GGZ
Oplossing GGZ
 
EFQM model
EFQM modelEFQM model
EFQM model
 
Aca 01 05 wizard_medewerkerdossier_v1_20170213.03032017
Aca 01 05 wizard_medewerkerdossier_v1_20170213.03032017Aca 01 05 wizard_medewerkerdossier_v1_20170213.03032017
Aca 01 05 wizard_medewerkerdossier_v1_20170213.03032017
 
Ink Slide Presentation Ne
Ink Slide Presentation NeInk Slide Presentation Ne
Ink Slide Presentation Ne
 
Kwaliteitsmanagement volgens INK-model
Kwaliteitsmanagement volgens INK-modelKwaliteitsmanagement volgens INK-model
Kwaliteitsmanagement volgens INK-model
 
Oplossing ketenconcept
Oplossing ketenconceptOplossing ketenconcept
Oplossing ketenconcept
 
Oplossing ketenconcept
Oplossing ketenconceptOplossing ketenconcept
Oplossing ketenconcept
 
Aca 01 05 wizard_klantdossier_v1_20170213.20022017
Aca 01 05 wizard_klantdossier_v1_20170213.20022017Aca 01 05 wizard_klantdossier_v1_20170213.20022017
Aca 01 05 wizard_klantdossier_v1_20170213.20022017
 
Presentatie Dekra Hkz Openbare Apotheken (11 1 2011)
Presentatie Dekra Hkz Openbare Apotheken (11 1 2011)Presentatie Dekra Hkz Openbare Apotheken (11 1 2011)
Presentatie Dekra Hkz Openbare Apotheken (11 1 2011)
 
Vragenlijst de Innovatiethermometer - innovation health scan - KvK
Vragenlijst de Innovatiethermometer - innovation health scan - KvKVragenlijst de Innovatiethermometer - innovation health scan - KvK
Vragenlijst de Innovatiethermometer - innovation health scan - KvK
 
Balans in toetsing en inrichting: waarom is er toetsing?
Balans in toetsing en inrichting: waarom is er toetsing?Balans in toetsing en inrichting: waarom is er toetsing?
Balans in toetsing en inrichting: waarom is er toetsing?
 
Altran Operational Excellence 011110
Altran Operational Excellence 011110Altran Operational Excellence 011110
Altran Operational Excellence 011110
 

Mais de Evelien Verkade

Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders juni2018
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders juni2018Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders juni2018
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders juni2018Evelien Verkade
 
Starterskit Zorgcooperatie Brabant
Starterskit Zorgcooperatie BrabantStarterskit Zorgcooperatie Brabant
Starterskit Zorgcooperatie BrabantEvelien Verkade
 
Starterskit medewerkerportaal projectplanning Improve360
Starterskit medewerkerportaal projectplanning Improve360Starterskit medewerkerportaal projectplanning Improve360
Starterskit medewerkerportaal projectplanning Improve360Evelien Verkade
 
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders versie1_april2018
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders versie1_april2018Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders versie1_april2018
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders versie1_april2018Evelien Verkade
 
Stappenplan invullen speelveld klantprofiel
Stappenplan invullen speelveld klantprofielStappenplan invullen speelveld klantprofiel
Stappenplan invullen speelveld klantprofielEvelien Verkade
 
Starterskit improve360 sleutelfiguren
Starterskit improve360 sleutelfigurenStarterskit improve360 sleutelfiguren
Starterskit improve360 sleutelfigurenEvelien Verkade
 
Starterskit improve360 ondersteuningsteam
Starterskit improve360 ondersteuningsteamStarterskit improve360 ondersteuningsteam
Starterskit improve360 ondersteuningsteamEvelien Verkade
 
Starterskit gezinshuis.com sleutelfiguren
Starterskit gezinshuis.com sleutelfigurenStarterskit gezinshuis.com sleutelfiguren
Starterskit gezinshuis.com sleutelfigurenEvelien Verkade
 
Hoe werkt het in de leeromgeving?
Hoe werkt het in de leeromgeving?Hoe werkt het in de leeromgeving?
Hoe werkt het in de leeromgeving?Evelien Verkade
 
Handleiding Lelie Zorggroep Jaarplan/Doelenformulier
Handleiding Lelie Zorggroep Jaarplan/DoelenformulierHandleiding Lelie Zorggroep Jaarplan/Doelenformulier
Handleiding Lelie Zorggroep Jaarplan/DoelenformulierEvelien Verkade
 
Handleiding Lelie Zorggroep Verslag Resultaatgesprek
Handleiding Lelie Zorggroep Verslag ResultaatgesprekHandleiding Lelie Zorggroep Verslag Resultaatgesprek
Handleiding Lelie Zorggroep Verslag ResultaatgesprekEvelien Verkade
 
Handleiding Lelie Zorggroep Verbeterregister
Handleiding Lelie Zorggroep VerbeterregisterHandleiding Lelie Zorggroep Verbeterregister
Handleiding Lelie Zorggroep VerbeterregisterEvelien Verkade
 
MIC’s analyseren voor de MIC commissie
MIC’s analyseren voor de MIC commissieMIC’s analyseren voor de MIC commissie
MIC’s analyseren voor de MIC commissieEvelien Verkade
 
Opvolg en verbeteracties bekijken en bijwerken
Opvolg en verbeteracties bekijken en bijwerkenOpvolg en verbeteracties bekijken en bijwerken
Opvolg en verbeteracties bekijken en bijwerkenEvelien Verkade
 
Uitvoeren en rapporteren met planning
Uitvoeren en rapporteren met planningUitvoeren en rapporteren met planning
Uitvoeren en rapporteren met planningEvelien Verkade
 
Tijd registreren incl planning_versie1
Tijd registreren incl planning_versie1Tijd registreren incl planning_versie1
Tijd registreren incl planning_versie1Evelien Verkade
 

Mais de Evelien Verkade (20)

Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders juni2018
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders juni2018Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders juni2018
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders juni2018
 
Starterskit Zorgcooperatie Brabant
Starterskit Zorgcooperatie BrabantStarterskit Zorgcooperatie Brabant
Starterskit Zorgcooperatie Brabant
 
Starterskit medewerkerportaal projectplanning Improve360
Starterskit medewerkerportaal projectplanning Improve360Starterskit medewerkerportaal projectplanning Improve360
Starterskit medewerkerportaal projectplanning Improve360
 
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders versie1_april2018
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders versie1_april2018Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders versie1_april2018
Starterskit gezinshuis comgezinshuisouders versie1_april2018
 
Achtergronden mensvisie
Achtergronden mensvisieAchtergronden mensvisie
Achtergronden mensvisie
 
Stappenplan invullen speelveld klantprofiel
Stappenplan invullen speelveld klantprofielStappenplan invullen speelveld klantprofiel
Stappenplan invullen speelveld klantprofiel
 
Starterskit improve360 sleutelfiguren
Starterskit improve360 sleutelfigurenStarterskit improve360 sleutelfiguren
Starterskit improve360 sleutelfiguren
 
Starterskit improve360 ondersteuningsteam
Starterskit improve360 ondersteuningsteamStarterskit improve360 ondersteuningsteam
Starterskit improve360 ondersteuningsteam
 
Starterskit gezinshuis.com sleutelfiguren
Starterskit gezinshuis.com sleutelfigurenStarterskit gezinshuis.com sleutelfiguren
Starterskit gezinshuis.com sleutelfiguren
 
Hoe werkt het in de leeromgeving?
Hoe werkt het in de leeromgeving?Hoe werkt het in de leeromgeving?
Hoe werkt het in de leeromgeving?
 
Handleiding Lelie Zorggroep Jaarplan/Doelenformulier
Handleiding Lelie Zorggroep Jaarplan/DoelenformulierHandleiding Lelie Zorggroep Jaarplan/Doelenformulier
Handleiding Lelie Zorggroep Jaarplan/Doelenformulier
 
Handleiding Lelie Zorggroep Verslag Resultaatgesprek
Handleiding Lelie Zorggroep Verslag ResultaatgesprekHandleiding Lelie Zorggroep Verslag Resultaatgesprek
Handleiding Lelie Zorggroep Verslag Resultaatgesprek
 
Handleiding Lelie Zorggroep Verbeterregister
Handleiding Lelie Zorggroep VerbeterregisterHandleiding Lelie Zorggroep Verbeterregister
Handleiding Lelie Zorggroep Verbeterregister
 
MIC’s analyseren voor de MIC commissie
MIC’s analyseren voor de MIC commissieMIC’s analyseren voor de MIC commissie
MIC’s analyseren voor de MIC commissie
 
Opvolg en verbeteracties bekijken en bijwerken
Opvolg en verbeteracties bekijken en bijwerkenOpvolg en verbeteracties bekijken en bijwerken
Opvolg en verbeteracties bekijken en bijwerken
 
Dashboards bekijken
Dashboards bekijkenDashboards bekijken
Dashboards bekijken
 
Vragenlijsten invullen
Vragenlijsten invullenVragenlijsten invullen
Vragenlijsten invullen
 
Uitvoeren en rapporteren met planning
Uitvoeren en rapporteren met planningUitvoeren en rapporteren met planning
Uitvoeren en rapporteren met planning
 
Tijd registreren incl planning_versie1
Tijd registreren incl planning_versie1Tijd registreren incl planning_versie1
Tijd registreren incl planning_versie1
 
Plan opstellen
Plan opstellenPlan opstellen
Plan opstellen
 

Certificatieschema Improvement Model

  • 2. COPYRIGHT © 2010-2016 STICHTING BEHEER IMPROVEMENT MODEL Dit document is eigendom van Stichting Beheer Improvement Model. Stichting Beheer Improvement Model heeft dit document onder licentie verkregen van Novire BV teneinde het schemabeheer uit te voeren. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd of openbaar worden gemaakt op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Stichting Beheer Improvement Model, noch mag het worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Verstrekking aan en gebruik door anderen is niet toegestaan. Stichting Beheer Improvement Model is ondanks de zorg die aan dit document is besteed niet aansprakelijk voor schade die ontstaat als gevolg van fouten. Stichting Beheer Improvement Model aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade ten gevolge van het gebruik van de informatie uit dit document. Improvement Model
  • 3. EISEN Zoals verwoord in hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3. VERKLARING De producten en diensten van de organisatie voldoen – met een score van <> – aan de eisen, zoals neergelegd in het certificatieschema van het Improvement Model. GEBRUIK MERKEN Improvement Model beschikt over een eigen logo. Na certificering mag de organisatie dit logo voeren. Er is een algemene variant welke aangeeft dat de organisatie gecertificeerd is en een specifieke variant welke ook de kleur en score aangeeft. De organisatie is gerechtigd beide logo’s te voeren op digitale en fysieke uitingen. ACCREDITATIENORM EN 45011:1998 CERTIFICATIEONDERZOEK Zie hoofdstuk 2 PRODUCT / PRODUCTGROEP De klantvraag is bediend, conform inspraak, aanspraak, bejegening en verwachting. De organisatie biedt vanuit haar maatschappelijke context continuïteit en veiligheid. NORM / NORMATIEF DOCUMENT Beoordelings- en wegingskader van het Improvement Model ten aanzien van inrichting en uitkomsten van het  klantproces conform vereisten wet- en regelgeving en maatschappelijke rol. Er is een normenschema en indicatorenset. NAAM CERTIFICATIESCHEMA Improvement Model » Algemene eisen voor Certificerende Instellingen die certificatie volgens het Improvement Model uitvoeren; » Verificatie van de juistheid van door de organisatie verwerkte data binnen het self- assessment, voorafgaand aan het certificatieonderzoek; » Auditing van de uitkomsten van de zorg- en dienstverlening conform de normen en indicatoren van het Improvement Model VERSIE CERTIFICATIESCHEMA 2016, versie 2.0 CODE CERTIFICATIESCHEMA IM 2012 BEHEERDER CERTIFICATIESCHEMA Stichting Beheer Improvement Model REGISTRATIENUMMER RAAD VOOR ACCREDITATIE S 575 ONDERWERP TOETSING Producten en diensten binnen de zorg- en welzijnssector, zijnde zorg en begeleiding thuis, in woonvormen, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, welzijn, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.
  • 4. Voorwoord Voor u ligt het Improvement Model. Een innovatief certificatieschema voor zorg- en welzijnsinstellingen. Wij zijn dit project gestart – vanuit het werkveld –, omdat we ons met elkaar realiseerden dat er behoefte is aan een eigentijdse totaaloplossing. Een nieuwe houvast voor organisatie-inrichting die rekening houdt met hetgeen gebeurt en verandert in de maatschappij anno nu. Daarnaast zijn we ervan overtuigd dat betere zorg, service en diensten mogelijk zijn. Het Improvement Model benadert het zorg- en dienstverleningsproces op een hele nieuwe manier. De klant is consistent het uitgangspunt en van daaruit wordt de lijn doorgetrokken naar alle relevante organisatieonderdelen. En dat werkt verrassend goed. Op alle fronten. We dagen u uit om grondig met het model aan de slag te gaan. Om met een open blik naar de verschillende onderdelen van uw organisatie te kijken en mogelijkheden te overwegen die wellicht om lef vragen. Wij geloven dat dat de sleutel is tot een succesvol eindresultaat waar alle belanghebbenden baat bij hebben. Het Improvement Model is mede ontstaan door de waardevolle input van een grote groep professionals, -bestuurders en andere deskundigen uit de gehele breedte van het werkveld die zich stuk voor stuk belangeloos hebben ingezet. Onze dank aan hen is groot. Stichting Beheer Improvement Model Esther van Nieuwenhuizen Evelien Verkade
  • 5. Improvement Model versie 2, april 2016 9Improvement Model versie 2, april 20168 4 CERTIFICATIESCHEMA 41 Basis voor het onderzoek 41 Frequentie en inhoud van de beoordeling 41 Onderzoek organisatie 43 Rapportage richtlijnen 47 Richtlijnen rondom schorsing, intrekking, uitbreiding en inperking van het certificaat 47 Kwalificatiecriteria auditteam 49 Beoordeling auditteam 50 Criteria auditdagen 51 Overige richtlijnen 52 5 TERMEN EN DEFINITIES 55 6 INDICATORENSET 65 Inhoudsopgave 1 INLEIDING 11 Situatieschets 11 Over het Improvement Model 12 Wat biedt het Improvement Model? 12 Uitgangspunten, doelstellingen en toepassingsgebied 14 Hoe werkt het in de praktijk 14 Leeswijzer 16 2 NORMENSCHEMA 19 1 Klant 20 2 Missie 22 3 Product 22 4 Medewerker 25 5 Middelen 27 6 Financiën 28 7 Organisatie, processen, beleid en kwaliteit 29 8 Registreren gegevens binnen managementsysteem 32 3 MANAGEMENTSYSTEEMEISEN VOOR ORGANISATIES 35 Opties 35 Optie 1: Managementsysteemeisen volgens ISO 9001 of HKZ 35 Optie 2: Algemene managementsysteemeisen 36 Toetsen 37
  • 6. Improvement Model versie 2, april 2016 11 Inleiding Situatieschets De zorg- en welzijnsmarkt heeft te maken met een veranderende zorginfrastructuur. Er is een verschuiving gaande van een voorschrijvende overheid en een budgetgestuurde situatie naar ondernemerschap. Het initiatief ligt nu bij de zorginstelling. Voor veel organisaties is het een uitdaging hierop te anticiperen. Ondernemerschap op klant- en productniveau is vaak een nog onbekende weg voor medewerkers en bestuurders. Daar komt bij dat organisaties het al druk genoeg hebben met de verschillende aspecten waar ze tegelijk rekening mee moeten houden; de bedrijfsvoering, de inhoud, de kwaliteit, de veiligheid. Dit alles resulteert met enige regelmaat in terughoudendheid waar ondernemerslef nodig is. Ondertussen zoeken financiers naar transparantie in de verhouding tussen prijs, kwaliteit en resultaten. Samenwerking tussen alle betrokken partijen, inclusief laatstgenoemde en toezichthouders, is dus van groot belang. Het wordt steeds wenselijker dat de focus op uitkomsten komt te liggen, en niet alleen op processen en protocollen. Daarbij moeten de klant en de medewerker zich binnen duidelijke kaders zo vrij mogelijk kunnen blijven bewegen. Om haar toekomst zeker te stellen, is het voor zorginstanties van belang terug te keren naar de basis en zichzelf de vraag stellen waaraan zij hun bestaansrecht ontlenen. Daarbij hoort de klant centraal te staan; welke aanspraak doet de klant op de sociale zekerheid en al dan niet verplichte zorgverzekeringen, wat is zijn zorg- of dienstverleningsvraag, wat zijn daarbij zijn wensen en in hoeverre kan de organisatie daaraan voldoen? Jazeker, de wijzigingen zetten zorgorganisaties voor flinke uitdagingen. Tegelijkertijd is het een kans om de puzzel opnieuw te leggen. Om te vernieuwen, te verbeteren en grondig te kijken naar het wat, waarom en waartoe van de organisatie. 1 Improvement Model versie 2, april 201610
  • 7. Improvement Model versie 2, april 2016 13Improvement Model versie 2, april 201612 Schematisch kan dit als volgt worden weergegeven: 1. Klant 2. Missie 3. Product 4. Medewerker 5. Middelen 6. Financiën 7. Organisatie Toelichting op de figuur: Centraal in het schema beweegt zich de klant (1). Langs de assen van de wet- en regelgeving (de aanspraak die de klant maakt), de eisen van kwaliteitsborging en planning & control beweegt zich de totale organisatie. Deze organisatie is opgebouwd in chronologische volgorde met de klant (1) als vertrekpunt. Met een missie waaruit de maatschappelijke legitimatie blijkt (2). En een daarbij passend product (3), daarbij passende medewerkers (4) en passende middelen (5). Hieruit volgt een kloppende financiële onderlegger (6) en ten slotte dienen al deze onderdelen geborgd te worden in een organisatiesystematiek (7). Wanneer het totaal in balans is, resulteert dit in een groene uitkomst. Bij afwijkingen worden de uitkomsten van het model oranje, of mogelijk rood. Over het Improvement Model Stichting BIM biedt met het Improvement Model een basis voor de overgang van de oude situatie naar de gewijzigde. Het model helpt bepalen of een organisatie toekomst en bestaansrecht heeft. Het geeft organisaties handvatten om zichzelf te toetsen en te ontwikkelen tot een klantgestuurde organisatie met toekomstperspectief. Een organisatie waar kwaliteit en transparantie van de werkzaamheden zijn gewaarborgd, waar de bedrijfsvoering gericht is op output, en waar klanten en medewerkers, binnen de wet- en regelgeving, de grootst mogelijke bewegingsvrijheid hebben. In het model staat de klant zowel inhoudelijk als in de businesscase centraal. De te leveren producten en diensten zijn direct aan de klantvraag gerelateerd. Deze is dus zeker gesteld omdat hij, net als de klantaanspraak, ook het uitgangspunt is binnen de begroting. Het model schrijft niet voor op het ‘hoe’. Dat is aan de organisatie en haar creativiteit en eigenheid. Het Improvement Model is breed inzetbaar en volledig toegesneden op het werkveld. Het heeft zichzelf in de praktijk bewezen als een effectief transitiemiddel en aantrekkelijk verbeterinstrument. Wat biedt het Improvement Model? » Het geeft reflectie op bezieling en bestaansrecht (wie is de klant, welke vraag naar zorg- en dienstverlening en welke aanspraak op sociale zekerheid dient centraal te staan?). » Organisaties kunnen met het model het huidige productaanbod en de huidige (doorgaans nog budgetgestuurde) bedrijfsvoering gestructureerd beoordelen. » Het helpt richting bepalen en continuïteit maximaal te waarborgen, ondanks veranderde bekostigingssystematiek (prijs maal volume). » De herpositionering bindt en maakt medewerkers enthousiast. » Het geeft structuur en houvast aan de verschillende aandachtsgebieden en onderdelen in de organisatie: Klantvraag → Maatschappelijke legitimatie → Consequentie. » Het is een hulpmiddel om te komen tot een State of the Art bedrijfsvoering, voldoende zicht op kwaliteit en de verhouding prijs/kwaliteit. Klantwaarden en kwaliteit staan daarbij centraal. » Het helpt medewerkers om de klantvraag als vertrekpunt te leren nemen. Wet-enregelgeving Kwaliteitsnorm en Planning & Control
  • 8. Improvement Model versie 2, april 2016 15Improvement Model versie 2, april 201614 Uitgangspunten, doelstellingen en toepassingsgebied Het Improvement Model is vanuit de volgende uitgangspunten ontwikkeld en opgebouwd: » Vertrekpunt is de klantvraag, aanspraak en klantwaarden. » Maatschappelijke legitimatie is een speerpunt. » Veranderende positionering van klant en organisatie is een belangrijk aandachtspunt. » Er is een duidelijk onderscheid tussen klantvraag en productaanbod. » Er is een structureel verband met wet- en regelgeving. » Het is een hulpmiddel voor de continuïteit van de organisatie. » De principes van outputfinanciering worden geborgd. Doelstelling norm 1. Klantgedreven organisatiestructuur en bedrijfsvoering, gericht op goede en veilige output. 2. Hoge klant- en medewerkertevredenheid. 3. Een goed renderende organisatie met een gezonde basis voor continuïteit. 4. De verhouding tussen prijs en kwaliteit is goed en wordt steeds beter. Dit blijkt uit effecten, uitkomsten en resultaten. Toepassingsgebied norm Producten en diensten binnen de zorg- en welzijnssector, zijnde zorg en begeleiding thuis, in woonvormen, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, welzijn, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang. Hoe werkt het in de praktijk? De zeven genoemde onderwerpen van het model zijn samenhangend vertaald in een indicatorenset. Medewerkers binnen de organisatie vullen een self-assessment in op klant-, medewerker- en organisatieniveau. Zij gaan hier vervolgens over in gesprek met de klant zodat de klantinspraak vanaf de basis geborgd is. Het invullen en bespreken resulteert in inzicht en richting ten aanzien van alle onderwerpen die voor het verlenen van de zorg van belang zijn. Toelichting bij figuur: Aan de slag met het Improvement Model. Welke documenten en hulpmiddelen horen bij welke stap? Veel van de genoemde tools bestelt u al dan niet gratis via www. stichtingbim.nl
  • 9. Improvement Model versie 2, april 2016 17Improvement Model versie 2, april 201616 De ingevulde antwoorden leiden tot uitkomsten die worden weergegeven in een verkeerslichtenmodel. In de kleuren rood tot donkergroen is in één oogopslag te zien welke onderdelen nog aandacht behoeven en welke onderdelen goed geregeld zijn. Interne benchmarking is mogelijk doordat resultaten te aggregeren zijn naar teams, locaties, afdeling etc. De praktijk heeft laten zien dat deze transparantie een gezond streven naar verbeteren zichtbaar maakt. De organisatie ontvangt de juiste informatie om de verbeterstappen te kunnen zetten die leiden tot een hogere score. In één oogopslag wordt duidelijk welke thema’s nog aandacht behoeven, of waar zich best-practices bevinden die wellicht breder in de organisatie kunnen worden uitgerold. De organisatie kan haar eigen invoer controleren middels een interne controle op de ingevoerde data. Kunnen de gegeven antwoorden op de vragen op de juiste wijze worden onderbouwd? Mogelijk dienen scores te worden bijgesteld. Vervolgens toetst de certificerende instelling conform de in dit document beschreven werkwijze de juistheid van invoer. Op grond van de uitkomsten kan de certificerende instelling een certificaat toekennen. Leeswijzer Het Improvement Model is een verbetermodel in de vorm van een norm en een certificatieschema. De norm beslaat heel hoofdstuk 2. Dit is de ‘standaard’ waarbinnen de eisen zijn geformuleerd waaraan zorgorganisaties die in aanmerkingen willen komen voor certificering moeten voldoen. Deze eisen zijn nader uitgewerkt in de indicatorenset in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 3 beschrijft de managementsysteemeisen. In hoofdstuk 4, het certificatieschema, staat beschreven hoe een certificerende instelling de zorgorganisatie toetst. In hoofdstuk 5 leest u de definities van de termen die in dit document worden gebruikt.
  • 10. Improvement Model versie 2, april 2016 19 Normenschema Inleiding In dit hoofdstuk vindt u de normen van het Improvement Model. Deze normen worden uitgewerkt in hoofdstuk 6, de indicatorenset. De normen geven weer waaraan de organisatie, in de persoon van de medewerker en de bestuurder, aan voldoet, of naar toe werkt. Het hoofdstuk ‘Klant’ is zeer bewust het eerste hoofdstuk; de klant is het vertrekpunt van alles. Vanuit de klantvraag wordt de rest van de organisatie opgebouwd. De klantvraag wordt vervat in een opdrachtformulering. Deze opdracht wordt in zijn geheel of in delen vertaald in de dienstverleningsovereenkomst. In het onderstaande schema wordt dit samengevat. Klantvraag Klantwaarden en -eisen Bejegening + Opdrachtformulering Aanspraak op basis van wet- en regelgeving Aanvullende vormen van financiering Formalisering van de aanspraak plus aanvullende diensten Leveringsvoorwaarden + Dienstverleningsovereenkomst Het tweede hoofdstuk, over de missie van de organisatie, verhoudt zich tot de klantvraag. Alle andere hoofdstukken na ‘Klant’ en ‘Missie’ borduren hier op voort. 2 Improvement Model versie 2, april 201618
  • 11. Improvement Model versie 2, april 2016 21Improvement Model versie 2, april 201620 een dienstverleningsovereenkomst leidt, wordt nagegaan voor welk deel van deze opdracht aanspraak gemaakt kan worden op wet- en regelgeving. 1.3.2 Verder zorgt de bestuurder ervoor dat er aanvullende vormen van financiering worden toegepast, zodat de organisatie geen financieel ongedekte diensten verleent. 1.3.3 De bestuurder en de verantwoordelijke medewerker laten de integrale aanspraak in samenwerking met de klant volledig formaliseren. Dit gebeurt op de werkwijze die daarvoor is vastgesteld en - voor zover van toepassing - door de instanties die daarvoor zijn aangewezen. 1.3.4 De bestuurder brengt in kaart wat de bijbehorende leveringsvoorwaarden zijn. De geïnventariseerde aanspraken (publiek of privaat) zijn daarvoor de basis. De bestuurder zorgt ervoor dat voor de individuele klant in kaart is gebracht welke middelen noodzakelijk zijn bij de uitvoering van de dienstverlening. 1.3.5 De bestuurder zorgt ervoor dat voor iedere klant een dienstverleningsovereenkomst wordt opgesteld op basis van alle eerder genoemde onderdelen. Binnen de dienstverleningsovereenkomst maakt de organisatie duidelijk welke onderdelen zij zelf uitvoert en welke zij ergens anders belegt. Als onderdelen van de dienstverleningsovereenkomst ergens anders worden belegd, zorgt de bestuurder ervoor dat de organisatie de coördinatie op zich neemt van hulpvragen die met elkaar samen hangen. Zo wordt in samenwerking met anderen in de totale opdrachtformulering voorzien. De organisatie zorgt er in dit geval voor dat het totaal van de dienstverleningsovereenkomsten aansluit op de opdrachtformulering 1.4 Resultaten klantvraag 1.4.1 De bestuurder zorgt ervoor dat de organisatie in staat is om continue een voldoende klantvraag naar het product van de organisatie te bedienen. 1.4.2 De bestuurder zorgt ervoor dat de organisatie in staat is om klanten te vinden, te werven en te binden. 1 Klant 1.1 Basisgegevens en toestemming 1.1.1 De bestuurder en de verantwoordelijke medewerker zorgen ervoor dat de (mogelijke) klant juist wordt geïdentificeerd. Ook moeten de gegevens van deze (mogelijke) klant volledig, tijdig en juist worden geregistreerd. 1.1.2 De organisatie waarborgt en registreert toestemming en inspraak van de (mogelijke) klant binnen het totale verdere proces. De organisatie doet dit op tijd en op de juiste manier. 1.2 Opdrachtformulering 1.2.1 De verantwoordelijke medewerker stelt de vraag van de (mogelijke) klant vast, zowel op het gebied van alle leefgebieden als van welzijns- en gezondheidsdoelen. 1.2.2 De verantwoordelijke medewerker inventariseert bij de individuele klant de klantwaarden en de klanteisen. 1.2.3 De bestuurder en de verantwoordelijke medewerker leggen de gewenste bejegening respectievelijk per klantgroep en per individuele klant vast. De basis hiervoor zijn de vastgestelde klantwaarden. 1.2.4 De verantwoordelijk medewerker inventariseert bij de klant de mogelijke risico’s en analyseert deze. De medewerker brengt deze in verband tot eventuele exclusiecriteria die de organisatie hanteert. 1.2.5 De bestuurder en de verantwoordelijk medewerker dragen er zorg voor dat de opdracht van de klant aan de organisatie ook kwantitatief wordt vertaald, in een te verwachten duur en een te verwachten tijdsinspanning. 1.3 Dienstverleningsovereenkomst 1.3.1 De bestuurder zorgt ervoor dat bij iedere individuele opdrachtformulering die tot
  • 12. Improvement Model versie 2, april 2016 23Improvement Model versie 2, april 201622 staat is om tijdig een product voor de klant samen te stellen. Dit product is gebaseerd op het productportfolio van de organisatie. Dit product is conform de dienstverleningsovereenkomst. Het product wordt in samenspraak met de klant samengesteld. De klant wordt van adequate informatie voorzien over de gezondheidstoestand, mogelijkheden tot zorg, aard en risico’s van de zorg en mogelijkheden, alsmede over de wijze waarop er met de gegevens van de klant wordt omgegaan. Er is gecontroleerd of de informatie is begrepen. 3.2.2 De medewerker stelt samen met de klant tijdig een plan op. Het plan komt overeen met de dienstverleningsovereenkomst en het in te zetten product. In dat plan staan de doelen (inclusief doelen ten aanzien van effecten en waardering), acties, evaluatietermijnen en de benodigde inspanning van alle betrokkenen. De klant geeft tijdig toestemming voor de uitvoering van het plan. In het plan wordt geborgd dat er met eventuele medicatie zorgvuldig wordt omgegaan. 3.2.3 De medewerker maakt op basis hiervan een planning. Daarbij zijn de wensen van de klant voor de momenten van zorg het uitgangspunt. De medewerker gebruikt voor de verdere uitwerking en invulling van het plan methodieken die waar mogelijk wetenschappelijk verantwoord zijn. De medewerker zorgt ervoor dat de individuele planning van de klant past binnen een efficiënte klantoverstijgende planning. 3.2.4 Binnen het plan worden methodieken gehanteerd die overeenkomen met de methodieken uit het productportfolio. Waar van toepassing worden geldende protocollen en standaarden gehanteerd. 3.3 Levering en verantwoording aan de klant 3.3.1 De levering vindt aantoonbaar plaats conform plan en planning. 3.3.2 De levering is doelmatig en veilig. Afwijkingen worden gemeld en opgevolgd. 3.3.3 De medewerker verantwoordt kwalitatief en kwantitatief. Hij maakt het geleverde product aan de klant, de organisatie en andere betrokken medewerkers transparant. Dit doet hij altijd binnen de kaders van de wet. 3.3.4 In datzelfde kader zorgt de medewerker voor een tijdige, volledige en adequate 1.5 Communicatie met de klant 1.5.1 De bestuurder zorgt ervoor dat de communicatie met de klant aantoonbaar aansluit op zijn wensen. De communicatie wordt door de klant begrepen en is geschikt is voor haar doel. 2 Missie 2.1 Missie 2.1.1 De bestuurder formuleert een missie die aantoonbaar overeenkomt met de doelen binnen de opdrachtformuleringen van alle (potentiële) klanten. 2.1.2 De bestuurder zorgt ervoor dat vanuit de missie zichtbaar wordt dat zij maatschappelijk gelegitimeerd wordt. 3 Product 3.1 Productportfolio 3.1.1 De bestuurder zorgt ervoor dat de organisatie een productportfolio heeft. 3.1.2 Dit productportfolio sluit steeds aan op het totaal van de dienstverleningsovereenkomsten. 3.1.3 Dit productportfolio sluit steeds aan op de missie. 3.1.4 Het productportfolio sluit aan op de vragen in de markt, kan geleverd worden door de betrokken medewerkers en heeft een gezonde financiële basis. 3.2 Product op maat 3.2.1 De bestuurder maakt het mogelijk dat de verantwoordelijke medewerker in
  • 13. Improvement Model versie 2, april 2016 25Improvement Model versie 2, april 201624 4 Medewerker 4.1 Identiteit en binding 4.1.1 De bestuurder zorgt voor passende identificatie van alle medewerkers van de organisatie, inclusief ingehuurde derden. De gegevens van deze medewerkers worden volledig, op tijd en juist geregistreerd. 4.1.2 De bestuurder zorgt voor een juridische binding tussen de organisatie en de medewerker en een juiste onderbouwing daarvan. 4.1.3 De bestuurder toont aan dat hij alle inspanningen heeft verricht om vast te stellen dat elke medewerker betrouwbaar en geschikt is voor de taken die hij zal uitoefenen. 4.2 Deskundigheid en opdracht 4.2.1 De bestuurder zorgt ervoor dat alle medewerkers deskundig en bekwaam zijn voor de taken die zij moeten uitvoeren. 4.2.2 De bestuurder zorgt ervoor dat de waarden van de medewerker vastgelegd worden, zodat deze gekoppeld worden aan de waarden van de klanten. 4.2.3 De medewerker werkt met een beschrijving van taken en verantwoordelijkheden die passen binnen het totaal aan taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatie. 4.2.4 De medewerker werkt volgens een planning die is afgestemd op de behoeften van zijn klanten. 4.2.5 De medewerker werkt aantoonbaar volgens de gedragscode van de organisatie. 4.3 Levering 4.3.1 Bij de levering van de zorg is er een duidelijke match op het gebied van deskundigheid en waarden tussen de medewerker en zijn klant. signalering en gegevensuitwisseling van zaken die voor de klant en de doelmatigheid van het geleverde en het te leveren product van belang zijn. De medewerker registreert de gegevens die nodig zijn om het bewijs te leveren dat de realisatie voldoet aan de (kwaliteits-, veiligheids- en doelmatigheids)eisen. Zo kunnen eventueel nodige aanpassingen in de dienstverlening op tijd gerealiseerd worden. 3.4 Evaluatie ingezet product 3.4.1 De medewerker toont aan dat het product samen met de klant binnen de gestelde tijd wordt geëvalueerd. De frequentie van de evaluatie hangt af van de intensiviteit van de zorg en de mate waarin de vraag wijzigt. Ook de mate waarin nieuwe producten en methodieken inzetbaar zijn om het rendement van de zorg te vergroten is van belang. Evaluaties vinden plaats naar behoefte, doch minimaal éénmaal per jaar. 3.4.2 Bij de evaluatie wordt de realisatie van de gestelde doelen betrokken. 3.4.3 Bij de evaluatie worden de effecten en resultaten betrokken. Ook de doelmatigheid van de geleverde zorg is onderwerp van evaluatie. 3.4.4 Bij de evaluatie worden de waardering van de klant en zoveel mogelijk ook diens omgeving betrokken. 3.4.5 Wanneer bij de beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst vervolgzorg nodig is, worden de gegevens over de inhoud van de geleverde zorg overgedragen en de aard van de vervolgzorg vastgelegd. Bij de beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst registreert de organisatie de redenen daarvan (met of zonder wederzijds goedkeuren). Hierin staat ook of de afsluiting al dan niet plaatsvindt in de lijn van het plan. 3.5 Communicatie met de klant 3.5.1 De bestuurder en de medewerker communiceren voortdurend en op een juiste manier met de klant.
  • 14. Improvement Model versie 2, april 2016 27Improvement Model versie 2, april 201626 5 Middelen 5.1 Inventarisatie middelen 5.1.1 De bestuurder zorgt voor een inventarisatie van de middelen die nodig zijn om de dienstverleningsovereenkomsten te realiseren. Ook zorgt de bestuurder ervoor dat alle benodigde voorwaarden en kwaliteitscriteria duidelijk zijn en is er beleid aanwezig ten aanzien van het inzetten en evalueren van middelen. 5.2 Beschikbaarheid middelen 5.2.1 De bestuurder zorgt ervoor dat de organisatie beschikt over de middelen die nodig zijn voor de realisatie van de dienstverleningsovereenkomsten. 5.2.2 Ook zorgt de bestuurder ervoor dat de middelen bewezen geschikt, veilig en doelmatig zijn om de dienstverleningsovereenkomsten te realiseren. 5.3 Toepassing middelen 5.3.1 De bestuurder en de medewerker zorgen, vanuit hun eigen rol, voor een veilige toepassing van de middelen. 5.3.2 De bestuurder en de medewerker zorgen, vanuit hun eigen rol, voor een doelmatige toepassing van de middelen. 5.4 Evaluatie middelen 5.4.1 De bestuurder zorgt dat de middelen die nodig zijn voor de realisatie van de dienstverlenings-overeenkomsten tijdig worden geëvalueerd. Als dat nodig is, gebeurt dit in overleg met de klant. Hoe vaak er een evaluatie is hangt af van de intensiviteit waarmee het middel gebruikt wordt. Ook belangrijk daarbij is de mate waarin de zorgvraag wijzigt en de mate waarin nieuwe middelen inzetbaar zijn om het rendement van de zorg en/of de veiligheid te vergroten. Evaluaties vinden 4.3.2 De medewerker voert zijn activiteiten uit volgens plan en planning, signaleert tijdig eventuele afwijkingen en verantwoordt de uitvoering van de activiteiten aan de organisatie. 4.3.3 De medewerker bejegent de klant op de manier waarop dat is afgesproken in de dienstverleningsovereenkomst. 4.4 Ontwikkeling 4.4.1 De bestuurder zorgt ervoor dat de uitkomsten van de zorgprocessen en de ontwikkeling van de medewerker frequent (minimaal jaarlijks) en op basis van een vooraf vastgestelde planning worden geëvalueerd en besproken. 4.4.2 De bestuurder zorgt ervoor dat er in de evaluatie met de medewerker het gedrag van de medewerker op basis van de medewerkerwaarden besproken wordt. De klanten van de medewerker moeten zijn gedrag als positief beoordelen. 4.4.3 De bestuurder en de medewerker zorgen voor persoonlijke ontwikkeling en deskundigheids-bevordering van de medewerker. Basis daarvoor is het productportfolio van de organisatie. 4.4.4 De bestuurder zorgt ervoor dat de waardering van de medewerker op vooraf geplande momenten gemeten wordt. Dit gebeurt minimaal éénmaal per twee jaar. 4.5 Communicatie door de medewerker 4.5.1 De medewerker communiceert voortdurend en op een goede manier met de klant en de organisatie.
  • 15. Improvement Model versie 2, april 2016 29Improvement Model versie 2, april 201628 6.3.4 Er is een administratief systeem aanwezig, van waaruit de totale bedrijfsvoering tijdig en juist wordt verantwoord. 6.3.5 Declaraties stemmen overeen met de werkelijke levering en zijn vooraf gecontroleerd op basis van het systeem van administratieve organisatie en interne controle. 6.4 Risico-management 6.4.1 De bestuurder maakt hierbij een inschatting van de mogelijke risico’s die zich zowel kwantitatief als kwalitatief kunnen voordoen. 6.4.2 Op basis van de risicotaxatie stuurt de bestuurder bij als dat nodig is. Zo zorgt de bestuurder voor een tijdige en adequate risicobeheersing, waarbij de risico’s voor kwaliteit, veiligheid en continuïteit zo klein mogelijk zijn. 7 Organisatie, processen, beleid en kwaliteit 7.1 Filosofie 7.1.1 De bestuurder inventariseert de waarden en eisen van de klant. 7.1.2 De bestuurder formuleert een visie die overeenstemt met de vastgestelde missie. 7.1.3 De bestuurder formuleert een strategie en beleid, organisatiewaarden en een besturingsfilosofie die op deze missie en visie aansluiten. Alle belangrijke aspecten worden in het beleid opgenomen, bijvoorbeeld kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid. 7.1.4 De bestuurder draagt er zorg voor dat de organisatiewaarden aansluiten op de visie en missie en de klant- en medewerkerwaarden en vertaalt deze organisatiewaarden in een gedragscode voor medewerkers. minimaal één keer per jaar plaats. Deze gaan over alles wat er nodig is om het middel te selecteren, aan te schaffen en toe te passen. 5.4.2 De bestuurder toont aan dat de hierboven genoemde evaluatie leidend is bij de ontwikkeling van de middelen. 6 Financiën 6.1 Begroting 6.1.1 De bestuurder beschikt over een actuele meerjaren- en jaarbegroting die aantoonbaar overeenkomt met de uitgangspunten die in de organisatie zijn geformuleerd. Kengetallen zijn eenduidig vastgesteld en passen binnen de begroting. 6.1.2 Risico’s voor kwaliteit, veiligheid en continuïteit worden bij het opstellen van de begroting in kaart gebracht en zoveel mogelijk beperkt. 6.2 Realisatie van begroting 6.2.1 De bestuurder en de medewerker bewaken de realisatie van de begroting. De bestuurder bewaakt de waarden van de relevante financiële kengetallen in relatie tot de beoogde waarden in de begroting. 6.3 Financiële organisatie 6.3.1 De bestuurder zorgt voor een adequaat verkoopbeleid en voor afspraken met financiers die overeenkomen met de begroting. 6.3.2 De bestuurder zorgt voor een adequaat inkoopbeleid. 6.3.3 De bestuurder zorgt voor een vastgelegd systeem van administratieve organisatie en interne controle, waarbij uitvoerings- en controletaken aantoonbaar gescheiden zijn.
  • 16. Improvement Model versie 2, april 2016 31Improvement Model versie 2, april 201630 7.2.5 De bestuurder zorgt voor de juiste bestuurs-, bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen, waarbij de risico’s voldoende zijn afgedekt. 7.3 Verantwoording 7.3.1 De bestuurder zorgt voor een tijdige, volledige en juiste financiële verantwoording, volgens de standaarden die daarvoor gelden. 7.3.2 De bestuurder zorgt voor een tijdige, volledige en juiste maatschappelijke verantwoording, volgens de standaarden die daarvoor gelden. In de totale verantwoording van de organisatie streeft de bestuurder naar maatschappelijk rendement. De organisatie hanteert valide instrumenten voor het meten van uitkomsten. 7.4 Innovatie 7.4.1 De bestuurder voert onderzoek uit op basis van de resultaten vanuit de geleverde zorg. Zo draagt de organisatie bij aan de ontwikkeling van wetenschappelijk onderbouwde methodieken en werkwijzen. Deze werkwijzen helpen de effectiviteit en de doelmatigheid van de zorg te vergroten. Ook zorgt de organisatie voor ontwikkeling van producten die antwoord geven op onvervulde klantbehoeften die de organisatie signaleert of zou kunnen signaleren. 7.4.2 De bestuurder evalueert tijdig de veranderende maatschappelijke omgeving en de wet- en regelgeving en formuleert daarop een strategie. 7.4.3 De organisatie evalueert haar beleid strategisch. De basis daarvoor zijn alle interne uitkomsten van de evaluaties die in deze norm zijn genoemd, in relatie tot de externe ontwikkelingen. 7.4.4 Deze evaluatie leidt tot doelstellingen die passen in het maatschappelijke businessplan van de organisatie, waar de gehele organisatie aantoonbaar naartoe werkt. 7.1.5 De bestuurder draagt er zorg voor dat er een besturingsfilosofie is die aansluit op de strategie en organisatiewaarden. 7.1.6 De bestuurder ontwikkelt een structuur waarin verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk onderscheiden en eenduidig zijn. De structuur is bij alle betrokkenen bekend. Bouwstenen voor deze structuur zijn de onder de vijf hierboven genoemde items en het ontwikkelde productportfolio. De organisatie zorgt ervoor dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden blijvend zijn afgestemd op de hierboven genoemde onderdelen. 7.1.7 De bestuurder zorgt voor een besturingsstructuur en transparantiestandaarden die voldoen aan de eisen van Good Governance en welke de faciliteiten biedt tot het transparant afhandelen van klachten en geschillen. 7.2 Facilitering 7.2.1 De bestuurder zorgt ervoor dat alle werkwijzen, werkafspraken en verantwoordelijkheidstoedelingen die belangrijk zijn voor de levering en declaratie van de producten, in herkenbare en duidelijke samenhangende processen zijn gevat. Ook zijn zij als zodanig inzichtelijk gemaakt. Op die manier kunnen goede werkwijzen geborgd worden en verbetermogelijkheden geïdentificeerd. 7.2.2 De organisatie beheerst documenten, bijvoorbeeld informatiebronnen voor klanten en medewerkers en registraties. Er zijn registraties aanwezig die de geleverde producten aantoonbaar maken en die ervoor zorgen dat verbetersuggesties en afwijkingen gebruikt kunnen worden bij het verbeteren van werkwijzen en processen. Waar van toepassing worden registraties van afwijkingen gedeeld met de klant en ketenpartners om daarmee de zorg aan de klant te verbeteren. 7.2.3 De bestuurder ondersteunt de ontwikkeling van de medewerker en verstrekt de middelen die daarvoor nodig zijn. 7.2.4 De bestuurder past een managementsysteem toe waarbij er een aantoonbare systematische en continue verbetering wordt nagetreefd van alle aspecten die in deze norm genoemd worden. In het bijzonder dienen daar de registraties en evaluaties die in deze norm genoemd worden terug te keren. De werking van de systematiek van kwaliteitsmanagement vindt plaats conform de in hoofdstuk 5 genoemde eisen.
  • 17. Improvement Model versie 2, april 2016 33Improvement Model versie 2, april 201632 steekproefsgewijs in de self-assessmenttool (Improvement Wizard). Hierbij zorgt zij voor een onderbouwing en eventueel een toelichting. c Hierbij wordt een aselecte steekproef genomen uit de totale populatie, waarbij de omvang van de steekproef wordt bepaald door een mogelijke steekproeffout van 5%, een betrouwbaarheidsinterval van 95% en een variabiliteit van de populatie van 50. Middels hulpmiddelen als een steekproefcalculator kan de omvang van de steekproef worden vastgesteld. Voor de registratie van het bewijsmateriaal voor het onderdeel Organisatie is er geen steekproefomvang van toepassing, omdat het hier veelal enkelvoudige documenten of registraties betreft. d De steekproef wordt a-select getrokken uit de complete van toepassing zijnde populatie (basisomvang). e De organisatie verwerkt de gegevens in de self-assessmenttool (Improvement Wizard), welke een hulpmiddel vormt bij het uitrekenen van de wegingen van de indicatoren, zoals vermeld in de indicatorenset. De organisatie voert als zodanig een self-assessment. Indien de organisatie vaststelt dat de uitkomsten positief is (meer dan 50% op het totaal en de 7 afzonderlijke onderdelen), dan vraagt de organisatie op basis daarvan een offerte aan bij een Certificerende Instelling. 7.5 Communicatie 7.5.1 De bestuurder toont zijn betrokkenheid bij de werking van dit model binnen de organisatie aan. Hij zorgt voor een adequate en effectieve interne communicatie. 7.5.2 De bestuurder zorgt ook voor een adequate en effectieve communicatie met klantgroepen en individuele klanten. 7.5.3 De bestuurder zorgt ook voor een adequate en effectieve communicatie met belanghebbenden. 7.5.4 De bestuurder zorgt ervoor dat de missie en de resultaten van de organisatie door de hele organisatie worden uitgedragen. Daarmee laat hij zien dat de missie van de organisatie zoveel mogelijk aansluit op de perceptie en het imago in de maatschappij. 8 Registreren gegevens binnen managementsysteem 1 Scope a De bestuurder draagt er zorg voor dat de scope van het te certificeren product danwel de te certificeren dienst is vastgelegd. 2 Registratie gegevens a De organisatie registreert de gegevens uit haar primaire en ondersteunende processen ten aanzien van haar klanten en medewerkers. Zij registreert deze in fysieke of electronische dossiers. Tevens registreert zij de gegevens betreffende haar organisatie, welke voor het aantoonbaar maken van de in deze norm gevraagde uitkomsten van belang zijn. b Voor de weging van de gegevens zal er gebruik gemaakt worden van de self- assessmenttool (Improvement Wizard). Ten behoeve van het beoordelen van de uitkomsten registreert de organisatie de gegevens vanuit haar fysieke of elektronische dossiers per categorie (klant, medewerker of organisatie)
  • 18. Improvement Model versie 2, april 2016 35 Managementsysteem- eisen voor organisaties Opties Naast het voldoen aan de eisen van de Hoofdstuk 2 moet de organisatie een managementsysteem invoeren dat in overeenstemming is met hetzij: a managementsysteemeisen volgens ISO 9001of HKZ, of b algemene managementsysteemeisen. Optie 1: Managementsysteemeisen volgens ISO 9001 of HKZ Algemeen De organisatie moet een managementsysteem inrichten en onderhouden, in overeenstemming met de eisen volgens ISO 9001 of HKZ, dat in staat is om te ondersteunen en aan te tonen dat op consistente wijze wordt voldaan aan de eisen van deze norm. Onderwerp en toepassingsgebied Het toepassingsgebied van het op ISO 9001 of HKZ gebaseerd managementsysteem moet de processen bevatten die vanuit de ISO 9001 of HKZ verplicht zijn. 3 Improvement Model versie 2, april 201634
  • 19. Improvement Model versie 2, april 2016 37Improvement Model versie 2, april 201636 c ervoor te zorgen dat veranderingen en de actuele revisiestatus van de documenten zijn geïdentificeerd, d ervoor te zorgen dat voor van toepassing zijnde documenten relevante versies beschikbaar zijn op werkplekken, e ervoor te zorgen dat documenten leesbaar en gemakkelijk te identificeren blijven, f ervoor te zorgen dat documenten van externe oorsprong worden geïdentificeerd en de distributie ervan wordt beheerst, en g onbedoeld gebruik van vervallen documenten te voorkomen, en geschikte identificatie toe te passen als ze om welke reden dan ook worden bewaard. Opmerking: De documentatie kan in elke vorm en op elk type medium bestaan. Beheersing van registraties De organisatie moet procedures vaststellen om de beheersinstrumenten te definiëren die nodig zijn voor de identificatie, het opslaan, de bescherming, het terugvinden, het bewaren en de vernietiging van haar registraties die betrekking hebben op het voldoen aan deze norm. De organisatie moet procedures vaststellen voor het bijhouden van registraties gedurende een periode die in overeenstemming is met haar contractuele en wettelijke verplichtingen. De toegang tot deze registraties moet in overeenstemming zijn met de afspraken over vertrouwelijkheid. Directiebeoordeling Algemeen Het bestuur moet procedures vaststellen voor het met geplande tussenpozen beoordelen van haar managementsysteem, om ervoor te zorgen dat dit voortdurend geschikt, passend en doeltreffend is; dit bevat ook het verklaarde beleid en de doelstellingen die betrekking hebben op de naleving van deze norm. Dergelijke beoordelingen moeten minstens eenmaal per jaar plaatsvinden. Als directiebeoordeling kan ook gezien worden de reflectie van het bestuur op de uitkomsten van de metingen van het Improvement Model. Directiebeoordeling Het bestuur dient de resultaten uit de self-assessment van het Improvement Model verkregen via de self-assessmenttool (Improvement Wizard) mee te nemen als input voor de directiebeoordeling. Als directiebeoordeling kan ook gezien worden de reflectie van het bestuur op de uitkomsten van de uitkomsten van het self-assessment. Optie 2: Algemene managementsysteemeisen Algemeen De organisatie moet een managementsysteem inrichten, documenteren, invoeren en onderhouden. Dit systeem moet in staat zijn om op consistente wijze onderhouden dat in staat is om op consistente wijze te ondersteunen en aan te tonen dat aan de eisen van deze norm is voldaan. Het bestuur van de organisatie moet beleid en doelstellingen definiëren en documenteren. Het bestuur moet het bewijs leveren dat ze zich ertoe verbindt om het managementsysteem te ontwikkelen en in te voeren in overeenstemming met de eisen van deze norm. Het bestuur moet ervoor zorgen dat het beleid op alle organisatieniveaus wordt begrepen, ingevoerd en in stand gehouden. Het bestuur moet een lid van het management aanstellen dat, ongeacht andere verantwoordelijkheden, over verantwoordelijkheden en bevoegdheden beschikt die het volgende omvatten: a ervoor zorgen dat de voor het managementsysteem noodzakelijke processen en procedures worden vastgesteld, ingevoerd en in stand gehouden, en b aan de directie rapporteren over de prestaties van het managementsysteem en over eventuele noodzakelijke verbetering. Beheersing van documentatie De organisatie moet processen vaststellen en deze documenteren om de (interne en externe) documenten te beheersen die betrekking hebben op het voldoen aan deze norm. De procedures moeten de beheersing definiëren die nodig is om: a documenten goed te keuren op geschiktheid alvorens ze worden uitgegeven, b documenten te beoordelen en indien nodig te actualiseren en ze opnieuw goed te keuren,
  • 20. Improvement Model versie 2, april 2016 39Improvement Model versie 2, april 201638 e het definiëren en tijdig doorvoeren van de benodigde maatregelen, f het registreren van de resultaten van de getroffen maatregelen, en g het beoordelen van de doeltreffendheid van de getroffen corrigerende maatregelen. Preventieve maatregelen De organisatie moet procedures vaststellen voor preventieve maatregelen om de oorzaken van mogelijke toekomstige afwijkingen op te heffen. De preventieve maatregelen moeten afgestemd zijn op de waarschijnlijke impact van mogelijke toekomstige problemen. De procedures voor preventieve maatregelen moeten de eisen definiëren voor: a het identificeren van mogelijke toekomstige afwijkingen en hun oorzaken, b het beoordelen van de noodzaak om maatregelen te nemen om te voorkomen dat afwijkingen zich voordoen, c het definiëren en doorvoeren van de benodigde maatregelen, d het registreren van de resultaten van de getroffen maatregelen, en e het beoordelen van de doeltreffendheid van de getroffen preventieve maatregelen. Opmerking: De procedures voor corrigerende en preventieve maatregelen hoeven niet noodzakelijk gescheiden te zijn. Toetsen Het toetsen of een organisatie aan de in dit hoofdstuk gesteld eisen voldoet, gebeurt bij het uitvragen van indicator 7.2.4. Input voor de beoordeling De input voor de directiebeoordeling moet informatie bevatten over a resultaten van interne en externe audits. Als interne audit geldt het self-assessment zoals beschreven in hoofdstuk 4, paragraaf 8.2. b terugkoppeling van klanten en belanghebbenden met betrekking tot het voldoen aan deze norm, c status van preventieve en corrigerende maatregelen, d follow up maatregelen van vorige directiebeoordelingen, e het behalen van doelstellingen, f veranderingen die van invloed kunnen zijn op het managementsysteem, en g beroepszaken en klachten. Output van de beoordeling De output van de directiebeoordeling moet bestaan uit de besluiten en maatregelen met betrekking tot a verbetering van de doeltreffendheid van het managementsysteem en haar processen, b verbetering van de diensten met betrekking tot het voldoen aan deze norm, en c behoeften aan middelen. Corrigerende maatregelen De organisatie moet procedures vaststellen voor het identificeren en managen van afwijkingen in haar activiteiten. Waar nodig moet de organisatie ook maatregelen treffen om de oorzaken van afwijkingen op te heffen om herhaling te voorkomen. Corrigerende maatregelen moeten zijn afgestemd op de impact van de problemen die zich voordoen. De procedures moeten de eisen definiëren voor a het identificeren van afwijkingen (bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten, incidenten en het self assessment) b het bepalen van de oorzaken van afwijkingen, c het corrigeren van afwijkingen, d het beoordelen van de noodzaak om maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat afwijkingen zich niet opnieuw voordoen,
  • 21. Improvement Model versie 2, april 2016 41 Certificatieschema Basis voor het onderzoek Het College van Deskundigen Improvement Model heeft besloten dat de Certificerende Instellingen een accreditatie dienen te verkrijgen voor de scope: Improvement Model. Vanuit de accreditatie toetst de Raad voor Accreditatie of de Certificerende Instelling voldoet aan de eisen van de EN 45011. Frequentie en inhoud van de beoordeling Een certificaat Improvement Model dat wordt afgegeven door een certificerende instelling is drie jaar geldig. Tussentijds vinden er ieder jaar beoordelingen plaats. Hierbij wordt getoetst of de gesignaleerde tekortkomingen tot verbeteringen hebben geleid en of de dienst of het product continu onderhouden en verbeterd wordt en blijvend aan de eisen uit deze norm voldaan wordt. De score kan bij deze tussentijdse beoordelingen veranderen. Jaarlijks wordt de meest recente score opgenomen op het certificaat. 4 Improvement Model versie 2, april 201640
  • 22. Improvement Model versie 2, april 2016 43Improvement Model versie 2, april 201642 Onderzoek organisatie Uit te voeren onderzoek Het auditteam verifieert bij aanvang de scope van het onderzoek, zoals de organisatie zelf heeft weergegeven. Het auditteam gaat na of deze scope binnen de kaders van dit certificatieschema valt. Het certificatieschema omvat een indicatorenset. Iedere indicator wordt op een vaste wijze gewogen. Deze methode en de weegwaarden zijn vastgelegd in de toelichting op de indicatorenset. Deze toelichting bevat per indicator een uitleg en een beschrijving van de wijze waarop de weging plaatsvindt. Op basis van de ingevoerde data volgens deze weegmethode levert iedere indicator op het laagste niveau een score op tussen 0 en 1. Een groep indicatoren tezamen levert een gemiddelde score op. Een aantal van deze gemiddelde scores worden samen een eindscore op een hoofdstuk binnen het schema, bijvoorbeeld het hoofdstuk Klant. Op deze wijze wordt vanaf het laagste niveau middels de wegingssytematiek een score tussen 0 en 1 (omgezet naar 0% en 100%) gegenereerd. Het gemiddelde van de 7 afzonderlijke hoofdstukken tezamen leidt tot de eindscore. Zie voor een nadere beschrijving de beoordelingsrichtlijn. Stap 1: Verificatie betrouwbaarheid data Het auditteam stelt vast of op basis van de werkwijzen die de organisatie hanteert, kan worden bepaald dat de gegevens die in de self-assessmenttool (Improvement Wizard) zijn ingevoerd, betrouwbaar zijn. De certificerende instelling gaat na of de ingevoerde gegevens actueel zijn, dat wil zeggen dat niet langer dan drie maanden daarvoor de data zijn ingevoerd danwel bijgewerkt. De certificerende instelling gaat na of het invoeren van de gegevens is verlopen volgens daarvoor opgestelde instructie en dan met name dat medewerkers en klanten hun inbreng hebben gehad op de daarvoor gestelde onderdelen. De certificerende instelling gaat vervolgens op basis van de ingevoerde gegevens na of Voor wat betreft de vorm, inhoud en frequentie van de initiële audit en certificatie, de surveillances en de hercertificatie vinden deze jaarlijks plaats volgens de volgende planning: Soort audit Certificatieaudit Besluitvorming Jaarlijkse surveillances Hercertificatie iedere drie jaar Frequentie Initieel, in eerste jaar (jaar x) Initieel, na de certificatieaudit Jaarlijks in jaar X + 1 en X + 2 Dit betreft een kleinere verificatie door de certificerende instelling op basis van een hernieuwd self-assessement door de organisatie. De Certificerende Instelling geeft een hernieuwde score af. Alleen wanneer de score onder de minimale ondergrens komt, treden de regels rondom intrekking in werking. Volledige verificatie met, na hernieuwde besluitvorming, opnieuw afgifte van het certificaat voor drie jaar, waarna de jaarlijks herbeoordeling plaatsvindt. Tijdsbesteding 100% van de in de mandagentabel aangegeven tijdsbesteding. Op basis van de in de beoordelingsrichtlijn verder uitgewerkte werkwijze. De exacte tijdsbesteding dient na de eerste certificatie te worden vastgesteld. In begrepen in certificatieaudit danwel de hercertificatie 50% van de in de mandagen aangegeven tijdsbesteding. De exacte tijdsbesteding wordt na de eerste certificatie definitief vastgesteld. 100% van de in de mandagentabel aangegeven tijdsbesteding. De exacte tijdsbesteding wordt na de eerste certificatie definitief vastgesteld.
  • 23. Improvement Model versie 2, april 2016 45Improvement Model versie 2, april 201644 Afwijkingen Indien tijdens het onderzoek door de certificatie instelling blijkt dat niet voldoende wordt voldaan aan aan de eisen van het certificatieschema, zal het auditteam hiervoor één of meerdere afwijkingen uitschrijven. Voldoende wil zeggen dat de organisatie op basis van de beoordeling en weging van alle indicatoren uit de indicatorenset, (tenzij in de toelichting nadrukkelijk is aangegeven dat een indicator ook niet van toepassing kan zijn) per hoofdstuk meer dan 50% scoort en op het totaal meer dan 50% scoort op de uitkomsten van de gewogen indicatoren. In deze weging is dus inbegrepen dat een organisatie mogelijk niet op alle indicatoren even hoog scoort, maar ondanks dat kan certificering behaald worden, mits aan de minimale voorwaarde van 50% wordt voldaan. In de tweede plaats kan een afwijking ontstaan wanneer aan de voorwaardelijke indicatoren niet is voldaan - zoals benoemd in de beoordelingsrichtlijn - dan belemmert deze afwijking eveneens de certificering. In de derde plaats kan de auditor een afwijking uitschrijven wanneer er weliswaar overall voldoende gescoord is en ook aan alle voorwaardelijke eisen is voldaan, maar de score op drie verschillende niveaus (van hoog naar laag - hoofdstuk, hoofdindicator en deelindicator) bij drie opeenvolgende onderzoeken niet is gewijzigd. Dit impliceert namelijk dat er geen vooruitgang is en vooruitgang (verbetering) is een cruciaal onderdeel van het model. Omgaan met afwijkingen De organisatie krijgt 3 maanden de gelegenheid om de afwijkingen te herstellen. Hiervoor dient een oorzaakanalyse, correctie en corrigerende maatregelen aangeleverd en aangetoond te worden aan de certificerende instelling. De certificerende instelling beslist of een aanvullend locatiebezoek noodzakelijk is binnen de termijn van 3 maanden of dat de beoordeling op documentenbasis plaats kan vinden. De certificerende instelling beslist of op basis van de beoordeling overgegaan kan worden tot het sluiten van de afwijking(en). de ingevoerde antwoorden overeenkomen met het vastgelegde bewijsmateriaal en de ingevulde onderbouwing. De certificerende instelling hanteert hierbij de beoordelingsrichtlijn. Wanneer de auditor onbetrouwbare metingen opmerkt, stelt hij of zij de wegingen bij deze metingen naar beneden bij tot een betrouwbaar niveau. De certificerende instelling beoordeelt minimaal de in de beoordelingsrichtlijn aangegeven indicatoren - doch meer wanneer de certificerende instelling daar aanleiding toe ziet - voor een minimum van 5% van de dossiers, maar vergroot dit wanneer er bij de auditor twijfels zijn over de betrouwbaarheid. Stap 2: Verificatie betrouwbaarheid analyse Het auditteam stelt vast of op basis van de ingevoerde data en de berekeningen op basis van de indicatoren de uitkomsten van deze berekeningen correct zijn. Stap 3: Beoordeling en interpretatie ‘verkeerslichtenmodel’ De self-assessmenttool (Improvement Wizard) levert op basis van de ingevoerde data weegfactoren per indicator, de resultaten op in verkeerslichtenmodel (het model geeft een score tussen 0 en 100 weer en deelt de resultaten in in de kleuren ‘rood’, ‘oranje’, ‘geel’, ‘lichtgroen’ en ‘donkergroen’). Vervolgens beoordeelt de auditor de inhoudelijke metingen. De auditor doet dit aan de hand van de beoordelingsrichtlijn, welke digitaal bij het certificatieschema en indicatorenset beschikbaar is. Wanneer de auditor onbetrouwbare metingen middels onduidelijke of onjuiste onderbouwingen en/of veronderstellingen opmerkt, stelt hij of zij de wegingen bij deze metingen naar beneden bij tot een betrouwbaar niveau.
  • 24. Improvement Model versie 2, april 2016 47Improvement Model versie 2, april 201646 Advies certificatie Het auditteam geeft een positief advies indien er geen afwijkingen openstaan. Certificatie De beoordelingscommissie van de certificerende instelling neemt een besluit tot certificatie. Zij doet dit op basis van procesbeoordeling, alsmede de evaluatie van de conclusies en wegingen van het auditteam, zoals in het auditrapport vastgelegd. Duur geldigheid certificatie Het certificaat is drie jaar geldig. De score op het certificaat muteert wel jaarlijks. Rapportagerichtlijnen In de rapportage worden de volgende gegevens opgenomen: 1 Een auditfile met verantwoording van de uitgevoerde onderzoeken en uitkomsten van de controle op de invoer en kwaliteit van de basisdata. 2 De uitkomsten van het verkeerslichtenmodel (bij een vervolgaudit wordt ook de score van de voorgaande audit opgenomen). 3 De beoordeling van het auditteam van de reflectie van de organisatie op de uitkomsten en de puntentoekenning en argumentatie die daarbij hoort. 4 De beoordeling van de eisen uit hoofdstuk 5. 5 De conclusies van het auditteam. 6 De weergave van de scope en omvang van de certificering: » De scope die van toepassing is in producten en diensten. » De score, uitgedrukt in een aantal punten. Bij de tussentijdse bezoeken wordt eveneens een rapportage opgeleverd. Die bestaat uit de uitkomsten van de tussentijdse meting met de volgende onderdelen: 1 Een auditfile met verantwoording van de uitgevoerde onderzoeken en uitkomsten van de controle op de invoer en kwaliteit van de basisdata. 2 De uitkomsten van het verkeerslichtenmodel (bij een vervolgaudit eveneens opgenomen de score van de voorgaande audit). 3 De beoordeling van het auditteam van de reflectie van de organisatie op de uitkomsten en de puntentoekenning en argumentatie die daarbij hoort. 4 Het eindoordeel van het auditteam. Richtlijnen rondom schorsing, intrekking, uitbreiding en inperking van het certificaat De certificerende instelling hanteert de volgende richtlijnen bij: Afwijkingen Wanneer na afgifte van een certificaat, tijdens de jaarlijkse herbeoordeling, danwel tijdens een tussentijdse beoordeling, als gevolg van een klacht of incident, blijkt dat de gecertificeerde organisatie niet langer aan de minimum eisen voldoet, zoals benoemd in het onderdeel ‘Afwijkingen’, dan wordt er een termijn van drie maanden gesteld waarbinnen de afwijking kan worden opgeheven. Schorsing Wanneer na drie maanden de afwijking niet blijkt te zijn opgeheven, dan wordt de schorsingsmaatregel van kracht gesteld. De schorsing impliceert de volgende maatregelen voor de duur van de schorsingsperiode: » Vermelding van de geschorste status van de deelnemer in het Register van gecertificeerde organisaties Improvement Model » Tijdelijke intrekking van het recht tot gebruik van het Improvement Model beeldmerk door de geschorste organisatie voor de duur van de schorsing.
  • 25. Improvement Model versie 2, april 2016 49Improvement Model versie 2, april 201648 Kwalificatiecriteria auditteam Specifieke eisen aan het auditteam (algemene formulering) 1 Een auditor dient te beschikken over de kennis: » Van het sociale zekerheidsstelsel; » Van de verschillende financieringsvormen die binnen het stelsel van zorg- en welzijn per branche worden gehanteerd; » Van managementsystemen; » Van alle voor de zorg- en welzijnssector van belang zijnde wet- en regelgeving.   2 Een auditor dient te beschikken over vaardigheden om: » De technische rekenmethode van het model te kunnen controleren en interpreteren; » De inhoudelijke uitkomsten van het model, zoals beschreven in de beoordelingsrichtlijn, te kunnen controleren en interpreteren. 3 Een auditor dient te beschikken over ervaring: » In het hoger management en is in staat om met bestuur en/of hoger management op onafhankelijke wijze te spreken en diens reflectie op de uitkomsten van het model te toetsen; 4 Kennis, vaardigheden en ervaring kunnen ook binnen een team door verschillende personen worden gecombineerd. 5 Kennis, vaardigheden en ervaring worden op de deelgebieden in het assessment van stichting BIM getoetst. Een team dient te bestaan uit één of meer personen die tezamen alle onderdelen van het assessment positief hebben afgesloten. 6 Auditoren worden voorzien van de benodigde informatie ten aanzien van de achtergronden van de indicatoren en de beoordelingsrichtlijn middels een kennisbank. De schorsing duurt minimaal drie maanden en kan worden opgeheven na het uitvoeren van een nieuwe certificatieaudit met een positief advies als resultaat. Bij het niet tijdig oplossen van de afwijkingen binnen de schorsingstermijn wordt het certificaat ingetrokken. Intrekking Het certificaat wordt ingetrokken wanneer de organisatie nalaat afdoende maatregelen te nemen teneinde de schorsing binnen de schorsingstermijn van uiterlijk 12 maanden op te heffen. De Intrekking impliceert de volgende maatregelen: » Verwijdering van de organisatie uit het Register van gecertificeerde organisaties Improvement Model » Staking van het gebruik van het Improvement Model beeldmerk door de organisatie. Uitbreiding Wanneer de organisatie nieuwe activiteiten onder certificatie wil brengen, kan er uitbreiding van het certificaat plaatsvinden. Het uitgebreide deel van de organisatie zal in de mate van de voorgeschreven steekproef moeten zijn getoetst in de self-assessment en door de certificerende instelling. De wijziging van de scope zal dan zichtbaar worden op het certificaat en in het register van gecertificeerde organisaties conform het Improvement Model vanuit de jaarlijkse beoordeling. Inperking Wanneer de organisatie gecertificeerde activiteiten wil verwijderen, kan er inperking van het certificaat plaatsvinden. De wijziging van de scope zal dan zichtbaar worden op het certificaat en in het register van gecertificeerde organisaties conform het Improvement Model 2012 vanuit de jaarlijkse beoordeling.
  • 26. Improvement Model versie 2, april 2016 51Improvement Model versie 2, april 201650 klanttyperingen wordt bediend, en het productportfolio derhalve minder complex is, kan er een reductie op de audittijd plaatsvinden. Voor de opslagfactor wordt de onderstaande tabel gehanteerd: Overige richtlijnen Privacy Een aandachtspunt bij toetsing in de zorgsector is de wettelijke bescherming die geldt voor patiëntengegevens. Certificerende instellingen moeten er rekening mee te houden dat noch de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP), noch de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) de mogelijkheid biedt dat zorginstellingen dossiers die tot de persoon herleidbaar zijn ter beschikking stellen voor kwaliteitstoetsing. De certificerende instelling moet met de te certificeren organisatie overeenkomen hoe de te certificeren organisatie ervoor zorgt dat een steekproef, zoals vermeld in de paragraaf ‘registreren gegevens binnen het management systeem’, genomen kan worden of de gegevens in de self-assessmenttool (Improvement Wizard) worden verwerkt. Aanvullende eisen aan de certificatiebeslisser De beslisser is in staat om de onderbouwing, weging en conclusies van het onderzoek te kunnen beoordelen teneinde af te wegen of de onderbouwing afdoende is en de weging en conclusies in lijn zijn met deze onderbouwing. De certificerende instelling is verantwoordelijk voor de formatie van een competent auditteam voor een bepaalde audit. Beoordeling auditteam De certificerende instellingen zijn deskundig op het gebied van het Improvement Model en systeemauditting. De Certificerende Instelling is verplicht voor het gebruik van het certificatieschema eerst een overeenkomst te sluiten met stichting Beheer Improvement Model. In de overeenkomst is opgenomen dat binnen drie maanden na het afsluiten van de overeenkomst de accreditatie bij de Raad voor Accreditatie dient te zijn aangevraagd en binnen 12 maanden de Certificerende Instelling geaccrediteerd dient te zijn. In de tussentijd kan het certificatieschema en bijbehorende documentatie worden gebruikt teneinde de accreditatie te verkrijgen bij maximaal 10 certificatieonderzoeken. Dispensatie kan in individuele gevallen door de Stichting Beheer Improvement Model worden toegekend. Criteria auditdagen Ten aanzien van de bepaling van de benodigde audittijd is het Mandatory Document ‘IAF MD 5:2009 Duration of QMS Audits’ van toepassing. Aanvullend op de bovengenoemde normen geldt nog de onderstaande complexiteitentabel. Wanneer een organisatie een breed scala aan opdrachtformuleringen van klanten (klanttyperingen) bedient, en daartoe een breed productportfolio inzet, is er sprake van een complexere situatie. Wanneer er slechts een beperkt aantal <3 <3 Alleen intramuraal of alleen extramuraal Factor -0,25 <3 >3 Alleen intramuraal of alleen extramuraal Factor 0 >3 <3 Alleen intramuraal of alleen extramuraal Factor 0 >3 >3 Alleen intramuraal of alleen extramuraal Factor 0 >3 >3 Intramuraal en extramuraal Factor +1,5
  • 27. Improvement Model versie 2, april 2016 53Improvement Model versie 2, april 201652 Attitude en gedrag De normen die gaan over attitude, bejegening en dergelijke worden getoetst door na te gaan of er interne afspraken of richtlijnen zijn en door te kijken of medewerkers met deze afspraken bekend zijn. Ook is na te gaan welke methode de organisatie hanteert om implementatie te toetsen. De uitgevoerde waarderingsonderzoeken onder klanten kunnen hierbij een rol spelen. Ook hier geldt uiteraard dat de volledige verbetercyclus ingevoerd moet zijn. Als directiebeoordeling kan ook gezien worden de reflectie van het bestuur op de uitkomsten van de metingen van het Improvement Model.
  • 28. Improvement Model versie 2, april 2016 55 Termen en definities Aanspraak op basis van wet- en regelgeving Dat deel van de vraag om zorg waarvan is voorzien dat de kosten hiervoor vanuit maatschappelijke of gemeenschappelijke voorzieningen worden gedragen. Aanvullende vormen van financiering Private vormen van financiering die niet beschikbaar gesteld worden vanuit maatschappelijke of gemeenschappelijke voorzieningen. Basisgegevens De gegevens die noodzakelijkerwijs moeten worden vastgelegd om een unieke klant te kunnen identificeren en de identiteit vast te stellen. Begroting Een overzicht van de verwachte financiële resultaten. Bejegening De manier waarop iemand zich tegenover iemand anders gedraagt; onder meer wijze van benadering of tegemoettreding. Belanghebbenden Iedereen die vanuit de maatschappelijke opdracht betrokken is bij de zorg, zoals beleidsmakers, financiers en toezichthouders. Besturingsfilosofie Een samenhangende visie op de manier waarop de organisatie is ingericht en wordt geleid. De besturingsfilosofie borgt de organisatorische en bestuurlijke uitgangspunten van de organisatie. Bestuurder Raad van Bestuur. Wanneer er geen bestuur binnen de organisatie fungeert gaat het hier om de directie. Degene die de organisatie leidt. 5 Improvement Model versie 2, april 201654
  • 29. Improvement Model versie 2, april 2016 57Improvement Model versie 2, april 201656 Betrekken netwerk Binnen het plan van de klant moet het sociale netwerk een zo groot mogelijke rol krijgen. De medewerker zet de eigen expertise in om het totale netwerk te versterken. Binnen het vakgebied gebruikelijke methodieken Methodieken en interventies die gangbaar zijn binnen vakgebied en aansluiten op de laatste stand van zaken in wetenschap en praktijk. Waar mogelijk zijn de methodieken evidence based of practice based. Communicatie met de klant Alle informatie-uitwisselingen met de klant en uitingen naar de klant. Deze zijn belangrijk voor de klant en zijn begrip van de activiteiten binnen de opdrachtformulering. Deskundig en bekwaam Op basis van aantoonbare verworven kennis en ervaring in staat om de activiteiten op kwalitatief hoogwaardig niveau uit te voeren. Deskundigheden Kwalificatievereisten voor betrokken medewerkers om de producten binnen de daaraan gestelde kwaliteitseisen te kunnen leveren. Deskundigheidsbevordering Het gestructureerd en duidelijk zichtbaar werken aan het op peil houden en verbeteren van de kennis van de medewerker. Met die kennis moet de medewerker blijven voldoen aan kwaliteitseisen die aan zijn deskundigheid op het gebied van het productportfolio worden gesteld. Dienstverleningsovereenkomst De overeenkomst tussen de zorgaanbieder en de klant. Effect- en resultaatmetingen De metingen die worden uitgevoerd om vast te stellen dat de uitkomsten van de geleverde zorg de resulaten opleveren die vooraf, in de definitie van het productportfolio, waren bedoeld. Het gaat hierbij om het meten van verandering in lichamelijke en psychische gezondheidstoestand en verandering in gedrag en omstandigheden binnen andere leefgebieden. Dat is hier verandering in de ernst van de problematiek, verandering in het dagelijks functioneren en verandering in de ervaren kwaliteit van leven. Formaliseren van de aanspraak plus aanvullende diensten De activiteiten die nodig zijn om een aanspraak op zorg bekrachtigd te krijgen, namelijk een vaststelling door een daarvoor aangewezen instantie of beroepsbeoefenaar. Een eerstelijnsarts moet een verwijzing verstrekken, er moet een diagnose zijn gesteld en mogelijk dient ook een onafhankelijke derde, bijvoorbeeld een indicatiesteller, de aanspraak te formaliseren. Gedragscode Een afgesproken code waaruit blijkt hoe de medewerkers die bij de organisatie betrokken zijn zich dienen te gedragen en zich dienen te verhouden tot de te leveren producten, de relaties met klanten, relaties met andere betrokken en bepaalde situaties en omstandigheden in het bijzonder. In dit certificatieschema wordt gesproken over de gedragscode van de organisatie en een gedragscode rondom het inkopen van middelen. Daarin moet gegarandeerd worden dat inkoop van middelen voor klanten (bijvoorbeeld medische hulpmiddelen) uitsluitend het belang van de klant dient. Good Governace Goed bestuur volgens de richtlijnen die specifiek voor de zorgsector maatschappelijk zijn aanvaard. Er is sprake van Good Governance wanneer een zorginstelling effectief wordt geleid, en een goed functionerend bestuur en een Raad van Toezicht heeft. De organisatie moet transparant zijn in haar keuzes en de effecten daarvan. Improvement Model Het Improvement Model is een verbetermodel in de vorm van een norm en een certificatieschema. De norm is de ‘standaard’ waarbinnen eisen zijn geformuleerd waaraan zorgorganisaties die in aanmerking willen komen voor certificering moeten voldoen. In het certificatieschema staat beschreven hoe de certificerende instelling de zorginstelling toetst. Een Raad voor Accreditatie verschaft formele erkenning aan de certificerende instelling om certificaten te verlenen op basis van de conformiteitstoets. Ketensamenwerking De samenwerking tussen verschillende zorgleveranciers binnen dezelfde opdrachtformulering van de klant.
  • 30. Improvement Model versie 2, april 2016 59Improvement Model versie 2, april 201658 Klant De afnemer van de zorg- of dienstverleningsactiviteiten van de zorginstelling. Waar klant wordt genoemd kan ook cliënt of patiënt worden gelezen. Klanteisen De eisen die klanten persoonlijk stellen aan geleverde diensten of producten en die zij als een minimaal te leveren niveau vaststellen, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en kwaliteit. Klanttypering Een indeling van groepen klanten die qua essentiele kenmerken van de hulpvraag en het daarbij passende productaanbod met elkaar overeenkomen. Binnen een klanttypering worden groepen onderscheiden naar aard van de zorgvraag en opdrachtformulering (per leefgebied) en de aard van het te leveren product (per fase). Klantvraag De vraag van de klant naar zorg, ondersteuning en dienstverlening. Klantwaarden De waarden die een klant persoonlijk belangrijk vindt en die de diepste drijfveren weergeven om een geleverde dienst of product als goed of succesvol te waarderen. Waarden zijn een weergave van de ‘interne kompas’ van een mens, welke is gevormd door opvoeding, peer-groups, opleiding en de dingen die je meemaakt. Waarden bepalen wie we zijn, wat zijn onze diepere drijfveren, hoe sta ik in het leven, wat zijn mijn doelen? Waarden vormen een belangrijk ingrediënt bij de kennis over de klant, de matching tussen klant en medewerker en de allocatie van middelen. Klantwaardering Deze geeft aan hoe de ondervraagde klant de ontvangen zorg waardeert. Bijvoorbeeld hoe tevreden de klant is met de geleverde zorg. Kwaliteits-, veiligheids- en doelmatigheidseisen De eisen die gesteld worden aan een product om zeker te stellen dat het leveren van het product veilig en kwalitatief hoogwaardig is en dat met zo min mogelijk inzet van middelen de beste effecten en resultaten worden behaald. De meting van deze inhoudelijke effecten en de resultaten hiervan vindt plaats aan de hand van de zorginhoudelijke indicatoren. Leefgebieden Indeling van onderdelen van een menselijk leven die van belang zijn voor het algeheel welbevinden. Bijvoorbeeld ‘wonen en leefomstandigheden’, ‘sociale relaties’, ‘financiën’, ‘lichamelijk welbevinden’, ‘psychisch welbevinden’, ‘werk, opleiding en activiteiten’, et cetera. Levering Het bieden van de afgesproken zorg. Leveringsvoorwaarden De eisen en voorwaarden die gesteld worden aan de levering van een product. Dit kunnen kwaliteits- en veiligheidseisen zijn, maar ook eisen aan duur en omvang van de inzet van een product.
 Maatschappelijke legitimatie Het actief bijdragen aan het bereiken van welzijns- en gezondheidsdoelen die in de maatschappij algemeen zijn aanvaard, daaruit bestaansrecht ontlenen en het bestaansrecht zichtbaar maken. Maatschappelijk rendement De meerwaarde van de door de organisatie geleverde producten voor de maatschappij. Maatschappelijke verantwoording Geldende verantwoordingssystematieken, waarmee de organisatie verantwoording aflegt over de geleverde producten aan de maatschappij, bijvoorbeeld het Jaardocument Zorg. Managementsturingssystematiek Een systeem waarmee aantoonbaar aan verbetering wordt gewerkt en waarmee planning en controle inzichtelijk wordt gemaakt. Medewerker De medewerker die werkt in de uitvoering van de zorg, binnen alle sectoren en beroepen en in alle verschillende vormen van activiteiten. Onder deze term wordt de medewerker ‘in loondienst’ verstaan, maar ook de ingehuurde derde.
  • 31. Improvement Model versie 2, april 2016 61Improvement Model versie 2, april 201660 Medewerkerwaarden De waarden die een medewerker persoonlijk belangrijk vindt, die de diepste drijfveren weergeven en de basis vormen van een te leveren dienst of product. De basishouding (‘wat voor type mens’) van de medewerker. De waarden van de medewerker uiten zich in gedragskenmerken. Missie Een beschrijving van de functie die de organisatie in de maatschappij of markt kan en wil vervullen en de bestaansgrond (maatschappelijke legitimatie) die hiervoor gedefinieerd kan worden. Netwerk rondom de klant Het totale sociale netwerk rondom de klant, zoals gezin, familie, mantelzorg, vrienden, kennissen, buurt, werkgever, school etc. Onvervulde klantbehoeften Zorgvragen van klanten zoals die zijn opgenomen in de opdrachtformulering, maar waarvoor nog geen adequaat zorgproduct beschikbaar is. Opdrachtformulering De opdracht die de klant formuleert aan één of meerdere aanbieders en die de totale vraag om zorg, ondersteuning of dienstverlening omvat op alle leefgebieden. Persoonlijk ontwikkelplan Een plan waarin duidelijk zichtbaar wordt dat de medewerker gestructureerd werkt aan zijn persoonlijke ontwikkeling. Deze persoonlijke ontwikkeling dient direct gerelateerd te zijn aan de opdrachtformuleringen van de klanten. Plan Een plan dat is gebaseerd op de dienstverleningsovereenkomst en de in te zetten producten. Hierin moet de weg naar de gestelde welzijns- en gezondheidsdoelen op een planmatige en methodische manier zichtbaar worden. Planning Gemaakte afspraken in tijd die gebaseerd zijn op de inhoudelijke afspraken die in het plan gemaakt zijn. Probleemstelling De door de klant ervaren problematiek die aan de opdrachtformulering ten grondslag ligt. Deze problematiek moet binnen de maatschappij als algemeen aanvaarde problematiek gelden en het moet mogelijk zijn om er een zorgaanbod voor te ontwikkelen en in te zetten. Product Een samenstelling van activiteiten en hulpmiddelen die kunnen worden ingezet bij een klant om in de opdrachtformulering te voorzien. Deze biedt de klant een oplossing in de ervaren probleemstelling. Een zorgpakket dat aan een klant geboden kan worden. Onder product wordt hier ook ‘dienst’ verstaan. Productevaluatie Het gestructureerd evalueren van het productportfolio op basis van de ervaringen, uitkomsten en verbetervoorstellen. Het doel van evaluatie is om de te leveren zorg effectiever en doelmatiger te maken. Productportfolio Een uitwerking van de in te zetten producten per klanttypering en per fase, die bijdragen aan het realiseren van de welzijns- en gezondheidsdoelen. Vervolgens kunnen deze producten bij de individuele klant op maat worden ingezet. Risico-analyse Een overzicht van alle mogelijke risico’s die de begroting kunnen beïnvloeden. Hierin staat ook beschreven wat de kans is dat deze zich voordoen, waarbij de begroting van de voorliggende periode de leidraad is. Risicobeheersing Het nemen van aantoonbare maatregelen om de risico’s en de schadelijke gevolgen daarvan te beperken te beperken voor alle betrokkenen. Risicotaxatie De inschatting van mogelijke risico’s en de kans dat deze zich voordoen gedurende de looptijd van de begroting.
  • 32. Improvement Model versie 2, april 2016 63Improvement Model versie 2, april 201662 Self-assessmenttool (Improvement Wizard) De self-assessmenttool (ook wel Improvement Wizard) is de applicatie die wordt gebruikt om vanuit de invoer die de organisatie doet de wegingen van de indicatoren te berekenen. Het is een applicatie die kan worden gebruikt voor het self-assessment en de audit en waarbij de organisatie de benodigde data invoert, het systeem de wegingen op de indicatoren uitvoert en de eindscore laat zien. Service Level Agreement (SLA) Een overeenkomst waarin afspraken staan tussen aanbieder en afnemer van een dienst of product. Hierin is afgesproken wat de prestatie-indicatoren en kwaliteitseisen zijn van de te leveren dienst of het product, om deze later te kunnen toetsen. In een SLA worden de rechten en plichten van beide partijen omschreven. Signalering Het pro-actief vaststellen van een mogelijke zorgvraag, opdrachtformulering of een mogelijk risico of gevaar. VAR Verklaring van de Belastingdienst waaruit blijkt dat het inkomen van een ingehuurde medewerker aangemerkt wordt als ‘winst uit onderneming’. Verkeerslichtenmodel Rekenmodel op basis van de normen in het certificatieschema, en de daarvan afgeleide indicatoren en algoritmen. Dit model geeft een score-weergave in groen – oranje – rood. Visie Het langetermijnperspectief van de organisatie; de manier waarop de organisatie haar missie waar wil maken. Zorg Een brede noemer waaronder alle vormen van zorgverlening, dienstverlening, ondersteuning, behandeling en begeleiding vallen, die binnen het productportfolio, zoals bedoeld binnen dit certificatieschema, kunnen vallen. Zorginhoudelijke indicatoren De indicatoren waarmee objectief kan worden vastgesteld in welke mate de individueel gestelde welzijns- en gezondheidsdoelen worden behaald of de kwaliteit van leven toeneemt. De hier bedoelde zorginhoudelijke indicatoren zijn doelrealisatie, effecten en resultaten en waardering. Welzijns- en gezondheidsdoelen Het totaal aan doelen dat gesteld kan worden op alle leefgebieden van de mens, om kwaliteit van leven te behouden of te vergroten.
  • 33. Improvement Model versie 2, april 201664