"Ik geef sinds dertien jaar lezingen over zelfonderzoek in de traditie van de Advaita Vedanta. Mijn leraar was Alexander Smit, zijn leraar was Shri Nisargadatta Maharaj. Dan weet de gevorderde spirituele zoeker uit welke traditie ik kom. Veel mensen zijn op zoek naar zichzelf. Dat zoeken komt voort uit het idee dat er iets ontbreekt aan je leven. Ook ik was ooit op zoek en mijn eerste kennismaking met Advaita was een boek van Wolter Keers, de nestor van Advaita in Nederland. Ik werd meteen getroffen door de helderheid waarmee hij over zelfonderzoek schreef.
Mijn vooroordelen over spiritualiteit (zweverig, stemmingmakerij) werden meteen van tafel geveegd. Wat me opviel bij Advaita, was dat nergens een beroep werd gedaan op mijn goedgelovigheid. Ik werd uitgenodigd om voor mezelf te kijken. Mijn leraar Alexander zei altijd: 'Het is zelfonderzoek, geen anderen-onderzoek.'
Mijn eerste contact met Alexander was een telefoongesprek ('Je bent toch hopelijk niet op zoek naar ufo's of kabouters?') en na drie maanden bijeenkomsten (satsangs) bij hem gevolgd te hebben was het klaar. Zes jaar later begon ik zelf online teksten te publiceren en zo is het balletje gaan rollen.
'Wanneer schrijf jij nou eens een boek?' Die vraag hoor ik al een paar jaar. Mijn vaste antwoord was: 'Dat komt nog wel eens, als de tijd rijp is.' En dat is nu." - Jan Koehoorn
4. interesse en op een goede dag kwam ik in de boek
handel een boek tegen, getiteld: 'Yoga als kunst van
het ontspannen'. Ik las een paar fragmenten en werd
gegrepen door de stijl van schrijven. Er stonden wel
ontspanningsoefeningen in, maar het boek had ook
een diepere laag waarin werd ingegaan op de vraag:
'Wie ben ik?' En dan heel letterlijk. Dus niet bij volle
maan over je rechter middelvinger plassen onder het
slaken van diepzinnige kreten, maar werkelijk kijken
naar deze basisvraag.
Immers, alle eventuele problemen in je leven zijn te
herleiden tot de ideeën die je over jezelf hebt. Ik ont
dekte dat eigenlijk alle ideeën die ik over mezelfhad op
aannames waren gebaseerd. En zo kwam ik terecht bij
boeken over zelfonderzoek en ontdekte ik de traditie
van advaita vedanta.
Het eigenaardige van advaita is, dat er wel leraren
zijn maar dat je geen les krijgt. Want les krijgen houdt
in dat je iets van iemand anders aanneemt. Als je naar
een satsang gaat (zo heten bijeenkomsten met advaita
leraren) wordt je geen nieuwe informatie aangereikt,
maar komen je aannames ter discussie te staan. Alle
maal.
Mijn advaitaleraar heetteAlexander Smit. Hij leefde
van 1948 tot 1998 en gaf jarenlang satsang aan ieder
een die zelfonderzoek wilde doen, met als voorwaarde
een integere belangstelling voor het onderwerp. Je zult
zijn naam in dit boek veel tegenkomen, want de poin
ters die hij gaf waren zó krachtig dat ik ze jaren later
nog moeiteloos kan quoten.
Advaita heeft soms de naam intellectueel of steriel te
zijn, maar zo ik heb ik het nooit ervaren. Wat mij be
treft is het de meest directe traditie die er is, wars van
opsmuk en toeters en bellen. Het kan zeker confron
terend zijn en mogelijk zet het je wereld op zijn kop.
Maar als iets zo gemakkelijk op zijn kop te zetten is, is
het dan geen onderzoek waard?
jan Koehoorn, maart 2012
5. Zien dat er niets te bereiken valt
is realisatie
A He vragen die met 'hoe' beginnen, houden een
�anier of een methode in. En een manier of een
methode betekenen op hun beurt weer dat je gaat pro
beren om van hier naar daar te komen, om iets te be
reiken. Het idee dat we iets moeten bereiken, dat het
'ergens naartoe' moet, heeft te maken met de illusie dat
we ons in de een ofandere toestand zouden bevinden.
Je kunt namelijk alleen in een andere toestand terecht
komen, als je je op dit moment in de ene toestand
bevindt. We hebben eigenlijk geen aandacht voor on
derzoek naar die basismisverstand. We zijn alleen maar
bezig om van de ene in de andere toestand terecht te
komen. Al die moeite om onze zelfverzonnen proble
men op te lossen.
Totdat de vraag gesteld wordt: 'Is het wel zo dat ik
me in de een of andere toestand bevind?' Een diep-
9
6. gaand onderzoek naar die vraag is iets heel anders dan
proberen een beter mens te worden. Het is eenvou
dig kijken ofeen aanname klopt of niet. Ik kan alle
toestanden beschrijven, ik kan alle eigenschappen van
welke toestand dan ook opnoemen. Ben ik dan niet in
eerste instantie de waarnemer van al die toestanden?
Dat is een kwestie van onderzoeken, niet van geloven.
Want geloven ligt in de aannamesfeer en onderzoeken
is kijken, voor jezelf zien. Dat is de uitnodiging van
advaita.
10
Ik ben eenfragmentje
A fen toe verschijn ik, maar snel daarna verdwijn
.r.ik weer. Van mijn lichaam is er geen één mole
cuul hetzelfde als een paar jaar geleden, maar toch
denk ik dac ik dat lichaam ben. Ik ben voornamelijk
bezig mezelf ce verbeteren, want ik ben niet goed ge
noeg zoals ik ben. Het kan altijd mooier, rijker, snel
ler, geliefder, meer gerespecteerd, jeugdiger, knapper
of leuker.
De meeste gevoelens onderdruk ik. Angst, woede,
verdriet en jaloezie zijn niet welkom. Toch is het me
nog niet gelukt om ze helemaal uit mijn leven te ver
bannen. Ik heb ontelbaar veel manieren uitgeprobeerd
om een beter mens te worden. Hypnose, meditatie,
astrologie, acupunctuur, tarot, pendelen, channelen,
lichtwerk, quantum touch, rebirthing, NLP, therapie,
het rijtje is eindeloos.
11
7. Toch hou ik het gevoel dat er nog iets ontbreekt aan
mijn leven. Ik voel me niet vervuld, niet begrepen, niet
geliefd. Op momenten dat het wél goed gaat, ben ik
achterdochtig. Ik ben namelijk gewend dat er altijd wel
iets kan gebeuren waardoor een meevaller toch weer
een tegenvaller kan worden. Om niet de hele tijd her
innerd te worden aan de eindigheid van mijn bestaan
en aan alles dat ik kan verliezen, probeer ik mijn ge
dachten op iets anders te richten. Op allerlei manieren
heb ik geprobeerd mijn denkpatronen te veranderen.
Ik probeer positiefre denken, in alles het goede te zien.
Of ik probeer om niet te denken, ronder gedachten te
zijn. Zo leven de meeste mensen.
12
Manieren om toch weer
de doener te zijn
H
et idee de doener van 'jouw' acties te zijn, zit
diep geworteld. Met als gevolg dat we 'goede'
acties proberen te claimen, en 'foute' acties probe
ren te ontkennen. Het wil er maar niet in dat al
les spontaan verschijnt, en dat er geen doenerschap
aan ten grondslag ligt. De persoon als doener is óók
een verschijnsel, en niet de veroorzaker van gebeur
tenissen. Hij is zelf een gebeurtenis. De acteurs kij
ken niet naar de film, maar bevinden zich in de
film.
Maar we zijn meesters geworden in het onszelfvoor
de gek houden. En er zijn altijd wel manieren te vin
den om stiekem toch weer een doener te introduceren.
Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die proberen alles goed
te praten onder het mom van spiritualiteit. Lekker al
les doen waar je zin in hebt, en dan roepen dat het
13
8. niet uitmaakt omdat alles immers 'Bewustzijn' is, en
spontaan gebeurt.
Niets meer doen of ondernemen is ook zo'n trucje
dat vaak toegepast wordt. Dan word je een passieve
doener die een beloning voor die passiviteit verwacht.
'Waarom zou ik nog iets doen, als het toch niet uit
maakt?' Het is geen kwestie van wel of niet iets onder
nemen. Die zogenaamde 'ik', die wel of niet iets gaat
ondernemen is het probleem.
14
Zoeken
Z
oeken betekent: over het nu heen kijken. Denken
dat er een andere mogelijkheid is dan nu, en daar
op focussen. Een statische gedachteconstructie prefere
ren boven het dynamische nu. Een ideale situatie ver
zinnen, datgene wat er verschijnt daarmee vergelijken,
en vervolgens oordelen dat 'wat is', niet voldoet.
Wat is, zal per definitie nooit voldoen aan wat voor
voorwaarden je ook stelt. Voorwaarden zijn namelijk
gedachtespinsels. Je neemt een aantal momentopna
men uit het geheugen en daarmee construeer je een
'ideale situatie'. Die situatie heeft meestal te maken
met geluk, macht, controle, geld, veiligheid, allerlei
garanties, bevestiging, liefde, en ga zo maar door.
En dat alleen maar omdat je gelooft dat je een per
soon, een ego, bent. En voor een ego is de wereld uiter
mate onveilig, zijn er geen garanties, is er bevestiging
15
9. nodig, en moet er steeds maar weer aandacht naar toe.
De persoon en de zoekbeweging hebben met elkaar
te maken. Zolang je gelooft dat je dat ego bent, en
meer niet, is er die zoekbeweging. Harder zoeken, of
op een andere manier zoeken, of net doen of je niet
meer zoekt, is allemaal geen oplossing. Zie het misver
stand, doorzie de persoon en herken de idioterie van
het zoeken.
16
Analyseren en bereiken
W
e zijn op een dusdanige manier geconditio
neerd dat we alles in termen van bereiken zien.
Bovendien zijn we gewend geraakt aan de illusie dat
iets er duidelijker op wordt naarmate we er meer denk
plaatjes bij verzinnen.
Maar een uit-een-zetting levert nog geen eenheid
op, en een ver-klaring brengt nog geen klaarheid. Van
daar dat in de advaita traditie niet het accent ligt op
bereiken en intellectuele verklaringen, maar op de wer
king van het denk.mechanisme an sich.
Omdat we zijn gaan geloven een persoon te zijn
en meer niet, hebben we een fobie opgelopen voor
niet-verklaren en de afwezigheid van denkpatronen.
En dus moeten we op een krampachtige manier aan
de gang om alles, maar dan ook letterlijk alles, in te
vullen.
17
10. Overal moet een verklaring bij, een beschrijving, een
kader, anders kunnen we het niet 'plaatsen'. Dan 'kun
nen we er niets mee', en kunnen we het 'geen plek ge
ven'. En, minstens zo belangrijk, we kunnen ook niet
meer 'zonder doel' zijn. De afurezigheid van projectie
zijn we als probleem gaan zien, tetwijl projectie nu net
de oorzaak is van alle problemen.
De fout die bijna elke spirituele zoeker maakt, is
het najagen van toestanden 'zonder gedachten', 'zon
der doelen' en 'zonder verklaringen'. En dan maar de
hele dag hardop roepen dat je 'niets weet'. Van een 'we
ter' word je dan ineens een 'niet-weter'.
Het denken wordt dan tot vijand gemaakt (wat het
niet is) en krijgt daardoor een onevenredig grote waar
de toegekend (die het niet heeft). Je bent nog steeds
aan het proberen een toestand te bereiken, namelijk
een gedachteloze toestand.
Wil je serieus zelfonderzoek doen? Kijk dan naar
al deze mechanismen en herken ze als zodanig. Dan
ontdek je ook dat het niet uitmaakt of ze er wel ofniet
zijn.
18
Het denken kan niet voor het
waarnemen komen
D
enken wordt waargenomen. Vanuit de onbe
perktheid die we zijn kijken we naar alle gedach
tes die langskomen. Vragen als: 'Hoe ga ik ergens mee
om?', zijn vragen op denkniveau. Je hoeft nergens mee
om te gaan, je ziet dingen gebeuren, moeiteloos en
spontaan.
Er is geen 'beste' manier om met dingen om te gaan,
er is niet een houding die de beste is in alle mogelijke
gevallen. Je kunt geen denksysteem verzinnen waarmee
je tussen de waarnemer en het waargenomene kunt
kruipen. Het denken is als instrument ongeschikt om
dat wat verschijnt een stapje vóór te zijn.
Dat betekent dat de vraag: 'Hoe moet ik leven?' een
onzinnige vraag is.
Er is geen hoe. Je ziet het verschijnen, dat is alles.
19
11. Zelfonderzoek is eenvoudig,
maar we houden van moeilijk
W
at doe je, als je iets wilt onderzoeken? Je kijkt,
zonder te weten waarnaar je kijkt. Als je name
lijk wél meent te weten waar je naar kijkt, onderzoek
je niet. Dan projecteer je, en dat is iets anders dan on
derzoeken.
Iemand die werkelijk onderzoekt, heeft ook geen
enkel idee over de uitkomst van dat onderzoek. Het
introduceren van een gewenst eindresultaat betekent
ogenblikkelijk het einde van onderzoeken.
Zelfonderzoek zal ook niet leiden tot conclusies,
want dat zijn verstandelijk beredeneerde optelsom
men. Je zult er geen setje leefregels aan overhouden.
Voor mensen die in de huidige westerse maatschap
pij zijn opgegroeid volgens de gebruikelijke conditio
neringen, zal zelfonderzoek dan ook niet echt leuk zijn.
Want wij zijn opgegroeid met 'meten is weten', en met
21
12. 'je moet een mening hebben' en met 'wat is je doel?'
Onderzoeken betekent niet dat je een aantal aha-mo
menten! probeert te creëren, en dat je daar steeds meer
uitroeptekens bij krijgt en 'kennis' verwerft. De een
voud van het kijken en niet-weten is zo dichtbij, dat je
er bijna altijd overheen kijkt.
22
Een 'belangrijke' gebeurtenis
in de toekomst
I
k interesseer me niet of nauwelijks voor voorspel
lingen. Hooguit voor het weer, een paar uur van te
voren. Ik moet dan ook altijd vrolijk lachen wanneer
het weerbericht van zondag over donderdag gaat. Ik las
ooit in een boek van Piet Vroon dat je vaker dan het
KNMI gelijk hebt als je het hele jaar lang voorspelt dat
het morgen precies hetzelfde weer als vandaag zal zijn.
Voor wat betreft deze desinteresse ben ik een bui
tenbeentje, is me in de loop van mijn leven gebleken.
Horden mensen laten zich juist dolgraag vertellen wat
de toekomst in petto heeft. En daar zijn allerlei 'mid
delen' voor, zoals astrologie, handlezen en tarot, maar
die laten we even buiten beschouwing.
Wat mij intrigeert, is dat er mensen zijn die net doen
ofze weten wat er in de toekomst gaat gebeuren, en dan
zijn er ook nog eens mensen die daarin geloven.
23
13. Hoe vaak in de geschiedenis is her al niet voorgekomen
dat er voorspellingen waren dat de wereld zou vergaan?
Of dat er een belangrijke ommekeer zou plaatsvinden?
Waarom zijn er zoveel mensen die net doen of ze we
ten wat komen gaar?
Mijn ervaring is dat de oorzaak van dit soort ver
schijnselen meestal veel simpeler is dan je zou ver
wachten. Volgens mij zijn de meeste mensen gewoon
op zoek naar een vorm van controle of veiligheid, ze
kerheid. 'Ik weet wat er gaat gebeuren, bij mij ben je
veilig.' Of: 'Ik sluit me bij jou aan, want jij biedt veilig
heid en zekerheid.' Soms neemt het zelfs de vorm aan
van manipulatie en dreiging: 'Als je de Tien Geboden
niet opvolgt, kom je in de hel!'
Eigenlijk zijn dit allemaal bewegingen weg van de
angst. In plaats van te kijken wat angst is, verzinnen
we zo snel mogelijk strategieën om van die angst af te
komen, om er niet naar te hoeven kijken. Gek eigen
lijk. Je gegeven is angst, maar je verzint er een verhaal
bij omdat we geleerd hebben dat angst per definitie
negatief zou zijn. Dat is niet zo , want waarom zijn
er anders spannende films, gaan we bungeejumpen of
een thriller lezen? Angst is op zichzelfniet goed ofver
keerd, angst is gewoon angst.
24
New age goeroe?
0nlangs kwam ik een artikel tegen naar aanleiding
van het overlijden van mijn leermeester Alexan
der Smit. Meteen bij de titel gaat het al fout; hij was
helemaal geen 'new age goeroe'. Wikipedia zegt het
volgende over de term 'new age':
'New age is een verzamelterm voor bewegingen van
een nieuw mensbeeld die vanaf de tweede helft van de
jaren 1960 in opkomst zijn. De aanhangers van new
age trachten vanuit zichzelf de eigen persoon en daar
mee de hele wereld op een hoger plan te brengen. Men
ervaart de eenheid van mens, natuur en kosmos. Men
hecht waarde aan intuïtieve en gevoelsmatige benade
ring van problemen en zaken. New age wordt gezien
als een reactie op traditionele monotheïstische religies,
maar ook op materialisme, rationalisme en individu-
25
14. alisme. Uit deze bewegingen is ook een muziekstijl
voortgekomen, zie new age (muziek).'
Advaita gaat niet over een 'nieuw mensbeeld'. Advaita
gaat juist over het doorzien van alle beelden die we van
onszelfproberen te maken.
Advaita probeert ook niet om 'vanuit zichzelf de
eigen persoon en daarmee de hele wereld op een ho
ger plan te brengen'. Wat Alexander juist overduidelijk
maakte, was dat er niet zoiets bestaat als 'vanuit de ei
gen persoon', laat staan dat de wereld op een 'hoger
plan' gebracht moest worden. Het hele idee dat het
anders zou moeten zijn dan het nu is, berust op een
misverstand. Als er iemand was die dat helder kon uit
leggen, was het Alexander wel.
1n de villa van Rama Polderman in Baarn gafSmit van
afzijn 'verlichting' in 1978 (hij was toen dertig) voor
drachten over de hindoeïstische advaita vedanta-filosofie,
die alle dualiteit ontkent. '
Advaita ontkent dualiteit niet, en dat heeft Alexander
dan ook nooit gedaan. Hij zei juist altijd: 'Om iets te
kunnen ontkennen, moet je het eerst gekend hebben'.
Het ontkennen van de dualiteit is onzin. Dualiteit
verschijnt, dat kan iedereen onmiddellijk zien. Het
enige dat advaita in het algemeen en Alexander in het
bijzonder beweert, is dat dualiteit wordt gedragen in
iets dat geen dualiteit is. En dat is je ware natuur.
26
Weten datje stilte bent is iets anders
dan het ontbreken van activiteit
D
e stilte waarover in advaita gesproken wordt is
iets anders dan war er in het dagelijks leven mee
bedoeld wordt. Ten onrechte wordt vaak gedacht dar
zelfkennis stilte, of het ontbreken van gedachten op
zou leveren. Er zijn veel meditatietechnieken waarbij
het doel niet-denken is. En ik hoor vaak van bezoekers
van mijn satsangs dat ze het graag wat rustiger zouden
hebben 'in hun hoofd'.
De denkfout die hier gemaakt wordt is dat je be
paald zou worden door wat er verschijnt. Als er veel
gedachten of heftige gevoelens verschijnen, trekken we
de conclusie dat we daardoor uit ons centrum gehaald
worden. Maar dat is een onjuiste conclusie.
Essentie kan nooit verstoord worden door vorm.
Het maakt niet uit hoeveel vormen er verschijnen, hoe
interessant ze lijken, of hoe imponerend ze overko-
27
15. men. Een tsunami kan nooit schade toebrengen aan
water. Als je verwacht dat je gevoelsleven heel vlak en
rustig zal worden als je eenmaal ontdekt hebt wat je in
wezen bent, zit je ernaast. Het kan alle kanten op, en
het zal altijd boeiend zijn zonder dat jij erdoor geboeid
wordt.
28
Je kunt alleen in discussie gaan over
datgene waaroverje onzeker bent
E
en discussie is een gesprek waarin twee deelnemers
elk hun eigen mening verdedigen. Je kunt over van
alles en nog wat een mening hebben, maar dat is iets
anders dan weten. Een mening heeft te maken met per
soonlijke voorkeur, ofmet conditionering, ofmet geloof.
Hoe serieuzer de deelnemers hun eigen mening nemen,
des te groter de kans dat de discussie op ruzie uitloopt.
Wat betreft het hebben van meningen zijn we de
meest opportunistische wezens die er bestaan. We me
ten ons gewoon die mening aan die ons op dat mo
ment het beste uitkomt. Neem als voorbeeld de ruzies
die je in een relatie kunt hebben. Het ene moment
roepen we dat we ruimte nodig hebben, het andere
moment dat de ander te weinig belangstelling toont.
Of we klagen dat we aandacht tekort komen, en later
dat de ander ons verstikt of stalkt.
29
16. Als onze mening niet gerespecteerd wordt, grijpen we
naar machtsmiddelen zoals manipulatie, intimidatie
en dreigingen. Dan krijg je uitspraken als: 'Wacht
maar afl', of: 'Je zult het nog wel zien!', of: 'Je komt
jezelf nog wel tegen!'.
.
Meningen en overtuigingen zijn relanef. Je kunt te-
gen ultrarechtse politiek zijn, dat is e�� meni�g. Maar
je kunt niet tegen de zwaartekracht z1Jn, dat is een ge-
geven. . ..
Twee mensen die weten wat ze in essentte ZIJn, kun-
nen er uiteraard over praten. Maar er zal nooit een dis
cussie ontstaan. Van beide kanten is er geen onzeker
heid, dus waar zou je over moeten discussiëren? Wat
we zijn kan op talloze manieren beschreven worden.
30
Vanuitje zelfbeeld komje
nooit tot Bewustzijn
H
et lastige van zelfonderzoek is dat we het bijna al
tijd benaderen vanuit de illusie dat we denken een
persoon te zijn, terwijl werkelijk zelfonderzoek juist de
vraag: 'Bén ik eigenlijk wel een persoon?' bekijkt. Een
benadering vanuit een persoonlijk perspectief kenmerkt
zich door een groot 'bereiken'-gehalte. En het vervelen
de van bereiken is dat het per definitie in de toekomst
ligt, waardoor we over het nu heen kijken.
Als het grootste deel van onze aandacht bij bereiken
en projecteren ligt, onderzoeken we niet, maar zijn we
al aan de slag gegaan, op zoek naar een betere situatie
voor de persoon. We passen gewoon dezelfde truc toe
op zelfonderzoek die ons ons hele leven al verteld is; er
ligt een beloning in de toekomst.
Het volkomen helder inzien van deze strategie be
tekent onmiddellijk ontspanning. En dan hoef je niet
31
17. vanuit een zelfbeeld tot Bewustzijn te komen. Dan zie
je dat het helemaal niet nodig is, omdat je nooit iets
anders dan Bewustzijn bent geweest. In plaats van dat
je vanuit de illusie een deeltje te zijn het geheel pro
beert te zien, zie je dat het juist precies andersom is.
Zelfrealisatie voor een persoon is onmogelijk. We
zien die persoon verschijnen en verdwijnen, maar om
dat die verschijnselen op elkaar lijken concluderen we
ten onrechte dat die persoon continu is. Maar verschij
nen en verdwijnen impliceert discontinuïteit.
Zelfonderzoek betekent dan ook niet dat je er steeds
meer inzichten en wijsheden bij krijgt. Het betekent
dat je steeds meer bijgeloof kwijtraakt.
32
Een persoon heeft nooit
genoeg aan zichzelf
V
anuit de wetenschap dat ik Bewustzijn ben, kan
er nooit een zoekbeweging ontstaan. Vanuit de
illusie dat ik een persoon zou zijn, wel. De reden daar
voor, is dat een persoon discontinu is. Soms is hij/zij
er wel, soms niet.
Als we ons identificeren met die persoon, ontstaat
er ook onmiddellijk de behoefte aan continuïteit en
geluk voor die persoon. En dan ontstaat de onmoge
lijke situatie dat er naar iets blijvends gezocht wordt,
voor iets dat in zijn aard veranderlijk is.
De oplossing voor dit probleem is niet dat je nog
harder moet zoeken, of dat je op een andere manier
zou moeten zoeken. De oplossing ligt in het ontdek
ken wat zoeken eigenlijk is en hoe het begint.
33
18. Meeschuivende referentiekaders
I
n onze maatschappij is ons geleerd dat we op zoek
moeten naar verbetering. Verbetering is een eigen
aardig fenomeen. We kunnen namelijk alleen bepalen
of iets verbeterd is als we het kunnen vergelijken met
een vorige situatie. Dat werkt als volgt: we proberen in
te schatten wat onze huidige situatie is, en gaan daarna
energie steken in het verbeteren van die situatie. Als
dat lukt, zijn we even tevreden.
Al vrij snel daarna gaan we de nieuwe verbeterde
situatie als normaal ervaren en niet meer als een ver
betering. Ons referentiekader schuift mee en er wordt
een nieuwe, betere situatie verzonnen, en dan begint
het spelletje weer van voren af aan.
Als je merkt dat je probeert jezelf te verbeteren,
vraag je dan eens af: Wat is mijn huidige situatie? En
dan heb ik het niet over omstandigheden, want dat
35
19. zijn waargenomen verschijnselen. Wat is de situatie
van diegene die al die omstandigheden waarneemt?
Als je een beetje intelligent bent, zul je er snel ach
ter komen dat je geen eigenschappen kunt toekennen
aan datgene wat alle eigenschappen waarneemt. Hoe
zou je iets, dat geen eigenschappen bezit, willen verbe
teren? Er is geen referentiekader voor wat we wezenlijk
zijn, en daar valt dus ook niets aan te verbeteren.
36
Hoe houdje realisatie in stand?
E
en vraag die ik nogal eens krijg is: 'Ik heb ooit wel
heldere momenten gehad, maar die verdwenen al
tijd weer'. Het kan natuurlijk zijn dat je ineens een
inzicht krijgt, wat vaak gepaard gaat met gevoelens van
helderheid en transparantie. Op die momenten is het
allemaal zó simpel en duidelijk, dat je je absoluut niet
voor kunt stellen dat het ooit onduidelijk was.
Des te groter is dan de teleurstelling als al die ge
voelens die bij zo'n helder moment horen, ook weer
blijken te verdwijnen. Het zijn van die momenten van
de waarheid (mijn leraar noemde het altijd 'reality
checks'), waarop eventuele ideeën die je gemaakt hebt
over hoe 'het zal zijn' als je het eenmaal gezien hebt,
boven water komen.
Tijdens de laatste satsang schoot me een voorbeeld
te binnen van iemand die stopt met roken. De versla-
37
20. ving van het roken heeft wel parallellen met de ego
addictie. Zodra je stopt met roken, ben je in het begin
nog een roker, maar dan eentje die niet rookt. Maar:
je bent gestopt! En dan kan er een overwinningsgevoel
opkomen omdat je het voor elkaar hebt gekregen om
niet meer te roken. Naast alle afkickverschijnselen is er
ook een gevoel van triomf.
Een maand later is dat gevoel al een stuk minder.
Van een roker die niet rookt, ben je al bijna een niet
roker geworden. Er zullen momenten zijn dat je snakt
naar een sigaret, dus er is nog wel strijd. Maar stel dat
je het trucje van de rookverslaving doorzien hebt, dan
is die strijd al een heel stuk minder dan een maand
daarvoor.
Een jaar later denk je niet eens meer aan roken. Als
iemand je zou vragen: 'Hoe speel je het voor elkaar om
niet te roken?', zou je niet weten wat je moet zeggen,
terwijl die triomfantelijke gevoelens van de eerste tijd
dat je niet rookte allang verdwenen zijn. Het niet-ro
ken is niet meer afhankelijk van die gevoelens.
En zo is het ook met zelfrealisatie. Denk niet dat al
die mooie gevoelens, die bij inzichten optreden, zul
len blijven hangen. Ook die verdwijnen, want wat een
begin heeft, heeft ook een einde. Ook iemand die weet
wat hij is heeft rotdagen en mooie dagen. De vraag:
'Waarom moet MIJ dit nou overkomen?' is weliswaar
afwezig, maar ups en downs gaan gewoon door. Dat is
dualiteit en dat noemen we 'leven'.
38
Aantrekken of afstoten
H
et beginsel dat de persoon waarneemt, noem ik
Absoluut Bewustzijn. Maar wat we waarnemen
is niets anders dan onsZelE Vandaar dat het heel merk
waardig is dat we sommige dingen naar ons coe probe
ren te halen en andere dingen proberen weg te duwen.
Een gevoel als angst is geen anomalie in Bewustzijn,
het is gewoon Bewustzijn dat de vorm aanneemt van
het waarnemen van een verschijnsel. In essentie ben
je nergens niet en zou je voortdurend kunnen zeggen:
'Hé, ik hier?' of: 1t is 1!' Dat we dingen naar ons toe
zouden kunnen halen of juist van ons af zouden kun
nen duwen, is dan ook strikt genomen onmogelijk.
Het waarnemen van een gevoel is exact hetzelfde als
het waarnemen van een wegduwbeweging. De instin
ker is dat er een scheiding zou kunnen bestaan tussen
ik en niet-ik. Zolang nog niet duidelijk is dar er niets
39
21. anders is dan Bewustzijn, zullen de aantrek- en weg
duwbewegingen voor werkelijk aangenomen worden.
Aantrekbewegingen, omdat je meent dat je iets mist
en probeert om meer of beter te worden. Afstootbewe
gingen, omdat je denkt dat het mogelijk is om ergens
niets mee te maken te hebben. En allemaal omdat niet
is ingezien dat de grondstof (Absoluut Bewustzijn) en
de vorm (verschijnselen als gedachten en gevoelens) in
essentie niet verschillen.
Hout zal nooit een plank proberen af te stoten, wa
ter zal nooit proberen een golf naar zich toe te trek
ken, goud zal nooit proberen zoveel mogelijk sieraden
te verzamelen. What's thepoint? Je bént het al, dus je
kunt niet meer, of minder jezelf worden. You are what
youis!
40
Zelfonderzoek doen
Z
elfonderzoek doen is wezenlijk anders dan aan de
slag gaan met jezelf Zelfonderzoek houdt in dat je
kijkt wie of wat je bent en dat je nog niet weet wat de
uitkomst zal zijn. Je weet zelfs niet óf er wel een uitkomst
zal zijn. Als je durft toe te geven dat je weinig tot niets
weet en tegelijkertijd een enorme nieuwsgierigheid hebt
naar zelfkennis, ben je toe aan wezenlijk zelfonderzoek.
Met jezelf aan de slag gaan is iets anders. Je denkt
dan namelijk te weten wat je huidige situatie is, en ook
wat de gewenste situatie is.
Dat is geen onderzoeken, dat is naar een resultaat
toewerken. Bij deze vorm komt juist heel veel 'kennis'
kijken, in die zin dat je veel informatie leert onthouden
en die ook toepast. Zo kun je bijvoorbeeld veranderen
van iemand die moeite heeft om over zijn gevoelens te
praten in een assertief iemand.
41
22. Veel mensen denken dat het het één of het ander moet
zijn. Maar dat hoeft helemaal niet. Er zijn wel verschil
len, maar zelfonderzoek en werken aan jezelf hoeven
elkaar helemaal niet wederzijds uit te sluiten. Er is al
leen één probleem: hoe kun je werken aan jezelf als je
niet honderd procent twijfelloos weet wie je bent? Ik
weet niet hoe een motor werkt, maar ik ga er toch aan
sleutelen. Het antwoord is vrij simpel: dat kan even
goed.
Chirurgen weten nog lang niet hoe ons lichaam
precies werkt, maar ze kunnen er toch aan sleutelen,
door bijvoorbeeld je blindedarm te verwijderen. De
oplossing die dat oplevert, is natuurlijk wel een tijde
lijke. En dat is precies hoe het werkt met werken aan
jezelf: omdat je met een fragment bezig bent, krijg je
een fragmentarische oplossing.
Het leuke van wezenlijk zelfonderzoek is dat je di
rect naar de bron gaat. Dus voordat we oplossingen
gaan zoeken, gaan we eerst eens kijken of er überhaupt
wel een oplossing nodig is. We gaan dus niet aan de
slag met het een of ander, we gaan kijken wat er al
lemaal gebeurt in Bewustzijn. Niet om een resultaat te
bereiken, maar gewoon uit nieuwsgierigheid. Belang
stelling is al een gek woord, want het gaat niet om be
lang. Kijken, dat is belang-rijk.
42
Dualiteit
H
et hebben van ervaringen is onlosmakelijk ver
bonden met dualiteit. Als er geen beweging zou
zijn in Bewustzijn, ervaren we niets. Afgelopen week
had ik een leerling op pianoles die een heel lekker
luchtje op had
(Bruno Banani), dus ik zei tegen haar: 'Goh, wat
een heerlijk geurtje heb je op!' Ze zei: �a. dus je
ruikt het wel? Zelf ruik ik het niet meer, namelijk.'
Zo werkt het met ervaringen. Als er geen verschil is
met iets dat daarvoor kwam, ervaren we niets. Koop
maar eens een nieuw horloge en doe het om. In het
begin ben je je zeer bewust van het bandje om je pols,
maar al vrij snel voel je niets meer. We kunnen uren
zoeken naar een bril die achteraf op ons voorhoofd
blijkt te staan. Als er alleen maar één tint groen zou
zijn en verder niets, zouden we niet weten wat kleu-
43
23. ren zijn. Juist omdat er diversiteit is, kunnen we kleu
ren ervaren.
Hoe mooi en prachtig sommige ervaringen ook
kunnen zijn, ze hebben allemaal de eigenschap dat ze
voorbij gaan. Dat kan ook niet anders, want er kan
alleen een ervaring zijn wanneer er een verschil is met
een voorafgaande. Voor minder leuke ervaringen is dat
natuurlijk voordelig. En voor leuke ervaringen is het
jammer als ze voorbij zijn.
We maken een denkfout als we op zoek gaan naar
degene die ervaart. Dat wat alle ervaringen waarneemt,
kan zelf nooit een ervaring zijn. We kunnen niet er
varen wat we in essentie zijn. Dat houdt in, dat wat
we in werkelijkheid zijn, geen begin heeft en ook geen
einde, zoals ervaringen dat wél hebben. We kunnen
alleen zijn wat we zijn, onbegrensd, niet afgebakend,
niet beïnvloed door omstandigheden.
44
Uitzicht op inzicht
H
et hebben v�n inzichten op het gebied van zelf
onderzoek is een merkwaardig verschijnsel.
Neem alleen het woord zelf al. Het gaat over in-zien,
wat al een beetje aangeeft dat het dieper gaat dan ge
woon ergens naar kijken. Als iemand zegt: 'Ik zie het,
ik snap wat je bedoelt', dan heeft dat niet het eureka
gehalte van een alles doordringend inzicht.
Wat er optreedt bij een helder inzicht zou je een
soort supergeleiding kunnen noemen. Je hoort iets, of je
leest iets en ineens is het glashelder waar naar verwezen
wordt. Waarschijnlijk kun je het niet eens uitleggen of
verklaren, maar om die helderheid kun je niet heen.
Wat nog wel eens problemen op kan leveren is het
proberen te herhalen van momenten van helder in
zicht. Je gaat dan uit zitten kijken naar een herbeleving
van iets dat allang weer weg is. Uitzicht op inzicht.
45
24. Iets proberen te herhalen is altijd niet-begrijpen. Je
hebt dan namelijk niet door dat het nu altijd nieuw
is. Van iemand die zelfonderzoek doet word je een ge
nieter van spirituele toestanden. Maar inzichten treden
spontaan op en verdwijnen weer spontaan.
Is zelfrealisatie dan geen inzicht? Ach, het is maar
hoe je het formuleert. Maar het zal niet tot gevolg heb
ben dat je gaat proberen bepaalde gebeurtenissen te
herhalen, of mooie momenten vast te houden.
Bij zelfrealisatie zie je van top tot teen en door en
door dat je als Bewustzijn de essentie van alle dingen
bent, dus het gevoel dat je iets ontbreekt en elke zoek
beweging die daaruit voortvloeit wordt onmogelijk
vanwege de absurditeit ervan.
46
Herinneren en onmiddellijk weten
Z
elfonderzoek is geen kwestie van dingen onthou
den en ze, indien nodig, op kunnen dreunen. Het
betekent dat je onderzoekt wat je nu eigenlijk weet.
Welke kennis in je is twijfelloos? En welke kennis
bestaat uit aannames die (impliciet) niet onderzocht
zijn?
Meningen, stellingen en overtuigingen horen alle
maal tot het terrein van denken, dus van herinnering
en geheugen. En geheugen is uiterst onbetrouwbaar.
Ga bijvoorbeeld maar eens na hoeveel procent je je
nog exact herinnert van vandaag, acht weken geleden.
Herinnering is: 'Oh ja, dat was ook zo.' Dat is het
vergelijken van concepten en tot de slotsom komen
dat ze overeenstemmen. Onmiddellijke kennis is an
ders. Het is weten, kennen, waarnemen zelf. Als ge
heugen 'oh jà is, is onmiddellijk weten 'ja'. Je weet
47
25. twijfelloos dat je bent, dat hoef je niet uit je geheugen
op te vissen.
Gevoelens worden onmiddellijk gezien. De etiketjes
die erbij horen (zoals woede ofblijdschap), zijn geheu
gen. Dat is trouwens geen pleidooi voor onmiddellijk
weten en ook geen aanklacht tegen het geheugen. Er is
geheugen, en er is het onmiddellijke zien.
Geheugen is prima geschikt om momentopnamen
van voorbije gebeurtenissen tevoorschijn te toveren,
maar geheel ongeschikt om exact in kaart te brengen
wat we in essentie zijn.
48
De persoon is een hokje
N
iemand vindt het leuk om in een hokje gestopt
te worden. Zodra iemand anders probeert ons
tot een concept te reduceren gaan onze nekharen over
eind staan. Dan zegt iemand bijvoorbeeld: 'Oh, dat is
typisch wat voor jou!' Daarmee proberen ze dan aan te
geven dat ze je door en door kennen, maar in feite is
het kleinerend. Wanneer iemand tegen je zegt: 'Ik weet
precies hoe jij bent!' denken ze dat ze doorhebben hoe
'jij' in elkaar zit. In feite zijn ze alleen maar geïnteres
seerd in hun eigen projecties over jou.
Waarschijnlijk is het bovenstaande niet al te inge
wikkeld om te volgen.
Dat heeft ermee te maken dat het gaat over wat er
eigenaardig is aan het gedrag van ándere mensen. Maar
als we de blik op onszelf richten wordt het nog veel
gekker. Als we het niet leuk vinden dat andere mensen
49
26. ons in een hokje stoppen, waarom doen we het dan
zelf wél? Want het geloof slechts een persoon te zijn,
komt op precies hetzelfde neer. Een persoon is net zo
goed een hokje als elk ander hokje.
Een hokje is een concept, en de persoon is evenzo
goed een concept. Niets aan de hand, tot we er meer
van proberen te maken dan het is. Tot we het tot norm
gaan verheffen. Zolang we het herkennen voor wat het
is - een concept - blijft het speels en relatief. Hoe seri
euzer en belangrijker de persoon wordt, des te groter
de kans op problemen. En vergis je niet: ook het weg
wensen van de persoon is het serieus nemen van de
persoon.
50
Begrippen en begrijpen
I
emand begrijpen is in feite niet meer dan een aantal
begrippen op een rijtje zetten en denken dat je daar
mee die ander in kaart hebt gebracht.
Je vergelijkt je eigen denkbeelden met de concepten
van de ander en als het ongeveer overeenkomt, denk je
dat je die ander begrepen hebt.
Eigenlijk is dat heel kleinerend, want je denkt dat
die ander tot een begrip, tot een concept, terug te bren
gen is. Wanneer twee mensen ruzie hebben en op hun
strepen gaan staan, krijg je exact hetzelfde verhaal.
Of het nu gaat om aantrekken of afstoten, het gaat
nog steeds om niets meer dan de concepten die je van
de ander maakt en, belangrijker, de waarde die je aan
die concepten toekent.
Denken dat je iemand anders begrijpt is dus een
misverstand. Proberen door iemand anders begrepen
51
27. te worden ook. Begrepen worden lijkt fijn, maar het
is het nét niet. Als je dit niet door hebt, zul je op zoek
gaan naar steeds meer begrip vanuit je omgeving. Dat
werkt contraproductief en zo creëer je een vicieuze
cirkel. Hoe meer je probeert begrip, bevestiging en
aandacht te kweken, hoe vaker men zal proberen je te
ontlopen.
Al deze misverstanden hebben ermee te maken dat
we vergeten zijn dat we niet alleen maar concepten
zijn. Persoonlijkheid, ego, het zijn allemaal concepten.
En wij zijn datgene waarin al deze dingen waargeno
men worden.
Ik noem het Absoluut Bewustzijn, maar elke bena
ming is opnieuw een concept. En het draait niet om de
concepten, maar om datgene waarnaar ze verwijzen.
52
Acceptatie is nooit denkwerk
V
aak gebeuren er dingen die we niet willen,
maar waar we niet omheen kunnen. Er is een
aantal gevoelens waaraan standaard het etiketje 'niet
in orde' hangt. Angst is bijvoorbeeld zo'n gevoel.
Zodra dat verschijnt komt even later de gedachte
'weg hiermee' op.
De gedachte over een gevoel komt dus altijd later
dan het gevoel. Nu hebben we van vrij veel gevoelens
geleerd dat ze negatief zijn. Toch heeft iedereen van
tijd tot tijd gevoelens als angst, verdriet, kwaadheid
enzovoort. Hoe zwaarder het oordeel over deze gevoe
lens gaat wegen, hoe groter ook het conflict met deze
gevoelens.
Velen van ons proberen het conflict op te lossen
door de negatieve gedachten over bepaalde gevoelens
te vervangen door positieve gedachten.
53
28. We gaan 'positief denken'. Er komt dan bijvoorbeeld
verdriet op, en iets later zeggen we: 'Dat was goed,
want dat moet je uiten. Dat verdriet mag er zijn'.
Met acceptatie heeft dit echter niets te maken. We
hebben gewoon het negatieve oordeel verruild met een
positief oordeel. Het blijft oordelen, en ook de posi
tieve gedachten komen ná het gevoel op.
Op het moment dat een gevoel opkomt zijn wij ge
woon de Openheid waarin dat gevoel verschijnt. We
zijn eenvoudig de Beschikbaarheid die het mogelijk
maakt dat er gevoelens verschijnen. Het onmiddellijke
waarnemen van een gevoel is de acceptatie ervan. Aan
gezien het denken per definitie achter de feiten aan
loopt, is het voor het denken onmogelijk om nog iets
met een gevoel te doen dat allang verschenen (en dus
geaccepteerd) is.
Acceptatie is geen actie van het denken. Ook ge
dachten worden geaccepteerd.
54
Honger en eten
V
an tijd tot tijd krijg je honger en heeft je lichaam
voedsel nodig. Na het eten voel je je voldaan en
is het hongergevoel verdwenen. Je zou dus zeggen dat
eten dé oplossing is voor honger. Maar dat is maar
ten dele waar. Eten zorgt er inderdaad voor dat het
hongergevoel tijdelijk verdwijnt, met de nadruk op
tijdelijk. Als je een paar uur wacht, krijg je al weer
trek. En als je nog langer wacht, wordt het vanzelf
weer honger.
Zit ik nu ingewikkeld te doen op niets af? Een
beetje wel. Want wat is het probleem nou eigenlijk?
Als je honger hebt, eet je. Klaar. Wij hebben het geluk
dat we in een deel van de wereld wonen waar voedsel
genoeg is.
Maar stel nu dat we niet op zoek gaan naar een tij
delijke oplossing voor honger, maar een blijvende.
55
29. Je zou kunnen proberen om vaker te eten. Of om an
dere dingen te eten.
Maar het feit blijft dat je niet definitief kunt op
houden met eten. Als we van honger een probleem
zouden maken, ontdekken we dat er geen definitieve
oplossing voor is.
Precies op dezelfde manier is het met het zoeken
naar bevestiging, status, macht en erkenning. Als je
daar echt een probleem van maakt en probeert langs
die weg tot een definitieve oplossing te komen, zul je
merken dat er op die golflengte geen oplossing bestaat.
Hoeveel bevestiging je ook zult krijgen, hoeveel erken
ning er ook zal zijn voor wat je gedaan en bereikt hebt,
je zult altijd op zoek gaan naar meer. Je komt nooit op
een punt waarop het genoeg is.
Er is dus geen blijvende oplossing voor honger naar
voedsel of een zoektocht naar bevestiging of status. Is
dit erg? Welnee. Je ziet gewoon het patroon: honger
- eten - honger - eten. Het is een cyclus die zichzelf
in balans houdt. Met zoeken naar psychologisch geluk
is het patroon ook zo: zoeken - bevestiging - zoeken
- bevestiging.
Wat op zichzelf geen probleem is, namelijk zo'n
waargenomen beweging in Openheid, kan het wel
worden als je denkt dat je onderdeel van zo'n bewe
ging bent. Dat je in een cyclus mee zou draaien. Als je
zo'n cirkelbeweging ziet, en jezelf afvraagt: 'Hoe kom
ik daar uit?', dan is het antwoord: je bént er al uit, an
ders zou je het niet waar kunnen nemen.
56
Verschijnen en verdwijnen
G
evoelens verschijnen in ons en wij nemen ze waar.
Met gedachten is het net zo. Er kunnen veel din
gen ingewikkeld lijken aan zelfonderzoek, maar dit
onderdeel is vrij simpel te zien. Denken en voelen ver
schijnen niet alleen in ons, ze verdwijnen ook weer in
ons. Tot zover allemaal eenvoudig, geen vuiltje aan de
lucht.
Maar dan vraagt iemand bijvoorbeeld op satsang
plotseling aan mij: 'Hoe zorg ik ervoor dat ik niet meer
zo word meegesleept door mijn gevoelens?' En dan is
er ineens iets geks gebeurd: we draaien de boel om en
beweren dat wij in onze gevoelens kunnen verdwijnen.
Dat objecten als denken en voelen in óns verschijnen
was meteen helder, maar blijkbaar gaat er geen belletje
rinkelen als we dan later zeggen dat we verdrinken in
heftige emoties.
57
30. Je kunt niet verdwijnen in een gevoel. Je kunt ook niet
verschijnen in een gevoel. Wat er wél gebeurt is dat
de persoonlijkheid vaak even afwezig is wanneer er
sterke gevoelens optreden. Aangezien we onszelf per
abuis voor de persoonlijkheid aanzien, denken we dat
we erin kunnen verdrinken. Maar hoe zouden we kun
nen verdwijnen, als we juist datgene zijn waarin alles
verdwijnt?
Alles verdwijnt in ons, niet andersom.
58
Geen Tefal pan,
maar de ultieme oplossing
v:eel mensen denken dat niets je meer raakt als je
gerealiseerd bent, en dat zich dat uit in een ge
lijkmatige houding en een harmonieus gevoelsleven.
Volkomen stoïcijns en onaangeraakt gaan ze door het
leven, die verlichten. Wat er ook gebeurt, ze blijven er
absoluut onverschillig onder.
Het is een veel voorkomende projectie en natuur
lijk klopt hij niet. Je wordt geen Tefal pan, waar niets
vat op heeft en alles vanafglijdt.
Natuurlijk, ik ben Absoluut Bewustzijn. Maar die
ontdekking vervreemdt mij niet van de wereld zoals
die verschijnt. Zelfrealisatie betekent niet dat je je af
sluit voor de wereld, maar juist dat je ontdekt dat je de
totale openheid bent waarin de wereld verschijnt.
Vroeger werd elk gevoel meteen aan een persoon
gekoppeld, gevolgd door allerlei projecties over het
59
31. hele gebeuren. Het hele proces voelde aan als een
kramp. Volgens de Tefal pan strategie zou ik nergens
meer door geraakt moeten worden. Maar precies het
tegenovergestelde is gebeurd.
Alles raakt me. Ik ben elk gevoel en elk gevoel wordt
honderd procent geaccepteerd en ervaren. Ik kan nooit
meer zeggen: 'Dat is mijn pakkie an niet', want ik ben
alles. Ik ben dus niet in een gepantserde houding te
rechtgekomen waarin ik volkomen onkwetsbaar op
veilige afstand naar de wereld kijk.
Alles verschijnt in Mij, wordt in Mij gezien en lost
ook weer op in Mij.
Ik ben de Ultieme oplossing.
60
De persoonlijkheid als doener
I
n het denken is een subtiel misverstand aan de hand
, namelijk dat de persoonlijkheid de doener der din
gen zou zijn. Dingen gebeuren vanzelf, maar we ne
men aan dat er een 'iemand' is die het doet. We ken
nen da'armee de persoon een zelfstandigheid toe die er
helemaal niet is. De truc van een doener hangt samen
met de poging controle te krijgen over ons leven.
Als er dan iets leuks of goeds gebeurt, kunnen we
zeggen: 'Dat komt door mij, dat heb ik gedaan'. Na
tuurlijk kunnen er ook minder leuke dingen gebeuren,
en dan moeten we zorgen dat we niet als de schuldige
worden aangewezen. Er zitten twee kanten aan.
'Natuurlijk ben ik de persoonlijkheid niet', hoor
ik vaak roepen door mensen die zelfonderzoek doen.
'Dat snap ik allang.' Maar het probleem van de per
soonlijkheid ligt genuanceerd. Het best ontwikkelde
61
32. vermogen van de mens is het vermogen om zichzelf
voor de gek te houden (Alexander Smit). Op allerlei
slinkse manieren komt die zogenaamde doener vaak
tóch weer om de hoek kijken.
Je hoort spirituele zoekers bijvoorbeeld nog wel
eens roepen: 'Laat het maar gewoon gebeuren'. Dat is
volkomen de plank mis slaan en introduceert op een
subtiele manier toch weer een doener, namelijk een
spirituele doener die de dingen zou laten gebeuren.
Alsof gebeurtenissen toestemming nodig hebben om
te verschijnen.
Het is ook zinloos om er naar te streven dat de per
soonlijkheid verdwijnt ofverandert. Het is gewoon een
serie concepten die verschijnt en verdwijnt. Het weg
wensen van de persoonlijkheid is doorschieten naar de
andere kant. Ego is niet de vriend, maar ook niet de
vijand. Proberen er vanafte komen komt voort uit een
overwaardering.
Wat ik ook nog wel eens zie, is dat mensen de per
soonlijkheid als een soort acteur zien waar zij zelfniets
mee te maken hebben. Dan zeggen ze bijvoorbeeld:
'John is boos, laat hem maar lekker'. Onder het mom
van: '.Alles is Bewustzijn, hier ben ik en dáár is de we
reld' heb je de perfecte uitvlucht gecreëerd (voor wie?)
en ben je niet meer aanspreekbaar voor je omgeving.
Snappen hoe het zit met de illusie van de doener
houdt in dat er geen bemoeienis is met die doener.
62
Kijken en bereiken
Z
odra ik mezelf eigenschappen toeken, valt er iets
te verbeteren.
Wanneer ik denk dat ik leuk ben, kan het altijd nog
een stuk leuker.
Alle verbetering die er mogelijk is, bevindt zich op
het niveau van de eigenschappen. Je kunt geen eigen
schap opnoemen ofhij is wel voor verbetering vatbaar.
Er is dan ook een hele wereld aan cursussen te vinden
waarmee je aan de slag kunt.
Kijken is van een andere orde. We kijken naar alles,
inclusief alle verbeteringsmechanismen, alle denkspel
letjes, alle strategieën ter decoratie van het ego, en bo
vendien alle oordelen daarover. In kijken zélf zit geen
oordeel, want ook diezelfde oordelen worden gezien.
Het leuke van dit kijken is dat je er niet 'uit' kunt.
Je kunt niet besluiten te gaan kijken, je bént al gewaar.
63
33. Waarnemen is geen acuv1te1t, het is onmiddellijk.
Soms lijkt het zo te zijn dat we 'meegenomen' kunnen
worden door heftige verschijnselen. Dat we uit 'ons
centrum' weggesleurd kunnen worden. Maar hoe kan
het dan dat we later exact kunnen navertellen wat er
gebeurd is? Omdat we bewust zijn.
Dit schouwen van dingen valt buiten de sfeer van
'bereiken', omdat het al zo fs. Als je deze waarheid uit
het oog verloren bent, en denkt dat je een rijtje eigen
schappen bent, ga je als een dolle te keer om te berei
ken wat je al bent. Als een kip zonder kop ga je van
alles ondernemen, op zoek naar 'jezelf'.
Bereiken is tijdelijk, kijken is tijdloos.
64
Meditatie
S
ommige mensen denken dat je door te mediteren
in een andere geestestoestand terechtkomt waarin
alles rustig en harmonieus wordt.
Dat de persoonlijkheid oplost en dat je 'de een
heid ervaart'. Meditatie, op die manier gezien, is dan
gewoon hetzelfde als stemmingmakerij of een geleide
fantasie.
Je creëert dan namelijk een aantal voorwaarden en
als daaraan voldaan is zou je de juiste state ofmind be
reikt hebben. Als je een toestand wilt oproepen waarin
alles rustig en harmonieus is en waarin de persoon is
opgelost, zou je net zo goed een dutje kunnen doen.
Dat heeft exact hetzelfde effect.
Werkelijke meditatie is niet afhankelijk van het wel
of niet verschijnen van de persoonlijkheid, of van het
scheppen van een fijne sfeer en/ofde juiste omstandig-
65
34. heden. Het is de realisatie dat onze ware natuur niet
verstoord kan worden. Je kunt er dus geen oefening
van maken. Iemand die zegt dat hij 'meditatie beoe
fent', heeft het dan ook niet begrepen.
Misschien een leuk experiment om eens uit te voe
ren: zorg voor een mooie ruimte met zachte kleuren en
een fraaie lichtval. Zorg dat het lekker ruikt, met een
wierookstokje of een geurkaars of etherische olie.
Zet heel zachtjes mooie muziek op en ga in een ge
makkelijke houding zitten. Let op je ademhaling en
laat je gedachten langzaam wegzakken.
Op welk moment is je meditatie nu precies begon
nen?
66
Maniërisme
H
oe lang zijn we al op zoek naar de beste manier
om te leven? Oud en nieuw staat voor de deur.
Heb je voornemens? En hoeveel van die voornemens
hebben te maken met je manier van leven? En waarom
maken we deze voornemens elke keer weer?
Het feit dat we ze maken, houdt in dat we erin gelo
ven. Elke keer opnieuw nemen we ons voor het dit keer
anders, beter te gaan doen. En keer op keer komen we
bedrogen uit, want we zijn nog niet halverwege januari
en alle goede voornemens zijn alweer als sneeuw voor
de zon verdwenen.
Vreemd genoeg trekken op zo'n moment veel men
sen de conclusie dat ze te zwak zijn en geen ruggen
graat hebben. Maar dat is maar één manier van kijken.
Je zou net zo makkelijk kunnen zeggen: 'Er deugt iets
niet aan het maken van voornemens'.
67
35. Een voornemen, een plan over hoe te leven, een 'ma
nier waarop', zijn allemaal kleineringen van de spon
taniteit waarmee het leven zich van moment tot mo
ment openbaart. Het leven is nooit te vangen binnen
een concept of een systeem van regels. Wanneer je dus
mèent dat het leven volledig te reguleren is, verval je
tot een soort ultieme vorm van maniërisme. Er is geen
manier om te leven.
Alle regels en systemen afschaffen dan maar? Liever
niet. Regels en systemen zijn een bijproduct en een
afspiegeling van het leven. Niet de hoofdmoot, niet
de essentie, maar een afspiegeling. Kijk om je heen:
overal ter wereld hanteert men een verschillende mind
set waar het regelgeving betreft. Maar overal ter wereld
is de spontaniteit van het leven zelf aanwezig.
Mocht je met alle geweld toch een voornemen wil
len hebben, dan zou je je kunnen voornemen spontaan
te zijn. Tegelijkertijd zou dat het gekste voornemen al
ler tijden zijn.
68
Ontspanning
A ls je van ontspanning naar spanning gaat, mer�je
..t".duidelijk een verschil. Maak maar eens een vuist,
dan voel je duidelijk wat er gebeurt met de spieren in
dat gebied. Je voelt de spanning opbouwen, en weer
afnemen als je vingers zich weer openen.
Maar stel nu dat je de hele dag een vuist zou ma
ken? Dan ervaar je die spanning op den duur als de
normale situatie, als de uitgangspositie. Je vergeet dan
hoe het was toen die ontspanning daar was, en kent al
leen nog maar de situatie MET spanning. Hoe langer
dit duurt, hoe normaler je het gaat vinden. Wat in feite
een kramp is, wordt niet meer als zodanig ervaren.
Mensen die hyperventileren hebben bijvoorbeeld
een kramp ontwikkeld in het middenrif, maar voelen
niet meer dat daar een spanning zit. Het lijf reageert
wel, met aanvallen van duizeligheid en andere sympto-
69
36. men, en zodoende word je toch alert gemaakt op het
feit dat er iets aan de hand is. Nu kun je de symptomen
gaan bestrijden en bijvoorbeeld een kalmerend middel
nemen om de angstaanvallen tegen te gaan, of je slikt
iets tegen duizeligheid. Dat zal ook wel werken, en ik
zie daar dan ook helemaal geen bezwaar in.
Maar je kunt ook dieper gaan, en kijken waar de
symptomen vandaan komen.
Je hoeft niet eens te kiezen, je kunt het ene doen
en het andere niet nalaten. En dan kun je ontdekken
dat er zich een spanning in het middenrif heeft opge
bouwd en wellicht vind je dan een manier om de weg
terug te gaan naar de ontspanning die ooit de meest
natuurlijke zaak was.
Je voelt hem al van mijlenver aankomen, maar met
je zelfonderzoek is het net zo. De illusie een persoon
te zijn, is je ZO ingeprent, dat het bijna een eigen le
ven is gaan leiden. Het is een krampachtig gebeuren,
waarvan we geleerd hebben dat het normaal is. De
symptomen van deze kramp zijn er natuurlijk wel, zo
als zoeken, proberen te bereiken, denken dat er iets te
halen vale, allemaal vanuit het perspectief dat we een
persoon zouden zijn.
Symptoombestrijding is volop aanwezig; er zijn ik
weet niet hoeveel cursussen op het gebied van zelfVer
becering te vinden. En net als met de kalmerende mid
delen zie ik daar helemaal geen bezwaar in. Maar er is
ook de mogelijkheid om dieper te gaan, en te kijken
wat je ware natuur is, voordat de kramp van de per
soonlijkheid tot gewoonte werd.
70
Problemen, oplossingen
en aandacht
J
e kunt alleen op zoek gaan als je het idee hebt dat je
iets ontbreekt.
Wanneer er geen gevoeld tekort is, of een bepaald
gemis, is zoeken onmogelijk. Zo ga je op zoek naar bij
voorbeeld liefde, en/of aandacht. Van tijd tot tijd zul
je ook wel vinden wat je zoekt, maar hoeveel aandacht
je ook ontvangt, het zal nooit leiden tot een situatie
waarin je geen aandacht meer nodig hebt.
Dus ontwikkel je allerlei strategieën om aandacht
te krijgen uit je omgeving. Eén zo'n strategie, is het
hebben van problemen. Zodra je een probleem hebt,
is er altijd wel iemand te vinden die er aandacht aan
wil geven. Men gaat proberen je te helpen om het pro
bleem op te lossen.
Mocht dit lukken, dan is het middel om aandacht
naar je toe te trekken opgehouden te bestaan, dus
71
37. moet je een nieuw probleem verzinnen. Of je moet een
probleem verzinnen waarvoor geen oplossing bestaat,
zodat het nier uitmaakt hoeveel je geholpen wordt.
Je bent niet gebaat bij een oplossing voor je pro
blemen, want dan houdt de attentie van je kennis
senkring onmiddellijk op. Maar juist omdat je maar
blijft hangen in de sfeer van het hebben en het in stand
houden van problemen, pleeg je een soort roofbouw
op je omgeving. Mensen zullen steeds minder graag in
contact met je staan omdat het niet uitmaakt hoeveel
aandacht ze aan je geven, het is nooit afdoende.
De situatie die dan ontstaat is eigenlijk een selffulfil
lingprophecy: 'Zie je wel, de hele wereld is tegen mij'. Je
zit in een hopeloze positie, overigens wel eentje waarin
je jezelf gemanoeuvreerd hebt. En alleen maar omdat
je uitgangspositie de aanname was: 'Er ontbreekt wat
in mijn leven'.
Als je opereert vanuit een bepaalde uitgangsposi
tie, vanuit een aanname, eindig je per definitie in een
kramp of in halsstarrigheid. We zijn geen denkbeeld
of hypothese, dus elk draaiboek, plan de campagne,
elke tactiek of methode die daarop gebaseerd is, is een
doodlopende weg.
72
Vergelijken
V
ergelijk je jezelf wel eens met anderen? Dat be
tekent dat je gelooft in een bepaald beeld van
jezelf. Een vergelijking is alleen mogelijk tussen het
ene concept en het andere. Je kunt bijvoorbeeld de
ene temperatuur vergelijken met de andere, en dan
kun je praten over 'warmer dan', of 'kouder dan'.
Maar wat gebeurt er als je jezelf met iemand anders
vergelijkt?
Dan probeer je je eigenwaarde te ontlenen aan een
denkbeeld. Je hebt ten onrechte geconcludeerd dat jij
en die ander twee verschillende personen zijn, en niet
meer dan dat. Je hebt jezelf en die ander op een schaal
geplaatst en probeert nu door te vergelijken tot een
voor jou zo voordelig mogelijke uitslag te komen. Dit
mechanisme kan allerlei vormen aannemen, van arro
gantie tot valse bescheidenheid.
73
38. Zijn er dan geen vergelijkingen mogelijk tussen per
sonen? Natuurlijk wel, heel goed zelfs. Dat is gewoon
dualiteit. Het addertje onder het gras is die eigenwaar
de die eraan gekoppeld wordt. Daar ga je de mist in.
En dan denk je dat je 'beter' of 'minder' bent dan die
ander.
Ironisch genoeg is datgene waarin alle vergelijkin
gen optreden zelf met niets te vergelijken. Bewustzijn
is met niets te vergelijken. Het heeft geen tegendeel, er
is geen Bewustzijnsschaal.
74
Aandacht
A
andacht op het denken
Wanneer je aandacht gericht is op het denken,
krijg je de sensatie dat je met kaders te maken hebt.
Er zijn referentiepunten en duidelijk afgebakende
grenzen. Dit is het gebied van redeneren, analyseren,
beoordelen en conclusies. Hier bevinden zich beschrij
vingen, eigenschappen, herinneringen, projecties, con
ditioneringen en associaties.
Denken is een prachtig instrument, maar op som
mige gebieden is het niet toereikend. Als iemand zegt:
'Ik denk dat ik van je houd', zie je waar het tekort
schiet.
Aandacht op het zijn
Wanneer je aandacht gericht is op het gevoel aanwezig
te zijn, op het bewuste zijn, ervaar je alleen de sensaties
75
39. op het gebied van horen, zien, ruiken, voelen en proe
ven. Denken kan als ondertitelaar langskomen, maar
de focus ligt in dit geval vooral op de verschijnselen
die via één van de vijf zintuigen opkomen. Wat veel
zoekers naar waarheid zich misschien niet realiseren,
is dat je hier eigenlijk al zonder problemen bent. Ver
schijnselen zijn nooit een probleem op zich.
Pas wanneer we gaan projecteren dat het anders zou
moeten zijn, is er sprake van conflict.
Aandacht op het waarnemen
Wanneer de aandacht bij het waarnemen zelf ligt, zie
je dat er eigenlijk alleen het waarnemen van dingen
bestaat. We kunnen alleen zeggen dat er waarnemen
is, niet dat de waargenomen objecten ook op zichzelf
kunnen bestaan. Maar er is waarnemen, daar kun je
niet onderuit. Je zou waarnemen kunnen vergelijken
met het licht waardoor objecten zichtbaar worden.
Het denken is dan de schaduw van de objecten.
Aandacht op Bewustzijn
Voordat er denken, zijn, of het waarnemen van dingen
kan zijn, moet er iets zijn waarin dit allemaal mogelijk
is. Hier ligt de basis van je bestaan, van de wereld, van
jeZelf. Verder terug kun je niet. Dit is je thuis, waar je
nooit vandaan kunt of van weg geweest bent. In deze
Beschikbaarheid is alles mogelijk. Elk verschijnsel is
een bijverschijnsel van dat beginsel.
76
Ervaringen opsparen
S
oms lijkt het zo te zijn dat ervaringen zich kun
nen opstapelen. Alsof er steeds meer 'nu' bij kan
komen. Vooral de momenten die we als vervelend
ervaren hebben deze eigenschap. Aan de andere kant
ervaren we regelmatig dat het leven als zand door onze
vingers glipt en dat we het niet kunnen vasthouden.
Dan hebben we het meestal over de zogenaamd leukere
momenten. Zou dat iets met elkaar te maken hebben?
Als je het ervaren onderzoekt en gaat kijken wie ei
genlijk degene is die ervaart, kom je tot de verrassende
ontdekking dat er geen waarnemer te lokaliseren is. Er
is dus wel ervaren, maar geen 'ervaarder'. Immers, elke
keer als je een entiteit gevonden hebt die verantwoorde
lijk zou zijn voor het waarnemen, kun je de vraag stellen:
'Waar verschijnt die entiteit dan in?' Alles wat we aan
kunnen wijzen is per definitie een object in Bewustzijn.
77
40. 78
De consequenties van deze ontdekking zijn behoorlijk
verstrekkend. We kunnen helemaal niet verstrikt raken
in ervaringen of opgesloten raken in onze gevoelens.
War er op zo'n moment gebeurt is dat we de illusie
geloven dar er een persoon is, die de dingen overkomt.
Dat er een ervaarder is die dit alles overkomt. Vervol
gens gaan we dan verzinnen hoe die schijngestalte uit
de problemen zou moeten raken, terwijl het geloof in
die figuur juist de bron van het probleem is.
Een andere ontdekking die onmiddellijk voort
vloeit uit de vorige, is dat er absoluut niets is dat je
kunt 'doen'. Wie zal wat gaan doen? En met welk doel
en voor wie? Wat voor verhalen, acties en plannen er
ook langskomen, de persoonlijkheid is onderdeel van
het verhaal en niet degene die het verhaal meemaakt.
Door te richten op het eindpunt,
kijkje over wat nu is heen
' froeger, als ik een pianostuk moest instuderen,
V begon ik het pas leuk te vinden als ik het stuk
helemaal kende. Studeren was een kwestie van door de
zure appel heen bijten tot je aan het einde van de rit de
beloning mocht incasseren in de vorm van een mooi
stuk muziek. Er kwam vrij veel discipline bij kijken. Ik
was voornamelijk bezig met het eindresultaat.
Op les bleken er dan altijd wel weer dingen fout
te zijn, en die moesten dan in de week daarna gecor
rigeerd worden.
Tegenwoordig gaat dat heel anders. Ik ben in fei
te alleen maar bezig met wat op dat moment aan de
hand is. Voor piano betekent dat bijvoorbeeld, dat je
helemaal in één loopje kunt duiken, verschillende vin
gerzettingen uitprobeert, terwijl je heel alert bent op
wat er dan precies in je handen gebeurt. Ofik probeer
79
41. verschillende tempo's uit, of verschillende soorten ba
lans tussen linker- en rechterhand. Dat lijkt misschien
ook wel op discipline, maar het is meer zo dat ik als
een kind in de speeltuin ben dat alle apparaten mag
uitproberen. Dat kan heel erg 'ingezoomd' zijn, dus
misschien maar een deel van een maat, of juist hele
maal 'uitgezoomd'. Een heel stuk vluchtig doorspelen
om een indruk te krijgen van de grote lijn.
Terwijl je op die manier met muziek bezig bent
komt er van alles langs.
Je bent eigenlijk de hele tijd benieuwd naar wat er
allemaal gebeurt. Op deze manier is piano studeren
geen opdracht of corvee, maar iets dat je bijna niet
kunt laten. In plaats van te geloven in de projectie naar
het einddoel toe, ontdekte ik dat je meteen al kunt ge
nieten van alles wat er langskomt. En gek genoeg geeft
dat nog een beter resultaat ook
80
Iets blijvends vinden in het
veranderlijke is onmogelijk
I
emand die probeert om in het veranderlijke iets
blijvends tot stand te brengen zal per definitie
mislukken. Het veranderlijke heet niet voor niets het
veranderlijke. En wat is er allemaal veranderlijk? Alle
verschijnselen, alles wat we waarnemen, elk object
dat in Bewustzijn verschijnt. Wat we 'de wereld' zijn
gaan noemen is niets anders dan een serie indruk
ken. Die indrukken bestaan uit waarnemingen op
het gebied van zien, horen, voelen, ruiken, proeven
en denken.
Eén van de moeilijke dingen van zelfonderzoek is
dat ook die 'iemand' bij het veranderlijke hoort. Zo
lang je denkt dat je goed bezig bent omdat je op wat
voor manier dan ook spiritueel bent geworden, heb je
de hele wereld tot illusie gemaakt behalve je persoon
lijkheid, terwijl dat nou net de grootste illusie van al-
81
42. lemaal is. Het lijkt allemaal heel heilig en zuiver, maar
in feite is de split-mindsituatie niet doorzien.
Een heel leuke ontdekking is, dat elke scheiding
ook denkwerk is en alleen maar bestaat zolang de ge
dachte waargenomen wordt. Maar let op: ook dan is
de scheiding niet werkelijk. Er is alleen maar het waar
nemen van de gedachte aan afgescheidenheid: ik hier
en de wereld daar. Zelfrealisatie is niet het herenigen
van delen die eerst gescheiden waren; het is de ontdek
king dat elke vorm van afgescheidenheid alleen als een
gedachte op kan komen. Het zijn flitsen, meer niet.
Vanuit de illusie afgescheiden te zijn, kunnen zich
allerlei strategieën ontwikkelen. Er kan een zoektocht
ontstaan naar liefde, naar bevestiging, naar erkenning,
naar begrip, naar aandacht, en ga zo maar door. Bij die
zoektocht speelt de illusie dat er iets blijvends tot stand
kan komen ook een rol. Deze zoektocht kan elke vorm
aannemen: spiritueel, materieel, of emotioneel. Of je
wordt een machtswellusteling, of een controlefreak; ei
genlijk alles wat de illusie van iets blijvends kan creëren
of in stand kan houden.
De oplossing ligt niet in de vervulling van deze
projecties, maar in het herkennen van het misverstand
dat aan de wortel ligt. Je bent niet afgescheiden, nooit
geweest ook. Er hoeft niets herenigd te worden. Hoe
kun je herenigen wat nooit gescheiden was? Moet een
golf één worden met water? De essentie van alles is
Bewustzijn en dat ben Jij. Tat tvam asi.
82
Ontwaken in driefases
F
ase een
Je denkt dat je een deel van de verschijnselen bent.
Zo meen je bijvoorbeeld dat je wél de persoonlijkheid
en het lichaam bent, maar niet de rest. Je beleeft jezelf
als een fragment te midden van allerlei andere frag
menten en gaat op zoek naar geluk voor het fragment
dat je denkt te zijn. Omdat blijvend geluk voor een
fragment onmogelijk is, komt er geen einde aan je zoe
ken. Elke keer als er iets bereikt lijkt te zijn, is er weer
de ontdekking dat elk bereiken op het gebied van de
verschijnselen per definitie tijdelijk en relatief is. Het
maakt niet uit welke manier je uitprobeert om geluk
te vinden voor het ego, ze blijven allemaal steken op
hetzelfde basisprincipe; ego is een verschijnsel en dus
tijdelijk. Alles wat op dat gebied tot stand komt, kan
ook weer verdwijnen.
83
43. Fase twee
Je komt in aanraking met de een of andere spiritu
ele richting via een boek, het internet of een leraar. Er
wordt je verteld dat je geen verschijnsel bent, maar dat
je juist datgene bent dat alle verschijnselen waarneemt.
De aandacht verschuift van de serie verschijnselen die
je dacht te zijn naar datgene waarin alles verschijnt.
In het begin lijkt het eng, want er is immers geen re
ferentiekader meer (het is moeilijk refereren vanuit de
Leegte), maar al snel kom je erachter dat dit de ideale
manier is om verstoppertje te spelen. Je begint dingen
te roepen als: 'Het maakt niet uit, alles is toch Bewust
zijn!' Op den duur is er geen gesprek meer met je te
voeren.
Je hebt een spiritueel ego gecreëerd en elke inter
actie met je omgeving ga je uit de weg. 'Stille wateren
hebben diepe gronden' wordt je lijfspreuk en je beant
woordt elke vraag met een wedervraag. Humor is in
deze fase niet je sterkste kant en zelfspot is ook al ver
te zoeken.
Fase drie
Je ontdekt dat er geen wezenlijk verschil is tussen ver
schijnselen en datgene waarin verschijnselen plaatsvin
den. Je ziet dat je niet alleen maar een fragmentje bent,
maar ook het waarnemen van het fragmentje, en ook
datgene wat het waarnemen van het fragmentje moge
lijk maakt. Je bent niet meer 'hier' de Leegte, terwijl
'daar' de wereld der verschijnselen is. Verschijnselen
zijn gewoon Bewustzijn mee vorm. Je ziet als het ware
84
overal jeZelf en jeZelf overal als het Ware. Je weet dat
op het gebied van het veranderlijke niets wezenlijks tot
stand kan komen, en juist daarom kun je erom lachen
en alle spelletjes van harte meespelen. En, paradoxaal
genoeg, in deze fase zie je dat elk idee over fases volko
men onzin is.
85
44. Het stappenplan
O
mdat wij menen dat we ons in situaties kunnen
bevinden hebben we ook systemen verzonnen
om van ongewenste situaties naar gewenste situaties
te kunnen komen. Eén van die systemen is het stap
penplan. Een stappenplan verdeelt een doel dat niet in
één keer haalbaar is in een aantal wél haalbare tussen
doelen. Dat is de manier die ons aangeleerd is en dat
is ook de manier die we toepassen als we aan onszelf
gaan werken.
Even Googlen naar 'stappenplan persoonlijke ont
wikkeling' levert dik een miljoen resultaten op. Er zijn
niet voor niets zoveel methodes; omdat ze namelijk
niet werken moet je steeds iets anders kunnen probe
ren. Je zult altijd bereid zijn om nog eens een ander
stappenplan te proberen. Wie weet levert het deze keer
wél op wat je ervan verwacht.
87
45. Het verschil tussen de ongewenste situatie en een ge
wenste ideale situatie noem ik conflict. Hoe groter het
verschil, hoe heviger het projectiemechanisme, en hoe
groter het conflict. Nu zou je zeggen dat het conflict
minder wordt naarmate je meer stappenplannen hebt
gevolgd, maar als je even om je heen kijkt weet je dat
dat niet zo is.
We hoeven alleen maar te ontdekken dat wij ons
niet in situaties bevinden, dat is alles. Het is precies
omgekeerd; situaties bevinden zich in ons.
88
Dingen overkomenje niet
H
et lijkt zo te zijn dat wij gebeurtenissen meema
ken. Dat we ervaringen opdoen. Dat kan alleen
als er een ervaring en een ervaarder is. Als er een er
vaarder is, dan kunnen we ook spreken over iemand
die dit alles meemaakt en overkomt. En zo introduce
ren we oorzaak en gevolg, beloning en schuld, karma,
goede en foute keuzes, de hele rataplan.
Zodra we dus aannemen dat er een splitsing is in
ervaren en een ervaarder, doemt er een hele wereld aan
consequenties en problemen op.
In plaats van te onderzoeken ofdie eerste aanname
wel klopt, houden we onszelfliever bezig met alle gevol
gen van die aanname en gaan we aan de gang voor per
soonlijk geluk. We geven dat zoeken naar persoonlijk
geluk natuurlijk niet gewoon die naam. Nee, we verzin
nen er mooie spirituele namen voor.
89
46. We willen immers 'goed bezig' zijn. Maar het blijft een
feit dat 'bezig zijn' inhoudt dat we menen dat er iets te
bereiken valt, voor de persoon.
Dingen overkomen je niet, je ziet gebeurtenissen.
Moeiteloos, gratis en onmiddellijk. Je kunt het niet in
of uitschakelen, het gaat vanzelf.
Voor, tijdens en na de gebeurtenis ben je Bewust
zijn. Je wordt niet meer of minder van een gebeurtenis.
Als Beschikbaarheid voor alle verschijnselen ben je niet
onderhevig aan het waarnemen. Er overkomt je dus
helemaal niets.
90
Delen van het leven uitsluiten?
H
et dilemma waar wij mensen mee te maken heb
ben lijkt te zijn: hoe maak ik zo veel mogelijk
leuke ervaringen mee en w min mogelijk vervelende.
De neiging om het vervelende buiten de deur te
houden en het leuke binnen te halen lijkt heel van
zelfsprekend. Eigenlijk probeert iedereen hierover een
houding te ontwikkelen. Die houdingen kunnen ver
schillen, maar de achterliggende gedachte blijft hetzelf
de: leven volgens een bepaalde houding, een plan, een
recept. De vormen die zo'n strategie aan kan nemen
kunnen heel bedrieglijk zijn. Veel zogenaamde spiritu
aliteit is gewoon een levenshouding waarvoor men een
beloning vetwacht.
Er zijn in het leven precies evenveel dingen leuk als
vervelend. Dat is een balans waar wij helemaal niets
aan hoeven te doen. Het einde van iets leuks is ver-
91
47. velend, en her einde van iets vervelends is leuk. Het
najagen van alleen maar het leuke en het vermijden
van het vervelende is gebaseerd op de illusie van een
onafhankelijk handelende entiteit in het centrum van
ons bestaan. De meeste mensen noemen die entiteit
'ik'. Voordat werkelijk onderzocht is wat dat 'ik' dan
is, gaan we aan de slag en proberen we geluk re vinden
voor dit 'ik' volgens de levenshouding waarvan we ver
moeden dat die de meeste kans van slagen heeft.
Het punt is dat een levenshouding denkwerk is. En
denkwerk is geheugen. We proberen dus een manier
van leven te verzinnen, voortbordurend op moment
opnamen uit het verleden. Alsof je op vakantie bent in
een prachtig land, maar alleen maar fotoboeken over
datzelfde land zit door te bladeren.
Nog een ander punt is dat 'leuk' bestaat omdat er
ook 'niet-leuk' is. Dat heet dualiteit. Je kunt alleen
'hoog' ervaren, omdat je weet wat 'laag' is. Het leven
laat zich kennen door de paren der tegenstellingen.
Sluiten we de ene kant uit, dan missen we ook de
andere kant. Willen we alleen de ene kant, dan krijgen
we ook de andere.
Een uitzichtloze situatie dus? Bepaald niet. Hoe
komt het dat we de dualiteit als zodanig kunnen be
schrijven? Omdat we hem waarnemen. We zijn dat
gene waarin dualiteit zich openbaart. Alles, inclusief
strategieën, houdingen, misverstanden, leuke dingen,
vervelende dingen, wordt moeiteloos en onmiddellijk
waargenomen. We zijn één en al uitzicht. Dat is nog
eens een inzicht!
92
Gevoelens zijn genuanceerd, niet
ingewikkeld
O
Pde een of andere manier heeft 'gevoel' de laat
ste decennia een status gekregen die het vroeger
nooit had. Wellicht is dat een reactie op tijden waarin
gevoel systematisch onderdrukt werd. Je kunt tegen
woordig ongeveer elke discussie beëindigen met het
statement: 'Ja, maar ik voel het zo!' Ook hoor je vaak:
'Blijf bij je gevoel', of: 'Je moet je gevoelens delen.'
Blijkbaar willen we van alles met een gevoel. Verklei
nen, uitvergroten, delen, serieus nemen, relativeren,
verzin het maar. Als je een 'gevoelig' mens bent, is het
goed. Ben je 'overgevoelig' dan wordt het al iets min
der. Daarom hebben we sinds een jaar of vijf de term
'HSP'.
Dan ben je niet overgevoelig, maar een 'highlysensi
tiveperson'. Gek genoeg zien we niet in dat alles, maar
dan ook alles wat we met een gevoel willen, een afwij-
93
48. zing, ontkenning van dat gevoel is. Het gevoel is er, en
vervolgens willen we er iets mee. We gaan ermee aan
de slag, we leren hoe we ermee om moeten gaan.
'Denial is not only a river in Egypt.'
94
Zonder waarnemen bestaat er niets
E
en heel hardnekkige illusie in advaita is dat dingen
een 'eigen bestaan' leiden. Met andere woorden:
dar iets er is, zelfs als het niet waargenomen wordt.
Wanneer we een aantal waarnemingen doen en de ver
schijnselen zijn vergelijkbaar, concluderen we (ten on
rechte) dat we met continuïteit te maken hebben.
Zo kunnen we bijvoorbeeld menen dat een be
paalde angst ons 'jarenlang achtervolgt', of dat we 'in
een sleur' leven. Dat dingen op elkaar lijken is abso
luut geen bewijs voor continuïteit. Als dat zo zou zijn
word ik al mijn hele leven achtervolgd door dezelfde
pannekoek die ik elke keer weer opnieuw opeet om er
vanaf te komen. Nu zijn er vermoedelijk weinig men
sen met een pannekoekenfobie, dus dat zal niet zo snel
problemen opleveren. Maar met angsten ligt het heel
anders.
95
49. Die 'achtervolgen' ons, tenminste, dat denken we. Op
de een of andere manier hebben we de conclusie ge
trokken dat die angsten een zelfstandig bestaan leiden,
onafhankelijk van het waarnemen van de angst. Maar
we kunnen alleen zeggen dat iets er pas is als we het
waarnemen.
Zodra we het waarnemen, is het er, bestaat her. Als
we het niet waarnemen, bestaat het niet. Objecten
gaan niet een blokje om als ze uit ons waarnemings
veld verdwijnen.
Een golfkan geen vakantie nemen van water, want
dat is zijn essentie.
En verschijnselen kunnen niet onafhankelijk be
staan van Bewustzijn.
96
Groepsdynamieken
V
eel mensen volgen een cursus waarbij ze zich
door andere mensen laten vertellen wat ze moe
ten doen onder het mom van 'zelfonderzoek'. Je laten
vertellen wat je moet doen, is geen zelfonderzoek. Dat
is goedgelovigheid, slaafse volgzaamheid.
Op zich is dat helemaal niet erg. Je bent bang en
zoekt naar veiligheid.
In ruil voor die veiligheid lever je jezelf uit aan ie
mand die leiding geeft. Puur evolutionair gezien is dat
waarschijnlijk ooit de enige manier om te overleven
geweest. Als je niet bij een stam hoorde, kreeg je het
erg moeilijk. Maar met een grote club mensen tegelijk
kun je wel op mammoets gaan jagen.
Op het gebied van religie zie je die groepsvorming
ook, maar dan op psychologisch niveau. Er zijn eigen
lijk geen geloofssystemen met maar één aanhanger. Als
97
50. een (liefst grote) groep mensen hetzelfde gelooft als jij,
is dat bevorderlijk voor her groepsgevoel, het 'wij' ge
voel.
Probleem is natuurlijk wél, dar wanneer twee ver
schillende groepen elkaar tegenkomen er maar eentje
gelijk kan hebben. Dus probeert de ene groep de andere
dan uit te roeien. Ironisch genoeg leidt die groepsvor
ming vaak tor oorlogen, en dar terwijl het er juist om
begonnen was een gevoel van veiligheid te creëren.
Groepen en clubs hebben een bepaalde dynamiek
met voor- en nadelen. Om je staande te kunnen hou
den in de wereld is het handig om in een groep te zit
ten, maar de groep gaat je niet voor altijd gelukkig ma
ken, en brengt je geen stap dichter bij jezelf.
98
Is de wereld nu echt,
ofis hij een illusie?
D
e woorden 'echt' en 'illusie' geven binnen de ad
vaica de meeste aanleiding tot misverstanden.
'De wereld is illusie' is een veel gehoorde en gelezen
kreet. Maar wat betekent dat eigenlijk? Houdt het in
dar de wereld niet bestaat? Wil het zeggen dat je niet
verdrietig bent als er een dierbare overleden is? Of mag
die wereld wel weg omdat hij tóch niet 'echt' is?
De hele spraakverwarring zit hem in de associaties
die we hebben met de woorden 'echt' en 'illusie'. Een
aantal verschijnselen noemen wij 'echt', bijvoorbeeld
onze huizen, ouders, kinderen, enzovoort. Die 'be
staan'. Andere verschijnselen, zoals spoken, ufo's, ka
bouters, fata morganàs, Sinterklaas, de Kerstman en
hallucinaties noemen wij een 'illusie'. Sommige din
gen bestaan dus en andere niet, terwijl het eigenlijk
allemaal verschijnselen in Bewustzijn zijn.
99
51. In de advaita verwijst het woord 'echt' naar het onver
anderlijke. 'Illusie' verwijst naar het veranderlijke. Zo
verwoord zijn alle verschijnselen illusie, want veran
derlijk. Iets is dan ook niet echt omdat het bestaat, iets
is juist illusie omdat het bestaat. Bestaan is namelijk
synoniem met verschijnen en daarom veranderlijk. In
dit verband is de etymologie van het woord ver-schij
nen ook wel grappig.
Als iemand beweert: 1.ch, alles is toch maar illusie'
(vergezeld van een diepe zucht), dan heeft hij ofzij het
niet begrepen. Natuurlijk, alle verschijnselen zijn ver
anderlijk, maar dat is helemaal niet frustrerend.
Voor wie zou het frustrerend moeten zijn? De con
statering dat alle verschijnselen veranderlijk zijn is
gewoon een feit, niet een waardeoordeel. Het is niet
'jammer' dat alles veranderlijk is, het is een gegeven.
100
Onderzoeken en vragen stellen
D
e kunst van zelfonderzoek zit hem in het stellen
van goede vragen. Een goede vraag is een vraag
waar geen aanname in zit. Een vraag waar een aan
name in zit kun je ontleden tot één ofmeer deelvragen
zonder aannames.
Een gangbare vraag is bijvoorbeeld: 'Hoe kom ik
van mijn angsten af?' Aanname 1: de angst is van mij
Aanname 2: de angst moet weg De volgende stap is,
een vraag maken van de veronderstellingen, dus:
- Is de angst van mij?
- Moet de angst weg?
Je doet dus eigenlijk een stap terug tot je bij een
vraag zonder aannames uitkomt. Zo voorkom je dat je
veel tijd en energie in vragen stopt, terwijl je misschien
niet eens goed gekeken hebt ofje vraag wel een echte
vraag was.
101
52. Nog een voorbeeld: 'Ik probeer me bewust te zijn dat
ik datgene ben waarin alles verschijnt, maar ik Iaat
me toch steeds weer meeslepen.' Aanname 1: ik kan
proberen bewust te zijn Aanname 2: ik ben datgene
waarin alles verschijnt Aanname 3: ik kan meegesleept
worden De vragen worden dan, respectievelijk:
- Kan ik proberen bewust te zijn?
- Ben ik datgene waarin alles verschijnt?
- Kan ik meegesleept worden?
Waarschijnlijk heb ik nog één of meer premissen
over het hoofd gezien, butyou get thegenera! idea.
102
Het woord is niet het ding
Wat de een zelfverzekerd noemt, noemt de ander ar
rogant, en weer een ander twijfelloos.
Wat de een doorzettingsvermogen noemt, noemt
de ander koppigheid, en een ander weer volhardend.
Wat voor jou introvert is, is voor mij misschien ver
legen en voor een ander wellicht beleefd.
Wat ik beschouw als voorzichtigheid, kan voor jou
angst lijken, en voor iemand anders waakzaamheid.
Als ik optreed, zeggen ze wel eens: 'Wat kijk je boos',
'Nee, da's concentratie', zeg ik dan, maar wie weet lijkt
het voor een derde wel op afWezigheid.
Het woord is niet het ding, het is een verwijzing, en
de vlag dekt nooit de lading.
103
53. Waarnemen, ervaren en denken
H
et lijkt of we problemen kunnen oplossen
door erover na te denken, en in sommige ge
vallen is dat ook zo. Als je een wiskundig vraag
stuk op moet lossen, gebruik je het denken. Aan de
andere kant: een probleem is altijd denkwerk. Als
er geen denken is, is er geen probleem. Problemen
zijn dus een deelverzameling van de verzameling
van alle gedachten.
Is het nu zo dat we dingen zien via het denken?
Nee. Een gedachte wordt gezien, maar ziet zelf niets.
Een gedachte is een waargenomen verschijnsel in Be
wustzijn, en wordt gekend. Dit waarnemen is onmid
dellijk, zonder middel. Het kost geen enkele moeite
om te zien dat je doodmoe bent. Waarnemen kost ook
geen tijd en/of ruimte, want ook tijd en ruimte zijn
waargenomen verschijnselen.
105
54. Een ervaring ontstaat pas als we het nu met het verle
den vergelijken. We vergelijken de actuele indrukken
die we via de vijf zintuigen binnenkrijgen met geheu
genplaatjes van vlak daarvoor om een verloop langs
allerlei verschillende schalen te fantaseren. Het geheel
van die indrukken noemen we dan een 'ervaring'. Daar
kan ook een 'ervaarder' bij gefantaseerd worden, bij
voorbeeld een persoon.
In werkelijkheid is die persoon een serie gedach
ten die we tot één beeld combineren (overigens veran
dert dat beeld van dag tot dag). En ook dit is weer een
waargenomen verschijnsel. Deze 'persoon' kun je tot
'ervaarder' proberen te promoveren, maar je kunt altijd
weer de vraag stellen: hoe komt het dat je die persoon
met al zijn kenmerken en eigenschappen zo exact kunt
beschrijven?
106
Panta rhei
C panta rhei' is een uitspraak van de Griekse filo-
soof Heraclicus, die 'alles stroomt' berekent: Zijn
leerling Cratylus illustreerde dit door te stellen dat je
nooit twee keer in dezelfde rivier kunt stappen. 'Rare
jongens, die Grieken', zouden Asterix en Obelix ge
zegd kunnen hebben, maar ik vind het wel scherpzin
nig van die Heraclitus.
Als je namelijk kijkt wat er allemaal in Bewustzijn
verschijnt, blijkt het gewoon te kloppen. Allerlei ver
schijnselen komen op en verdwijnen. Niets is statisch,
alles is in beweging. Op macroniveau beweegt het hele
universum en op microniveau bewegen alle deeltjes.
En in waarnemen zit nergens een punt waar het stag
neert. Het gaat moeiteloos en ongehinderd door.
Vandaar dat je ernaast zit als je denkt dat je 'vast
kunt zitten', of dat er een 'blok aan je been' hangt, of
107
55. dat je ergens 'mee blijft zitten'. De werkelijkheid is dat
alles stroomt. Dat weet je ook wel, want alle dingen
waar je helemaal in meegaat, hebben dat 'stroomeffect'
heel duidelijk op de voorgrond. Alles stroomt altijd al,
maar dan is het extra duidelijk, dus leuk. Er wordt dan
gezegd dat je in theflow bent. Naar muziek luisteren,
sporten, verliefd zijn, vertederd worden, geraakt wor
den, ontroerd raken, kwaad worden, noem maar op.
Zodra de persoon als zogenaamde hoofdrolspe
ler verdwijnt, wordt het leven een stuk aangenamer.
Daarom vinden we het ook zo leuk om dingen met
veel mensen tegelijk te doen. Lekker verdwijnen in de
groep. Denk aan concerten, voetbalwedstrijden, de
Nijmeegse vierdaagse en de Olympische spelen.
'Panta rhei', alles stroomt. Dit niet doorhebben, is
tegen de stroom in zwemmen.
108
Het krijgen van inzichten
0p bepaalde momenten in je zelfonderzoek kun je
wel eens een helder inzicht hebben. Je leest iets,
of hoort iets, en het treft onmiddellijk doel. Er hoeft
geen verklaring bij, of reden. Je weet het, punt. Na het
hebben van zo'n inzicht kun je een tijdje lang een heel
helder gevoel hebben, of een soort van gelukzaligheid
ervaren.
Nu is het opletten geblazen. Zo'n inzicht treedt na
melijk spontaan op en als het weg is, is het weg. En het
lekkere gevoel dat er bij hoorde ook
Als je de conclusie zou trekken: 'Dit is het!', dan
is de kans groot dat je gaat proberen om dat heldere
moment en alle leuke gevoelens die erbij hoorden op
nieuw te beleven.
Wat je dan eigenlijk doet, is de situatie omdraaien.
Je probeert Bewustzijn te reduceren tot een inzicht en
109
56. een goed gevoel. Natuurlijk, weten wie of wat je bent
kan een prettig gevoel opleveren, maar andersom werkt
het niet zo. Ook als je weet wie je bent kun je chagrij
nig zijn, kwaad worden, of moeilijk in de omgang zijn
voor de omgeving.
De bijwerkingen van inzichten en zelfrealisatie tot
doel op zich maken is dus de wereld op zijn kop. Het
nastreven van welke toestand dan ook betekent dat de
illusie een persoon te zijn nog niet doorzien is.
110
Iets 'willen' met een gevoel is verzet
E
r kan praktisch geen gevoel opkomen, of er hoort
een conditionering bij. De aandacht is misschien
heel even bij het gevoel zelf, om vervolgens naar het
denken af te dwalen. Vervolgens gaan we verzinnen
dat er iets moet gebeuren met dat gevoel. Het gevoel
wordt dus eigenlijk afgewezen, geweigerd, en we rich
ten ons op allerlei strategieën waarin we iets 'willen'
met dat gevoel.
Een paar voorbeelden van kijken naar conditione-
ringen in plaats van kijken naar het gevoel zelf:
- dit gevoel is niet oké
- dit gevoel is wel oké
- het mag er zijn
- ik zal het moeten accepteren
- hoe ga ik dit hanteren?
- hoe moet ik ermee omgaan?
111
57. - ik zal het een plek moeten kunnen geven
- wat moet ik hiermee?
- wat heb ik eraan?
- we gaan er wat van maken!
- je moet het loslaten
- je moet het verwerken
- ik werd weer meegesleept
Als een strategie om niet rechtstreeks naar een gevoel
te hoeven kijken positief verwoord wordt, lijkt het
of we goed bezig zijn. Maar een gevoel goedkeuren
is hetzelfde als een gevoel afkeuren: het blijft keuren,
beoordelen, evalueren, scheidsrechter spelen. Veel zo
genaamde spiritualiteit is onderdrukking in een mooie
verpakking. Een bekend voorbeeld is dat gevoelens
altijd 'harmonieus' zouden moeten zijn. Je kunt van
gevoel proberen te maken wat je wilt, maar in werke
lijkheid IS dat gevoel er al en ben je dus per definitie
te laat.
112
Objecten bestaan pas
als ze worden waargenomen
E
én van de moeilijkste illusies om te doorzien voor
mensen die zelfonderzoek doen, is de illusie van
continuïteit. Wanneer zeggen we dat iets 'bestaat'?
Simpel antwoord: als we het waarnemen. Zodra er een
object in ons opkomt, bestaat het; een gevoel, een ge
dachte, of wat dan ook. Bestaan is dus synoniem aan
verschijnen en waargenomen worden.
Als een waargenomen object veel lijkt op iets dat
we eerder hebben waargenomen, concluderen we ten
onrechte dat we het object al eerder hebben gezien.
We zeggen bijvoorbeeld: 'Daar heb je die angst weer'.
In werkelijkheid zit er tussen twee waarnemingen ge
woon niets. Je kunt niet zeggen dat een en dezelfde
golf twee keer opkomt in de zee.
De consequenties zijn behoorlijk verstrekkend. Een
object dat is waargenomen gaat niet een rondje om,
113
58. buiten onze waarneming , om daarna voor de twee
de keer waargenomen te worden. Het nu is elke keer
nieuw.Je hele wereld is niet meer dan datgene wat je op
dit moment voor je hebt. Niet meer, niet minder. Zie
je de lichtheid hiervan? In plaats van een klein poppe
tje in een grote wereld, is de wereld niet meer dan wat
zich op dit moment in jouw aandacht bevindt.
De uitspraak: 'de wereld gaat door' raakt dus kant
nog wal. De wereld is gewoon een benaming voor de
verzameling flitsen die in ons verschijnt.
114
Hoe zoeken ontstaat
H
et is niet altijd zo geweest dat we aan het zoeken
waren. Ergens in ons leven is dat begonnen. We
hebben niet altijd gedacht dat we een persoon waren.
De idee dat we beperkt zijn tot een fragmentje wordt
pas voor werkelijk aangezien na een bepaalde conditi
onering door onze omgeving.
In het begin zijn dat natuurlijk voornamelijk onze
ouders, die zelf ook weer menen een persoon te zijn en
niet meer dan dat.
Als we teruggaan naar de tijd voordat die identi
ficatie met de persoon er in gehamerd is, zullen we
ons niet herinneren dat we toen op zoek waren naar
onveranderlijk, blijvend geluk. We hielden ons vooral
bezig met datgene wat onmiddellijk aandacht vroeg.
Nu maakt een baby weinig kans op overleven als er
geen volwassenen in de buurt zijn, dus het is zeker niet
115
59. w dat we weer zoals baby's wuden moeten worden.
Maar misschien kunnen we toch iets van ze leren.
Iemand die denkt dat hij/zij een fragment is, denkt
ook dat er buiten hem nog heel veel andere dingen
bestaan. Je hebt immers hier ik, en daar de rest van de
wereld. Er valt dus heel wat te vinden voor iemand die
een deeltje in een groot geheel meent te zijn. Vreemd
genoeg houdt het zoeken niet op als we in deze wereld
iets gevonden menen te hebben.
Vinden is dus blijkbaar geen antwoord op het zoe
ken. Wie zoekt, die vindt, én: zoekt verder.
Het weken zal pas ophouden als er de realisatie is
dat er helemaal niets te vinden valt. Dat je nooit alleen
maar een fragmentje bent geweest. En het zal dus ook
nooit een fragmentje zijn aan wie die realisatie gebeurt.
Je kunt niet letterlijk zeggen: 'Jan is verlicht', want de
ontdekking is juist dat ik niet alleen Jan ben, maar al
les, en ook nog de waarnemer daarvan.
116
Ontwaken
D
e enige oefening die ik van mijn vroegere le
raar Alexander Smit ooit kreeg, was deze: let
eens op wat er bij het ontwaken gebeurt. Kijk eens
heel goed naar de volgorde der gebeurtenissen in
Bewustzijn.
Eerst is er de slaaptoestand. Rust, stilte, helderheid,
alles is mogelijk maar er is geen activiteit. Dan, heel
rustig, komt het gevoel aanwezig te zijn op. Een haast
vormloos 'ik ben'-gevoel komt op, nog onpersoonlijk.
En op een gegeven moment komt de persoonlijkheid
als een soort pop-up tevoorschijn en begint het denken.
Wat de agenda is voor vandaag, herinneringen aan gis
teren, plannen maken en ga zo maar door.
Het denken is afhankelijk van dat vormloze gevoel
er te zijn, en dat onpersoonlijke 'ik ben' is weer afhan
kelijk van die stilte, rust en helderheid. Het ego komt
117
60. pas op de allerlaatste plaats. Toch menen we dat het het
ego is dat alle dingen doet, controleert en bestuurt.
Een pop-upblocker voor dat ego is helemaal niet no
dig. Zie gewoon hoe het zit met de volgorde van af
hankelijkheden. Dan wordt die persoonlijkheid gezien
precies voor wat het is: geheugen.
118
Je kunt alleen onderzoeken alsje niet
weet wat het resultaat zal zijn
J
e kunt zelfonderzoek doen op een heleboel manie
ren. En dat gebeurt ook: iedereen doet het op zijn
eigen manier. Maar je kunt natuurlijk wel je aanpak
bekijken. Er is niet één aanpak die voor iedereen werkt,
maar we kunnen wel kijken wat voor onszelfhet meest
efficiënt is.
Stel dat ik last heb van bepaalde angsten en ik wil
die angsten onderzoeken. Dat betekent dat ik niet van
tevoren ga verzinnen wat er allemaal met die angsten
moet gebeuren. Nee, ik ga gewoon kijken naar de angst.
Gewoon kijken, zonder enig idee wat er met die angst
gaat gebeuren. Geïnteresseerd kijken naar dit bepaalde
gevoel. Natuurlijk, ik kan stiekem hopen dat door mijn
zelfonderzoek de angst zal verdwijnen, maar precies op
het moment dat ik ga bedenken wat het resultaat moet
worden, houdt het onderzoek op om onderzoek te zijn.
119
61. Wanneer ik kijk met in mijn achterhoofd de gedachte
dat ik van een gevoel af wil, ben ik niet meer aan het
onderzoeken, dan ben ik aan het projecteren. Ik kijk
niet meer naar datgene wat ik aan het onderzoeken
was, maar ik ben me gaan richten op strategieën om
ergens vanaf te komen. Ik weet al wat de uitkomst
moet gaan worden: geen angst.
De methode die ik op dat moment toepas, is heel
gek. Als ik monteur wil worden, dan ga ik auto's on
derzoeken. Dat onderzoeken houdt in dat ik allerlei
auto's van allerlei kanten ga bekijken, uit elkaar ga ha
len, enzovoort. Er is duidelijk een interesse voor auto's.
Iemand die zelfonderzoek doet om van angsten af te
komen is ongeveer zoiets als een monteur met een he
kel aan auto's.
Er is nog iets anders aan de hand: de methode om
ergens vanafte willenkomen, werkt niet. Hoe harder je
nee zegt tegen bepaalde gevoelens, hoe sterker ze naar
boven komen. En ondanks duizenden eerdere mislukte
pogingen blijven we her proberen. Zelfonderzoek is in
contact zijn met gevoelens, niet ze weg wensen voordat
we ze eigenlijk goed bekeken hebben.
120
Emotioneel voyeurisme
O
ver het algemeen hebben we moeite mee onszelf
kwetsbaar op te stellen, onszelf open te stellen
voor de ander. Jongens en mannen gaan vaak stoer
doen of aanstellerig, in plaats van hun gevoelens te
tonen. Meisjes en vrouwen gaan giechelen of houden
zich van de domme. We hebben liever dat iemand an
ders zich eerst blootgeeft voordat wij het ook doen.
Om die reden zijn we ook zo gek op kleine kinderen
en dieren. Die zijn gewoon de hele tijd wie ze zijn en
geven zichzelfvolledig en moeiteloos.
De media hebben deze behoefte aan onvermengde,
pure gevoelens natuurlijk ook opgemerkt. Vandaar dat
we tegenwoordig doodgegooid worden met soaps zo
dat we heerlijk in het leven van iemand anders kunnen
kijken. Actief deelnemen aan het proces is niet nodig;
lekker bankhangen en entertainen maar met die hap.
121
62. Soaps alleen zijn natuurlijk nier genoeg. Een hele rijd
geleden zijn we in Nederland op her idee gekomen om
een stuk of wat mensen een tijdlang in een bungalow
op te sluiten met een cameraploeg op elke kamer, op
ieder moment van de dag en de nacht. En dan maar
hopen dat ze ruzie krijgen! Dan valt er tenminste war
re beleven. Dat zien we graag, min of meer vervreemd
van de andere mensen die op dezelfde bank hangen,
en volop meelevend met iemand die heel ver van ons
verwijderd is.
En dan heb je nog programmàs als de X-Factor,
waar je kunt genieten van het wel en wee van de zan
gers en zangeressen. Of je kijkt naar Hell's Kitchen,
waar je kunt zien hoe de aspirant-koks door Gordon
uitgekafferd worden. En dan vergeet ik nog bijna die
ontelbare ziekenhuisseries. Dat al die programma's zo
verschrikkelijk op elkaar lijken vinden we helemaal
niet erg.
Moeten al die programmàs van mij van de buis?
Welnee, ben je gek. Kom in het dagelijks leven gewoon
tot de ontdekking dat de mechanismen van dichtklap
pen en pantseren vaak onnodig zijn. Gewoon lekker
die liefde uitstralen die je toch al bent, in plaats van
proberen re voldoen aan al die belachelijke zelfbeelden
die we erop nahouden.
122
Alsje een probleem benadert alsofje
zelfeen fragment bent, krijgje altijd
fragmentarische oplossingen
S
tel, er staat een boom in je tuin die het niet lekker
doet. De blaadjes worden dor en vallen af, terwijl
her nog maar pas lente is. Als je her grote geheel niet
ziet en alleen focust op de symptomen, zou het goed
kunnen dat je de blaadjes met een vochtig doekje gaat
afnemen om te kijken of dat helpt. Uiteraard zul je
snel merken dat je methode niet werkt. Je kunt eens
een ander soort doekje nemen, of wat meer of minder
water gebruiken, maar je komt pas tot een complete
oplossing als je een stap terug doet en ontdekt dat je
bij de wortels moer zijn.
Precies zo is het met de persoon en met de proble
men van de persoon. Het maakt niet uit hoeveel ellen
de we tegenkomen, we blijven maar aan die persoon
sleutelen. We menen dat we uiteindelijk wel gelukkig
zullen worden als we maar genoeg werken aan ons zelf-
123
63. beeld. En dat, terwijl het hele geloof in die persoon
lijkheid als zelfstandig handelende entiteit juist het
misverstand is. Vandaar dat er nooit een einde komt
aan zelfverbeteringstrategieën. De aanpak is per defi
nitie fragmentarisch, omdat je het probleem benadert
vanuit het illusoire perspectief van de persoon. Je bent
nog niet klaar met de ene cursus, of je kunt alweer aan
de volgende beginnen. Nog spiritueler, nog harmoni
euzer, nog heiliger.
Maar toch zijn er dagen dat je een onredelijke fi
guur bent waar geen land mee te bezeilen valt. Er zijn
dagen dat er verdriet is en pijn. Eén zo'n dag is genoeg
om je aan het twijfelen te brengen over je bereikte spi
rituele status. En dan grijpen we naar elk middel dat
ons afleidt van het gevoel dat er is. De oplossing ligt
niet in het verbeteren van de persoon.
Als je zelfonderzoek wilt doen, ga dan naar de wor
tels. Doe net zoveel stappen terug tot je niet verder
kunt. Als je denkt dat je een persoon bent, doe dan een
stap terug en zie dat de persoon waargenomen wordt.
Ik ben niet een persoon die waarneemt, ik neem de
persoon waar. Werken aan de persoon, is werken zo
als aan alle andere waargenomen verschijnselen; je zult
nooit een toestand bereiken waarin werken aan iets
niet meer nodig is, omdat je aan een fragment werkt.
124
Humor: een serieuze zaak
W
aarom is humor zo'n belangrijk onderdeel van
ons leven? Als je aan mensen vraagt wat ze de
belangrijkste eigenschap vinden die iemand moet heb
ben, wordt humor heel vaak als eerste genoemd. 'Een
dag niet gelachen, is een dag niet geleefd', is een quote
van Harry Touw. Je hoort ook vaak dat het belangrijk
is dat je om jezelf moet kunnen lachen.
Er zijn bijzonder veel soorten humor: woordspelin
gen, droge humor, zwarte humor, sarcasme, ironie, sa
tire, moppen en grappen, practicaljokes en absurde hu
mor. Vooral in Nederland is cabaret immens populair.
In Engeland en Amerika heb je de stand-up comedy.
Ik vermoed dat een heel belangrijk onderdeel van
humor is dat geen enkel concept absoluut genomen
wordt. Heilige huisjes, taboes, niets blijft gevrijwaard
van humor. Het zijn juist de 'moeilijke' dingen die zich
125
64. uitstekend lenen voor humor. Er hoeft maar een ramp
te gebeuren ergens in de wereld, of je hebt nog dezelfde
week vaak al de eerste grappen erover.
Men zegt wel eens dat humor alles relativeert. Daar
ben ik het niet mee eens. Door middel van humor kun
je het intrinsiek relatieve aspect van alle dingen laten
zien. Dingen worden niet relatief door humor, ze wa
ren al relarief. En humor maakt dit duidelijk. Wat dat
betreft is humor dus een bloedserieuze zaak.
126
Waarnemen is niet te lokaliseren
W
aargenomen objecten zijn aanwijsbaar, en dat
geeft een lekker duidelijk gevoel. Als iets w
hoog, zo breed en zo diep is, weten we waar we her
over hebben. Wij mensen hebben behoefte aan duide
lijke referentiekaders, zo zijn we opgevoed. Als er geen
lijn of schema in je dagelijkse routine zit, klopt er er
gens iets niet.
Daarom raken veel mensen volkomen de kluts
kwijt zodra ze serieus zelfonderzoek gaan doen. Dan
ga je namelijk kijken of al die waargenomen objecten
wel zo solide zijn als je denkt. En dat blijkt reuze mee/
tegen te vallen. Om re beginnen zijn ze nogal heel erg
veranderlijk, want ze verschijnen en verdwijnen. Dat is
zo met elk waargenomen object, of het nu om voelen
of denken gaar. Wat een begin heeft, heeft per definitie
een eind.
127
65. Op dat gebied iets proberen te bereiken is ongeveer
hetzelfde als een tentje opzetten op zee, of investeren
in drijfzand. Alles verdwijnt in Bewustzijn. Vroeg of
laat kom je daar achter en dan wordt de vraag: 'Oké,
maar wie ben Ik dan in dit hele gebeuren?' En dan
blijkt dat al die zogenaamde referentiekaders niet echt
je basis waren, maar datgene waarin ze verschijnen en
verdwijnen.
Het grappige van waarnemen is dat het niet re lo
kaliseren is. Je kunt her niet aanwijzen. Een waarge
nomen object wel, maar het waarnemen zelf niet en
de beschikbaarheid waarin alles zich afspeelt al hele
maal niet.
Zodra je her aan zou kunnen wijzen kun je meteen
weer vragen: 'Waarin verschijnt het dan?' Je neemt niet
waar vanaf een bepaalde plek op een bepaalde tijd, die
waarnemen is zonder middel, on-middel-lijk. Als ie
mand 'anders' dus naar me toekomt om me te vertellen
wat hij of zij waarneemt, en dat dat verschillend is van
'mijn' waarneming, verschijnt dat nog steeds allemaal
in Bewustzijn. Er is niet 'eentje' die waarneemt, laat
staan twee. Waarnemen is volkomen onpersoonlijk,
zonder eigenaar.
128
Alle waarnemingen zijn cyclisch
"'Vf1l er überhaupt iets waargenomen kunnen wor
W den, dan moet er eerst de mogelijkheid zijn voor
objecten om in de waarneming te kunnen verschijnen.
Elke waarneming begint dus met beschikbaarheid. Op
het moment dat we een verschijnsel waarnemen, spre
ken we van een ervaring. Er is op dat moment een
aantal tegenstellingen die in beweging zijn. Dualiteit
alleen kun je niet waarnemen. Je kunt pas dualiteit
ervaren op het moment dat er beweging is over een
bepaalde schaal.
Wanneer de ervaring verdwijnt, blijft alleen die be
schikbaarheid over en is er een cyclus voltooid. Het is
van belang te beseffen dat Bewustzijn niet verdwijnt
op het moment van een gebeurtenis. Het is niet of -
of. Dan zou je namelijk krijgen: eerst is er die leegte,
dan komt er een ervaring, dan is er weer die leegte.
129
66. Zo werkt het niet. Water verdwijnt niet als er golven
zijn.
Het hele universum bestaat uit een enorme hoe
veelheid cycli, op kleine en grote schaal. Ons zonne
stelsel, de Melkweg, de superclusters, alles draait. Men
vermoed zelfs dat onze oerknal niet de enige was en dat
ook dat een cyclus is. Het wu mij niets verbazen. Op
moleculair niveau zien we ook cycli. Elektronen gaan
in cycli en deeltjes hebben een 'spin'. In ons lichaam
zijn ook ik weet niet hoeveel cycli aan de gang.
Als je het idee hebt dat je in kringetjes ronddraait,
zit je er naast.
Het is nooit zo dat we zelf in cirkels ronddraaien.
We zijn de getuige van al deze kringetjes. We rijden
niet mee op de carrousel van het leven, we zijn het
beginsel waarin de hele kermis verschijnt.
130
Zin en nut
T
wee onuitroeibare begrippen in ons leven zijn zin
en nut. Wat is de zin van het leven? Wat is het nut
van alles? De woorden 'zinloos' en 'nutteloos' hebben
op de een of andere manier een negatieve betekenis
gekregen. Dat is opmerkelijk, want dat dingen werke
lijk zin of nut zouden kunnen hebben, hebben we zelf
verzonnen.
Wat betekenen deze twee begrippen eigenlijk precies?
In één woord: beoordeling. We maken iets mee, evalue
ren dat aan het eind, en komen tot de conclusie dat het
zin heeft gehad of niet. Zijn we er beter van geworden,
dan had het zin. Zijn we er slechter van geworden, dan
was het nutteloos. Dat heeft dus alles te maken met de
ideeën die we hebben over wie of wat we zijn.
Als we denken dat we iets zijn dat beter of slechter
kan worden, dan bestaat er inderdaad zin en nut. Beter
131