SlideShare a Scribd company logo
1 of 125
Download to read offline
Zelfonderzoek
in de traditie van de
Advaita Vedanta
Jan Koehoorn
samsara
©2012 Jan Koehoorn
©Deze uitgave: Samsara Uitgeverij bv 2012
Omslagontwerp: Erik Thé: www.erikthedesign.com
Lay-out: Studio 28, Hillegom
ISBN: 978-90-77228-95-1 / NUR 728
Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder
schriftelijke toestemming van:
Samsara Uitgeverij bv
Herengracht 341, 1016 AZ Amsterdam
www.samsarabooks.com
Voorwoord
I
k had nooit gedacht dat ik spiritueel zou worden
en gelukkig is dat ook niet gebeurd. Ik heb gewoon
tussen mijn twintigste en dertigste jaar een periode
meegemaakt waarin mijn interesse in zelfonderzoek
gewekt werd. Maar laat ik bij het begin beginnen.
Het begon zo rond mijn vijfenentwintigste. Af en
toe was ik ineens duizelig. Er waren ook momenten
waarop ik zonder aanwijsbare reden angstig werd, of
benauwd. Ik vroeg me natuurlijk afwat er aan de hand
was en liet me checken door de huisarts, die me ver­
telde dat het hoogstwaarschijnlijk hyperventilatie was.
Ik besloot eerst te kijken of ik het op eigen houtje kon
oplossen, want ik wilde niet afhankelijk worden van
kalmerende middelen, en therapie kon altijd nog.
Ik kocht wat boeken over het onderwerp en ging
ademhalingsoefeningen doen. Ook yoga had mijn
interesse en op een goede dag kwam ik in de boek­
handel een boek tegen, getiteld: 'Yoga als kunst van
het ontspannen'. Ik las een paar fragmenten en werd
gegrepen door de stijl van schrijven. Er stonden wel
ontspanningsoefeningen in, maar het boek had ook
een diepere laag waarin werd ingegaan op de vraag:
'Wie ben ik?' En dan heel letterlijk. Dus niet bij volle
maan over je rechter middelvinger plassen onder het
slaken van diepzinnige kreten, maar werkelijk kijken
naar deze basisvraag.
Immers, alle eventuele problemen in je leven zijn te
herleiden tot de ideeën die je over jezelf hebt. Ik ont­
dekte dat eigenlijk alle ideeën die ik over mezelfhad op
aannames waren gebaseerd. En zo kwam ik terecht bij
boeken over zelfonderzoek en ontdekte ik de traditie
van advaita vedanta.
Het eigenaardige van advaita is, dat er wel leraren
zijn maar dat je geen les krijgt. Want les krijgen houdt
in dat je iets van iemand anders aanneemt. Als je naar
een satsang gaat (zo heten bijeenkomsten met advaita­
leraren) wordt je geen nieuwe informatie aangereikt,
maar komen je aannames ter discussie te staan. Alle­
maal.
Mijn advaitaleraar heetteAlexander Smit. Hij leefde
van 1948 tot 1998 en gaf jarenlang satsang aan ieder­
een die zelfonderzoek wilde doen, met als voorwaarde
een integere belangstelling voor het onderwerp. Je zult
zijn naam in dit boek veel tegenkomen, want de poin­
ters die hij gaf waren zó krachtig dat ik ze jaren later
nog moeiteloos kan quoten.
Advaita heeft soms de naam intellectueel of steriel te
zijn, maar zo ik heb ik het nooit ervaren. Wat mij be­
treft is het de meest directe traditie die er is, wars van
opsmuk en toeters en bellen. Het kan zeker confron­
terend zijn en mogelijk zet het je wereld op zijn kop.
Maar als iets zo gemakkelijk op zijn kop te zetten is, is
het dan geen onderzoek waard?
jan Koehoorn, maart 2012
Zien dat er niets te bereiken valt
is realisatie
A He vragen die met 'hoe' beginnen, houden een
�anier of een methode in. En een manier of een
methode betekenen op hun beurt weer dat je gaat pro­
beren om van hier naar daar te komen, om iets te be­
reiken. Het idee dat we iets moeten bereiken, dat het
'ergens naartoe' moet, heeft te maken met de illusie dat
we ons in de een ofandere toestand zouden bevinden.
Je kunt namelijk alleen in een andere toestand terecht­
komen, als je je op dit moment in de ene toestand
bevindt. We hebben eigenlijk geen aandacht voor on­
derzoek naar die basismisverstand. We zijn alleen maar
bezig om van de ene in de andere toestand terecht te
komen. Al die moeite om onze zelfverzonnen proble­
men op te lossen.
Totdat de vraag gesteld wordt: 'Is het wel zo dat ik
me in de een of andere toestand bevind?' Een diep-
9
gaand onderzoek naar die vraag is iets heel anders dan
proberen een beter mens te worden. Het is eenvou­
dig kijken ofeen aanname klopt of niet. Ik kan alle
toestanden beschrijven, ik kan alle eigenschappen van
welke toestand dan ook opnoemen. Ben ik dan niet in
eerste instantie de waarnemer van al die toestanden?
Dat is een kwestie van onderzoeken, niet van geloven.
Want geloven ligt in de aannamesfeer en onderzoeken
is kijken, voor jezelf zien. Dat is de uitnodiging van
advaita.
10
Ik ben eenfragmentje
A fen toe verschijn ik, maar snel daarna verdwijn
.r.ik weer. Van mijn lichaam is er geen één mole­
cuul hetzelfde als een paar jaar geleden, maar toch
denk ik dac ik dat lichaam ben. Ik ben voornamelijk
bezig mezelf ce verbeteren, want ik ben niet goed ge­
noeg zoals ik ben. Het kan altijd mooier, rijker, snel­
ler, geliefder, meer gerespecteerd, jeugdiger, knapper
of leuker.
De meeste gevoelens onderdruk ik. Angst, woede,
verdriet en jaloezie zijn niet welkom. Toch is het me
nog niet gelukt om ze helemaal uit mijn leven te ver­
bannen. Ik heb ontelbaar veel manieren uitgeprobeerd
om een beter mens te worden. Hypnose, meditatie,
astrologie, acupunctuur, tarot, pendelen, channelen,
lichtwerk, quantum touch, rebirthing, NLP, therapie,
het rijtje is eindeloos.
11
Toch hou ik het gevoel dat er nog iets ontbreekt aan
mijn leven. Ik voel me niet vervuld, niet begrepen, niet
geliefd. Op momenten dat het wél goed gaat, ben ik
achterdochtig. Ik ben namelijk gewend dat er altijd wel
iets kan gebeuren waardoor een meevaller toch weer
een tegenvaller kan worden. Om niet de hele tijd her­
innerd te worden aan de eindigheid van mijn bestaan
en aan alles dat ik kan verliezen, probeer ik mijn ge­
dachten op iets anders te richten. Op allerlei manieren
heb ik geprobeerd mijn denkpatronen te veranderen.
Ik probeer positiefre denken, in alles het goede te zien.
Of ik probeer om niet te denken, ronder gedachten te
zijn. Zo leven de meeste mensen.
12
Manieren om toch weer
de doener te zijn
H
et idee de doener van 'jouw' acties te zijn, zit
diep geworteld. Met als gevolg dat we 'goede'
acties proberen te claimen, en 'foute' acties probe­
ren te ontkennen. Het wil er maar niet in dat al­
les spontaan verschijnt, en dat er geen doenerschap
aan ten grondslag ligt. De persoon als doener is óók
een verschijnsel, en niet de veroorzaker van gebeur­
tenissen. Hij is zelf een gebeurtenis. De acteurs kij­
ken niet naar de film, maar bevinden zich in de
film.
Maar we zijn meesters geworden in het onszelfvoor
de gek houden. En er zijn altijd wel manieren te vin­
den om stiekem toch weer een doener te introduceren.
Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die proberen alles goed
te praten onder het mom van spiritualiteit. Lekker al­
les doen waar je zin in hebt, en dan roepen dat het
13
niet uitmaakt omdat alles immers 'Bewustzijn' is, en
spontaan gebeurt.
Niets meer doen of ondernemen is ook zo'n trucje
dat vaak toegepast wordt. Dan word je een passieve
doener die een beloning voor die passiviteit verwacht.
'Waarom zou ik nog iets doen, als het toch niet uit­
maakt?' Het is geen kwestie van wel of niet iets onder­
nemen. Die zogenaamde 'ik', die wel of niet iets gaat
ondernemen is het probleem.
14
Zoeken
Z
oeken betekent: over het nu heen kijken. Denken
dat er een andere mogelijkheid is dan nu, en daar­
op focussen. Een statische gedachteconstructie prefere­
ren boven het dynamische nu. Een ideale situatie ver­
zinnen, datgene wat er verschijnt daarmee vergelijken,
en vervolgens oordelen dat 'wat is', niet voldoet.
Wat is, zal per definitie nooit voldoen aan wat voor
voorwaarden je ook stelt. Voorwaarden zijn namelijk
gedachtespinsels. Je neemt een aantal momentopna­
men uit het geheugen en daarmee construeer je een
'ideale situatie'. Die situatie heeft meestal te maken
met geluk, macht, controle, geld, veiligheid, allerlei
garanties, bevestiging, liefde, en ga zo maar door.
En dat alleen maar omdat je gelooft dat je een per­
soon, een ego, bent. En voor een ego is de wereld uiter­
mate onveilig, zijn er geen garanties, is er bevestiging
15
nodig, en moet er steeds maar weer aandacht naar toe.
De persoon en de zoekbeweging hebben met elkaar
te maken. Zolang je gelooft dat je dat ego bent, en
meer niet, is er die zoekbeweging. Harder zoeken, of
op een andere manier zoeken, of net doen of je niet
meer zoekt, is allemaal geen oplossing. Zie het misver­
stand, doorzie de persoon en herken de idioterie van
het zoeken.
16
Analyseren en bereiken
W
e zijn op een dusdanige manier geconditio­
neerd dat we alles in termen van bereiken zien.
Bovendien zijn we gewend geraakt aan de illusie dat
iets er duidelijker op wordt naarmate we er meer denk­
plaatjes bij verzinnen.
Maar een uit-een-zetting levert nog geen eenheid
op, en een ver-klaring brengt nog geen klaarheid. Van­
daar dat in de advaita traditie niet het accent ligt op
bereiken en intellectuele verklaringen, maar op de wer­
king van het denk.mechanisme an sich.
Omdat we zijn gaan geloven een persoon te zijn
en meer niet, hebben we een fobie opgelopen voor
niet-verklaren en de afwezigheid van denkpatronen.
En dus moeten we op een krampachtige manier aan
de gang om alles, maar dan ook letterlijk alles, in te
vullen.
17
Overal moet een verklaring bij, een beschrijving, een
kader, anders kunnen we het niet 'plaatsen'. Dan 'kun­
nen we er niets mee', en kunnen we het 'geen plek ge­
ven'. En, minstens zo belangrijk, we kunnen ook niet
meer 'zonder doel' zijn. De afurezigheid van projectie
zijn we als probleem gaan zien, tetwijl projectie nu net
de oorzaak is van alle problemen.
De fout die bijna elke spirituele zoeker maakt, is
het najagen van toestanden 'zonder gedachten', 'zon­
der doelen' en 'zonder verklaringen'. En dan maar de
hele dag hardop roepen dat je 'niets weet'. Van een 'we­
ter' word je dan ineens een 'niet-weter'.
Het denken wordt dan tot vijand gemaakt (wat het
niet is) en krijgt daardoor een onevenredig grote waar­
de toegekend (die het niet heeft). Je bent nog steeds
aan het proberen een toestand te bereiken, namelijk
een gedachteloze toestand.
Wil je serieus zelfonderzoek doen? Kijk dan naar
al deze mechanismen en herken ze als zodanig. Dan
ontdek je ook dat het niet uitmaakt of ze er wel ofniet
zijn.
18
Het denken kan niet voor het
waarnemen komen
D
enken wordt waargenomen. Vanuit de onbe­
perktheid die we zijn kijken we naar alle gedach­
tes die langskomen. Vragen als: 'Hoe ga ik ergens mee
om?', zijn vragen op denkniveau. Je hoeft nergens mee
om te gaan, je ziet dingen gebeuren, moeiteloos en
spontaan.
Er is geen 'beste' manier om met dingen om te gaan,
er is niet een houding die de beste is in alle mogelijke
gevallen. Je kunt geen denksysteem verzinnen waarmee
je tussen de waarnemer en het waargenomene kunt
kruipen. Het denken is als instrument ongeschikt om
dat wat verschijnt een stapje vóór te zijn.
Dat betekent dat de vraag: 'Hoe moet ik leven?' een
onzinnige vraag is.
Er is geen hoe. Je ziet het verschijnen, dat is alles.
19
Zelfonderzoek is eenvoudig,
maar we houden van moeilijk
W
at doe je, als je iets wilt onderzoeken? Je kijkt,
zonder te weten waarnaar je kijkt. Als je name­
lijk wél meent te weten waar je naar kijkt, onderzoek
je niet. Dan projecteer je, en dat is iets anders dan on­
derzoeken.
Iemand die werkelijk onderzoekt, heeft ook geen
enkel idee over de uitkomst van dat onderzoek. Het
introduceren van een gewenst eindresultaat betekent
ogenblikkelijk het einde van onderzoeken.
Zelfonderzoek zal ook niet leiden tot conclusies,
want dat zijn verstandelijk beredeneerde optelsom­
men. Je zult er geen setje leefregels aan overhouden.
Voor mensen die in de huidige westerse maatschap­
pij zijn opgegroeid volgens de gebruikelijke conditio­
neringen, zal zelfonderzoek dan ook niet echt leuk zijn.
Want wij zijn opgegroeid met 'meten is weten', en met
21
'je moet een mening hebben' en met 'wat is je doel?'
Onderzoeken betekent niet dat je een aantal aha-mo­
menten! probeert te creëren, en dat je daar steeds meer
uitroeptekens bij krijgt en 'kennis' verwerft. De een­
voud van het kijken en niet-weten is zo dichtbij, dat je
er bijna altijd overheen kijkt.
22
Een 'belangrijke' gebeurtenis
in de toekomst
I
k interesseer me niet of nauwelijks voor voorspel­
lingen. Hooguit voor het weer, een paar uur van te­
voren. Ik moet dan ook altijd vrolijk lachen wanneer
het weerbericht van zondag over donderdag gaat. Ik las
ooit in een boek van Piet Vroon dat je vaker dan het
KNMI gelijk hebt als je het hele jaar lang voorspelt dat
het morgen precies hetzelfde weer als vandaag zal zijn.
Voor wat betreft deze desinteresse ben ik een bui­
tenbeentje, is me in de loop van mijn leven gebleken.
Horden mensen laten zich juist dolgraag vertellen wat
de toekomst in petto heeft. En daar zijn allerlei 'mid­
delen' voor, zoals astrologie, handlezen en tarot, maar
die laten we even buiten beschouwing.
Wat mij intrigeert, is dat er mensen zijn die net doen
ofze weten wat er in de toekomst gaat gebeuren, en dan
zijn er ook nog eens mensen die daarin geloven.
23
Hoe vaak in de geschiedenis is her al niet voorgekomen
dat er voorspellingen waren dat de wereld zou vergaan?
Of dat er een belangrijke ommekeer zou plaatsvinden?
Waarom zijn er zoveel mensen die net doen of ze we­
ten wat komen gaar?
Mijn ervaring is dat de oorzaak van dit soort ver­
schijnselen meestal veel simpeler is dan je zou ver­
wachten. Volgens mij zijn de meeste mensen gewoon
op zoek naar een vorm van controle of veiligheid, ze­
kerheid. 'Ik weet wat er gaat gebeuren, bij mij ben je
veilig.' Of: 'Ik sluit me bij jou aan, want jij biedt veilig­
heid en zekerheid.' Soms neemt het zelfs de vorm aan
van manipulatie en dreiging: 'Als je de Tien Geboden
niet opvolgt, kom je in de hel!'
Eigenlijk zijn dit allemaal bewegingen weg van de
angst. In plaats van te kijken wat angst is, verzinnen
we zo snel mogelijk strategieën om van die angst af te
komen, om er niet naar te hoeven kijken. Gek eigen­
lijk. Je gegeven is angst, maar je verzint er een verhaal
bij omdat we geleerd hebben dat angst per definitie
negatief zou zijn. Dat is niet zo , want waarom zijn
er anders spannende films, gaan we bungeejumpen of
een thriller lezen? Angst is op zichzelfniet goed ofver­
keerd, angst is gewoon angst.
24
New age goeroe?
0nlangs kwam ik een artikel tegen naar aanleiding
van het overlijden van mijn leermeester Alexan­
der Smit. Meteen bij de titel gaat het al fout; hij was
helemaal geen 'new age goeroe'. Wikipedia zegt het
volgende over de term 'new age':
'New age is een verzamelterm voor bewegingen van
een nieuw mensbeeld die vanaf de tweede helft van de
jaren 1960 in opkomst zijn. De aanhangers van new
age trachten vanuit zichzelf de eigen persoon en daar­
mee de hele wereld op een hoger plan te brengen. Men
ervaart de eenheid van mens, natuur en kosmos. Men
hecht waarde aan intuïtieve en gevoelsmatige benade­
ring van problemen en zaken. New age wordt gezien
als een reactie op traditionele monotheïstische religies,
maar ook op materialisme, rationalisme en individu-
25
alisme. Uit deze bewegingen is ook een muziekstijl
voortgekomen, zie new age (muziek).'
Advaita gaat niet over een 'nieuw mensbeeld'. Advaita
gaat juist over het doorzien van alle beelden die we van
onszelfproberen te maken.
Advaita probeert ook niet om 'vanuit zichzelf de
eigen persoon en daarmee de hele wereld op een ho­
ger plan te brengen'. Wat Alexander juist overduidelijk
maakte, was dat er niet zoiets bestaat als 'vanuit de ei­
gen persoon', laat staan dat de wereld op een 'hoger
plan' gebracht moest worden. Het hele idee dat het
anders zou moeten zijn dan het nu is, berust op een
misverstand. Als er iemand was die dat helder kon uit­
leggen, was het Alexander wel.
1n de villa van Rama Polderman in Baarn gafSmit van­
afzijn 'verlichting' in 1978 (hij was toen dertig) voor­
drachten over de hindoeïstische advaita vedanta-filosofie,
die alle dualiteit ontkent. '
Advaita ontkent dualiteit niet, en dat heeft Alexander
dan ook nooit gedaan. Hij zei juist altijd: 'Om iets te
kunnen ontkennen, moet je het eerst gekend hebben'.
Het ontkennen van de dualiteit is onzin. Dualiteit
verschijnt, dat kan iedereen onmiddellijk zien. Het
enige dat advaita in het algemeen en Alexander in het
bijzonder beweert, is dat dualiteit wordt gedragen in
iets dat geen dualiteit is. En dat is je ware natuur.
26
Weten datje stilte bent is iets anders
dan het ontbreken van activiteit
D
e stilte waarover in advaita gesproken wordt is
iets anders dan war er in het dagelijks leven mee
bedoeld wordt. Ten onrechte wordt vaak gedacht dar
zelfkennis stilte, of het ontbreken van gedachten op
zou leveren. Er zijn veel meditatietechnieken waarbij
het doel niet-denken is. En ik hoor vaak van bezoekers
van mijn satsangs dat ze het graag wat rustiger zouden
hebben 'in hun hoofd'.
De denkfout die hier gemaakt wordt is dat je be­
paald zou worden door wat er verschijnt. Als er veel
gedachten of heftige gevoelens verschijnen, trekken we
de conclusie dat we daardoor uit ons centrum gehaald
worden. Maar dat is een onjuiste conclusie.
Essentie kan nooit verstoord worden door vorm.
Het maakt niet uit hoeveel vormen er verschijnen, hoe
interessant ze lijken, of hoe imponerend ze overko-
27
men. Een tsunami kan nooit schade toebrengen aan
water. Als je verwacht dat je gevoelsleven heel vlak en
rustig zal worden als je eenmaal ontdekt hebt wat je in
wezen bent, zit je ernaast. Het kan alle kanten op, en
het zal altijd boeiend zijn zonder dat jij erdoor geboeid
wordt.
28
Je kunt alleen in discussie gaan over
datgene waaroverje onzeker bent
E
en discussie is een gesprek waarin twee deelnemers
elk hun eigen mening verdedigen. Je kunt over van
alles en nog wat een mening hebben, maar dat is iets
anders dan weten. Een mening heeft te maken met per­
soonlijke voorkeur, ofmet conditionering, ofmet geloof.
Hoe serieuzer de deelnemers hun eigen mening nemen,
des te groter de kans dat de discussie op ruzie uitloopt.
Wat betreft het hebben van meningen zijn we de
meest opportunistische wezens die er bestaan. We me­
ten ons gewoon die mening aan die ons op dat mo­
ment het beste uitkomt. Neem als voorbeeld de ruzies
die je in een relatie kunt hebben. Het ene moment
roepen we dat we ruimte nodig hebben, het andere
moment dat de ander te weinig belangstelling toont.
Of we klagen dat we aandacht tekort komen, en later
dat de ander ons verstikt of stalkt.
29
Als onze mening niet gerespecteerd wordt, grijpen we
naar machtsmiddelen zoals manipulatie, intimidatie
en dreigingen. Dan krijg je uitspraken als: 'Wacht
maar afl', of: 'Je zult het nog wel zien!', of: 'Je komt
jezelf nog wel tegen!'.
.
Meningen en overtuigingen zijn relanef. Je kunt te-
gen ultrarechtse politiek zijn, dat is e�� meni�g. Maar
je kunt niet tegen de zwaartekracht z1Jn, dat is een ge-
geven. . ..
Twee mensen die weten wat ze in essentte ZIJn, kun-
nen er uiteraard over praten. Maar er zal nooit een dis­
cussie ontstaan. Van beide kanten is er geen onzeker­
heid, dus waar zou je over moeten discussiëren? Wat
we zijn kan op talloze manieren beschreven worden.
30
Vanuitje zelfbeeld komje
nooit tot Bewustzijn
H
et lastige van zelfonderzoek is dat we het bijna al­
tijd benaderen vanuit de illusie dat we denken een
persoon te zijn, terwijl werkelijk zelfonderzoek juist de
vraag: 'Bén ik eigenlijk wel een persoon?' bekijkt. Een
benadering vanuit een persoonlijk perspectief kenmerkt
zich door een groot 'bereiken'-gehalte. En het vervelen­
de van bereiken is dat het per definitie in de toekomst
ligt, waardoor we over het nu heen kijken.
Als het grootste deel van onze aandacht bij bereiken
en projecteren ligt, onderzoeken we niet, maar zijn we
al aan de slag gegaan, op zoek naar een betere situatie
voor de persoon. We passen gewoon dezelfde truc toe
op zelfonderzoek die ons ons hele leven al verteld is; er
ligt een beloning in de toekomst.
Het volkomen helder inzien van deze strategie be­
tekent onmiddellijk ontspanning. En dan hoef je niet
31
vanuit een zelfbeeld tot Bewustzijn te komen. Dan zie
je dat het helemaal niet nodig is, omdat je nooit iets
anders dan Bewustzijn bent geweest. In plaats van dat
je vanuit de illusie een deeltje te zijn het geheel pro­
beert te zien, zie je dat het juist precies andersom is.
Zelfrealisatie voor een persoon is onmogelijk. We
zien die persoon verschijnen en verdwijnen, maar om­
dat die verschijnselen op elkaar lijken concluderen we
ten onrechte dat die persoon continu is. Maar verschij­
nen en verdwijnen impliceert discontinuïteit.
Zelfonderzoek betekent dan ook niet dat je er steeds
meer inzichten en wijsheden bij krijgt. Het betekent
dat je steeds meer bijgeloof kwijtraakt.
32
Een persoon heeft nooit
genoeg aan zichzelf
V
anuit de wetenschap dat ik Bewustzijn ben, kan
er nooit een zoekbeweging ontstaan. Vanuit de
illusie dat ik een persoon zou zijn, wel. De reden daar­
voor, is dat een persoon discontinu is. Soms is hij/zij
er wel, soms niet.
Als we ons identificeren met die persoon, ontstaat
er ook onmiddellijk de behoefte aan continuïteit en
geluk voor die persoon. En dan ontstaat de onmoge­
lijke situatie dat er naar iets blijvends gezocht wordt,
voor iets dat in zijn aard veranderlijk is.
De oplossing voor dit probleem is niet dat je nog
harder moet zoeken, of dat je op een andere manier
zou moeten zoeken. De oplossing ligt in het ontdek­
ken wat zoeken eigenlijk is en hoe het begint.
33
Meeschuivende referentiekaders
I
n onze maatschappij is ons geleerd dat we op zoek
moeten naar verbetering. Verbetering is een eigen­
aardig fenomeen. We kunnen namelijk alleen bepalen
of iets verbeterd is als we het kunnen vergelijken met
een vorige situatie. Dat werkt als volgt: we proberen in
te schatten wat onze huidige situatie is, en gaan daarna
energie steken in het verbeteren van die situatie. Als
dat lukt, zijn we even tevreden.
Al vrij snel daarna gaan we de nieuwe verbeterde
situatie als normaal ervaren en niet meer als een ver­
betering. Ons referentiekader schuift mee en er wordt
een nieuwe, betere situatie verzonnen, en dan begint
het spelletje weer van voren af aan.
Als je merkt dat je probeert jezelf te verbeteren,
vraag je dan eens af: Wat is mijn huidige situatie? En
dan heb ik het niet over omstandigheden, want dat
35
zijn waargenomen verschijnselen. Wat is de situatie
van diegene die al die omstandigheden waarneemt?
Als je een beetje intelligent bent, zul je er snel ach­
ter komen dat je geen eigenschappen kunt toekennen
aan datgene wat alle eigenschappen waarneemt. Hoe
zou je iets, dat geen eigenschappen bezit, willen verbe­
teren? Er is geen referentiekader voor wat we wezenlijk
zijn, en daar valt dus ook niets aan te verbeteren.
36
Hoe houdje realisatie in stand?
E
en vraag die ik nogal eens krijg is: 'Ik heb ooit wel
heldere momenten gehad, maar die verdwenen al­
tijd weer'. Het kan natuurlijk zijn dat je ineens een
inzicht krijgt, wat vaak gepaard gaat met gevoelens van
helderheid en transparantie. Op die momenten is het
allemaal zó simpel en duidelijk, dat je je absoluut niet
voor kunt stellen dat het ooit onduidelijk was.
Des te groter is dan de teleurstelling als al die ge­
voelens die bij zo'n helder moment horen, ook weer
blijken te verdwijnen. Het zijn van die momenten van
de waarheid (mijn leraar noemde het altijd 'reality­
checks'), waarop eventuele ideeën die je gemaakt hebt
over hoe 'het zal zijn' als je het eenmaal gezien hebt,
boven water komen.
Tijdens de laatste satsang schoot me een voorbeeld
te binnen van iemand die stopt met roken. De versla-
37
ving van het roken heeft wel parallellen met de ego­
addictie. Zodra je stopt met roken, ben je in het begin
nog een roker, maar dan eentje die niet rookt. Maar:
je bent gestopt! En dan kan er een overwinningsgevoel
opkomen omdat je het voor elkaar hebt gekregen om
niet meer te roken. Naast alle afkickverschijnselen is er
ook een gevoel van triomf.
Een maand later is dat gevoel al een stuk minder.
Van een roker die niet rookt, ben je al bijna een niet­
roker geworden. Er zullen momenten zijn dat je snakt
naar een sigaret, dus er is nog wel strijd. Maar stel dat
je het trucje van de rookverslaving doorzien hebt, dan
is die strijd al een heel stuk minder dan een maand
daarvoor.
Een jaar later denk je niet eens meer aan roken. Als
iemand je zou vragen: 'Hoe speel je het voor elkaar om
niet te roken?', zou je niet weten wat je moet zeggen,
terwijl die triomfantelijke gevoelens van de eerste tijd
dat je niet rookte allang verdwenen zijn. Het niet-ro­
ken is niet meer afhankelijk van die gevoelens.
En zo is het ook met zelfrealisatie. Denk niet dat al
die mooie gevoelens, die bij inzichten optreden, zul­
len blijven hangen. Ook die verdwijnen, want wat een
begin heeft, heeft ook een einde. Ook iemand die weet
wat hij is heeft rotdagen en mooie dagen. De vraag:
'Waarom moet MIJ dit nou overkomen?' is weliswaar
afwezig, maar ups en downs gaan gewoon door. Dat is
dualiteit en dat noemen we 'leven'.
38
Aantrekken of afstoten
H
et beginsel dat de persoon waarneemt, noem ik
Absoluut Bewustzijn. Maar wat we waarnemen
is niets anders dan onsZelE Vandaar dat het heel merk­
waardig is dat we sommige dingen naar ons coe probe­
ren te halen en andere dingen proberen weg te duwen.
Een gevoel als angst is geen anomalie in Bewustzijn,
het is gewoon Bewustzijn dat de vorm aanneemt van
het waarnemen van een verschijnsel. In essentie ben
je nergens niet en zou je voortdurend kunnen zeggen:
'Hé, ik hier?' of: 1t is 1!' Dat we dingen naar ons toe
zouden kunnen halen of juist van ons af zouden kun­
nen duwen, is dan ook strikt genomen onmogelijk.
Het waarnemen van een gevoel is exact hetzelfde als
het waarnemen van een wegduwbeweging. De instin­
ker is dat er een scheiding zou kunnen bestaan tussen
ik en niet-ik. Zolang nog niet duidelijk is dar er niets
39
anders is dan Bewustzijn, zullen de aantrek- en weg­
duwbewegingen voor werkelijk aangenomen worden.
Aantrekbewegingen, omdat je meent dat je iets mist
en probeert om meer of beter te worden. Afstootbewe­
gingen, omdat je denkt dat het mogelijk is om ergens
niets mee te maken te hebben. En allemaal omdat niet
is ingezien dat de grondstof (Absoluut Bewustzijn) en
de vorm (verschijnselen als gedachten en gevoelens) in
essentie niet verschillen.
Hout zal nooit een plank proberen af te stoten, wa­
ter zal nooit proberen een golf naar zich toe te trek­
ken, goud zal nooit proberen zoveel mogelijk sieraden
te verzamelen. What's thepoint? Je bént het al, dus je
kunt niet meer, of minder jezelf worden. You are what
youis!
40
Zelfonderzoek doen
Z
elfonderzoek doen is wezenlijk anders dan aan de
slag gaan met jezelf Zelfonderzoek houdt in dat je
kijkt wie of wat je bent en dat je nog niet weet wat de
uitkomst zal zijn. Je weet zelfs niet óf er wel een uitkomst
zal zijn. Als je durft toe te geven dat je weinig tot niets
weet en tegelijkertijd een enorme nieuwsgierigheid hebt
naar zelfkennis, ben je toe aan wezenlijk zelfonderzoek.
Met jezelf aan de slag gaan is iets anders. Je denkt
dan namelijk te weten wat je huidige situatie is, en ook
wat de gewenste situatie is.
Dat is geen onderzoeken, dat is naar een resultaat
toewerken. Bij deze vorm komt juist heel veel 'kennis'
kijken, in die zin dat je veel informatie leert onthouden
en die ook toepast. Zo kun je bijvoorbeeld veranderen
van iemand die moeite heeft om over zijn gevoelens te
praten in een assertief iemand.
41
Veel mensen denken dat het het één of het ander moet
zijn. Maar dat hoeft helemaal niet. Er zijn wel verschil­
len, maar zelfonderzoek en werken aan jezelf hoeven
elkaar helemaal niet wederzijds uit te sluiten. Er is al­
leen één probleem: hoe kun je werken aan jezelf als je
niet honderd procent twijfelloos weet wie je bent? Ik
weet niet hoe een motor werkt, maar ik ga er toch aan
sleutelen. Het antwoord is vrij simpel: dat kan even­
goed.
Chirurgen weten nog lang niet hoe ons lichaam
precies werkt, maar ze kunnen er toch aan sleutelen,
door bijvoorbeeld je blindedarm te verwijderen. De
oplossing die dat oplevert, is natuurlijk wel een tijde­
lijke. En dat is precies hoe het werkt met werken aan
jezelf: omdat je met een fragment bezig bent, krijg je
een fragmentarische oplossing.
Het leuke van wezenlijk zelfonderzoek is dat je di­
rect naar de bron gaat. Dus voordat we oplossingen
gaan zoeken, gaan we eerst eens kijken of er überhaupt
wel een oplossing nodig is. We gaan dus niet aan de
slag met het een of ander, we gaan kijken wat er al­
lemaal gebeurt in Bewustzijn. Niet om een resultaat te
bereiken, maar gewoon uit nieuwsgierigheid. Belang­
stelling is al een gek woord, want het gaat niet om be­
lang. Kijken, dat is belang-rijk.
42
Dualiteit
H
et hebben van ervaringen is onlosmakelijk ver­
bonden met dualiteit. Als er geen beweging zou
zijn in Bewustzijn, ervaren we niets. Afgelopen week
had ik een leerling op pianoles die een heel lekker
luchtje op had
(Bruno Banani), dus ik zei tegen haar: 'Goh, wat
een heerlijk geurtje heb je op!' Ze zei: �a. dus je
ruikt het wel? Zelf ruik ik het niet meer, namelijk.'
Zo werkt het met ervaringen. Als er geen verschil is
met iets dat daarvoor kwam, ervaren we niets. Koop
maar eens een nieuw horloge en doe het om. In het
begin ben je je zeer bewust van het bandje om je pols,
maar al vrij snel voel je niets meer. We kunnen uren
zoeken naar een bril die achteraf op ons voorhoofd
blijkt te staan. Als er alleen maar één tint groen zou
zijn en verder niets, zouden we niet weten wat kleu-
43
ren zijn. Juist omdat er diversiteit is, kunnen we kleu­
ren ervaren.
Hoe mooi en prachtig sommige ervaringen ook
kunnen zijn, ze hebben allemaal de eigenschap dat ze
voorbij gaan. Dat kan ook niet anders, want er kan
alleen een ervaring zijn wanneer er een verschil is met
een voorafgaande. Voor minder leuke ervaringen is dat
natuurlijk voordelig. En voor leuke ervaringen is het
jammer als ze voorbij zijn.
We maken een denkfout als we op zoek gaan naar
degene die ervaart. Dat wat alle ervaringen waarneemt,
kan zelf nooit een ervaring zijn. We kunnen niet er­
varen wat we in essentie zijn. Dat houdt in, dat wat
we in werkelijkheid zijn, geen begin heeft en ook geen
einde, zoals ervaringen dat wél hebben. We kunnen
alleen zijn wat we zijn, onbegrensd, niet afgebakend,
niet beïnvloed door omstandigheden.
44
Uitzicht op inzicht
H
et hebben v�n inzichten op het gebied van zelf­
onderzoek is een merkwaardig verschijnsel.
Neem alleen het woord zelf al. Het gaat over in-zien,
wat al een beetje aangeeft dat het dieper gaat dan ge­
woon ergens naar kijken. Als iemand zegt: 'Ik zie het,
ik snap wat je bedoelt', dan heeft dat niet het eureka­
gehalte van een alles doordringend inzicht.
Wat er optreedt bij een helder inzicht zou je een
soort supergeleiding kunnen noemen. Je hoort iets, of je
leest iets en ineens is het glashelder waar naar verwezen
wordt. Waarschijnlijk kun je het niet eens uitleggen of
verklaren, maar om die helderheid kun je niet heen.
Wat nog wel eens problemen op kan leveren is het
proberen te herhalen van momenten van helder in­
zicht. Je gaat dan uit zitten kijken naar een herbeleving
van iets dat allang weer weg is. Uitzicht op inzicht.
45
Iets proberen te herhalen is altijd niet-begrijpen. Je
hebt dan namelijk niet door dat het nu altijd nieuw
is. Van iemand die zelfonderzoek doet word je een ge­
nieter van spirituele toestanden. Maar inzichten treden
spontaan op en verdwijnen weer spontaan.
Is zelfrealisatie dan geen inzicht? Ach, het is maar
hoe je het formuleert. Maar het zal niet tot gevolg heb­
ben dat je gaat proberen bepaalde gebeurtenissen te
herhalen, of mooie momenten vast te houden.
Bij zelfrealisatie zie je van top tot teen en door en
door dat je als Bewustzijn de essentie van alle dingen
bent, dus het gevoel dat je iets ontbreekt en elke zoek­
beweging die daaruit voortvloeit wordt onmogelijk
vanwege de absurditeit ervan.
46
Herinneren en onmiddellijk weten
Z
elfonderzoek is geen kwestie van dingen onthou­
den en ze, indien nodig, op kunnen dreunen. Het
betekent dat je onderzoekt wat je nu eigenlijk weet.
Welke kennis in je is twijfelloos? En welke kennis
bestaat uit aannames die (impliciet) niet onderzocht
zijn?
Meningen, stellingen en overtuigingen horen alle­
maal tot het terrein van denken, dus van herinnering
en geheugen. En geheugen is uiterst onbetrouwbaar.
Ga bijvoorbeeld maar eens na hoeveel procent je je
nog exact herinnert van vandaag, acht weken geleden.
Herinnering is: 'Oh ja, dat was ook zo.' Dat is het
vergelijken van concepten en tot de slotsom komen
dat ze overeenstemmen. Onmiddellijke kennis is an­
ders. Het is weten, kennen, waarnemen zelf. Als ge­
heugen 'oh jà is, is onmiddellijk weten 'ja'. Je weet
47
twijfelloos dat je bent, dat hoef je niet uit je geheugen
op te vissen.
Gevoelens worden onmiddellijk gezien. De etiketjes
die erbij horen (zoals woede ofblijdschap), zijn geheu­
gen. Dat is trouwens geen pleidooi voor onmiddellijk
weten en ook geen aanklacht tegen het geheugen. Er is
geheugen, en er is het onmiddellijke zien.
Geheugen is prima geschikt om momentopnamen
van voorbije gebeurtenissen tevoorschijn te toveren,
maar geheel ongeschikt om exact in kaart te brengen
wat we in essentie zijn.
48
De persoon is een hokje
N
iemand vindt het leuk om in een hokje gestopt
te worden. Zodra iemand anders probeert ons
tot een concept te reduceren gaan onze nekharen over­
eind staan. Dan zegt iemand bijvoorbeeld: 'Oh, dat is
typisch wat voor jou!' Daarmee proberen ze dan aan te
geven dat ze je door en door kennen, maar in feite is
het kleinerend. Wanneer iemand tegen je zegt: 'Ik weet
precies hoe jij bent!' denken ze dat ze doorhebben hoe
'jij' in elkaar zit. In feite zijn ze alleen maar geïnteres­
seerd in hun eigen projecties over jou.
Waarschijnlijk is het bovenstaande niet al te inge­
wikkeld om te volgen.
Dat heeft ermee te maken dat het gaat over wat er
eigenaardig is aan het gedrag van ándere mensen. Maar
als we de blik op onszelf richten wordt het nog veel
gekker. Als we het niet leuk vinden dat andere mensen
49
ons in een hokje stoppen, waarom doen we het dan
zelf wél? Want het geloof slechts een persoon te zijn,
komt op precies hetzelfde neer. Een persoon is net zo
goed een hokje als elk ander hokje.
Een hokje is een concept, en de persoon is evenzo­
goed een concept. Niets aan de hand, tot we er meer
van proberen te maken dan het is. Tot we het tot norm
gaan verheffen. Zolang we het herkennen voor wat het
is - een concept - blijft het speels en relatief. Hoe seri­
euzer en belangrijker de persoon wordt, des te groter
de kans op problemen. En vergis je niet: ook het weg­
wensen van de persoon is het serieus nemen van de
persoon.
50
Begrippen en begrijpen
I
emand begrijpen is in feite niet meer dan een aantal
begrippen op een rijtje zetten en denken dat je daar­
mee die ander in kaart hebt gebracht.
Je vergelijkt je eigen denkbeelden met de concepten
van de ander en als het ongeveer overeenkomt, denk je
dat je die ander begrepen hebt.
Eigenlijk is dat heel kleinerend, want je denkt dat
die ander tot een begrip, tot een concept, terug te bren­
gen is. Wanneer twee mensen ruzie hebben en op hun
strepen gaan staan, krijg je exact hetzelfde verhaal.
Of het nu gaat om aantrekken of afstoten, het gaat
nog steeds om niets meer dan de concepten die je van
de ander maakt en, belangrijker, de waarde die je aan
die concepten toekent.
Denken dat je iemand anders begrijpt is dus een
misverstand. Proberen door iemand anders begrepen
51
te worden ook. Begrepen worden lijkt fijn, maar het
is het nét niet. Als je dit niet door hebt, zul je op zoek
gaan naar steeds meer begrip vanuit je omgeving. Dat
werkt contraproductief en zo creëer je een vicieuze
cirkel. Hoe meer je probeert begrip, bevestiging en
aandacht te kweken, hoe vaker men zal proberen je te
ontlopen.
Al deze misverstanden hebben ermee te maken dat
we vergeten zijn dat we niet alleen maar concepten
zijn. Persoonlijkheid, ego, het zijn allemaal concepten.
En wij zijn datgene waarin al deze dingen waargeno­
men worden.
Ik noem het Absoluut Bewustzijn, maar elke bena­
ming is opnieuw een concept. En het draait niet om de
concepten, maar om datgene waarnaar ze verwijzen.
52
Acceptatie is nooit denkwerk
V
aak gebeuren er dingen die we niet willen,
maar waar we niet omheen kunnen. Er is een
aantal gevoelens waaraan standaard het etiketje 'niet
in orde' hangt. Angst is bijvoorbeeld zo'n gevoel.
Zodra dat verschijnt komt even later de gedachte
'weg hiermee' op.
De gedachte over een gevoel komt dus altijd later
dan het gevoel. Nu hebben we van vrij veel gevoelens
geleerd dat ze negatief zijn. Toch heeft iedereen van
tijd tot tijd gevoelens als angst, verdriet, kwaadheid
enzovoort. Hoe zwaarder het oordeel over deze gevoe­
lens gaat wegen, hoe groter ook het conflict met deze
gevoelens.
Velen van ons proberen het conflict op te lossen
door de negatieve gedachten over bepaalde gevoelens
te vervangen door positieve gedachten.
53
We gaan 'positief denken'. Er komt dan bijvoorbeeld
verdriet op, en iets later zeggen we: 'Dat was goed,
want dat moet je uiten. Dat verdriet mag er zijn'.
Met acceptatie heeft dit echter niets te maken. We
hebben gewoon het negatieve oordeel verruild met een
positief oordeel. Het blijft oordelen, en ook de posi­
tieve gedachten komen ná het gevoel op.
Op het moment dat een gevoel opkomt zijn wij ge­
woon de Openheid waarin dat gevoel verschijnt. We
zijn eenvoudig de Beschikbaarheid die het mogelijk
maakt dat er gevoelens verschijnen. Het onmiddellijke
waarnemen van een gevoel is de acceptatie ervan. Aan­
gezien het denken per definitie achter de feiten aan­
loopt, is het voor het denken onmogelijk om nog iets
met een gevoel te doen dat allang verschenen (en dus
geaccepteerd) is.
Acceptatie is geen actie van het denken. Ook ge­
dachten worden geaccepteerd.
54
Honger en eten
V
an tijd tot tijd krijg je honger en heeft je lichaam
voedsel nodig. Na het eten voel je je voldaan en
is het hongergevoel verdwenen. Je zou dus zeggen dat
eten dé oplossing is voor honger. Maar dat is maar
ten dele waar. Eten zorgt er inderdaad voor dat het
hongergevoel tijdelijk verdwijnt, met de nadruk op
tijdelijk. Als je een paar uur wacht, krijg je al weer
trek. En als je nog langer wacht, wordt het vanzelf
weer honger.
Zit ik nu ingewikkeld te doen op niets af? Een
beetje wel. Want wat is het probleem nou eigenlijk?
Als je honger hebt, eet je. Klaar. Wij hebben het geluk
dat we in een deel van de wereld wonen waar voedsel
genoeg is.
Maar stel nu dat we niet op zoek gaan naar een tij­
delijke oplossing voor honger, maar een blijvende.
55
Je zou kunnen proberen om vaker te eten. Of om an­
dere dingen te eten.
Maar het feit blijft dat je niet definitief kunt op­
houden met eten. Als we van honger een probleem
zouden maken, ontdekken we dat er geen definitieve
oplossing voor is.
Precies op dezelfde manier is het met het zoeken
naar bevestiging, status, macht en erkenning. Als je
daar echt een probleem van maakt en probeert langs
die weg tot een definitieve oplossing te komen, zul je
merken dat er op die golflengte geen oplossing bestaat.
Hoeveel bevestiging je ook zult krijgen, hoeveel erken­
ning er ook zal zijn voor wat je gedaan en bereikt hebt,
je zult altijd op zoek gaan naar meer. Je komt nooit op
een punt waarop het genoeg is.
Er is dus geen blijvende oplossing voor honger naar
voedsel of een zoektocht naar bevestiging of status. Is
dit erg? Welnee. Je ziet gewoon het patroon: honger
- eten - honger - eten. Het is een cyclus die zichzelf
in balans houdt. Met zoeken naar psychologisch geluk
is het patroon ook zo: zoeken - bevestiging - zoeken
- bevestiging.
Wat op zichzelf geen probleem is, namelijk zo'n
waargenomen beweging in Openheid, kan het wel
worden als je denkt dat je onderdeel van zo'n bewe­
ging bent. Dat je in een cyclus mee zou draaien. Als je
zo'n cirkelbeweging ziet, en jezelf afvraagt: 'Hoe kom
ik daar uit?', dan is het antwoord: je bént er al uit, an­
ders zou je het niet waar kunnen nemen.
56
Verschijnen en verdwijnen
G
evoelens verschijnen in ons en wij nemen ze waar.
Met gedachten is het net zo. Er kunnen veel din­
gen ingewikkeld lijken aan zelfonderzoek, maar dit
onderdeel is vrij simpel te zien. Denken en voelen ver­
schijnen niet alleen in ons, ze verdwijnen ook weer in
ons. Tot zover allemaal eenvoudig, geen vuiltje aan de
lucht.
Maar dan vraagt iemand bijvoorbeeld op satsang
plotseling aan mij: 'Hoe zorg ik ervoor dat ik niet meer
zo word meegesleept door mijn gevoelens?' En dan is
er ineens iets geks gebeurd: we draaien de boel om en
beweren dat wij in onze gevoelens kunnen verdwijnen.
Dat objecten als denken en voelen in óns verschijnen
was meteen helder, maar blijkbaar gaat er geen belletje
rinkelen als we dan later zeggen dat we verdrinken in
heftige emoties.
57
Je kunt niet verdwijnen in een gevoel. Je kunt ook niet
verschijnen in een gevoel. Wat er wél gebeurt is dat
de persoonlijkheid vaak even afwezig is wanneer er
sterke gevoelens optreden. Aangezien we onszelf per
abuis voor de persoonlijkheid aanzien, denken we dat
we erin kunnen verdrinken. Maar hoe zouden we kun­
nen verdwijnen, als we juist datgene zijn waarin alles
verdwijnt?
Alles verdwijnt in ons, niet andersom.
58
Geen Tefal pan,
maar de ultieme oplossing
v:eel mensen denken dat niets je meer raakt als je
gerealiseerd bent, en dat zich dat uit in een ge­
lijkmatige houding en een harmonieus gevoelsleven.
Volkomen stoïcijns en onaangeraakt gaan ze door het
leven, die verlichten. Wat er ook gebeurt, ze blijven er
absoluut onverschillig onder.
Het is een veel voorkomende projectie en natuur­
lijk klopt hij niet. Je wordt geen Tefal pan, waar niets
vat op heeft en alles vanafglijdt.
Natuurlijk, ik ben Absoluut Bewustzijn. Maar die
ontdekking vervreemdt mij niet van de wereld zoals
die verschijnt. Zelfrealisatie betekent niet dat je je af­
sluit voor de wereld, maar juist dat je ontdekt dat je de
totale openheid bent waarin de wereld verschijnt.
Vroeger werd elk gevoel meteen aan een persoon
gekoppeld, gevolgd door allerlei projecties over het
59
hele gebeuren. Het hele proces voelde aan als een
kramp. Volgens de Tefal pan strategie zou ik nergens
meer door geraakt moeten worden. Maar precies het
tegenovergestelde is gebeurd.
Alles raakt me. Ik ben elk gevoel en elk gevoel wordt
honderd procent geaccepteerd en ervaren. Ik kan nooit
meer zeggen: 'Dat is mijn pakkie an niet', want ik ben
alles. Ik ben dus niet in een gepantserde houding te­
rechtgekomen waarin ik volkomen onkwetsbaar op
veilige afstand naar de wereld kijk.
Alles verschijnt in Mij, wordt in Mij gezien en lost
ook weer op in Mij.
Ik ben de Ultieme oplossing.
60
De persoonlijkheid als doener
I
n het denken is een subtiel misverstand aan de hand
, namelijk dat de persoonlijkheid de doener der din­
gen zou zijn. Dingen gebeuren vanzelf, maar we ne­
men aan dat er een 'iemand' is die het doet. We ken­
nen da'armee de persoon een zelfstandigheid toe die er
helemaal niet is. De truc van een doener hangt samen
met de poging controle te krijgen over ons leven.
Als er dan iets leuks of goeds gebeurt, kunnen we
zeggen: 'Dat komt door mij, dat heb ik gedaan'. Na­
tuurlijk kunnen er ook minder leuke dingen gebeuren,
en dan moeten we zorgen dat we niet als de schuldige
worden aangewezen. Er zitten twee kanten aan.
'Natuurlijk ben ik de persoonlijkheid niet', hoor
ik vaak roepen door mensen die zelfonderzoek doen.
'Dat snap ik allang.' Maar het probleem van de per­
soonlijkheid ligt genuanceerd. Het best ontwikkelde
61
vermogen van de mens is het vermogen om zichzelf
voor de gek te houden (Alexander Smit). Op allerlei
slinkse manieren komt die zogenaamde doener vaak
tóch weer om de hoek kijken.
Je hoort spirituele zoekers bijvoorbeeld nog wel
eens roepen: 'Laat het maar gewoon gebeuren'. Dat is
volkomen de plank mis slaan en introduceert op een
subtiele manier toch weer een doener, namelijk een
spirituele doener die de dingen zou laten gebeuren.
Alsof gebeurtenissen toestemming nodig hebben om
te verschijnen.
Het is ook zinloos om er naar te streven dat de per­
soonlijkheid verdwijnt ofverandert. Het is gewoon een
serie concepten die verschijnt en verdwijnt. Het weg­
wensen van de persoonlijkheid is doorschieten naar de
andere kant. Ego is niet de vriend, maar ook niet de
vijand. Proberen er vanafte komen komt voort uit een
overwaardering.
Wat ik ook nog wel eens zie, is dat mensen de per­
soonlijkheid als een soort acteur zien waar zij zelfniets
mee te maken hebben. Dan zeggen ze bijvoorbeeld:
'John is boos, laat hem maar lekker'. Onder het mom
van: '.Alles is Bewustzijn, hier ben ik en dáár is de we­
reld' heb je de perfecte uitvlucht gecreëerd (voor wie?)
en ben je niet meer aanspreekbaar voor je omgeving.
Snappen hoe het zit met de illusie van de doener
houdt in dat er geen bemoeienis is met die doener.
62
Kijken en bereiken
Z
odra ik mezelf eigenschappen toeken, valt er iets
te verbeteren.
Wanneer ik denk dat ik leuk ben, kan het altijd nog
een stuk leuker.
Alle verbetering die er mogelijk is, bevindt zich op
het niveau van de eigenschappen. Je kunt geen eigen­
schap opnoemen ofhij is wel voor verbetering vatbaar.
Er is dan ook een hele wereld aan cursussen te vinden
waarmee je aan de slag kunt.
Kijken is van een andere orde. We kijken naar alles,
inclusief alle verbeteringsmechanismen, alle denkspel­
letjes, alle strategieën ter decoratie van het ego, en bo­
vendien alle oordelen daarover. In kijken zélf zit geen
oordeel, want ook diezelfde oordelen worden gezien.
Het leuke van dit kijken is dat je er niet 'uit' kunt.
Je kunt niet besluiten te gaan kijken, je bént al gewaar.
63
Waarnemen is geen acuv1te1t, het is onmiddellijk.
Soms lijkt het zo te zijn dat we 'meegenomen' kunnen
worden door heftige verschijnselen. Dat we uit 'ons
centrum' weggesleurd kunnen worden. Maar hoe kan
het dan dat we later exact kunnen navertellen wat er
gebeurd is? Omdat we bewust zijn.
Dit schouwen van dingen valt buiten de sfeer van
'bereiken', omdat het al zo fs. Als je deze waarheid uit
het oog verloren bent, en denkt dat je een rijtje eigen­
schappen bent, ga je als een dolle te keer om te berei­
ken wat je al bent. Als een kip zonder kop ga je van
alles ondernemen, op zoek naar 'jezelf'.
Bereiken is tijdelijk, kijken is tijdloos.
64
Meditatie
S
ommige mensen denken dat je door te mediteren
in een andere geestestoestand terechtkomt waarin
alles rustig en harmonieus wordt.
Dat de persoonlijkheid oplost en dat je 'de een­
heid ervaart'. Meditatie, op die manier gezien, is dan
gewoon hetzelfde als stemmingmakerij of een geleide
fantasie.
Je creëert dan namelijk een aantal voorwaarden en
als daaraan voldaan is zou je de juiste state ofmind be­
reikt hebben. Als je een toestand wilt oproepen waarin
alles rustig en harmonieus is en waarin de persoon is
opgelost, zou je net zo goed een dutje kunnen doen.
Dat heeft exact hetzelfde effect.
Werkelijke meditatie is niet afhankelijk van het wel
of niet verschijnen van de persoonlijkheid, of van het
scheppen van een fijne sfeer en/ofde juiste omstandig-
65
heden. Het is de realisatie dat onze ware natuur niet
verstoord kan worden. Je kunt er dus geen oefening
van maken. Iemand die zegt dat hij 'meditatie beoe­
fent', heeft het dan ook niet begrepen.
Misschien een leuk experiment om eens uit te voe­
ren: zorg voor een mooie ruimte met zachte kleuren en
een fraaie lichtval. Zorg dat het lekker ruikt, met een
wierookstokje of een geurkaars of etherische olie.
Zet heel zachtjes mooie muziek op en ga in een ge­
makkelijke houding zitten. Let op je ademhaling en
laat je gedachten langzaam wegzakken.
Op welk moment is je meditatie nu precies begon­
nen?
66
Maniërisme
H
oe lang zijn we al op zoek naar de beste manier
om te leven? Oud en nieuw staat voor de deur.
Heb je voornemens? En hoeveel van die voornemens
hebben te maken met je manier van leven? En waarom
maken we deze voornemens elke keer weer?
Het feit dat we ze maken, houdt in dat we erin gelo­
ven. Elke keer opnieuw nemen we ons voor het dit keer
anders, beter te gaan doen. En keer op keer komen we
bedrogen uit, want we zijn nog niet halverwege januari
en alle goede voornemens zijn alweer als sneeuw voor
de zon verdwenen.
Vreemd genoeg trekken op zo'n moment veel men­
sen de conclusie dat ze te zwak zijn en geen ruggen­
graat hebben. Maar dat is maar één manier van kijken.
Je zou net zo makkelijk kunnen zeggen: 'Er deugt iets
niet aan het maken van voornemens'.
67
Een voornemen, een plan over hoe te leven, een 'ma­
nier waarop', zijn allemaal kleineringen van de spon­
taniteit waarmee het leven zich van moment tot mo­
ment openbaart. Het leven is nooit te vangen binnen
een concept of een systeem van regels. Wanneer je dus
mèent dat het leven volledig te reguleren is, verval je
tot een soort ultieme vorm van maniërisme. Er is geen
manier om te leven.
Alle regels en systemen afschaffen dan maar? Liever
niet. Regels en systemen zijn een bijproduct en een
afspiegeling van het leven. Niet de hoofdmoot, niet
de essentie, maar een afspiegeling. Kijk om je heen:
overal ter wereld hanteert men een verschillende mind­
set waar het regelgeving betreft. Maar overal ter wereld
is de spontaniteit van het leven zelf aanwezig.
Mocht je met alle geweld toch een voornemen wil­
len hebben, dan zou je je kunnen voornemen spontaan
te zijn. Tegelijkertijd zou dat het gekste voornemen al­
ler tijden zijn.
68
Ontspanning
A ls je van ontspanning naar spanning gaat, mer�je
..t".duidelijk een verschil. Maak maar eens een vuist,
dan voel je duidelijk wat er gebeurt met de spieren in
dat gebied. Je voelt de spanning opbouwen, en weer
afnemen als je vingers zich weer openen.
Maar stel nu dat je de hele dag een vuist zou ma­
ken? Dan ervaar je die spanning op den duur als de
normale situatie, als de uitgangspositie. Je vergeet dan
hoe het was toen die ontspanning daar was, en kent al­
leen nog maar de situatie MET spanning. Hoe langer
dit duurt, hoe normaler je het gaat vinden. Wat in feite
een kramp is, wordt niet meer als zodanig ervaren.
Mensen die hyperventileren hebben bijvoorbeeld
een kramp ontwikkeld in het middenrif, maar voelen
niet meer dat daar een spanning zit. Het lijf reageert
wel, met aanvallen van duizeligheid en andere sympto-
69
men, en zodoende word je toch alert gemaakt op het
feit dat er iets aan de hand is. Nu kun je de symptomen
gaan bestrijden en bijvoorbeeld een kalmerend middel
nemen om de angstaanvallen tegen te gaan, of je slikt
iets tegen duizeligheid. Dat zal ook wel werken, en ik
zie daar dan ook helemaal geen bezwaar in.
Maar je kunt ook dieper gaan, en kijken waar de
symptomen vandaan komen.
Je hoeft niet eens te kiezen, je kunt het ene doen
en het andere niet nalaten. En dan kun je ontdekken
dat er zich een spanning in het middenrif heeft opge­
bouwd en wellicht vind je dan een manier om de weg
terug te gaan naar de ontspanning die ooit de meest
natuurlijke zaak was.
Je voelt hem al van mijlenver aankomen, maar met
je zelfonderzoek is het net zo. De illusie een persoon
te zijn, is je ZO ingeprent, dat het bijna een eigen le­
ven is gaan leiden. Het is een krampachtig gebeuren,
waarvan we geleerd hebben dat het normaal is. De
symptomen van deze kramp zijn er natuurlijk wel, zo­
als zoeken, proberen te bereiken, denken dat er iets te
halen vale, allemaal vanuit het perspectief dat we een
persoon zouden zijn.
Symptoombestrijding is volop aanwezig; er zijn ik
weet niet hoeveel cursussen op het gebied van zelfVer­
becering te vinden. En net als met de kalmerende mid­
delen zie ik daar helemaal geen bezwaar in. Maar er is
ook de mogelijkheid om dieper te gaan, en te kijken
wat je ware natuur is, voordat de kramp van de per­
soonlijkheid tot gewoonte werd.
70
Problemen, oplossingen
en aandacht
J
e kunt alleen op zoek gaan als je het idee hebt dat je
iets ontbreekt.
Wanneer er geen gevoeld tekort is, of een bepaald
gemis, is zoeken onmogelijk. Zo ga je op zoek naar bij­
voorbeeld liefde, en/of aandacht. Van tijd tot tijd zul
je ook wel vinden wat je zoekt, maar hoeveel aandacht
je ook ontvangt, het zal nooit leiden tot een situatie
waarin je geen aandacht meer nodig hebt.
Dus ontwikkel je allerlei strategieën om aandacht
te krijgen uit je omgeving. Eén zo'n strategie, is het
hebben van problemen. Zodra je een probleem hebt,
is er altijd wel iemand te vinden die er aandacht aan
wil geven. Men gaat proberen je te helpen om het pro­
bleem op te lossen.
Mocht dit lukken, dan is het middel om aandacht
naar je toe te trekken opgehouden te bestaan, dus
71
moet je een nieuw probleem verzinnen. Of je moet een
probleem verzinnen waarvoor geen oplossing bestaat,
zodat het nier uitmaakt hoeveel je geholpen wordt.
Je bent niet gebaat bij een oplossing voor je pro­
blemen, want dan houdt de attentie van je kennis­
senkring onmiddellijk op. Maar juist omdat je maar
blijft hangen in de sfeer van het hebben en het in stand
houden van problemen, pleeg je een soort roofbouw
op je omgeving. Mensen zullen steeds minder graag in
contact met je staan omdat het niet uitmaakt hoeveel
aandacht ze aan je geven, het is nooit afdoende.
De situatie die dan ontstaat is eigenlijk een selffulfil­
lingprophecy: 'Zie je wel, de hele wereld is tegen mij'. Je
zit in een hopeloze positie, overigens wel eentje waarin
je jezelf gemanoeuvreerd hebt. En alleen maar omdat
je uitgangspositie de aanname was: 'Er ontbreekt wat
in mijn leven'.
Als je opereert vanuit een bepaalde uitgangsposi­
tie, vanuit een aanname, eindig je per definitie in een
kramp of in halsstarrigheid. We zijn geen denkbeeld
of hypothese, dus elk draaiboek, plan de campagne,
elke tactiek of methode die daarop gebaseerd is, is een
doodlopende weg.
72
Vergelijken
V
ergelijk je jezelf wel eens met anderen? Dat be­
tekent dat je gelooft in een bepaald beeld van
jezelf. Een vergelijking is alleen mogelijk tussen het
ene concept en het andere. Je kunt bijvoorbeeld de
ene temperatuur vergelijken met de andere, en dan
kun je praten over 'warmer dan', of 'kouder dan'.
Maar wat gebeurt er als je jezelf met iemand anders
vergelijkt?
Dan probeer je je eigenwaarde te ontlenen aan een
denkbeeld. Je hebt ten onrechte geconcludeerd dat jij
en die ander twee verschillende personen zijn, en niet
meer dan dat. Je hebt jezelf en die ander op een schaal
geplaatst en probeert nu door te vergelijken tot een
voor jou zo voordelig mogelijke uitslag te komen. Dit
mechanisme kan allerlei vormen aannemen, van arro­
gantie tot valse bescheidenheid.
73
Zijn er dan geen vergelijkingen mogelijk tussen per­
sonen? Natuurlijk wel, heel goed zelfs. Dat is gewoon
dualiteit. Het addertje onder het gras is die eigenwaar­
de die eraan gekoppeld wordt. Daar ga je de mist in.
En dan denk je dat je 'beter' of 'minder' bent dan die
ander.
Ironisch genoeg is datgene waarin alle vergelijkin­
gen optreden zelf met niets te vergelijken. Bewustzijn
is met niets te vergelijken. Het heeft geen tegendeel, er
is geen Bewustzijnsschaal.
74
Aandacht
A
andacht op het denken
Wanneer je aandacht gericht is op het denken,
krijg je de sensatie dat je met kaders te maken hebt.
Er zijn referentiepunten en duidelijk afgebakende
grenzen. Dit is het gebied van redeneren, analyseren,
beoordelen en conclusies. Hier bevinden zich beschrij­
vingen, eigenschappen, herinneringen, projecties, con­
ditioneringen en associaties.
Denken is een prachtig instrument, maar op som­
mige gebieden is het niet toereikend. Als iemand zegt:
'Ik denk dat ik van je houd', zie je waar het tekort
schiet.
Aandacht op het zijn
Wanneer je aandacht gericht is op het gevoel aanwezig
te zijn, op het bewuste zijn, ervaar je alleen de sensaties
75
op het gebied van horen, zien, ruiken, voelen en proe­
ven. Denken kan als ondertitelaar langskomen, maar
de focus ligt in dit geval vooral op de verschijnselen
die via één van de vijf zintuigen opkomen. Wat veel
zoekers naar waarheid zich misschien niet realiseren,
is dat je hier eigenlijk al zonder problemen bent. Ver­
schijnselen zijn nooit een probleem op zich.
Pas wanneer we gaan projecteren dat het anders zou
moeten zijn, is er sprake van conflict.
Aandacht op het waarnemen
Wanneer de aandacht bij het waarnemen zelf ligt, zie
je dat er eigenlijk alleen het waarnemen van dingen
bestaat. We kunnen alleen zeggen dat er waarnemen
is, niet dat de waargenomen objecten ook op zichzelf
kunnen bestaan. Maar er is waarnemen, daar kun je
niet onderuit. Je zou waarnemen kunnen vergelijken
met het licht waardoor objecten zichtbaar worden.
Het denken is dan de schaduw van de objecten.
Aandacht op Bewustzijn
Voordat er denken, zijn, of het waarnemen van dingen
kan zijn, moet er iets zijn waarin dit allemaal mogelijk
is. Hier ligt de basis van je bestaan, van de wereld, van
jeZelf. Verder terug kun je niet. Dit is je thuis, waar je
nooit vandaan kunt of van weg geweest bent. In deze
Beschikbaarheid is alles mogelijk. Elk verschijnsel is
een bijverschijnsel van dat beginsel.
76
Ervaringen opsparen
S
oms lijkt het zo te zijn dat ervaringen zich kun­
nen opstapelen. Alsof er steeds meer 'nu' bij kan
komen. Vooral de momenten die we als vervelend
ervaren hebben deze eigenschap. Aan de andere kant
ervaren we regelmatig dat het leven als zand door onze
vingers glipt en dat we het niet kunnen vasthouden.
Dan hebben we het meestal over de zogenaamd leukere
momenten. Zou dat iets met elkaar te maken hebben?
Als je het ervaren onderzoekt en gaat kijken wie ei­
genlijk degene is die ervaart, kom je tot de verrassende
ontdekking dat er geen waarnemer te lokaliseren is. Er
is dus wel ervaren, maar geen 'ervaarder'. Immers, elke
keer als je een entiteit gevonden hebt die verantwoorde­
lijk zou zijn voor het waarnemen, kun je de vraag stellen:
'Waar verschijnt die entiteit dan in?' Alles wat we aan
kunnen wijzen is per definitie een object in Bewustzijn.
77
78
De consequenties van deze ontdekking zijn behoorlijk
verstrekkend. We kunnen helemaal niet verstrikt raken
in ervaringen of opgesloten raken in onze gevoelens.
War er op zo'n moment gebeurt is dat we de illusie
geloven dar er een persoon is, die de dingen overkomt.
Dat er een ervaarder is die dit alles overkomt. Vervol­
gens gaan we dan verzinnen hoe die schijngestalte uit
de problemen zou moeten raken, terwijl het geloof in
die figuur juist de bron van het probleem is.
Een andere ontdekking die onmiddellijk voort­
vloeit uit de vorige, is dat er absoluut niets is dat je
kunt 'doen'. Wie zal wat gaan doen? En met welk doel
en voor wie? Wat voor verhalen, acties en plannen er
ook langskomen, de persoonlijkheid is onderdeel van
het verhaal en niet degene die het verhaal meemaakt.
Door te richten op het eindpunt,
kijkje over wat nu is heen
' froeger, als ik een pianostuk moest instuderen,
V begon ik het pas leuk te vinden als ik het stuk
helemaal kende. Studeren was een kwestie van door de
zure appel heen bijten tot je aan het einde van de rit de
beloning mocht incasseren in de vorm van een mooi
stuk muziek. Er kwam vrij veel discipline bij kijken. Ik
was voornamelijk bezig met het eindresultaat.
Op les bleken er dan altijd wel weer dingen fout
te zijn, en die moesten dan in de week daarna gecor­
rigeerd worden.
Tegenwoordig gaat dat heel anders. Ik ben in fei­
te alleen maar bezig met wat op dat moment aan de
hand is. Voor piano betekent dat bijvoorbeeld, dat je
helemaal in één loopje kunt duiken, verschillende vin­
gerzettingen uitprobeert, terwijl je heel alert bent op
wat er dan precies in je handen gebeurt. Ofik probeer
79
verschillende tempo's uit, of verschillende soorten ba­
lans tussen linker- en rechterhand. Dat lijkt misschien
ook wel op discipline, maar het is meer zo dat ik als
een kind in de speeltuin ben dat alle apparaten mag
uitproberen. Dat kan heel erg 'ingezoomd' zijn, dus
misschien maar een deel van een maat, of juist hele­
maal 'uitgezoomd'. Een heel stuk vluchtig doorspelen
om een indruk te krijgen van de grote lijn.
Terwijl je op die manier met muziek bezig bent
komt er van alles langs.
Je bent eigenlijk de hele tijd benieuwd naar wat er
allemaal gebeurt. Op deze manier is piano studeren
geen opdracht of corvee, maar iets dat je bijna niet
kunt laten. In plaats van te geloven in de projectie naar
het einddoel toe, ontdekte ik dat je meteen al kunt ge­
nieten van alles wat er langskomt. En gek genoeg geeft
dat nog een beter resultaat ook
80
Iets blijvends vinden in het
veranderlijke is onmogelijk
I
emand die probeert om in het veranderlijke iets
blijvends tot stand te brengen zal per definitie
mislukken. Het veranderlijke heet niet voor niets het
veranderlijke. En wat is er allemaal veranderlijk? Alle
verschijnselen, alles wat we waarnemen, elk object
dat in Bewustzijn verschijnt. Wat we 'de wereld' zijn
gaan noemen is niets anders dan een serie indruk­
ken. Die indrukken bestaan uit waarnemingen op
het gebied van zien, horen, voelen, ruiken, proeven
en denken.
Eén van de moeilijke dingen van zelfonderzoek is
dat ook die 'iemand' bij het veranderlijke hoort. Zo­
lang je denkt dat je goed bezig bent omdat je op wat
voor manier dan ook spiritueel bent geworden, heb je
de hele wereld tot illusie gemaakt behalve je persoon­
lijkheid, terwijl dat nou net de grootste illusie van al-
81
lemaal is. Het lijkt allemaal heel heilig en zuiver, maar
in feite is de split-mindsituatie niet doorzien.
Een heel leuke ontdekking is, dat elke scheiding
ook denkwerk is en alleen maar bestaat zolang de ge­
dachte waargenomen wordt. Maar let op: ook dan is
de scheiding niet werkelijk. Er is alleen maar het waar­
nemen van de gedachte aan afgescheidenheid: ik hier
en de wereld daar. Zelfrealisatie is niet het herenigen
van delen die eerst gescheiden waren; het is de ontdek­
king dat elke vorm van afgescheidenheid alleen als een
gedachte op kan komen. Het zijn flitsen, meer niet.
Vanuit de illusie afgescheiden te zijn, kunnen zich
allerlei strategieën ontwikkelen. Er kan een zoektocht
ontstaan naar liefde, naar bevestiging, naar erkenning,
naar begrip, naar aandacht, en ga zo maar door. Bij die
zoektocht speelt de illusie dat er iets blijvends tot stand
kan komen ook een rol. Deze zoektocht kan elke vorm
aannemen: spiritueel, materieel, of emotioneel. Of je
wordt een machtswellusteling, of een controlefreak; ei­
genlijk alles wat de illusie van iets blijvends kan creëren
of in stand kan houden.
De oplossing ligt niet in de vervulling van deze
projecties, maar in het herkennen van het misverstand
dat aan de wortel ligt. Je bent niet afgescheiden, nooit
geweest ook. Er hoeft niets herenigd te worden. Hoe
kun je herenigen wat nooit gescheiden was? Moet een
golf één worden met water? De essentie van alles is
Bewustzijn en dat ben Jij. Tat tvam asi.
82
Ontwaken in driefases
F
ase een
Je denkt dat je een deel van de verschijnselen bent.
Zo meen je bijvoorbeeld dat je wél de persoonlijkheid
en het lichaam bent, maar niet de rest. Je beleeft jezelf
als een fragment te midden van allerlei andere frag­
menten en gaat op zoek naar geluk voor het fragment
dat je denkt te zijn. Omdat blijvend geluk voor een
fragment onmogelijk is, komt er geen einde aan je zoe­
ken. Elke keer als er iets bereikt lijkt te zijn, is er weer
de ontdekking dat elk bereiken op het gebied van de
verschijnselen per definitie tijdelijk en relatief is. Het
maakt niet uit welke manier je uitprobeert om geluk
te vinden voor het ego, ze blijven allemaal steken op
hetzelfde basisprincipe; ego is een verschijnsel en dus
tijdelijk. Alles wat op dat gebied tot stand komt, kan
ook weer verdwijnen.
83
Fase twee
Je komt in aanraking met de een of andere spiritu­
ele richting via een boek, het internet of een leraar. Er
wordt je verteld dat je geen verschijnsel bent, maar dat
je juist datgene bent dat alle verschijnselen waarneemt.
De aandacht verschuift van de serie verschijnselen die
je dacht te zijn naar datgene waarin alles verschijnt.
In het begin lijkt het eng, want er is immers geen re­
ferentiekader meer (het is moeilijk refereren vanuit de
Leegte), maar al snel kom je erachter dat dit de ideale
manier is om verstoppertje te spelen. Je begint dingen
te roepen als: 'Het maakt niet uit, alles is toch Bewust­
zijn!' Op den duur is er geen gesprek meer met je te
voeren.
Je hebt een spiritueel ego gecreëerd en elke inter­
actie met je omgeving ga je uit de weg. 'Stille wateren
hebben diepe gronden' wordt je lijfspreuk en je beant­
woordt elke vraag met een wedervraag. Humor is in
deze fase niet je sterkste kant en zelfspot is ook al ver
te zoeken.
Fase drie
Je ontdekt dat er geen wezenlijk verschil is tussen ver­
schijnselen en datgene waarin verschijnselen plaatsvin­
den. Je ziet dat je niet alleen maar een fragmentje bent,
maar ook het waarnemen van het fragmentje, en ook
datgene wat het waarnemen van het fragmentje moge­
lijk maakt. Je bent niet meer 'hier' de Leegte, terwijl
'daar' de wereld der verschijnselen is. Verschijnselen
zijn gewoon Bewustzijn mee vorm. Je ziet als het ware
84
overal jeZelf en jeZelf overal als het Ware. Je weet dat
op het gebied van het veranderlijke niets wezenlijks tot
stand kan komen, en juist daarom kun je erom lachen
en alle spelletjes van harte meespelen. En, paradoxaal
genoeg, in deze fase zie je dat elk idee over fases volko­
men onzin is.
85
Het stappenplan
O
mdat wij menen dat we ons in situaties kunnen
bevinden hebben we ook systemen verzonnen
om van ongewenste situaties naar gewenste situaties
te kunnen komen. Eén van die systemen is het stap­
penplan. Een stappenplan verdeelt een doel dat niet in
één keer haalbaar is in een aantal wél haalbare tussen­
doelen. Dat is de manier die ons aangeleerd is en dat
is ook de manier die we toepassen als we aan onszelf
gaan werken.
Even Googlen naar 'stappenplan persoonlijke ont­
wikkeling' levert dik een miljoen resultaten op. Er zijn
niet voor niets zoveel methodes; omdat ze namelijk
niet werken moet je steeds iets anders kunnen probe­
ren. Je zult altijd bereid zijn om nog eens een ander
stappenplan te proberen. Wie weet levert het deze keer
wél op wat je ervan verwacht.
87
Het verschil tussen de ongewenste situatie en een ge­
wenste ideale situatie noem ik conflict. Hoe groter het
verschil, hoe heviger het projectiemechanisme, en hoe
groter het conflict. Nu zou je zeggen dat het conflict
minder wordt naarmate je meer stappenplannen hebt
gevolgd, maar als je even om je heen kijkt weet je dat
dat niet zo is.
We hoeven alleen maar te ontdekken dat wij ons
niet in situaties bevinden, dat is alles. Het is precies
omgekeerd; situaties bevinden zich in ons.
88
Dingen overkomenje niet
H
et lijkt zo te zijn dat wij gebeurtenissen meema­
ken. Dat we ervaringen opdoen. Dat kan alleen
als er een ervaring en een ervaarder is. Als er een er­
vaarder is, dan kunnen we ook spreken over iemand
die dit alles meemaakt en overkomt. En zo introduce­
ren we oorzaak en gevolg, beloning en schuld, karma,
goede en foute keuzes, de hele rataplan.
Zodra we dus aannemen dat er een splitsing is in
ervaren en een ervaarder, doemt er een hele wereld aan
consequenties en problemen op.
In plaats van te onderzoeken ofdie eerste aanname
wel klopt, houden we onszelfliever bezig met alle gevol­
gen van die aanname en gaan we aan de gang voor per­
soonlijk geluk. We geven dat zoeken naar persoonlijk
geluk natuurlijk niet gewoon die naam. Nee, we verzin­
nen er mooie spirituele namen voor.
89
We willen immers 'goed bezig' zijn. Maar het blijft een
feit dat 'bezig zijn' inhoudt dat we menen dat er iets te
bereiken valt, voor de persoon.
Dingen overkomen je niet, je ziet gebeurtenissen.
Moeiteloos, gratis en onmiddellijk. Je kunt het niet in­
of uitschakelen, het gaat vanzelf.
Voor, tijdens en na de gebeurtenis ben je Bewust­
zijn. Je wordt niet meer of minder van een gebeurtenis.
Als Beschikbaarheid voor alle verschijnselen ben je niet
onderhevig aan het waarnemen. Er overkomt je dus
helemaal niets.
90
Delen van het leven uitsluiten?
H
et dilemma waar wij mensen mee te maken heb­
ben lijkt te zijn: hoe maak ik zo veel mogelijk
leuke ervaringen mee en w min mogelijk vervelende.
De neiging om het vervelende buiten de deur te
houden en het leuke binnen te halen lijkt heel van­
zelfsprekend. Eigenlijk probeert iedereen hierover een
houding te ontwikkelen. Die houdingen kunnen ver­
schillen, maar de achterliggende gedachte blijft hetzelf­
de: leven volgens een bepaalde houding, een plan, een
recept. De vormen die zo'n strategie aan kan nemen
kunnen heel bedrieglijk zijn. Veel zogenaamde spiritu­
aliteit is gewoon een levenshouding waarvoor men een
beloning vetwacht.
Er zijn in het leven precies evenveel dingen leuk als
vervelend. Dat is een balans waar wij helemaal niets
aan hoeven te doen. Het einde van iets leuks is ver-
91
velend, en her einde van iets vervelends is leuk. Het
najagen van alleen maar het leuke en het vermijden
van het vervelende is gebaseerd op de illusie van een
onafhankelijk handelende entiteit in het centrum van
ons bestaan. De meeste mensen noemen die entiteit
'ik'. Voordat werkelijk onderzocht is wat dat 'ik' dan
is, gaan we aan de slag en proberen we geluk re vinden
voor dit 'ik' volgens de levenshouding waarvan we ver­
moeden dat die de meeste kans van slagen heeft.
Het punt is dat een levenshouding denkwerk is. En
denkwerk is geheugen. We proberen dus een manier
van leven te verzinnen, voortbordurend op moment­
opnamen uit het verleden. Alsof je op vakantie bent in
een prachtig land, maar alleen maar fotoboeken over
datzelfde land zit door te bladeren.
Nog een ander punt is dat 'leuk' bestaat omdat er
ook 'niet-leuk' is. Dat heet dualiteit. Je kunt alleen
'hoog' ervaren, omdat je weet wat 'laag' is. Het leven
laat zich kennen door de paren der tegenstellingen.
Sluiten we de ene kant uit, dan missen we ook de
andere kant. Willen we alleen de ene kant, dan krijgen
we ook de andere.
Een uitzichtloze situatie dus? Bepaald niet. Hoe
komt het dat we de dualiteit als zodanig kunnen be­
schrijven? Omdat we hem waarnemen. We zijn dat­
gene waarin dualiteit zich openbaart. Alles, inclusief
strategieën, houdingen, misverstanden, leuke dingen,
vervelende dingen, wordt moeiteloos en onmiddellijk
waargenomen. We zijn één en al uitzicht. Dat is nog
eens een inzicht!
92
Gevoelens zijn genuanceerd, niet
ingewikkeld
O
Pde een of andere manier heeft 'gevoel' de laat­
ste decennia een status gekregen die het vroeger
nooit had. Wellicht is dat een reactie op tijden waarin
gevoel systematisch onderdrukt werd. Je kunt tegen­
woordig ongeveer elke discussie beëindigen met het
statement: 'Ja, maar ik voel het zo!' Ook hoor je vaak:
'Blijf bij je gevoel', of: 'Je moet je gevoelens delen.'
Blijkbaar willen we van alles met een gevoel. Verklei­
nen, uitvergroten, delen, serieus nemen, relativeren,
verzin het maar. Als je een 'gevoelig' mens bent, is het
goed. Ben je 'overgevoelig' dan wordt het al iets min­
der. Daarom hebben we sinds een jaar of vijf de term
'HSP'.
Dan ben je niet overgevoelig, maar een 'highlysensi­
tiveperson'. Gek genoeg zien we niet in dat alles, maar
dan ook alles wat we met een gevoel willen, een afwij-
93
zing, ontkenning van dat gevoel is. Het gevoel is er, en
vervolgens willen we er iets mee. We gaan ermee aan
de slag, we leren hoe we ermee om moeten gaan.
'Denial is not only a river in Egypt.'
94
Zonder waarnemen bestaat er niets
E
en heel hardnekkige illusie in advaita is dat dingen
een 'eigen bestaan' leiden. Met andere woorden:
dar iets er is, zelfs als het niet waargenomen wordt.
Wanneer we een aantal waarnemingen doen en de ver­
schijnselen zijn vergelijkbaar, concluderen we (ten on­
rechte) dat we met continuïteit te maken hebben.
Zo kunnen we bijvoorbeeld menen dat een be­
paalde angst ons 'jarenlang achtervolgt', of dat we 'in
een sleur' leven. Dat dingen op elkaar lijken is abso­
luut geen bewijs voor continuïteit. Als dat zo zou zijn
word ik al mijn hele leven achtervolgd door dezelfde
pannekoek die ik elke keer weer opnieuw opeet om er
vanaf te komen. Nu zijn er vermoedelijk weinig men­
sen met een pannekoekenfobie, dus dat zal niet zo snel
problemen opleveren. Maar met angsten ligt het heel
anders.
95
Die 'achtervolgen' ons, tenminste, dat denken we. Op
de een of andere manier hebben we de conclusie ge­
trokken dat die angsten een zelfstandig bestaan leiden,
onafhankelijk van het waarnemen van de angst. Maar
we kunnen alleen zeggen dat iets er pas is als we het
waarnemen.
Zodra we het waarnemen, is het er, bestaat her. Als
we het niet waarnemen, bestaat het niet. Objecten
gaan niet een blokje om als ze uit ons waarnemings­
veld verdwijnen.
Een golfkan geen vakantie nemen van water, want
dat is zijn essentie.
En verschijnselen kunnen niet onafhankelijk be­
staan van Bewustzijn.
96
Groepsdynamieken
V
eel mensen volgen een cursus waarbij ze zich
door andere mensen laten vertellen wat ze moe­
ten doen onder het mom van 'zelfonderzoek'. Je laten
vertellen wat je moet doen, is geen zelfonderzoek. Dat
is goedgelovigheid, slaafse volgzaamheid.
Op zich is dat helemaal niet erg. Je bent bang en
zoekt naar veiligheid.
In ruil voor die veiligheid lever je jezelf uit aan ie­
mand die leiding geeft. Puur evolutionair gezien is dat
waarschijnlijk ooit de enige manier om te overleven
geweest. Als je niet bij een stam hoorde, kreeg je het
erg moeilijk. Maar met een grote club mensen tegelijk
kun je wel op mammoets gaan jagen.
Op het gebied van religie zie je die groepsvorming
ook, maar dan op psychologisch niveau. Er zijn eigen­
lijk geen geloofssystemen met maar één aanhanger. Als
97
een (liefst grote) groep mensen hetzelfde gelooft als jij,
is dat bevorderlijk voor her groepsgevoel, het 'wij' ge­
voel.
Probleem is natuurlijk wél, dar wanneer twee ver­
schillende groepen elkaar tegenkomen er maar eentje
gelijk kan hebben. Dus probeert de ene groep de andere
dan uit te roeien. Ironisch genoeg leidt die groepsvor­
ming vaak tor oorlogen, en dar terwijl het er juist om
begonnen was een gevoel van veiligheid te creëren.
Groepen en clubs hebben een bepaalde dynamiek
met voor- en nadelen. Om je staande te kunnen hou­
den in de wereld is het handig om in een groep te zit­
ten, maar de groep gaat je niet voor altijd gelukkig ma­
ken, en brengt je geen stap dichter bij jezelf.
98
Is de wereld nu echt,
ofis hij een illusie?
D
e woorden 'echt' en 'illusie' geven binnen de ad­
vaica de meeste aanleiding tot misverstanden.
'De wereld is illusie' is een veel gehoorde en gelezen
kreet. Maar wat betekent dat eigenlijk? Houdt het in
dar de wereld niet bestaat? Wil het zeggen dat je niet
verdrietig bent als er een dierbare overleden is? Of mag
die wereld wel weg omdat hij tóch niet 'echt' is?
De hele spraakverwarring zit hem in de associaties
die we hebben met de woorden 'echt' en 'illusie'. Een
aantal verschijnselen noemen wij 'echt', bijvoorbeeld
onze huizen, ouders, kinderen, enzovoort. Die 'be­
staan'. Andere verschijnselen, zoals spoken, ufo's, ka­
bouters, fata morganàs, Sinterklaas, de Kerstman en
hallucinaties noemen wij een 'illusie'. Sommige din­
gen bestaan dus en andere niet, terwijl het eigenlijk
allemaal verschijnselen in Bewustzijn zijn.
99
In de advaita verwijst het woord 'echt' naar het onver­
anderlijke. 'Illusie' verwijst naar het veranderlijke. Zo
verwoord zijn alle verschijnselen illusie, want veran­
derlijk. Iets is dan ook niet echt omdat het bestaat, iets
is juist illusie omdat het bestaat. Bestaan is namelijk
synoniem met verschijnen en daarom veranderlijk. In
dit verband is de etymologie van het woord ver-schij­
nen ook wel grappig.
Als iemand beweert: 1.ch, alles is toch maar illusie'
(vergezeld van een diepe zucht), dan heeft hij ofzij het
niet begrepen. Natuurlijk, alle verschijnselen zijn ver­
anderlijk, maar dat is helemaal niet frustrerend.
Voor wie zou het frustrerend moeten zijn? De con­
statering dat alle verschijnselen veranderlijk zijn is
gewoon een feit, niet een waardeoordeel. Het is niet
'jammer' dat alles veranderlijk is, het is een gegeven.
100
Onderzoeken en vragen stellen
D
e kunst van zelfonderzoek zit hem in het stellen
van goede vragen. Een goede vraag is een vraag
waar geen aanname in zit. Een vraag waar een aan­
name in zit kun je ontleden tot één ofmeer deelvragen
zonder aannames.
Een gangbare vraag is bijvoorbeeld: 'Hoe kom ik
van mijn angsten af?' Aanname 1: de angst is van mij
Aanname 2: de angst moet weg De volgende stap is,
een vraag maken van de veronderstellingen, dus:
- Is de angst van mij?
- Moet de angst weg?
Je doet dus eigenlijk een stap terug tot je bij een
vraag zonder aannames uitkomt. Zo voorkom je dat je
veel tijd en energie in vragen stopt, terwijl je misschien
niet eens goed gekeken hebt ofje vraag wel een echte
vraag was.
101
Nog een voorbeeld: 'Ik probeer me bewust te zijn dat
ik datgene ben waarin alles verschijnt, maar ik Iaat
me toch steeds weer meeslepen.' Aanname 1: ik kan
proberen bewust te zijn Aanname 2: ik ben datgene
waarin alles verschijnt Aanname 3: ik kan meegesleept
worden De vragen worden dan, respectievelijk:
- Kan ik proberen bewust te zijn?
- Ben ik datgene waarin alles verschijnt?
- Kan ik meegesleept worden?
Waarschijnlijk heb ik nog één of meer premissen
over het hoofd gezien, butyou get thegenera! idea.
102
Het woord is niet het ding
Wat de een zelfverzekerd noemt, noemt de ander ar­
rogant, en weer een ander twijfelloos.
Wat de een doorzettingsvermogen noemt, noemt
de ander koppigheid, en een ander weer volhardend.
Wat voor jou introvert is, is voor mij misschien ver­
legen en voor een ander wellicht beleefd.
Wat ik beschouw als voorzichtigheid, kan voor jou
angst lijken, en voor iemand anders waakzaamheid.
Als ik optreed, zeggen ze wel eens: 'Wat kijk je boos',
'Nee, da's concentratie', zeg ik dan, maar wie weet lijkt
het voor een derde wel op afWezigheid.
Het woord is niet het ding, het is een verwijzing, en
de vlag dekt nooit de lading.
103
Waarnemen, ervaren en denken
H
et lijkt of we problemen kunnen oplossen
door erover na te denken, en in sommige ge­
vallen is dat ook zo. Als je een wiskundig vraag­
stuk op moet lossen, gebruik je het denken. Aan de
andere kant: een probleem is altijd denkwerk. Als
er geen denken is, is er geen probleem. Problemen
zijn dus een deelverzameling van de verzameling
van alle gedachten.
Is het nu zo dat we dingen zien via het denken?
Nee. Een gedachte wordt gezien, maar ziet zelf niets.
Een gedachte is een waargenomen verschijnsel in Be­
wustzijn, en wordt gekend. Dit waarnemen is onmid­
dellijk, zonder middel. Het kost geen enkele moeite
om te zien dat je doodmoe bent. Waarnemen kost ook
geen tijd en/of ruimte, want ook tijd en ruimte zijn
waargenomen verschijnselen.
105
Een ervaring ontstaat pas als we het nu met het verle­
den vergelijken. We vergelijken de actuele indrukken
die we via de vijf zintuigen binnenkrijgen met geheu­
genplaatjes van vlak daarvoor om een verloop langs
allerlei verschillende schalen te fantaseren. Het geheel
van die indrukken noemen we dan een 'ervaring'. Daar
kan ook een 'ervaarder' bij gefantaseerd worden, bij­
voorbeeld een persoon.
In werkelijkheid is die persoon een serie gedach­
ten die we tot één beeld combineren (overigens veran­
dert dat beeld van dag tot dag). En ook dit is weer een
waargenomen verschijnsel. Deze 'persoon' kun je tot
'ervaarder' proberen te promoveren, maar je kunt altijd
weer de vraag stellen: hoe komt het dat je die persoon
met al zijn kenmerken en eigenschappen zo exact kunt
beschrijven?
106
Panta rhei
C panta rhei' is een uitspraak van de Griekse filo-
soof Heraclicus, die 'alles stroomt' berekent: Zijn
leerling Cratylus illustreerde dit door te stellen dat je
nooit twee keer in dezelfde rivier kunt stappen. 'Rare
jongens, die Grieken', zouden Asterix en Obelix ge­
zegd kunnen hebben, maar ik vind het wel scherpzin­
nig van die Heraclitus.
Als je namelijk kijkt wat er allemaal in Bewustzijn
verschijnt, blijkt het gewoon te kloppen. Allerlei ver­
schijnselen komen op en verdwijnen. Niets is statisch,
alles is in beweging. Op macroniveau beweegt het hele
universum en op microniveau bewegen alle deeltjes.
En in waarnemen zit nergens een punt waar het stag­
neert. Het gaat moeiteloos en ongehinderd door.
Vandaar dat je ernaast zit als je denkt dat je 'vast
kunt zitten', of dat er een 'blok aan je been' hangt, of
107
dat je ergens 'mee blijft zitten'. De werkelijkheid is dat
alles stroomt. Dat weet je ook wel, want alle dingen
waar je helemaal in meegaat, hebben dat 'stroomeffect'
heel duidelijk op de voorgrond. Alles stroomt altijd al,
maar dan is het extra duidelijk, dus leuk. Er wordt dan
gezegd dat je in theflow bent. Naar muziek luisteren,
sporten, verliefd zijn, vertederd worden, geraakt wor­
den, ontroerd raken, kwaad worden, noem maar op.
Zodra de persoon als zogenaamde hoofdrolspe­
ler verdwijnt, wordt het leven een stuk aangenamer.
Daarom vinden we het ook zo leuk om dingen met
veel mensen tegelijk te doen. Lekker verdwijnen in de
groep. Denk aan concerten, voetbalwedstrijden, de
Nijmeegse vierdaagse en de Olympische spelen.
'Panta rhei', alles stroomt. Dit niet doorhebben, is
tegen de stroom in zwemmen.
108
Het krijgen van inzichten
0p bepaalde momenten in je zelfonderzoek kun je
wel eens een helder inzicht hebben. Je leest iets,
of hoort iets, en het treft onmiddellijk doel. Er hoeft
geen verklaring bij, of reden. Je weet het, punt. Na het
hebben van zo'n inzicht kun je een tijdje lang een heel
helder gevoel hebben, of een soort van gelukzaligheid
ervaren.
Nu is het opletten geblazen. Zo'n inzicht treedt na­
melijk spontaan op en als het weg is, is het weg. En het
lekkere gevoel dat er bij hoorde ook
Als je de conclusie zou trekken: 'Dit is het!', dan
is de kans groot dat je gaat proberen om dat heldere
moment en alle leuke gevoelens die erbij hoorden op­
nieuw te beleven.
Wat je dan eigenlijk doet, is de situatie omdraaien.
Je probeert Bewustzijn te reduceren tot een inzicht en
109
een goed gevoel. Natuurlijk, weten wie of wat je bent
kan een prettig gevoel opleveren, maar andersom werkt
het niet zo. Ook als je weet wie je bent kun je chagrij­
nig zijn, kwaad worden, of moeilijk in de omgang zijn
voor de omgeving.
De bijwerkingen van inzichten en zelfrealisatie tot
doel op zich maken is dus de wereld op zijn kop. Het
nastreven van welke toestand dan ook betekent dat de
illusie een persoon te zijn nog niet doorzien is.
110
Iets 'willen' met een gevoel is verzet
E
r kan praktisch geen gevoel opkomen, of er hoort
een conditionering bij. De aandacht is misschien
heel even bij het gevoel zelf, om vervolgens naar het
denken af te dwalen. Vervolgens gaan we verzinnen
dat er iets moet gebeuren met dat gevoel. Het gevoel
wordt dus eigenlijk afgewezen, geweigerd, en we rich­
ten ons op allerlei strategieën waarin we iets 'willen'
met dat gevoel.
Een paar voorbeelden van kijken naar conditione-
ringen in plaats van kijken naar het gevoel zelf:
- dit gevoel is niet oké
- dit gevoel is wel oké
- het mag er zijn
- ik zal het moeten accepteren
- hoe ga ik dit hanteren?
- hoe moet ik ermee omgaan?
111
- ik zal het een plek moeten kunnen geven
- wat moet ik hiermee?
- wat heb ik eraan?
- we gaan er wat van maken!
- je moet het loslaten
- je moet het verwerken
- ik werd weer meegesleept
Als een strategie om niet rechtstreeks naar een gevoel
te hoeven kijken positief verwoord wordt, lijkt het
of we goed bezig zijn. Maar een gevoel goedkeuren
is hetzelfde als een gevoel afkeuren: het blijft keuren,
beoordelen, evalueren, scheidsrechter spelen. Veel zo­
genaamde spiritualiteit is onderdrukking in een mooie
verpakking. Een bekend voorbeeld is dat gevoelens
altijd 'harmonieus' zouden moeten zijn. Je kunt van
gevoel proberen te maken wat je wilt, maar in werke­
lijkheid IS dat gevoel er al en ben je dus per definitie
te laat.
112
Objecten bestaan pas
als ze worden waargenomen
E
én van de moeilijkste illusies om te doorzien voor
mensen die zelfonderzoek doen, is de illusie van
continuïteit. Wanneer zeggen we dat iets 'bestaat'?
Simpel antwoord: als we het waarnemen. Zodra er een
object in ons opkomt, bestaat het; een gevoel, een ge­
dachte, of wat dan ook. Bestaan is dus synoniem aan
verschijnen en waargenomen worden.
Als een waargenomen object veel lijkt op iets dat
we eerder hebben waargenomen, concluderen we ten
onrechte dat we het object al eerder hebben gezien.
We zeggen bijvoorbeeld: 'Daar heb je die angst weer'.
In werkelijkheid zit er tussen twee waarnemingen ge­
woon niets. Je kunt niet zeggen dat een en dezelfde
golf twee keer opkomt in de zee.
De consequenties zijn behoorlijk verstrekkend. Een
object dat is waargenomen gaat niet een rondje om,
113
buiten onze waarneming , om daarna voor de twee­
de keer waargenomen te worden. Het nu is elke keer
nieuw.Je hele wereld is niet meer dan datgene wat je op
dit moment voor je hebt. Niet meer, niet minder. Zie
je de lichtheid hiervan? In plaats van een klein poppe­
tje in een grote wereld, is de wereld niet meer dan wat
zich op dit moment in jouw aandacht bevindt.
De uitspraak: 'de wereld gaat door' raakt dus kant
nog wal. De wereld is gewoon een benaming voor de
verzameling flitsen die in ons verschijnt.
114
Hoe zoeken ontstaat
H
et is niet altijd zo geweest dat we aan het zoeken
waren. Ergens in ons leven is dat begonnen. We
hebben niet altijd gedacht dat we een persoon waren.
De idee dat we beperkt zijn tot een fragmentje wordt
pas voor werkelijk aangezien na een bepaalde conditi­
onering door onze omgeving.
In het begin zijn dat natuurlijk voornamelijk onze
ouders, die zelf ook weer menen een persoon te zijn en
niet meer dan dat.
Als we teruggaan naar de tijd voordat die identi­
ficatie met de persoon er in gehamerd is, zullen we
ons niet herinneren dat we toen op zoek waren naar
onveranderlijk, blijvend geluk. We hielden ons vooral
bezig met datgene wat onmiddellijk aandacht vroeg.
Nu maakt een baby weinig kans op overleven als er
geen volwassenen in de buurt zijn, dus het is zeker niet
115
w dat we weer zoals baby's wuden moeten worden.
Maar misschien kunnen we toch iets van ze leren.
Iemand die denkt dat hij/zij een fragment is, denkt
ook dat er buiten hem nog heel veel andere dingen
bestaan. Je hebt immers hier ik, en daar de rest van de
wereld. Er valt dus heel wat te vinden voor iemand die
een deeltje in een groot geheel meent te zijn. Vreemd
genoeg houdt het zoeken niet op als we in deze wereld
iets gevonden menen te hebben.
Vinden is dus blijkbaar geen antwoord op het zoe­
ken. Wie zoekt, die vindt, én: zoekt verder.
Het weken zal pas ophouden als er de realisatie is
dat er helemaal niets te vinden valt. Dat je nooit alleen
maar een fragmentje bent geweest. En het zal dus ook
nooit een fragmentje zijn aan wie die realisatie gebeurt.
Je kunt niet letterlijk zeggen: 'Jan is verlicht', want de
ontdekking is juist dat ik niet alleen Jan ben, maar al­
les, en ook nog de waarnemer daarvan.
116
Ontwaken
D
e enige oefening die ik van mijn vroegere le­
raar Alexander Smit ooit kreeg, was deze: let
eens op wat er bij het ontwaken gebeurt. Kijk eens
heel goed naar de volgorde der gebeurtenissen in
Bewustzijn.
Eerst is er de slaaptoestand. Rust, stilte, helderheid,
alles is mogelijk maar er is geen activiteit. Dan, heel
rustig, komt het gevoel aanwezig te zijn op. Een haast
vormloos 'ik ben'-gevoel komt op, nog onpersoonlijk.
En op een gegeven moment komt de persoonlijkheid
als een soort pop-up tevoorschijn en begint het denken.
Wat de agenda is voor vandaag, herinneringen aan gis­
teren, plannen maken en ga zo maar door.
Het denken is afhankelijk van dat vormloze gevoel
er te zijn, en dat onpersoonlijke 'ik ben' is weer afhan­
kelijk van die stilte, rust en helderheid. Het ego komt
117
pas op de allerlaatste plaats. Toch menen we dat het het
ego is dat alle dingen doet, controleert en bestuurt.
Een pop-upblocker voor dat ego is helemaal niet no­
dig. Zie gewoon hoe het zit met de volgorde van af­
hankelijkheden. Dan wordt die persoonlijkheid gezien
precies voor wat het is: geheugen.
118
Je kunt alleen onderzoeken alsje niet
weet wat het resultaat zal zijn
J
e kunt zelfonderzoek doen op een heleboel manie­
ren. En dat gebeurt ook: iedereen doet het op zijn
eigen manier. Maar je kunt natuurlijk wel je aanpak
bekijken. Er is niet één aanpak die voor iedereen werkt,
maar we kunnen wel kijken wat voor onszelfhet meest
efficiënt is.
Stel dat ik last heb van bepaalde angsten en ik wil
die angsten onderzoeken. Dat betekent dat ik niet van
tevoren ga verzinnen wat er allemaal met die angsten
moet gebeuren. Nee, ik ga gewoon kijken naar de angst.
Gewoon kijken, zonder enig idee wat er met die angst
gaat gebeuren. Geïnteresseerd kijken naar dit bepaalde
gevoel. Natuurlijk, ik kan stiekem hopen dat door mijn
zelfonderzoek de angst zal verdwijnen, maar precies op
het moment dat ik ga bedenken wat het resultaat moet
worden, houdt het onderzoek op om onderzoek te zijn.
119
Wanneer ik kijk met in mijn achterhoofd de gedachte
dat ik van een gevoel af wil, ben ik niet meer aan het
onderzoeken, dan ben ik aan het projecteren. Ik kijk
niet meer naar datgene wat ik aan het onderzoeken
was, maar ik ben me gaan richten op strategieën om
ergens vanaf te komen. Ik weet al wat de uitkomst
moet gaan worden: geen angst.
De methode die ik op dat moment toepas, is heel
gek. Als ik monteur wil worden, dan ga ik auto's on­
derzoeken. Dat onderzoeken houdt in dat ik allerlei
auto's van allerlei kanten ga bekijken, uit elkaar ga ha­
len, enzovoort. Er is duidelijk een interesse voor auto's.
Iemand die zelfonderzoek doet om van angsten af te
komen is ongeveer zoiets als een monteur met een he­
kel aan auto's.
Er is nog iets anders aan de hand: de methode om
ergens vanafte willenkomen, werkt niet. Hoe harder je
nee zegt tegen bepaalde gevoelens, hoe sterker ze naar
boven komen. En ondanks duizenden eerdere mislukte
pogingen blijven we her proberen. Zelfonderzoek is in
contact zijn met gevoelens, niet ze weg wensen voordat
we ze eigenlijk goed bekeken hebben.
120
Emotioneel voyeurisme
O
ver het algemeen hebben we moeite mee onszelf
kwetsbaar op te stellen, onszelf open te stellen
voor de ander. Jongens en mannen gaan vaak stoer
doen of aanstellerig, in plaats van hun gevoelens te
tonen. Meisjes en vrouwen gaan giechelen of houden
zich van de domme. We hebben liever dat iemand an­
ders zich eerst blootgeeft voordat wij het ook doen.
Om die reden zijn we ook zo gek op kleine kinderen
en dieren. Die zijn gewoon de hele tijd wie ze zijn en
geven zichzelfvolledig en moeiteloos.
De media hebben deze behoefte aan onvermengde,
pure gevoelens natuurlijk ook opgemerkt. Vandaar dat
we tegenwoordig doodgegooid worden met soaps zo­
dat we heerlijk in het leven van iemand anders kunnen
kijken. Actief deelnemen aan het proces is niet nodig;
lekker bankhangen en entertainen maar met die hap.
121
Soaps alleen zijn natuurlijk nier genoeg. Een hele rijd
geleden zijn we in Nederland op her idee gekomen om
een stuk of wat mensen een tijdlang in een bungalow
op te sluiten met een cameraploeg op elke kamer, op
ieder moment van de dag en de nacht. En dan maar
hopen dat ze ruzie krijgen! Dan valt er tenminste war
re beleven. Dat zien we graag, min of meer vervreemd
van de andere mensen die op dezelfde bank hangen,
en volop meelevend met iemand die heel ver van ons
verwijderd is.
En dan heb je nog programmàs als de X-Factor,
waar je kunt genieten van het wel en wee van de zan­
gers en zangeressen. Of je kijkt naar Hell's Kitchen,
waar je kunt zien hoe de aspirant-koks door Gordon
uitgekafferd worden. En dan vergeet ik nog bijna die
ontelbare ziekenhuisseries. Dat al die programma's zo
verschrikkelijk op elkaar lijken vinden we helemaal
niet erg.
Moeten al die programmàs van mij van de buis?
Welnee, ben je gek. Kom in het dagelijks leven gewoon
tot de ontdekking dat de mechanismen van dichtklap­
pen en pantseren vaak onnodig zijn. Gewoon lekker
die liefde uitstralen die je toch al bent, in plaats van
proberen re voldoen aan al die belachelijke zelfbeelden
die we erop nahouden.
122
Alsje een probleem benadert alsofje
zelfeen fragment bent, krijgje altijd
fragmentarische oplossingen
S
tel, er staat een boom in je tuin die het niet lekker
doet. De blaadjes worden dor en vallen af, terwijl
her nog maar pas lente is. Als je her grote geheel niet
ziet en alleen focust op de symptomen, zou het goed
kunnen dat je de blaadjes met een vochtig doekje gaat
afnemen om te kijken of dat helpt. Uiteraard zul je
snel merken dat je methode niet werkt. Je kunt eens
een ander soort doekje nemen, of wat meer of minder
water gebruiken, maar je komt pas tot een complete
oplossing als je een stap terug doet en ontdekt dat je
bij de wortels moer zijn.
Precies zo is het met de persoon en met de proble­
men van de persoon. Het maakt niet uit hoeveel ellen­
de we tegenkomen, we blijven maar aan die persoon
sleutelen. We menen dat we uiteindelijk wel gelukkig
zullen worden als we maar genoeg werken aan ons zelf-
123
beeld. En dat, terwijl het hele geloof in die persoon­
lijkheid als zelfstandig handelende entiteit juist het
misverstand is. Vandaar dat er nooit een einde komt
aan zelfverbeteringstrategieën. De aanpak is per defi­
nitie fragmentarisch, omdat je het probleem benadert
vanuit het illusoire perspectief van de persoon. Je bent
nog niet klaar met de ene cursus, of je kunt alweer aan
de volgende beginnen. Nog spiritueler, nog harmoni­
euzer, nog heiliger.
Maar toch zijn er dagen dat je een onredelijke fi­
guur bent waar geen land mee te bezeilen valt. Er zijn
dagen dat er verdriet is en pijn. Eén zo'n dag is genoeg
om je aan het twijfelen te brengen over je bereikte spi­
rituele status. En dan grijpen we naar elk middel dat
ons afleidt van het gevoel dat er is. De oplossing ligt
niet in het verbeteren van de persoon.
Als je zelfonderzoek wilt doen, ga dan naar de wor­
tels. Doe net zoveel stappen terug tot je niet verder
kunt. Als je denkt dat je een persoon bent, doe dan een
stap terug en zie dat de persoon waargenomen wordt.
Ik ben niet een persoon die waarneemt, ik neem de
persoon waar. Werken aan de persoon, is werken zo­
als aan alle andere waargenomen verschijnselen; je zult
nooit een toestand bereiken waarin werken aan iets
niet meer nodig is, omdat je aan een fragment werkt.
124
Humor: een serieuze zaak
W
aarom is humor zo'n belangrijk onderdeel van
ons leven? Als je aan mensen vraagt wat ze de
belangrijkste eigenschap vinden die iemand moet heb­
ben, wordt humor heel vaak als eerste genoemd. 'Een
dag niet gelachen, is een dag niet geleefd', is een quote
van Harry Touw. Je hoort ook vaak dat het belangrijk
is dat je om jezelf moet kunnen lachen.
Er zijn bijzonder veel soorten humor: woordspelin­
gen, droge humor, zwarte humor, sarcasme, ironie, sa­
tire, moppen en grappen, practicaljokes en absurde hu­
mor. Vooral in Nederland is cabaret immens populair.
In Engeland en Amerika heb je de stand-up comedy.
Ik vermoed dat een heel belangrijk onderdeel van
humor is dat geen enkel concept absoluut genomen
wordt. Heilige huisjes, taboes, niets blijft gevrijwaard
van humor. Het zijn juist de 'moeilijke' dingen die zich
125
uitstekend lenen voor humor. Er hoeft maar een ramp
te gebeuren ergens in de wereld, of je hebt nog dezelfde
week vaak al de eerste grappen erover.
Men zegt wel eens dat humor alles relativeert. Daar
ben ik het niet mee eens. Door middel van humor kun
je het intrinsiek relatieve aspect van alle dingen laten
zien. Dingen worden niet relatief door humor, ze wa­
ren al relarief. En humor maakt dit duidelijk. Wat dat
betreft is humor dus een bloedserieuze zaak.
126
Waarnemen is niet te lokaliseren
W
aargenomen objecten zijn aanwijsbaar, en dat
geeft een lekker duidelijk gevoel. Als iets w
hoog, zo breed en zo diep is, weten we waar we her
over hebben. Wij mensen hebben behoefte aan duide­
lijke referentiekaders, zo zijn we opgevoed. Als er geen
lijn of schema in je dagelijkse routine zit, klopt er er­
gens iets niet.
Daarom raken veel mensen volkomen de kluts
kwijt zodra ze serieus zelfonderzoek gaan doen. Dan
ga je namelijk kijken of al die waargenomen objecten
wel zo solide zijn als je denkt. En dat blijkt reuze mee/
tegen te vallen. Om re beginnen zijn ze nogal heel erg
veranderlijk, want ze verschijnen en verdwijnen. Dat is
zo met elk waargenomen object, of het nu om voelen
of denken gaar. Wat een begin heeft, heeft per definitie
een eind.
127
Op dat gebied iets proberen te bereiken is ongeveer
hetzelfde als een tentje opzetten op zee, of investeren
in drijfzand. Alles verdwijnt in Bewustzijn. Vroeg of
laat kom je daar achter en dan wordt de vraag: 'Oké,
maar wie ben Ik dan in dit hele gebeuren?' En dan
blijkt dat al die zogenaamde referentiekaders niet echt
je basis waren, maar datgene waarin ze verschijnen en
verdwijnen.
Het grappige van waarnemen is dat het niet re lo­
kaliseren is. Je kunt her niet aanwijzen. Een waarge­
nomen object wel, maar het waarnemen zelf niet en
de beschikbaarheid waarin alles zich afspeelt al hele­
maal niet.
Zodra je her aan zou kunnen wijzen kun je meteen
weer vragen: 'Waarin verschijnt het dan?' Je neemt niet
waar vanaf een bepaalde plek op een bepaalde tijd, die
waarnemen is zonder middel, on-middel-lijk. Als ie­
mand 'anders' dus naar me toekomt om me te vertellen
wat hij of zij waarneemt, en dat dat verschillend is van
'mijn' waarneming, verschijnt dat nog steeds allemaal
in Bewustzijn. Er is niet 'eentje' die waarneemt, laat
staan twee. Waarnemen is volkomen onpersoonlijk,
zonder eigenaar.
128
Alle waarnemingen zijn cyclisch
"'Vf1l er überhaupt iets waargenomen kunnen wor­
W den, dan moet er eerst de mogelijkheid zijn voor
objecten om in de waarneming te kunnen verschijnen.
Elke waarneming begint dus met beschikbaarheid. Op
het moment dat we een verschijnsel waarnemen, spre­
ken we van een ervaring. Er is op dat moment een
aantal tegenstellingen die in beweging zijn. Dualiteit
alleen kun je niet waarnemen. Je kunt pas dualiteit
ervaren op het moment dat er beweging is over een
bepaalde schaal.
Wanneer de ervaring verdwijnt, blijft alleen die be­
schikbaarheid over en is er een cyclus voltooid. Het is
van belang te beseffen dat Bewustzijn niet verdwijnt
op het moment van een gebeurtenis. Het is niet of -
of. Dan zou je namelijk krijgen: eerst is er die leegte,
dan komt er een ervaring, dan is er weer die leegte.
129
Zo werkt het niet. Water verdwijnt niet als er golven
zijn.
Het hele universum bestaat uit een enorme hoe­
veelheid cycli, op kleine en grote schaal. Ons zonne­
stelsel, de Melkweg, de superclusters, alles draait. Men
vermoed zelfs dat onze oerknal niet de enige was en dat
ook dat een cyclus is. Het wu mij niets verbazen. Op
moleculair niveau zien we ook cycli. Elektronen gaan
in cycli en deeltjes hebben een 'spin'. In ons lichaam
zijn ook ik weet niet hoeveel cycli aan de gang.
Als je het idee hebt dat je in kringetjes ronddraait,
zit je er naast.
Het is nooit zo dat we zelf in cirkels ronddraaien.
We zijn de getuige van al deze kringetjes. We rijden
niet mee op de carrousel van het leven, we zijn het
beginsel waarin de hele kermis verschijnt.
130
Zin en nut
T
wee onuitroeibare begrippen in ons leven zijn zin
en nut. Wat is de zin van het leven? Wat is het nut
van alles? De woorden 'zinloos' en 'nutteloos' hebben
op de een of andere manier een negatieve betekenis
gekregen. Dat is opmerkelijk, want dat dingen werke­
lijk zin of nut zouden kunnen hebben, hebben we zelf
verzonnen.
Wat betekenen deze twee begrippen eigenlijk precies?
In één woord: beoordeling. We maken iets mee, evalue­
ren dat aan het eind, en komen tot de conclusie dat het
zin heeft gehad of niet. Zijn we er beter van geworden,
dan had het zin. Zijn we er slechter van geworden, dan
was het nutteloos. Dat heeft dus alles te maken met de
ideeën die we hebben over wie of wat we zijn.
Als we denken dat we iets zijn dat beter of slechter
kan worden, dan bestaat er inderdaad zin en nut. Beter
131
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek
Jan Koehoorn - Zelfonderzoek

More Related Content

What's hot

Betrokken Rechtstreekse Communicatie BRC
Betrokken Rechtstreekse Communicatie     BRCBetrokken Rechtstreekse Communicatie     BRC
Betrokken Rechtstreekse Communicatie BRC
Jeannette Blumers
 
Tijdschrift voor coaching dec 2010
Tijdschrift voor coaching dec 2010Tijdschrift voor coaching dec 2010
Tijdschrift voor coaching dec 2010
puurannemarie
 
Strategie van het geluk i
Strategie van het geluk iStrategie van het geluk i
Strategie van het geluk i
gerbert101
 
Speling interview marieke brouwer
Speling interview marieke brouwerSpeling interview marieke brouwer
Speling interview marieke brouwer
Rinie Altena
 

What's hot (20)

Adyashanti - De weg van bevrijding
Adyashanti  - De weg van bevrijdingAdyashanti  - De weg van bevrijding
Adyashanti - De weg van bevrijding
 
B -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: ZichtB -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B -YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
 
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotieB yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
 
Adyashanti - Ware meditatie
Adyashanti  - Ware meditatieAdyashanti  - Ware meditatie
Adyashanti - Ware meditatie
 
A journey in Leadership
A journey in Leadership A journey in Leadership
A journey in Leadership
 
Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009
Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009
Kennismaken Met Spiritualiteit 14102009
 
Betrokken Rechtstreekse Communicatie BRC
Betrokken Rechtstreekse Communicatie     BRCBetrokken Rechtstreekse Communicatie     BRC
Betrokken Rechtstreekse Communicatie BRC
 
Ware liefde
Ware liefdeWare liefde
Ware liefde
 
Francis Lucille - Eeuwigheid nu
Francis Lucille  - Eeuwigheid nuFrancis Lucille  - Eeuwigheid nu
Francis Lucille - Eeuwigheid nu
 
B yourself nr. 28 oktober 2014
B yourself nr. 28 oktober 2014B yourself nr. 28 oktober 2014
B yourself nr. 28 oktober 2014
 
Tijdschrift voor coaching dec 2010
Tijdschrift voor coaching dec 2010Tijdschrift voor coaching dec 2010
Tijdschrift voor coaching dec 2010
 
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
 
Glamour in spiriland
Glamour in spirilandGlamour in spiriland
Glamour in spiriland
 
DAILA LAMA
DAILA LAMADAILA LAMA
DAILA LAMA
 
Twintig Basiswaarden
Twintig BasiswaardenTwintig Basiswaarden
Twintig Basiswaarden
 
Hooggevoeligheid
HooggevoeligheidHooggevoeligheid
Hooggevoeligheid
 
Medelijden en mededogen: 2 heel verschillende zaken
Medelijden en mededogen: 2 heel verschillende zakenMedelijden en mededogen: 2 heel verschillende zaken
Medelijden en mededogen: 2 heel verschillende zaken
 
Strategie van het geluk i
Strategie van het geluk iStrategie van het geluk i
Strategie van het geluk i
 
Speling interview marieke brouwer
Speling interview marieke brouwerSpeling interview marieke brouwer
Speling interview marieke brouwer
 
Citaten
CitatenCitaten
Citaten
 

Similar to Jan Koehoorn - Zelfonderzoek

Reflectief voorjaar 2012. individualiteit, een zegen of sta in de weg
Reflectief voorjaar 2012. individualiteit, een zegen of sta in de wegReflectief voorjaar 2012. individualiteit, een zegen of sta in de weg
Reflectief voorjaar 2012. individualiteit, een zegen of sta in de weg
Thomas Langemeijer
 
Reflectief najaar 2009. denk niet meer na dan goed is
Reflectief najaar 2009. denk niet meer na dan goed isReflectief najaar 2009. denk niet meer na dan goed is
Reflectief najaar 2009. denk niet meer na dan goed is
Thomas Langemeijer
 
Zingeving_in_het_Westen_Samenvatting-Summary
Zingeving_in_het_Westen_Samenvatting-SummaryZingeving_in_het_Westen_Samenvatting-Summary
Zingeving_in_het_Westen_Samenvatting-Summary
Peter Abspoel
 
Reflectief voorjaar 2009. zin geven doe jezelf
Reflectief voorjaar 2009. zin geven doe jezelfReflectief voorjaar 2009. zin geven doe jezelf
Reflectief voorjaar 2009. zin geven doe jezelf
Thomas Langemeijer
 

Similar to Jan Koehoorn - Zelfonderzoek (20)

B-YourSelf nr.30 december 2014
B-YourSelf nr.30 december 2014B-YourSelf nr.30 december 2014
B-YourSelf nr.30 december 2014
 
B-YourSelf nr.30 December 2014
B-YourSelf nr.30  December 2014 B-YourSelf nr.30  December 2014
B-YourSelf nr.30 December 2014
 
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotieB yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
B yourself nr.31 januari 2015 angst emotie
 
Mindful omgaan met teleurstellingen
Mindful omgaan met teleurstellingenMindful omgaan met teleurstellingen
Mindful omgaan met teleurstellingen
 
Reflectief voorjaar 2012. individualiteit, een zegen of sta in de weg
Reflectief voorjaar 2012. individualiteit, een zegen of sta in de wegReflectief voorjaar 2012. individualiteit, een zegen of sta in de weg
Reflectief voorjaar 2012. individualiteit, een zegen of sta in de weg
 
Profiel Edwin de Nies
Profiel Edwin de NiesProfiel Edwin de Nies
Profiel Edwin de Nies
 
Verlang je naar bezinning en inspiratie?
Verlang je naar bezinning en inspiratie?Verlang je naar bezinning en inspiratie?
Verlang je naar bezinning en inspiratie?
 
Zelf compassie : Milder voor jezelf - Zo leg je je inner criticus het zwijgen op
Zelf compassie : Milder voor jezelf - Zo leg je je inner criticus het zwijgen opZelf compassie : Milder voor jezelf - Zo leg je je inner criticus het zwijgen op
Zelf compassie : Milder voor jezelf - Zo leg je je inner criticus het zwijgen op
 
POSITIVE IMPULSE praktijk voor integratieve psychotherapie-regressie en hypno...
POSITIVE IMPULSE praktijk voor integratieve psychotherapie-regressie en hypno...POSITIVE IMPULSE praktijk voor integratieve psychotherapie-regressie en hypno...
POSITIVE IMPULSE praktijk voor integratieve psychotherapie-regressie en hypno...
 
B-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: ZichtB-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
B-YourSelf nr. 32 Maart 2015 Thema: Zicht
 
Reflectief najaar 2009. denk niet meer na dan goed is
Reflectief najaar 2009. denk niet meer na dan goed isReflectief najaar 2009. denk niet meer na dan goed is
Reflectief najaar 2009. denk niet meer na dan goed is
 
Zingeving_in_het_Westen_Samenvatting-Summary
Zingeving_in_het_Westen_Samenvatting-SummaryZingeving_in_het_Westen_Samenvatting-Summary
Zingeving_in_het_Westen_Samenvatting-Summary
 
Leiderschap via de weg van de eenvoud
Leiderschap via de weg van de eenvoudLeiderschap via de weg van de eenvoud
Leiderschap via de weg van de eenvoud
 
B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014
 
B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014B yourself nr. 29 november 2014
B yourself nr. 29 november 2014
 
Spirituele ontwikkeling
Spirituele ontwikkelingSpirituele ontwikkeling
Spirituele ontwikkeling
 
Reflectief voorjaar 2009. zin geven doe jezelf
Reflectief voorjaar 2009. zin geven doe jezelfReflectief voorjaar 2009. zin geven doe jezelf
Reflectief voorjaar 2009. zin geven doe jezelf
 
PsyXpert-nr1-2019
PsyXpert-nr1-2019PsyXpert-nr1-2019
PsyXpert-nr1-2019
 
Magazine nieuweleiders.coverstory. erna.baars[1]
Magazine nieuweleiders.coverstory. erna.baars[1]Magazine nieuweleiders.coverstory. erna.baars[1]
Magazine nieuweleiders.coverstory. erna.baars[1]
 
Zelfhypnose
ZelfhypnoseZelfhypnose
Zelfhypnose
 

More from nonduality01

Jan van Delden - Terug van nooit weggeweest
Jan van Delden -  Terug van nooit weggeweestJan van Delden -  Terug van nooit weggeweest
Jan van Delden - Terug van nooit weggeweest
nonduality01
 

More from nonduality01 (7)

Jan van Delden - Terug van nooit weggeweest
Jan van Delden -  Terug van nooit weggeweestJan van Delden -  Terug van nooit weggeweest
Jan van Delden - Terug van nooit weggeweest
 
Dennis Waite - Een introductie tot advaita
Dennis Waite - Een introductie tot advaitaDennis Waite - Een introductie tot advaita
Dennis Waite - Een introductie tot advaita
 
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaita
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaitaC.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaita
C.B. Zuiderhoudt - Meester Eckhart versus advaita
 
Bob Rigter - Zen tijd
Bob Rigter -  Zen tijdBob Rigter -  Zen tijd
Bob Rigter - Zen tijd
 
Anthony de Mello - Bewustzijn
Anthony de Mello  - BewustzijnAnthony de Mello  - Bewustzijn
Anthony de Mello - Bewustzijn
 
Alexander Smit - Geschenk van het absolute
Alexander Smit - Geschenk van het absoluteAlexander Smit - Geschenk van het absolute
Alexander Smit - Geschenk van het absolute
 
Adyashanti - Dansende leegte
Adyashanti  - Dansende leegteAdyashanti  - Dansende leegte
Adyashanti - Dansende leegte
 

Jan Koehoorn - Zelfonderzoek

  • 1.
  • 2. Zelfonderzoek in de traditie van de Advaita Vedanta Jan Koehoorn samsara
  • 3. ©2012 Jan Koehoorn ©Deze uitgave: Samsara Uitgeverij bv 2012 Omslagontwerp: Erik Thé: www.erikthedesign.com Lay-out: Studio 28, Hillegom ISBN: 978-90-77228-95-1 / NUR 728 Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van: Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341, 1016 AZ Amsterdam www.samsarabooks.com Voorwoord I k had nooit gedacht dat ik spiritueel zou worden en gelukkig is dat ook niet gebeurd. Ik heb gewoon tussen mijn twintigste en dertigste jaar een periode meegemaakt waarin mijn interesse in zelfonderzoek gewekt werd. Maar laat ik bij het begin beginnen. Het begon zo rond mijn vijfenentwintigste. Af en toe was ik ineens duizelig. Er waren ook momenten waarop ik zonder aanwijsbare reden angstig werd, of benauwd. Ik vroeg me natuurlijk afwat er aan de hand was en liet me checken door de huisarts, die me ver­ telde dat het hoogstwaarschijnlijk hyperventilatie was. Ik besloot eerst te kijken of ik het op eigen houtje kon oplossen, want ik wilde niet afhankelijk worden van kalmerende middelen, en therapie kon altijd nog. Ik kocht wat boeken over het onderwerp en ging ademhalingsoefeningen doen. Ook yoga had mijn
  • 4. interesse en op een goede dag kwam ik in de boek­ handel een boek tegen, getiteld: 'Yoga als kunst van het ontspannen'. Ik las een paar fragmenten en werd gegrepen door de stijl van schrijven. Er stonden wel ontspanningsoefeningen in, maar het boek had ook een diepere laag waarin werd ingegaan op de vraag: 'Wie ben ik?' En dan heel letterlijk. Dus niet bij volle maan over je rechter middelvinger plassen onder het slaken van diepzinnige kreten, maar werkelijk kijken naar deze basisvraag. Immers, alle eventuele problemen in je leven zijn te herleiden tot de ideeën die je over jezelf hebt. Ik ont­ dekte dat eigenlijk alle ideeën die ik over mezelfhad op aannames waren gebaseerd. En zo kwam ik terecht bij boeken over zelfonderzoek en ontdekte ik de traditie van advaita vedanta. Het eigenaardige van advaita is, dat er wel leraren zijn maar dat je geen les krijgt. Want les krijgen houdt in dat je iets van iemand anders aanneemt. Als je naar een satsang gaat (zo heten bijeenkomsten met advaita­ leraren) wordt je geen nieuwe informatie aangereikt, maar komen je aannames ter discussie te staan. Alle­ maal. Mijn advaitaleraar heetteAlexander Smit. Hij leefde van 1948 tot 1998 en gaf jarenlang satsang aan ieder­ een die zelfonderzoek wilde doen, met als voorwaarde een integere belangstelling voor het onderwerp. Je zult zijn naam in dit boek veel tegenkomen, want de poin­ ters die hij gaf waren zó krachtig dat ik ze jaren later nog moeiteloos kan quoten. Advaita heeft soms de naam intellectueel of steriel te zijn, maar zo ik heb ik het nooit ervaren. Wat mij be­ treft is het de meest directe traditie die er is, wars van opsmuk en toeters en bellen. Het kan zeker confron­ terend zijn en mogelijk zet het je wereld op zijn kop. Maar als iets zo gemakkelijk op zijn kop te zetten is, is het dan geen onderzoek waard? jan Koehoorn, maart 2012
  • 5. Zien dat er niets te bereiken valt is realisatie A He vragen die met 'hoe' beginnen, houden een �anier of een methode in. En een manier of een methode betekenen op hun beurt weer dat je gaat pro­ beren om van hier naar daar te komen, om iets te be­ reiken. Het idee dat we iets moeten bereiken, dat het 'ergens naartoe' moet, heeft te maken met de illusie dat we ons in de een ofandere toestand zouden bevinden. Je kunt namelijk alleen in een andere toestand terecht­ komen, als je je op dit moment in de ene toestand bevindt. We hebben eigenlijk geen aandacht voor on­ derzoek naar die basismisverstand. We zijn alleen maar bezig om van de ene in de andere toestand terecht te komen. Al die moeite om onze zelfverzonnen proble­ men op te lossen. Totdat de vraag gesteld wordt: 'Is het wel zo dat ik me in de een of andere toestand bevind?' Een diep- 9
  • 6. gaand onderzoek naar die vraag is iets heel anders dan proberen een beter mens te worden. Het is eenvou­ dig kijken ofeen aanname klopt of niet. Ik kan alle toestanden beschrijven, ik kan alle eigenschappen van welke toestand dan ook opnoemen. Ben ik dan niet in eerste instantie de waarnemer van al die toestanden? Dat is een kwestie van onderzoeken, niet van geloven. Want geloven ligt in de aannamesfeer en onderzoeken is kijken, voor jezelf zien. Dat is de uitnodiging van advaita. 10 Ik ben eenfragmentje A fen toe verschijn ik, maar snel daarna verdwijn .r.ik weer. Van mijn lichaam is er geen één mole­ cuul hetzelfde als een paar jaar geleden, maar toch denk ik dac ik dat lichaam ben. Ik ben voornamelijk bezig mezelf ce verbeteren, want ik ben niet goed ge­ noeg zoals ik ben. Het kan altijd mooier, rijker, snel­ ler, geliefder, meer gerespecteerd, jeugdiger, knapper of leuker. De meeste gevoelens onderdruk ik. Angst, woede, verdriet en jaloezie zijn niet welkom. Toch is het me nog niet gelukt om ze helemaal uit mijn leven te ver­ bannen. Ik heb ontelbaar veel manieren uitgeprobeerd om een beter mens te worden. Hypnose, meditatie, astrologie, acupunctuur, tarot, pendelen, channelen, lichtwerk, quantum touch, rebirthing, NLP, therapie, het rijtje is eindeloos. 11
  • 7. Toch hou ik het gevoel dat er nog iets ontbreekt aan mijn leven. Ik voel me niet vervuld, niet begrepen, niet geliefd. Op momenten dat het wél goed gaat, ben ik achterdochtig. Ik ben namelijk gewend dat er altijd wel iets kan gebeuren waardoor een meevaller toch weer een tegenvaller kan worden. Om niet de hele tijd her­ innerd te worden aan de eindigheid van mijn bestaan en aan alles dat ik kan verliezen, probeer ik mijn ge­ dachten op iets anders te richten. Op allerlei manieren heb ik geprobeerd mijn denkpatronen te veranderen. Ik probeer positiefre denken, in alles het goede te zien. Of ik probeer om niet te denken, ronder gedachten te zijn. Zo leven de meeste mensen. 12 Manieren om toch weer de doener te zijn H et idee de doener van 'jouw' acties te zijn, zit diep geworteld. Met als gevolg dat we 'goede' acties proberen te claimen, en 'foute' acties probe­ ren te ontkennen. Het wil er maar niet in dat al­ les spontaan verschijnt, en dat er geen doenerschap aan ten grondslag ligt. De persoon als doener is óók een verschijnsel, en niet de veroorzaker van gebeur­ tenissen. Hij is zelf een gebeurtenis. De acteurs kij­ ken niet naar de film, maar bevinden zich in de film. Maar we zijn meesters geworden in het onszelfvoor de gek houden. En er zijn altijd wel manieren te vin­ den om stiekem toch weer een doener te introduceren. Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die proberen alles goed te praten onder het mom van spiritualiteit. Lekker al­ les doen waar je zin in hebt, en dan roepen dat het 13
  • 8. niet uitmaakt omdat alles immers 'Bewustzijn' is, en spontaan gebeurt. Niets meer doen of ondernemen is ook zo'n trucje dat vaak toegepast wordt. Dan word je een passieve doener die een beloning voor die passiviteit verwacht. 'Waarom zou ik nog iets doen, als het toch niet uit­ maakt?' Het is geen kwestie van wel of niet iets onder­ nemen. Die zogenaamde 'ik', die wel of niet iets gaat ondernemen is het probleem. 14 Zoeken Z oeken betekent: over het nu heen kijken. Denken dat er een andere mogelijkheid is dan nu, en daar­ op focussen. Een statische gedachteconstructie prefere­ ren boven het dynamische nu. Een ideale situatie ver­ zinnen, datgene wat er verschijnt daarmee vergelijken, en vervolgens oordelen dat 'wat is', niet voldoet. Wat is, zal per definitie nooit voldoen aan wat voor voorwaarden je ook stelt. Voorwaarden zijn namelijk gedachtespinsels. Je neemt een aantal momentopna­ men uit het geheugen en daarmee construeer je een 'ideale situatie'. Die situatie heeft meestal te maken met geluk, macht, controle, geld, veiligheid, allerlei garanties, bevestiging, liefde, en ga zo maar door. En dat alleen maar omdat je gelooft dat je een per­ soon, een ego, bent. En voor een ego is de wereld uiter­ mate onveilig, zijn er geen garanties, is er bevestiging 15
  • 9. nodig, en moet er steeds maar weer aandacht naar toe. De persoon en de zoekbeweging hebben met elkaar te maken. Zolang je gelooft dat je dat ego bent, en meer niet, is er die zoekbeweging. Harder zoeken, of op een andere manier zoeken, of net doen of je niet meer zoekt, is allemaal geen oplossing. Zie het misver­ stand, doorzie de persoon en herken de idioterie van het zoeken. 16 Analyseren en bereiken W e zijn op een dusdanige manier geconditio­ neerd dat we alles in termen van bereiken zien. Bovendien zijn we gewend geraakt aan de illusie dat iets er duidelijker op wordt naarmate we er meer denk­ plaatjes bij verzinnen. Maar een uit-een-zetting levert nog geen eenheid op, en een ver-klaring brengt nog geen klaarheid. Van­ daar dat in de advaita traditie niet het accent ligt op bereiken en intellectuele verklaringen, maar op de wer­ king van het denk.mechanisme an sich. Omdat we zijn gaan geloven een persoon te zijn en meer niet, hebben we een fobie opgelopen voor niet-verklaren en de afwezigheid van denkpatronen. En dus moeten we op een krampachtige manier aan de gang om alles, maar dan ook letterlijk alles, in te vullen. 17
  • 10. Overal moet een verklaring bij, een beschrijving, een kader, anders kunnen we het niet 'plaatsen'. Dan 'kun­ nen we er niets mee', en kunnen we het 'geen plek ge­ ven'. En, minstens zo belangrijk, we kunnen ook niet meer 'zonder doel' zijn. De afurezigheid van projectie zijn we als probleem gaan zien, tetwijl projectie nu net de oorzaak is van alle problemen. De fout die bijna elke spirituele zoeker maakt, is het najagen van toestanden 'zonder gedachten', 'zon­ der doelen' en 'zonder verklaringen'. En dan maar de hele dag hardop roepen dat je 'niets weet'. Van een 'we­ ter' word je dan ineens een 'niet-weter'. Het denken wordt dan tot vijand gemaakt (wat het niet is) en krijgt daardoor een onevenredig grote waar­ de toegekend (die het niet heeft). Je bent nog steeds aan het proberen een toestand te bereiken, namelijk een gedachteloze toestand. Wil je serieus zelfonderzoek doen? Kijk dan naar al deze mechanismen en herken ze als zodanig. Dan ontdek je ook dat het niet uitmaakt of ze er wel ofniet zijn. 18 Het denken kan niet voor het waarnemen komen D enken wordt waargenomen. Vanuit de onbe­ perktheid die we zijn kijken we naar alle gedach­ tes die langskomen. Vragen als: 'Hoe ga ik ergens mee om?', zijn vragen op denkniveau. Je hoeft nergens mee om te gaan, je ziet dingen gebeuren, moeiteloos en spontaan. Er is geen 'beste' manier om met dingen om te gaan, er is niet een houding die de beste is in alle mogelijke gevallen. Je kunt geen denksysteem verzinnen waarmee je tussen de waarnemer en het waargenomene kunt kruipen. Het denken is als instrument ongeschikt om dat wat verschijnt een stapje vóór te zijn. Dat betekent dat de vraag: 'Hoe moet ik leven?' een onzinnige vraag is. Er is geen hoe. Je ziet het verschijnen, dat is alles. 19
  • 11. Zelfonderzoek is eenvoudig, maar we houden van moeilijk W at doe je, als je iets wilt onderzoeken? Je kijkt, zonder te weten waarnaar je kijkt. Als je name­ lijk wél meent te weten waar je naar kijkt, onderzoek je niet. Dan projecteer je, en dat is iets anders dan on­ derzoeken. Iemand die werkelijk onderzoekt, heeft ook geen enkel idee over de uitkomst van dat onderzoek. Het introduceren van een gewenst eindresultaat betekent ogenblikkelijk het einde van onderzoeken. Zelfonderzoek zal ook niet leiden tot conclusies, want dat zijn verstandelijk beredeneerde optelsom­ men. Je zult er geen setje leefregels aan overhouden. Voor mensen die in de huidige westerse maatschap­ pij zijn opgegroeid volgens de gebruikelijke conditio­ neringen, zal zelfonderzoek dan ook niet echt leuk zijn. Want wij zijn opgegroeid met 'meten is weten', en met 21
  • 12. 'je moet een mening hebben' en met 'wat is je doel?' Onderzoeken betekent niet dat je een aantal aha-mo­ menten! probeert te creëren, en dat je daar steeds meer uitroeptekens bij krijgt en 'kennis' verwerft. De een­ voud van het kijken en niet-weten is zo dichtbij, dat je er bijna altijd overheen kijkt. 22 Een 'belangrijke' gebeurtenis in de toekomst I k interesseer me niet of nauwelijks voor voorspel­ lingen. Hooguit voor het weer, een paar uur van te­ voren. Ik moet dan ook altijd vrolijk lachen wanneer het weerbericht van zondag over donderdag gaat. Ik las ooit in een boek van Piet Vroon dat je vaker dan het KNMI gelijk hebt als je het hele jaar lang voorspelt dat het morgen precies hetzelfde weer als vandaag zal zijn. Voor wat betreft deze desinteresse ben ik een bui­ tenbeentje, is me in de loop van mijn leven gebleken. Horden mensen laten zich juist dolgraag vertellen wat de toekomst in petto heeft. En daar zijn allerlei 'mid­ delen' voor, zoals astrologie, handlezen en tarot, maar die laten we even buiten beschouwing. Wat mij intrigeert, is dat er mensen zijn die net doen ofze weten wat er in de toekomst gaat gebeuren, en dan zijn er ook nog eens mensen die daarin geloven. 23
  • 13. Hoe vaak in de geschiedenis is her al niet voorgekomen dat er voorspellingen waren dat de wereld zou vergaan? Of dat er een belangrijke ommekeer zou plaatsvinden? Waarom zijn er zoveel mensen die net doen of ze we­ ten wat komen gaar? Mijn ervaring is dat de oorzaak van dit soort ver­ schijnselen meestal veel simpeler is dan je zou ver­ wachten. Volgens mij zijn de meeste mensen gewoon op zoek naar een vorm van controle of veiligheid, ze­ kerheid. 'Ik weet wat er gaat gebeuren, bij mij ben je veilig.' Of: 'Ik sluit me bij jou aan, want jij biedt veilig­ heid en zekerheid.' Soms neemt het zelfs de vorm aan van manipulatie en dreiging: 'Als je de Tien Geboden niet opvolgt, kom je in de hel!' Eigenlijk zijn dit allemaal bewegingen weg van de angst. In plaats van te kijken wat angst is, verzinnen we zo snel mogelijk strategieën om van die angst af te komen, om er niet naar te hoeven kijken. Gek eigen­ lijk. Je gegeven is angst, maar je verzint er een verhaal bij omdat we geleerd hebben dat angst per definitie negatief zou zijn. Dat is niet zo , want waarom zijn er anders spannende films, gaan we bungeejumpen of een thriller lezen? Angst is op zichzelfniet goed ofver­ keerd, angst is gewoon angst. 24 New age goeroe? 0nlangs kwam ik een artikel tegen naar aanleiding van het overlijden van mijn leermeester Alexan­ der Smit. Meteen bij de titel gaat het al fout; hij was helemaal geen 'new age goeroe'. Wikipedia zegt het volgende over de term 'new age': 'New age is een verzamelterm voor bewegingen van een nieuw mensbeeld die vanaf de tweede helft van de jaren 1960 in opkomst zijn. De aanhangers van new age trachten vanuit zichzelf de eigen persoon en daar­ mee de hele wereld op een hoger plan te brengen. Men ervaart de eenheid van mens, natuur en kosmos. Men hecht waarde aan intuïtieve en gevoelsmatige benade­ ring van problemen en zaken. New age wordt gezien als een reactie op traditionele monotheïstische religies, maar ook op materialisme, rationalisme en individu- 25
  • 14. alisme. Uit deze bewegingen is ook een muziekstijl voortgekomen, zie new age (muziek).' Advaita gaat niet over een 'nieuw mensbeeld'. Advaita gaat juist over het doorzien van alle beelden die we van onszelfproberen te maken. Advaita probeert ook niet om 'vanuit zichzelf de eigen persoon en daarmee de hele wereld op een ho­ ger plan te brengen'. Wat Alexander juist overduidelijk maakte, was dat er niet zoiets bestaat als 'vanuit de ei­ gen persoon', laat staan dat de wereld op een 'hoger plan' gebracht moest worden. Het hele idee dat het anders zou moeten zijn dan het nu is, berust op een misverstand. Als er iemand was die dat helder kon uit­ leggen, was het Alexander wel. 1n de villa van Rama Polderman in Baarn gafSmit van­ afzijn 'verlichting' in 1978 (hij was toen dertig) voor­ drachten over de hindoeïstische advaita vedanta-filosofie, die alle dualiteit ontkent. ' Advaita ontkent dualiteit niet, en dat heeft Alexander dan ook nooit gedaan. Hij zei juist altijd: 'Om iets te kunnen ontkennen, moet je het eerst gekend hebben'. Het ontkennen van de dualiteit is onzin. Dualiteit verschijnt, dat kan iedereen onmiddellijk zien. Het enige dat advaita in het algemeen en Alexander in het bijzonder beweert, is dat dualiteit wordt gedragen in iets dat geen dualiteit is. En dat is je ware natuur. 26 Weten datje stilte bent is iets anders dan het ontbreken van activiteit D e stilte waarover in advaita gesproken wordt is iets anders dan war er in het dagelijks leven mee bedoeld wordt. Ten onrechte wordt vaak gedacht dar zelfkennis stilte, of het ontbreken van gedachten op zou leveren. Er zijn veel meditatietechnieken waarbij het doel niet-denken is. En ik hoor vaak van bezoekers van mijn satsangs dat ze het graag wat rustiger zouden hebben 'in hun hoofd'. De denkfout die hier gemaakt wordt is dat je be­ paald zou worden door wat er verschijnt. Als er veel gedachten of heftige gevoelens verschijnen, trekken we de conclusie dat we daardoor uit ons centrum gehaald worden. Maar dat is een onjuiste conclusie. Essentie kan nooit verstoord worden door vorm. Het maakt niet uit hoeveel vormen er verschijnen, hoe interessant ze lijken, of hoe imponerend ze overko- 27
  • 15. men. Een tsunami kan nooit schade toebrengen aan water. Als je verwacht dat je gevoelsleven heel vlak en rustig zal worden als je eenmaal ontdekt hebt wat je in wezen bent, zit je ernaast. Het kan alle kanten op, en het zal altijd boeiend zijn zonder dat jij erdoor geboeid wordt. 28 Je kunt alleen in discussie gaan over datgene waaroverje onzeker bent E en discussie is een gesprek waarin twee deelnemers elk hun eigen mening verdedigen. Je kunt over van alles en nog wat een mening hebben, maar dat is iets anders dan weten. Een mening heeft te maken met per­ soonlijke voorkeur, ofmet conditionering, ofmet geloof. Hoe serieuzer de deelnemers hun eigen mening nemen, des te groter de kans dat de discussie op ruzie uitloopt. Wat betreft het hebben van meningen zijn we de meest opportunistische wezens die er bestaan. We me­ ten ons gewoon die mening aan die ons op dat mo­ ment het beste uitkomt. Neem als voorbeeld de ruzies die je in een relatie kunt hebben. Het ene moment roepen we dat we ruimte nodig hebben, het andere moment dat de ander te weinig belangstelling toont. Of we klagen dat we aandacht tekort komen, en later dat de ander ons verstikt of stalkt. 29
  • 16. Als onze mening niet gerespecteerd wordt, grijpen we naar machtsmiddelen zoals manipulatie, intimidatie en dreigingen. Dan krijg je uitspraken als: 'Wacht maar afl', of: 'Je zult het nog wel zien!', of: 'Je komt jezelf nog wel tegen!'. . Meningen en overtuigingen zijn relanef. Je kunt te- gen ultrarechtse politiek zijn, dat is e�� meni�g. Maar je kunt niet tegen de zwaartekracht z1Jn, dat is een ge- geven. . .. Twee mensen die weten wat ze in essentte ZIJn, kun- nen er uiteraard over praten. Maar er zal nooit een dis­ cussie ontstaan. Van beide kanten is er geen onzeker­ heid, dus waar zou je over moeten discussiëren? Wat we zijn kan op talloze manieren beschreven worden. 30 Vanuitje zelfbeeld komje nooit tot Bewustzijn H et lastige van zelfonderzoek is dat we het bijna al­ tijd benaderen vanuit de illusie dat we denken een persoon te zijn, terwijl werkelijk zelfonderzoek juist de vraag: 'Bén ik eigenlijk wel een persoon?' bekijkt. Een benadering vanuit een persoonlijk perspectief kenmerkt zich door een groot 'bereiken'-gehalte. En het vervelen­ de van bereiken is dat het per definitie in de toekomst ligt, waardoor we over het nu heen kijken. Als het grootste deel van onze aandacht bij bereiken en projecteren ligt, onderzoeken we niet, maar zijn we al aan de slag gegaan, op zoek naar een betere situatie voor de persoon. We passen gewoon dezelfde truc toe op zelfonderzoek die ons ons hele leven al verteld is; er ligt een beloning in de toekomst. Het volkomen helder inzien van deze strategie be­ tekent onmiddellijk ontspanning. En dan hoef je niet 31
  • 17. vanuit een zelfbeeld tot Bewustzijn te komen. Dan zie je dat het helemaal niet nodig is, omdat je nooit iets anders dan Bewustzijn bent geweest. In plaats van dat je vanuit de illusie een deeltje te zijn het geheel pro­ beert te zien, zie je dat het juist precies andersom is. Zelfrealisatie voor een persoon is onmogelijk. We zien die persoon verschijnen en verdwijnen, maar om­ dat die verschijnselen op elkaar lijken concluderen we ten onrechte dat die persoon continu is. Maar verschij­ nen en verdwijnen impliceert discontinuïteit. Zelfonderzoek betekent dan ook niet dat je er steeds meer inzichten en wijsheden bij krijgt. Het betekent dat je steeds meer bijgeloof kwijtraakt. 32 Een persoon heeft nooit genoeg aan zichzelf V anuit de wetenschap dat ik Bewustzijn ben, kan er nooit een zoekbeweging ontstaan. Vanuit de illusie dat ik een persoon zou zijn, wel. De reden daar­ voor, is dat een persoon discontinu is. Soms is hij/zij er wel, soms niet. Als we ons identificeren met die persoon, ontstaat er ook onmiddellijk de behoefte aan continuïteit en geluk voor die persoon. En dan ontstaat de onmoge­ lijke situatie dat er naar iets blijvends gezocht wordt, voor iets dat in zijn aard veranderlijk is. De oplossing voor dit probleem is niet dat je nog harder moet zoeken, of dat je op een andere manier zou moeten zoeken. De oplossing ligt in het ontdek­ ken wat zoeken eigenlijk is en hoe het begint. 33
  • 18. Meeschuivende referentiekaders I n onze maatschappij is ons geleerd dat we op zoek moeten naar verbetering. Verbetering is een eigen­ aardig fenomeen. We kunnen namelijk alleen bepalen of iets verbeterd is als we het kunnen vergelijken met een vorige situatie. Dat werkt als volgt: we proberen in te schatten wat onze huidige situatie is, en gaan daarna energie steken in het verbeteren van die situatie. Als dat lukt, zijn we even tevreden. Al vrij snel daarna gaan we de nieuwe verbeterde situatie als normaal ervaren en niet meer als een ver­ betering. Ons referentiekader schuift mee en er wordt een nieuwe, betere situatie verzonnen, en dan begint het spelletje weer van voren af aan. Als je merkt dat je probeert jezelf te verbeteren, vraag je dan eens af: Wat is mijn huidige situatie? En dan heb ik het niet over omstandigheden, want dat 35
  • 19. zijn waargenomen verschijnselen. Wat is de situatie van diegene die al die omstandigheden waarneemt? Als je een beetje intelligent bent, zul je er snel ach­ ter komen dat je geen eigenschappen kunt toekennen aan datgene wat alle eigenschappen waarneemt. Hoe zou je iets, dat geen eigenschappen bezit, willen verbe­ teren? Er is geen referentiekader voor wat we wezenlijk zijn, en daar valt dus ook niets aan te verbeteren. 36 Hoe houdje realisatie in stand? E en vraag die ik nogal eens krijg is: 'Ik heb ooit wel heldere momenten gehad, maar die verdwenen al­ tijd weer'. Het kan natuurlijk zijn dat je ineens een inzicht krijgt, wat vaak gepaard gaat met gevoelens van helderheid en transparantie. Op die momenten is het allemaal zó simpel en duidelijk, dat je je absoluut niet voor kunt stellen dat het ooit onduidelijk was. Des te groter is dan de teleurstelling als al die ge­ voelens die bij zo'n helder moment horen, ook weer blijken te verdwijnen. Het zijn van die momenten van de waarheid (mijn leraar noemde het altijd 'reality­ checks'), waarop eventuele ideeën die je gemaakt hebt over hoe 'het zal zijn' als je het eenmaal gezien hebt, boven water komen. Tijdens de laatste satsang schoot me een voorbeeld te binnen van iemand die stopt met roken. De versla- 37
  • 20. ving van het roken heeft wel parallellen met de ego­ addictie. Zodra je stopt met roken, ben je in het begin nog een roker, maar dan eentje die niet rookt. Maar: je bent gestopt! En dan kan er een overwinningsgevoel opkomen omdat je het voor elkaar hebt gekregen om niet meer te roken. Naast alle afkickverschijnselen is er ook een gevoel van triomf. Een maand later is dat gevoel al een stuk minder. Van een roker die niet rookt, ben je al bijna een niet­ roker geworden. Er zullen momenten zijn dat je snakt naar een sigaret, dus er is nog wel strijd. Maar stel dat je het trucje van de rookverslaving doorzien hebt, dan is die strijd al een heel stuk minder dan een maand daarvoor. Een jaar later denk je niet eens meer aan roken. Als iemand je zou vragen: 'Hoe speel je het voor elkaar om niet te roken?', zou je niet weten wat je moet zeggen, terwijl die triomfantelijke gevoelens van de eerste tijd dat je niet rookte allang verdwenen zijn. Het niet-ro­ ken is niet meer afhankelijk van die gevoelens. En zo is het ook met zelfrealisatie. Denk niet dat al die mooie gevoelens, die bij inzichten optreden, zul­ len blijven hangen. Ook die verdwijnen, want wat een begin heeft, heeft ook een einde. Ook iemand die weet wat hij is heeft rotdagen en mooie dagen. De vraag: 'Waarom moet MIJ dit nou overkomen?' is weliswaar afwezig, maar ups en downs gaan gewoon door. Dat is dualiteit en dat noemen we 'leven'. 38 Aantrekken of afstoten H et beginsel dat de persoon waarneemt, noem ik Absoluut Bewustzijn. Maar wat we waarnemen is niets anders dan onsZelE Vandaar dat het heel merk­ waardig is dat we sommige dingen naar ons coe probe­ ren te halen en andere dingen proberen weg te duwen. Een gevoel als angst is geen anomalie in Bewustzijn, het is gewoon Bewustzijn dat de vorm aanneemt van het waarnemen van een verschijnsel. In essentie ben je nergens niet en zou je voortdurend kunnen zeggen: 'Hé, ik hier?' of: 1t is 1!' Dat we dingen naar ons toe zouden kunnen halen of juist van ons af zouden kun­ nen duwen, is dan ook strikt genomen onmogelijk. Het waarnemen van een gevoel is exact hetzelfde als het waarnemen van een wegduwbeweging. De instin­ ker is dat er een scheiding zou kunnen bestaan tussen ik en niet-ik. Zolang nog niet duidelijk is dar er niets 39
  • 21. anders is dan Bewustzijn, zullen de aantrek- en weg­ duwbewegingen voor werkelijk aangenomen worden. Aantrekbewegingen, omdat je meent dat je iets mist en probeert om meer of beter te worden. Afstootbewe­ gingen, omdat je denkt dat het mogelijk is om ergens niets mee te maken te hebben. En allemaal omdat niet is ingezien dat de grondstof (Absoluut Bewustzijn) en de vorm (verschijnselen als gedachten en gevoelens) in essentie niet verschillen. Hout zal nooit een plank proberen af te stoten, wa­ ter zal nooit proberen een golf naar zich toe te trek­ ken, goud zal nooit proberen zoveel mogelijk sieraden te verzamelen. What's thepoint? Je bént het al, dus je kunt niet meer, of minder jezelf worden. You are what youis! 40 Zelfonderzoek doen Z elfonderzoek doen is wezenlijk anders dan aan de slag gaan met jezelf Zelfonderzoek houdt in dat je kijkt wie of wat je bent en dat je nog niet weet wat de uitkomst zal zijn. Je weet zelfs niet óf er wel een uitkomst zal zijn. Als je durft toe te geven dat je weinig tot niets weet en tegelijkertijd een enorme nieuwsgierigheid hebt naar zelfkennis, ben je toe aan wezenlijk zelfonderzoek. Met jezelf aan de slag gaan is iets anders. Je denkt dan namelijk te weten wat je huidige situatie is, en ook wat de gewenste situatie is. Dat is geen onderzoeken, dat is naar een resultaat toewerken. Bij deze vorm komt juist heel veel 'kennis' kijken, in die zin dat je veel informatie leert onthouden en die ook toepast. Zo kun je bijvoorbeeld veranderen van iemand die moeite heeft om over zijn gevoelens te praten in een assertief iemand. 41
  • 22. Veel mensen denken dat het het één of het ander moet zijn. Maar dat hoeft helemaal niet. Er zijn wel verschil­ len, maar zelfonderzoek en werken aan jezelf hoeven elkaar helemaal niet wederzijds uit te sluiten. Er is al­ leen één probleem: hoe kun je werken aan jezelf als je niet honderd procent twijfelloos weet wie je bent? Ik weet niet hoe een motor werkt, maar ik ga er toch aan sleutelen. Het antwoord is vrij simpel: dat kan even­ goed. Chirurgen weten nog lang niet hoe ons lichaam precies werkt, maar ze kunnen er toch aan sleutelen, door bijvoorbeeld je blindedarm te verwijderen. De oplossing die dat oplevert, is natuurlijk wel een tijde­ lijke. En dat is precies hoe het werkt met werken aan jezelf: omdat je met een fragment bezig bent, krijg je een fragmentarische oplossing. Het leuke van wezenlijk zelfonderzoek is dat je di­ rect naar de bron gaat. Dus voordat we oplossingen gaan zoeken, gaan we eerst eens kijken of er überhaupt wel een oplossing nodig is. We gaan dus niet aan de slag met het een of ander, we gaan kijken wat er al­ lemaal gebeurt in Bewustzijn. Niet om een resultaat te bereiken, maar gewoon uit nieuwsgierigheid. Belang­ stelling is al een gek woord, want het gaat niet om be­ lang. Kijken, dat is belang-rijk. 42 Dualiteit H et hebben van ervaringen is onlosmakelijk ver­ bonden met dualiteit. Als er geen beweging zou zijn in Bewustzijn, ervaren we niets. Afgelopen week had ik een leerling op pianoles die een heel lekker luchtje op had (Bruno Banani), dus ik zei tegen haar: 'Goh, wat een heerlijk geurtje heb je op!' Ze zei: �a. dus je ruikt het wel? Zelf ruik ik het niet meer, namelijk.' Zo werkt het met ervaringen. Als er geen verschil is met iets dat daarvoor kwam, ervaren we niets. Koop maar eens een nieuw horloge en doe het om. In het begin ben je je zeer bewust van het bandje om je pols, maar al vrij snel voel je niets meer. We kunnen uren zoeken naar een bril die achteraf op ons voorhoofd blijkt te staan. Als er alleen maar één tint groen zou zijn en verder niets, zouden we niet weten wat kleu- 43
  • 23. ren zijn. Juist omdat er diversiteit is, kunnen we kleu­ ren ervaren. Hoe mooi en prachtig sommige ervaringen ook kunnen zijn, ze hebben allemaal de eigenschap dat ze voorbij gaan. Dat kan ook niet anders, want er kan alleen een ervaring zijn wanneer er een verschil is met een voorafgaande. Voor minder leuke ervaringen is dat natuurlijk voordelig. En voor leuke ervaringen is het jammer als ze voorbij zijn. We maken een denkfout als we op zoek gaan naar degene die ervaart. Dat wat alle ervaringen waarneemt, kan zelf nooit een ervaring zijn. We kunnen niet er­ varen wat we in essentie zijn. Dat houdt in, dat wat we in werkelijkheid zijn, geen begin heeft en ook geen einde, zoals ervaringen dat wél hebben. We kunnen alleen zijn wat we zijn, onbegrensd, niet afgebakend, niet beïnvloed door omstandigheden. 44 Uitzicht op inzicht H et hebben v�n inzichten op het gebied van zelf­ onderzoek is een merkwaardig verschijnsel. Neem alleen het woord zelf al. Het gaat over in-zien, wat al een beetje aangeeft dat het dieper gaat dan ge­ woon ergens naar kijken. Als iemand zegt: 'Ik zie het, ik snap wat je bedoelt', dan heeft dat niet het eureka­ gehalte van een alles doordringend inzicht. Wat er optreedt bij een helder inzicht zou je een soort supergeleiding kunnen noemen. Je hoort iets, of je leest iets en ineens is het glashelder waar naar verwezen wordt. Waarschijnlijk kun je het niet eens uitleggen of verklaren, maar om die helderheid kun je niet heen. Wat nog wel eens problemen op kan leveren is het proberen te herhalen van momenten van helder in­ zicht. Je gaat dan uit zitten kijken naar een herbeleving van iets dat allang weer weg is. Uitzicht op inzicht. 45
  • 24. Iets proberen te herhalen is altijd niet-begrijpen. Je hebt dan namelijk niet door dat het nu altijd nieuw is. Van iemand die zelfonderzoek doet word je een ge­ nieter van spirituele toestanden. Maar inzichten treden spontaan op en verdwijnen weer spontaan. Is zelfrealisatie dan geen inzicht? Ach, het is maar hoe je het formuleert. Maar het zal niet tot gevolg heb­ ben dat je gaat proberen bepaalde gebeurtenissen te herhalen, of mooie momenten vast te houden. Bij zelfrealisatie zie je van top tot teen en door en door dat je als Bewustzijn de essentie van alle dingen bent, dus het gevoel dat je iets ontbreekt en elke zoek­ beweging die daaruit voortvloeit wordt onmogelijk vanwege de absurditeit ervan. 46 Herinneren en onmiddellijk weten Z elfonderzoek is geen kwestie van dingen onthou­ den en ze, indien nodig, op kunnen dreunen. Het betekent dat je onderzoekt wat je nu eigenlijk weet. Welke kennis in je is twijfelloos? En welke kennis bestaat uit aannames die (impliciet) niet onderzocht zijn? Meningen, stellingen en overtuigingen horen alle­ maal tot het terrein van denken, dus van herinnering en geheugen. En geheugen is uiterst onbetrouwbaar. Ga bijvoorbeeld maar eens na hoeveel procent je je nog exact herinnert van vandaag, acht weken geleden. Herinnering is: 'Oh ja, dat was ook zo.' Dat is het vergelijken van concepten en tot de slotsom komen dat ze overeenstemmen. Onmiddellijke kennis is an­ ders. Het is weten, kennen, waarnemen zelf. Als ge­ heugen 'oh jà is, is onmiddellijk weten 'ja'. Je weet 47
  • 25. twijfelloos dat je bent, dat hoef je niet uit je geheugen op te vissen. Gevoelens worden onmiddellijk gezien. De etiketjes die erbij horen (zoals woede ofblijdschap), zijn geheu­ gen. Dat is trouwens geen pleidooi voor onmiddellijk weten en ook geen aanklacht tegen het geheugen. Er is geheugen, en er is het onmiddellijke zien. Geheugen is prima geschikt om momentopnamen van voorbije gebeurtenissen tevoorschijn te toveren, maar geheel ongeschikt om exact in kaart te brengen wat we in essentie zijn. 48 De persoon is een hokje N iemand vindt het leuk om in een hokje gestopt te worden. Zodra iemand anders probeert ons tot een concept te reduceren gaan onze nekharen over­ eind staan. Dan zegt iemand bijvoorbeeld: 'Oh, dat is typisch wat voor jou!' Daarmee proberen ze dan aan te geven dat ze je door en door kennen, maar in feite is het kleinerend. Wanneer iemand tegen je zegt: 'Ik weet precies hoe jij bent!' denken ze dat ze doorhebben hoe 'jij' in elkaar zit. In feite zijn ze alleen maar geïnteres­ seerd in hun eigen projecties over jou. Waarschijnlijk is het bovenstaande niet al te inge­ wikkeld om te volgen. Dat heeft ermee te maken dat het gaat over wat er eigenaardig is aan het gedrag van ándere mensen. Maar als we de blik op onszelf richten wordt het nog veel gekker. Als we het niet leuk vinden dat andere mensen 49
  • 26. ons in een hokje stoppen, waarom doen we het dan zelf wél? Want het geloof slechts een persoon te zijn, komt op precies hetzelfde neer. Een persoon is net zo goed een hokje als elk ander hokje. Een hokje is een concept, en de persoon is evenzo­ goed een concept. Niets aan de hand, tot we er meer van proberen te maken dan het is. Tot we het tot norm gaan verheffen. Zolang we het herkennen voor wat het is - een concept - blijft het speels en relatief. Hoe seri­ euzer en belangrijker de persoon wordt, des te groter de kans op problemen. En vergis je niet: ook het weg­ wensen van de persoon is het serieus nemen van de persoon. 50 Begrippen en begrijpen I emand begrijpen is in feite niet meer dan een aantal begrippen op een rijtje zetten en denken dat je daar­ mee die ander in kaart hebt gebracht. Je vergelijkt je eigen denkbeelden met de concepten van de ander en als het ongeveer overeenkomt, denk je dat je die ander begrepen hebt. Eigenlijk is dat heel kleinerend, want je denkt dat die ander tot een begrip, tot een concept, terug te bren­ gen is. Wanneer twee mensen ruzie hebben en op hun strepen gaan staan, krijg je exact hetzelfde verhaal. Of het nu gaat om aantrekken of afstoten, het gaat nog steeds om niets meer dan de concepten die je van de ander maakt en, belangrijker, de waarde die je aan die concepten toekent. Denken dat je iemand anders begrijpt is dus een misverstand. Proberen door iemand anders begrepen 51
  • 27. te worden ook. Begrepen worden lijkt fijn, maar het is het nét niet. Als je dit niet door hebt, zul je op zoek gaan naar steeds meer begrip vanuit je omgeving. Dat werkt contraproductief en zo creëer je een vicieuze cirkel. Hoe meer je probeert begrip, bevestiging en aandacht te kweken, hoe vaker men zal proberen je te ontlopen. Al deze misverstanden hebben ermee te maken dat we vergeten zijn dat we niet alleen maar concepten zijn. Persoonlijkheid, ego, het zijn allemaal concepten. En wij zijn datgene waarin al deze dingen waargeno­ men worden. Ik noem het Absoluut Bewustzijn, maar elke bena­ ming is opnieuw een concept. En het draait niet om de concepten, maar om datgene waarnaar ze verwijzen. 52 Acceptatie is nooit denkwerk V aak gebeuren er dingen die we niet willen, maar waar we niet omheen kunnen. Er is een aantal gevoelens waaraan standaard het etiketje 'niet in orde' hangt. Angst is bijvoorbeeld zo'n gevoel. Zodra dat verschijnt komt even later de gedachte 'weg hiermee' op. De gedachte over een gevoel komt dus altijd later dan het gevoel. Nu hebben we van vrij veel gevoelens geleerd dat ze negatief zijn. Toch heeft iedereen van tijd tot tijd gevoelens als angst, verdriet, kwaadheid enzovoort. Hoe zwaarder het oordeel over deze gevoe­ lens gaat wegen, hoe groter ook het conflict met deze gevoelens. Velen van ons proberen het conflict op te lossen door de negatieve gedachten over bepaalde gevoelens te vervangen door positieve gedachten. 53
  • 28. We gaan 'positief denken'. Er komt dan bijvoorbeeld verdriet op, en iets later zeggen we: 'Dat was goed, want dat moet je uiten. Dat verdriet mag er zijn'. Met acceptatie heeft dit echter niets te maken. We hebben gewoon het negatieve oordeel verruild met een positief oordeel. Het blijft oordelen, en ook de posi­ tieve gedachten komen ná het gevoel op. Op het moment dat een gevoel opkomt zijn wij ge­ woon de Openheid waarin dat gevoel verschijnt. We zijn eenvoudig de Beschikbaarheid die het mogelijk maakt dat er gevoelens verschijnen. Het onmiddellijke waarnemen van een gevoel is de acceptatie ervan. Aan­ gezien het denken per definitie achter de feiten aan­ loopt, is het voor het denken onmogelijk om nog iets met een gevoel te doen dat allang verschenen (en dus geaccepteerd) is. Acceptatie is geen actie van het denken. Ook ge­ dachten worden geaccepteerd. 54 Honger en eten V an tijd tot tijd krijg je honger en heeft je lichaam voedsel nodig. Na het eten voel je je voldaan en is het hongergevoel verdwenen. Je zou dus zeggen dat eten dé oplossing is voor honger. Maar dat is maar ten dele waar. Eten zorgt er inderdaad voor dat het hongergevoel tijdelijk verdwijnt, met de nadruk op tijdelijk. Als je een paar uur wacht, krijg je al weer trek. En als je nog langer wacht, wordt het vanzelf weer honger. Zit ik nu ingewikkeld te doen op niets af? Een beetje wel. Want wat is het probleem nou eigenlijk? Als je honger hebt, eet je. Klaar. Wij hebben het geluk dat we in een deel van de wereld wonen waar voedsel genoeg is. Maar stel nu dat we niet op zoek gaan naar een tij­ delijke oplossing voor honger, maar een blijvende. 55
  • 29. Je zou kunnen proberen om vaker te eten. Of om an­ dere dingen te eten. Maar het feit blijft dat je niet definitief kunt op­ houden met eten. Als we van honger een probleem zouden maken, ontdekken we dat er geen definitieve oplossing voor is. Precies op dezelfde manier is het met het zoeken naar bevestiging, status, macht en erkenning. Als je daar echt een probleem van maakt en probeert langs die weg tot een definitieve oplossing te komen, zul je merken dat er op die golflengte geen oplossing bestaat. Hoeveel bevestiging je ook zult krijgen, hoeveel erken­ ning er ook zal zijn voor wat je gedaan en bereikt hebt, je zult altijd op zoek gaan naar meer. Je komt nooit op een punt waarop het genoeg is. Er is dus geen blijvende oplossing voor honger naar voedsel of een zoektocht naar bevestiging of status. Is dit erg? Welnee. Je ziet gewoon het patroon: honger - eten - honger - eten. Het is een cyclus die zichzelf in balans houdt. Met zoeken naar psychologisch geluk is het patroon ook zo: zoeken - bevestiging - zoeken - bevestiging. Wat op zichzelf geen probleem is, namelijk zo'n waargenomen beweging in Openheid, kan het wel worden als je denkt dat je onderdeel van zo'n bewe­ ging bent. Dat je in een cyclus mee zou draaien. Als je zo'n cirkelbeweging ziet, en jezelf afvraagt: 'Hoe kom ik daar uit?', dan is het antwoord: je bént er al uit, an­ ders zou je het niet waar kunnen nemen. 56 Verschijnen en verdwijnen G evoelens verschijnen in ons en wij nemen ze waar. Met gedachten is het net zo. Er kunnen veel din­ gen ingewikkeld lijken aan zelfonderzoek, maar dit onderdeel is vrij simpel te zien. Denken en voelen ver­ schijnen niet alleen in ons, ze verdwijnen ook weer in ons. Tot zover allemaal eenvoudig, geen vuiltje aan de lucht. Maar dan vraagt iemand bijvoorbeeld op satsang plotseling aan mij: 'Hoe zorg ik ervoor dat ik niet meer zo word meegesleept door mijn gevoelens?' En dan is er ineens iets geks gebeurd: we draaien de boel om en beweren dat wij in onze gevoelens kunnen verdwijnen. Dat objecten als denken en voelen in óns verschijnen was meteen helder, maar blijkbaar gaat er geen belletje rinkelen als we dan later zeggen dat we verdrinken in heftige emoties. 57
  • 30. Je kunt niet verdwijnen in een gevoel. Je kunt ook niet verschijnen in een gevoel. Wat er wél gebeurt is dat de persoonlijkheid vaak even afwezig is wanneer er sterke gevoelens optreden. Aangezien we onszelf per abuis voor de persoonlijkheid aanzien, denken we dat we erin kunnen verdrinken. Maar hoe zouden we kun­ nen verdwijnen, als we juist datgene zijn waarin alles verdwijnt? Alles verdwijnt in ons, niet andersom. 58 Geen Tefal pan, maar de ultieme oplossing v:eel mensen denken dat niets je meer raakt als je gerealiseerd bent, en dat zich dat uit in een ge­ lijkmatige houding en een harmonieus gevoelsleven. Volkomen stoïcijns en onaangeraakt gaan ze door het leven, die verlichten. Wat er ook gebeurt, ze blijven er absoluut onverschillig onder. Het is een veel voorkomende projectie en natuur­ lijk klopt hij niet. Je wordt geen Tefal pan, waar niets vat op heeft en alles vanafglijdt. Natuurlijk, ik ben Absoluut Bewustzijn. Maar die ontdekking vervreemdt mij niet van de wereld zoals die verschijnt. Zelfrealisatie betekent niet dat je je af­ sluit voor de wereld, maar juist dat je ontdekt dat je de totale openheid bent waarin de wereld verschijnt. Vroeger werd elk gevoel meteen aan een persoon gekoppeld, gevolgd door allerlei projecties over het 59
  • 31. hele gebeuren. Het hele proces voelde aan als een kramp. Volgens de Tefal pan strategie zou ik nergens meer door geraakt moeten worden. Maar precies het tegenovergestelde is gebeurd. Alles raakt me. Ik ben elk gevoel en elk gevoel wordt honderd procent geaccepteerd en ervaren. Ik kan nooit meer zeggen: 'Dat is mijn pakkie an niet', want ik ben alles. Ik ben dus niet in een gepantserde houding te­ rechtgekomen waarin ik volkomen onkwetsbaar op veilige afstand naar de wereld kijk. Alles verschijnt in Mij, wordt in Mij gezien en lost ook weer op in Mij. Ik ben de Ultieme oplossing. 60 De persoonlijkheid als doener I n het denken is een subtiel misverstand aan de hand , namelijk dat de persoonlijkheid de doener der din­ gen zou zijn. Dingen gebeuren vanzelf, maar we ne­ men aan dat er een 'iemand' is die het doet. We ken­ nen da'armee de persoon een zelfstandigheid toe die er helemaal niet is. De truc van een doener hangt samen met de poging controle te krijgen over ons leven. Als er dan iets leuks of goeds gebeurt, kunnen we zeggen: 'Dat komt door mij, dat heb ik gedaan'. Na­ tuurlijk kunnen er ook minder leuke dingen gebeuren, en dan moeten we zorgen dat we niet als de schuldige worden aangewezen. Er zitten twee kanten aan. 'Natuurlijk ben ik de persoonlijkheid niet', hoor ik vaak roepen door mensen die zelfonderzoek doen. 'Dat snap ik allang.' Maar het probleem van de per­ soonlijkheid ligt genuanceerd. Het best ontwikkelde 61
  • 32. vermogen van de mens is het vermogen om zichzelf voor de gek te houden (Alexander Smit). Op allerlei slinkse manieren komt die zogenaamde doener vaak tóch weer om de hoek kijken. Je hoort spirituele zoekers bijvoorbeeld nog wel eens roepen: 'Laat het maar gewoon gebeuren'. Dat is volkomen de plank mis slaan en introduceert op een subtiele manier toch weer een doener, namelijk een spirituele doener die de dingen zou laten gebeuren. Alsof gebeurtenissen toestemming nodig hebben om te verschijnen. Het is ook zinloos om er naar te streven dat de per­ soonlijkheid verdwijnt ofverandert. Het is gewoon een serie concepten die verschijnt en verdwijnt. Het weg­ wensen van de persoonlijkheid is doorschieten naar de andere kant. Ego is niet de vriend, maar ook niet de vijand. Proberen er vanafte komen komt voort uit een overwaardering. Wat ik ook nog wel eens zie, is dat mensen de per­ soonlijkheid als een soort acteur zien waar zij zelfniets mee te maken hebben. Dan zeggen ze bijvoorbeeld: 'John is boos, laat hem maar lekker'. Onder het mom van: '.Alles is Bewustzijn, hier ben ik en dáár is de we­ reld' heb je de perfecte uitvlucht gecreëerd (voor wie?) en ben je niet meer aanspreekbaar voor je omgeving. Snappen hoe het zit met de illusie van de doener houdt in dat er geen bemoeienis is met die doener. 62 Kijken en bereiken Z odra ik mezelf eigenschappen toeken, valt er iets te verbeteren. Wanneer ik denk dat ik leuk ben, kan het altijd nog een stuk leuker. Alle verbetering die er mogelijk is, bevindt zich op het niveau van de eigenschappen. Je kunt geen eigen­ schap opnoemen ofhij is wel voor verbetering vatbaar. Er is dan ook een hele wereld aan cursussen te vinden waarmee je aan de slag kunt. Kijken is van een andere orde. We kijken naar alles, inclusief alle verbeteringsmechanismen, alle denkspel­ letjes, alle strategieën ter decoratie van het ego, en bo­ vendien alle oordelen daarover. In kijken zélf zit geen oordeel, want ook diezelfde oordelen worden gezien. Het leuke van dit kijken is dat je er niet 'uit' kunt. Je kunt niet besluiten te gaan kijken, je bént al gewaar. 63
  • 33. Waarnemen is geen acuv1te1t, het is onmiddellijk. Soms lijkt het zo te zijn dat we 'meegenomen' kunnen worden door heftige verschijnselen. Dat we uit 'ons centrum' weggesleurd kunnen worden. Maar hoe kan het dan dat we later exact kunnen navertellen wat er gebeurd is? Omdat we bewust zijn. Dit schouwen van dingen valt buiten de sfeer van 'bereiken', omdat het al zo fs. Als je deze waarheid uit het oog verloren bent, en denkt dat je een rijtje eigen­ schappen bent, ga je als een dolle te keer om te berei­ ken wat je al bent. Als een kip zonder kop ga je van alles ondernemen, op zoek naar 'jezelf'. Bereiken is tijdelijk, kijken is tijdloos. 64 Meditatie S ommige mensen denken dat je door te mediteren in een andere geestestoestand terechtkomt waarin alles rustig en harmonieus wordt. Dat de persoonlijkheid oplost en dat je 'de een­ heid ervaart'. Meditatie, op die manier gezien, is dan gewoon hetzelfde als stemmingmakerij of een geleide fantasie. Je creëert dan namelijk een aantal voorwaarden en als daaraan voldaan is zou je de juiste state ofmind be­ reikt hebben. Als je een toestand wilt oproepen waarin alles rustig en harmonieus is en waarin de persoon is opgelost, zou je net zo goed een dutje kunnen doen. Dat heeft exact hetzelfde effect. Werkelijke meditatie is niet afhankelijk van het wel of niet verschijnen van de persoonlijkheid, of van het scheppen van een fijne sfeer en/ofde juiste omstandig- 65
  • 34. heden. Het is de realisatie dat onze ware natuur niet verstoord kan worden. Je kunt er dus geen oefening van maken. Iemand die zegt dat hij 'meditatie beoe­ fent', heeft het dan ook niet begrepen. Misschien een leuk experiment om eens uit te voe­ ren: zorg voor een mooie ruimte met zachte kleuren en een fraaie lichtval. Zorg dat het lekker ruikt, met een wierookstokje of een geurkaars of etherische olie. Zet heel zachtjes mooie muziek op en ga in een ge­ makkelijke houding zitten. Let op je ademhaling en laat je gedachten langzaam wegzakken. Op welk moment is je meditatie nu precies begon­ nen? 66 Maniërisme H oe lang zijn we al op zoek naar de beste manier om te leven? Oud en nieuw staat voor de deur. Heb je voornemens? En hoeveel van die voornemens hebben te maken met je manier van leven? En waarom maken we deze voornemens elke keer weer? Het feit dat we ze maken, houdt in dat we erin gelo­ ven. Elke keer opnieuw nemen we ons voor het dit keer anders, beter te gaan doen. En keer op keer komen we bedrogen uit, want we zijn nog niet halverwege januari en alle goede voornemens zijn alweer als sneeuw voor de zon verdwenen. Vreemd genoeg trekken op zo'n moment veel men­ sen de conclusie dat ze te zwak zijn en geen ruggen­ graat hebben. Maar dat is maar één manier van kijken. Je zou net zo makkelijk kunnen zeggen: 'Er deugt iets niet aan het maken van voornemens'. 67
  • 35. Een voornemen, een plan over hoe te leven, een 'ma­ nier waarop', zijn allemaal kleineringen van de spon­ taniteit waarmee het leven zich van moment tot mo­ ment openbaart. Het leven is nooit te vangen binnen een concept of een systeem van regels. Wanneer je dus mèent dat het leven volledig te reguleren is, verval je tot een soort ultieme vorm van maniërisme. Er is geen manier om te leven. Alle regels en systemen afschaffen dan maar? Liever niet. Regels en systemen zijn een bijproduct en een afspiegeling van het leven. Niet de hoofdmoot, niet de essentie, maar een afspiegeling. Kijk om je heen: overal ter wereld hanteert men een verschillende mind­ set waar het regelgeving betreft. Maar overal ter wereld is de spontaniteit van het leven zelf aanwezig. Mocht je met alle geweld toch een voornemen wil­ len hebben, dan zou je je kunnen voornemen spontaan te zijn. Tegelijkertijd zou dat het gekste voornemen al­ ler tijden zijn. 68 Ontspanning A ls je van ontspanning naar spanning gaat, mer�je ..t".duidelijk een verschil. Maak maar eens een vuist, dan voel je duidelijk wat er gebeurt met de spieren in dat gebied. Je voelt de spanning opbouwen, en weer afnemen als je vingers zich weer openen. Maar stel nu dat je de hele dag een vuist zou ma­ ken? Dan ervaar je die spanning op den duur als de normale situatie, als de uitgangspositie. Je vergeet dan hoe het was toen die ontspanning daar was, en kent al­ leen nog maar de situatie MET spanning. Hoe langer dit duurt, hoe normaler je het gaat vinden. Wat in feite een kramp is, wordt niet meer als zodanig ervaren. Mensen die hyperventileren hebben bijvoorbeeld een kramp ontwikkeld in het middenrif, maar voelen niet meer dat daar een spanning zit. Het lijf reageert wel, met aanvallen van duizeligheid en andere sympto- 69
  • 36. men, en zodoende word je toch alert gemaakt op het feit dat er iets aan de hand is. Nu kun je de symptomen gaan bestrijden en bijvoorbeeld een kalmerend middel nemen om de angstaanvallen tegen te gaan, of je slikt iets tegen duizeligheid. Dat zal ook wel werken, en ik zie daar dan ook helemaal geen bezwaar in. Maar je kunt ook dieper gaan, en kijken waar de symptomen vandaan komen. Je hoeft niet eens te kiezen, je kunt het ene doen en het andere niet nalaten. En dan kun je ontdekken dat er zich een spanning in het middenrif heeft opge­ bouwd en wellicht vind je dan een manier om de weg terug te gaan naar de ontspanning die ooit de meest natuurlijke zaak was. Je voelt hem al van mijlenver aankomen, maar met je zelfonderzoek is het net zo. De illusie een persoon te zijn, is je ZO ingeprent, dat het bijna een eigen le­ ven is gaan leiden. Het is een krampachtig gebeuren, waarvan we geleerd hebben dat het normaal is. De symptomen van deze kramp zijn er natuurlijk wel, zo­ als zoeken, proberen te bereiken, denken dat er iets te halen vale, allemaal vanuit het perspectief dat we een persoon zouden zijn. Symptoombestrijding is volop aanwezig; er zijn ik weet niet hoeveel cursussen op het gebied van zelfVer­ becering te vinden. En net als met de kalmerende mid­ delen zie ik daar helemaal geen bezwaar in. Maar er is ook de mogelijkheid om dieper te gaan, en te kijken wat je ware natuur is, voordat de kramp van de per­ soonlijkheid tot gewoonte werd. 70 Problemen, oplossingen en aandacht J e kunt alleen op zoek gaan als je het idee hebt dat je iets ontbreekt. Wanneer er geen gevoeld tekort is, of een bepaald gemis, is zoeken onmogelijk. Zo ga je op zoek naar bij­ voorbeeld liefde, en/of aandacht. Van tijd tot tijd zul je ook wel vinden wat je zoekt, maar hoeveel aandacht je ook ontvangt, het zal nooit leiden tot een situatie waarin je geen aandacht meer nodig hebt. Dus ontwikkel je allerlei strategieën om aandacht te krijgen uit je omgeving. Eén zo'n strategie, is het hebben van problemen. Zodra je een probleem hebt, is er altijd wel iemand te vinden die er aandacht aan wil geven. Men gaat proberen je te helpen om het pro­ bleem op te lossen. Mocht dit lukken, dan is het middel om aandacht naar je toe te trekken opgehouden te bestaan, dus 71
  • 37. moet je een nieuw probleem verzinnen. Of je moet een probleem verzinnen waarvoor geen oplossing bestaat, zodat het nier uitmaakt hoeveel je geholpen wordt. Je bent niet gebaat bij een oplossing voor je pro­ blemen, want dan houdt de attentie van je kennis­ senkring onmiddellijk op. Maar juist omdat je maar blijft hangen in de sfeer van het hebben en het in stand houden van problemen, pleeg je een soort roofbouw op je omgeving. Mensen zullen steeds minder graag in contact met je staan omdat het niet uitmaakt hoeveel aandacht ze aan je geven, het is nooit afdoende. De situatie die dan ontstaat is eigenlijk een selffulfil­ lingprophecy: 'Zie je wel, de hele wereld is tegen mij'. Je zit in een hopeloze positie, overigens wel eentje waarin je jezelf gemanoeuvreerd hebt. En alleen maar omdat je uitgangspositie de aanname was: 'Er ontbreekt wat in mijn leven'. Als je opereert vanuit een bepaalde uitgangsposi­ tie, vanuit een aanname, eindig je per definitie in een kramp of in halsstarrigheid. We zijn geen denkbeeld of hypothese, dus elk draaiboek, plan de campagne, elke tactiek of methode die daarop gebaseerd is, is een doodlopende weg. 72 Vergelijken V ergelijk je jezelf wel eens met anderen? Dat be­ tekent dat je gelooft in een bepaald beeld van jezelf. Een vergelijking is alleen mogelijk tussen het ene concept en het andere. Je kunt bijvoorbeeld de ene temperatuur vergelijken met de andere, en dan kun je praten over 'warmer dan', of 'kouder dan'. Maar wat gebeurt er als je jezelf met iemand anders vergelijkt? Dan probeer je je eigenwaarde te ontlenen aan een denkbeeld. Je hebt ten onrechte geconcludeerd dat jij en die ander twee verschillende personen zijn, en niet meer dan dat. Je hebt jezelf en die ander op een schaal geplaatst en probeert nu door te vergelijken tot een voor jou zo voordelig mogelijke uitslag te komen. Dit mechanisme kan allerlei vormen aannemen, van arro­ gantie tot valse bescheidenheid. 73
  • 38. Zijn er dan geen vergelijkingen mogelijk tussen per­ sonen? Natuurlijk wel, heel goed zelfs. Dat is gewoon dualiteit. Het addertje onder het gras is die eigenwaar­ de die eraan gekoppeld wordt. Daar ga je de mist in. En dan denk je dat je 'beter' of 'minder' bent dan die ander. Ironisch genoeg is datgene waarin alle vergelijkin­ gen optreden zelf met niets te vergelijken. Bewustzijn is met niets te vergelijken. Het heeft geen tegendeel, er is geen Bewustzijnsschaal. 74 Aandacht A andacht op het denken Wanneer je aandacht gericht is op het denken, krijg je de sensatie dat je met kaders te maken hebt. Er zijn referentiepunten en duidelijk afgebakende grenzen. Dit is het gebied van redeneren, analyseren, beoordelen en conclusies. Hier bevinden zich beschrij­ vingen, eigenschappen, herinneringen, projecties, con­ ditioneringen en associaties. Denken is een prachtig instrument, maar op som­ mige gebieden is het niet toereikend. Als iemand zegt: 'Ik denk dat ik van je houd', zie je waar het tekort schiet. Aandacht op het zijn Wanneer je aandacht gericht is op het gevoel aanwezig te zijn, op het bewuste zijn, ervaar je alleen de sensaties 75
  • 39. op het gebied van horen, zien, ruiken, voelen en proe­ ven. Denken kan als ondertitelaar langskomen, maar de focus ligt in dit geval vooral op de verschijnselen die via één van de vijf zintuigen opkomen. Wat veel zoekers naar waarheid zich misschien niet realiseren, is dat je hier eigenlijk al zonder problemen bent. Ver­ schijnselen zijn nooit een probleem op zich. Pas wanneer we gaan projecteren dat het anders zou moeten zijn, is er sprake van conflict. Aandacht op het waarnemen Wanneer de aandacht bij het waarnemen zelf ligt, zie je dat er eigenlijk alleen het waarnemen van dingen bestaat. We kunnen alleen zeggen dat er waarnemen is, niet dat de waargenomen objecten ook op zichzelf kunnen bestaan. Maar er is waarnemen, daar kun je niet onderuit. Je zou waarnemen kunnen vergelijken met het licht waardoor objecten zichtbaar worden. Het denken is dan de schaduw van de objecten. Aandacht op Bewustzijn Voordat er denken, zijn, of het waarnemen van dingen kan zijn, moet er iets zijn waarin dit allemaal mogelijk is. Hier ligt de basis van je bestaan, van de wereld, van jeZelf. Verder terug kun je niet. Dit is je thuis, waar je nooit vandaan kunt of van weg geweest bent. In deze Beschikbaarheid is alles mogelijk. Elk verschijnsel is een bijverschijnsel van dat beginsel. 76 Ervaringen opsparen S oms lijkt het zo te zijn dat ervaringen zich kun­ nen opstapelen. Alsof er steeds meer 'nu' bij kan komen. Vooral de momenten die we als vervelend ervaren hebben deze eigenschap. Aan de andere kant ervaren we regelmatig dat het leven als zand door onze vingers glipt en dat we het niet kunnen vasthouden. Dan hebben we het meestal over de zogenaamd leukere momenten. Zou dat iets met elkaar te maken hebben? Als je het ervaren onderzoekt en gaat kijken wie ei­ genlijk degene is die ervaart, kom je tot de verrassende ontdekking dat er geen waarnemer te lokaliseren is. Er is dus wel ervaren, maar geen 'ervaarder'. Immers, elke keer als je een entiteit gevonden hebt die verantwoorde­ lijk zou zijn voor het waarnemen, kun je de vraag stellen: 'Waar verschijnt die entiteit dan in?' Alles wat we aan kunnen wijzen is per definitie een object in Bewustzijn. 77
  • 40. 78 De consequenties van deze ontdekking zijn behoorlijk verstrekkend. We kunnen helemaal niet verstrikt raken in ervaringen of opgesloten raken in onze gevoelens. War er op zo'n moment gebeurt is dat we de illusie geloven dar er een persoon is, die de dingen overkomt. Dat er een ervaarder is die dit alles overkomt. Vervol­ gens gaan we dan verzinnen hoe die schijngestalte uit de problemen zou moeten raken, terwijl het geloof in die figuur juist de bron van het probleem is. Een andere ontdekking die onmiddellijk voort­ vloeit uit de vorige, is dat er absoluut niets is dat je kunt 'doen'. Wie zal wat gaan doen? En met welk doel en voor wie? Wat voor verhalen, acties en plannen er ook langskomen, de persoonlijkheid is onderdeel van het verhaal en niet degene die het verhaal meemaakt. Door te richten op het eindpunt, kijkje over wat nu is heen ' froeger, als ik een pianostuk moest instuderen, V begon ik het pas leuk te vinden als ik het stuk helemaal kende. Studeren was een kwestie van door de zure appel heen bijten tot je aan het einde van de rit de beloning mocht incasseren in de vorm van een mooi stuk muziek. Er kwam vrij veel discipline bij kijken. Ik was voornamelijk bezig met het eindresultaat. Op les bleken er dan altijd wel weer dingen fout te zijn, en die moesten dan in de week daarna gecor­ rigeerd worden. Tegenwoordig gaat dat heel anders. Ik ben in fei­ te alleen maar bezig met wat op dat moment aan de hand is. Voor piano betekent dat bijvoorbeeld, dat je helemaal in één loopje kunt duiken, verschillende vin­ gerzettingen uitprobeert, terwijl je heel alert bent op wat er dan precies in je handen gebeurt. Ofik probeer 79
  • 41. verschillende tempo's uit, of verschillende soorten ba­ lans tussen linker- en rechterhand. Dat lijkt misschien ook wel op discipline, maar het is meer zo dat ik als een kind in de speeltuin ben dat alle apparaten mag uitproberen. Dat kan heel erg 'ingezoomd' zijn, dus misschien maar een deel van een maat, of juist hele­ maal 'uitgezoomd'. Een heel stuk vluchtig doorspelen om een indruk te krijgen van de grote lijn. Terwijl je op die manier met muziek bezig bent komt er van alles langs. Je bent eigenlijk de hele tijd benieuwd naar wat er allemaal gebeurt. Op deze manier is piano studeren geen opdracht of corvee, maar iets dat je bijna niet kunt laten. In plaats van te geloven in de projectie naar het einddoel toe, ontdekte ik dat je meteen al kunt ge­ nieten van alles wat er langskomt. En gek genoeg geeft dat nog een beter resultaat ook 80 Iets blijvends vinden in het veranderlijke is onmogelijk I emand die probeert om in het veranderlijke iets blijvends tot stand te brengen zal per definitie mislukken. Het veranderlijke heet niet voor niets het veranderlijke. En wat is er allemaal veranderlijk? Alle verschijnselen, alles wat we waarnemen, elk object dat in Bewustzijn verschijnt. Wat we 'de wereld' zijn gaan noemen is niets anders dan een serie indruk­ ken. Die indrukken bestaan uit waarnemingen op het gebied van zien, horen, voelen, ruiken, proeven en denken. Eén van de moeilijke dingen van zelfonderzoek is dat ook die 'iemand' bij het veranderlijke hoort. Zo­ lang je denkt dat je goed bezig bent omdat je op wat voor manier dan ook spiritueel bent geworden, heb je de hele wereld tot illusie gemaakt behalve je persoon­ lijkheid, terwijl dat nou net de grootste illusie van al- 81
  • 42. lemaal is. Het lijkt allemaal heel heilig en zuiver, maar in feite is de split-mindsituatie niet doorzien. Een heel leuke ontdekking is, dat elke scheiding ook denkwerk is en alleen maar bestaat zolang de ge­ dachte waargenomen wordt. Maar let op: ook dan is de scheiding niet werkelijk. Er is alleen maar het waar­ nemen van de gedachte aan afgescheidenheid: ik hier en de wereld daar. Zelfrealisatie is niet het herenigen van delen die eerst gescheiden waren; het is de ontdek­ king dat elke vorm van afgescheidenheid alleen als een gedachte op kan komen. Het zijn flitsen, meer niet. Vanuit de illusie afgescheiden te zijn, kunnen zich allerlei strategieën ontwikkelen. Er kan een zoektocht ontstaan naar liefde, naar bevestiging, naar erkenning, naar begrip, naar aandacht, en ga zo maar door. Bij die zoektocht speelt de illusie dat er iets blijvends tot stand kan komen ook een rol. Deze zoektocht kan elke vorm aannemen: spiritueel, materieel, of emotioneel. Of je wordt een machtswellusteling, of een controlefreak; ei­ genlijk alles wat de illusie van iets blijvends kan creëren of in stand kan houden. De oplossing ligt niet in de vervulling van deze projecties, maar in het herkennen van het misverstand dat aan de wortel ligt. Je bent niet afgescheiden, nooit geweest ook. Er hoeft niets herenigd te worden. Hoe kun je herenigen wat nooit gescheiden was? Moet een golf één worden met water? De essentie van alles is Bewustzijn en dat ben Jij. Tat tvam asi. 82 Ontwaken in driefases F ase een Je denkt dat je een deel van de verschijnselen bent. Zo meen je bijvoorbeeld dat je wél de persoonlijkheid en het lichaam bent, maar niet de rest. Je beleeft jezelf als een fragment te midden van allerlei andere frag­ menten en gaat op zoek naar geluk voor het fragment dat je denkt te zijn. Omdat blijvend geluk voor een fragment onmogelijk is, komt er geen einde aan je zoe­ ken. Elke keer als er iets bereikt lijkt te zijn, is er weer de ontdekking dat elk bereiken op het gebied van de verschijnselen per definitie tijdelijk en relatief is. Het maakt niet uit welke manier je uitprobeert om geluk te vinden voor het ego, ze blijven allemaal steken op hetzelfde basisprincipe; ego is een verschijnsel en dus tijdelijk. Alles wat op dat gebied tot stand komt, kan ook weer verdwijnen. 83
  • 43. Fase twee Je komt in aanraking met de een of andere spiritu­ ele richting via een boek, het internet of een leraar. Er wordt je verteld dat je geen verschijnsel bent, maar dat je juist datgene bent dat alle verschijnselen waarneemt. De aandacht verschuift van de serie verschijnselen die je dacht te zijn naar datgene waarin alles verschijnt. In het begin lijkt het eng, want er is immers geen re­ ferentiekader meer (het is moeilijk refereren vanuit de Leegte), maar al snel kom je erachter dat dit de ideale manier is om verstoppertje te spelen. Je begint dingen te roepen als: 'Het maakt niet uit, alles is toch Bewust­ zijn!' Op den duur is er geen gesprek meer met je te voeren. Je hebt een spiritueel ego gecreëerd en elke inter­ actie met je omgeving ga je uit de weg. 'Stille wateren hebben diepe gronden' wordt je lijfspreuk en je beant­ woordt elke vraag met een wedervraag. Humor is in deze fase niet je sterkste kant en zelfspot is ook al ver te zoeken. Fase drie Je ontdekt dat er geen wezenlijk verschil is tussen ver­ schijnselen en datgene waarin verschijnselen plaatsvin­ den. Je ziet dat je niet alleen maar een fragmentje bent, maar ook het waarnemen van het fragmentje, en ook datgene wat het waarnemen van het fragmentje moge­ lijk maakt. Je bent niet meer 'hier' de Leegte, terwijl 'daar' de wereld der verschijnselen is. Verschijnselen zijn gewoon Bewustzijn mee vorm. Je ziet als het ware 84 overal jeZelf en jeZelf overal als het Ware. Je weet dat op het gebied van het veranderlijke niets wezenlijks tot stand kan komen, en juist daarom kun je erom lachen en alle spelletjes van harte meespelen. En, paradoxaal genoeg, in deze fase zie je dat elk idee over fases volko­ men onzin is. 85
  • 44. Het stappenplan O mdat wij menen dat we ons in situaties kunnen bevinden hebben we ook systemen verzonnen om van ongewenste situaties naar gewenste situaties te kunnen komen. Eén van die systemen is het stap­ penplan. Een stappenplan verdeelt een doel dat niet in één keer haalbaar is in een aantal wél haalbare tussen­ doelen. Dat is de manier die ons aangeleerd is en dat is ook de manier die we toepassen als we aan onszelf gaan werken. Even Googlen naar 'stappenplan persoonlijke ont­ wikkeling' levert dik een miljoen resultaten op. Er zijn niet voor niets zoveel methodes; omdat ze namelijk niet werken moet je steeds iets anders kunnen probe­ ren. Je zult altijd bereid zijn om nog eens een ander stappenplan te proberen. Wie weet levert het deze keer wél op wat je ervan verwacht. 87
  • 45. Het verschil tussen de ongewenste situatie en een ge­ wenste ideale situatie noem ik conflict. Hoe groter het verschil, hoe heviger het projectiemechanisme, en hoe groter het conflict. Nu zou je zeggen dat het conflict minder wordt naarmate je meer stappenplannen hebt gevolgd, maar als je even om je heen kijkt weet je dat dat niet zo is. We hoeven alleen maar te ontdekken dat wij ons niet in situaties bevinden, dat is alles. Het is precies omgekeerd; situaties bevinden zich in ons. 88 Dingen overkomenje niet H et lijkt zo te zijn dat wij gebeurtenissen meema­ ken. Dat we ervaringen opdoen. Dat kan alleen als er een ervaring en een ervaarder is. Als er een er­ vaarder is, dan kunnen we ook spreken over iemand die dit alles meemaakt en overkomt. En zo introduce­ ren we oorzaak en gevolg, beloning en schuld, karma, goede en foute keuzes, de hele rataplan. Zodra we dus aannemen dat er een splitsing is in ervaren en een ervaarder, doemt er een hele wereld aan consequenties en problemen op. In plaats van te onderzoeken ofdie eerste aanname wel klopt, houden we onszelfliever bezig met alle gevol­ gen van die aanname en gaan we aan de gang voor per­ soonlijk geluk. We geven dat zoeken naar persoonlijk geluk natuurlijk niet gewoon die naam. Nee, we verzin­ nen er mooie spirituele namen voor. 89
  • 46. We willen immers 'goed bezig' zijn. Maar het blijft een feit dat 'bezig zijn' inhoudt dat we menen dat er iets te bereiken valt, voor de persoon. Dingen overkomen je niet, je ziet gebeurtenissen. Moeiteloos, gratis en onmiddellijk. Je kunt het niet in­ of uitschakelen, het gaat vanzelf. Voor, tijdens en na de gebeurtenis ben je Bewust­ zijn. Je wordt niet meer of minder van een gebeurtenis. Als Beschikbaarheid voor alle verschijnselen ben je niet onderhevig aan het waarnemen. Er overkomt je dus helemaal niets. 90 Delen van het leven uitsluiten? H et dilemma waar wij mensen mee te maken heb­ ben lijkt te zijn: hoe maak ik zo veel mogelijk leuke ervaringen mee en w min mogelijk vervelende. De neiging om het vervelende buiten de deur te houden en het leuke binnen te halen lijkt heel van­ zelfsprekend. Eigenlijk probeert iedereen hierover een houding te ontwikkelen. Die houdingen kunnen ver­ schillen, maar de achterliggende gedachte blijft hetzelf­ de: leven volgens een bepaalde houding, een plan, een recept. De vormen die zo'n strategie aan kan nemen kunnen heel bedrieglijk zijn. Veel zogenaamde spiritu­ aliteit is gewoon een levenshouding waarvoor men een beloning vetwacht. Er zijn in het leven precies evenveel dingen leuk als vervelend. Dat is een balans waar wij helemaal niets aan hoeven te doen. Het einde van iets leuks is ver- 91
  • 47. velend, en her einde van iets vervelends is leuk. Het najagen van alleen maar het leuke en het vermijden van het vervelende is gebaseerd op de illusie van een onafhankelijk handelende entiteit in het centrum van ons bestaan. De meeste mensen noemen die entiteit 'ik'. Voordat werkelijk onderzocht is wat dat 'ik' dan is, gaan we aan de slag en proberen we geluk re vinden voor dit 'ik' volgens de levenshouding waarvan we ver­ moeden dat die de meeste kans van slagen heeft. Het punt is dat een levenshouding denkwerk is. En denkwerk is geheugen. We proberen dus een manier van leven te verzinnen, voortbordurend op moment­ opnamen uit het verleden. Alsof je op vakantie bent in een prachtig land, maar alleen maar fotoboeken over datzelfde land zit door te bladeren. Nog een ander punt is dat 'leuk' bestaat omdat er ook 'niet-leuk' is. Dat heet dualiteit. Je kunt alleen 'hoog' ervaren, omdat je weet wat 'laag' is. Het leven laat zich kennen door de paren der tegenstellingen. Sluiten we de ene kant uit, dan missen we ook de andere kant. Willen we alleen de ene kant, dan krijgen we ook de andere. Een uitzichtloze situatie dus? Bepaald niet. Hoe komt het dat we de dualiteit als zodanig kunnen be­ schrijven? Omdat we hem waarnemen. We zijn dat­ gene waarin dualiteit zich openbaart. Alles, inclusief strategieën, houdingen, misverstanden, leuke dingen, vervelende dingen, wordt moeiteloos en onmiddellijk waargenomen. We zijn één en al uitzicht. Dat is nog eens een inzicht! 92 Gevoelens zijn genuanceerd, niet ingewikkeld O Pde een of andere manier heeft 'gevoel' de laat­ ste decennia een status gekregen die het vroeger nooit had. Wellicht is dat een reactie op tijden waarin gevoel systematisch onderdrukt werd. Je kunt tegen­ woordig ongeveer elke discussie beëindigen met het statement: 'Ja, maar ik voel het zo!' Ook hoor je vaak: 'Blijf bij je gevoel', of: 'Je moet je gevoelens delen.' Blijkbaar willen we van alles met een gevoel. Verklei­ nen, uitvergroten, delen, serieus nemen, relativeren, verzin het maar. Als je een 'gevoelig' mens bent, is het goed. Ben je 'overgevoelig' dan wordt het al iets min­ der. Daarom hebben we sinds een jaar of vijf de term 'HSP'. Dan ben je niet overgevoelig, maar een 'highlysensi­ tiveperson'. Gek genoeg zien we niet in dat alles, maar dan ook alles wat we met een gevoel willen, een afwij- 93
  • 48. zing, ontkenning van dat gevoel is. Het gevoel is er, en vervolgens willen we er iets mee. We gaan ermee aan de slag, we leren hoe we ermee om moeten gaan. 'Denial is not only a river in Egypt.' 94 Zonder waarnemen bestaat er niets E en heel hardnekkige illusie in advaita is dat dingen een 'eigen bestaan' leiden. Met andere woorden: dar iets er is, zelfs als het niet waargenomen wordt. Wanneer we een aantal waarnemingen doen en de ver­ schijnselen zijn vergelijkbaar, concluderen we (ten on­ rechte) dat we met continuïteit te maken hebben. Zo kunnen we bijvoorbeeld menen dat een be­ paalde angst ons 'jarenlang achtervolgt', of dat we 'in een sleur' leven. Dat dingen op elkaar lijken is abso­ luut geen bewijs voor continuïteit. Als dat zo zou zijn word ik al mijn hele leven achtervolgd door dezelfde pannekoek die ik elke keer weer opnieuw opeet om er vanaf te komen. Nu zijn er vermoedelijk weinig men­ sen met een pannekoekenfobie, dus dat zal niet zo snel problemen opleveren. Maar met angsten ligt het heel anders. 95
  • 49. Die 'achtervolgen' ons, tenminste, dat denken we. Op de een of andere manier hebben we de conclusie ge­ trokken dat die angsten een zelfstandig bestaan leiden, onafhankelijk van het waarnemen van de angst. Maar we kunnen alleen zeggen dat iets er pas is als we het waarnemen. Zodra we het waarnemen, is het er, bestaat her. Als we het niet waarnemen, bestaat het niet. Objecten gaan niet een blokje om als ze uit ons waarnemings­ veld verdwijnen. Een golfkan geen vakantie nemen van water, want dat is zijn essentie. En verschijnselen kunnen niet onafhankelijk be­ staan van Bewustzijn. 96 Groepsdynamieken V eel mensen volgen een cursus waarbij ze zich door andere mensen laten vertellen wat ze moe­ ten doen onder het mom van 'zelfonderzoek'. Je laten vertellen wat je moet doen, is geen zelfonderzoek. Dat is goedgelovigheid, slaafse volgzaamheid. Op zich is dat helemaal niet erg. Je bent bang en zoekt naar veiligheid. In ruil voor die veiligheid lever je jezelf uit aan ie­ mand die leiding geeft. Puur evolutionair gezien is dat waarschijnlijk ooit de enige manier om te overleven geweest. Als je niet bij een stam hoorde, kreeg je het erg moeilijk. Maar met een grote club mensen tegelijk kun je wel op mammoets gaan jagen. Op het gebied van religie zie je die groepsvorming ook, maar dan op psychologisch niveau. Er zijn eigen­ lijk geen geloofssystemen met maar één aanhanger. Als 97
  • 50. een (liefst grote) groep mensen hetzelfde gelooft als jij, is dat bevorderlijk voor her groepsgevoel, het 'wij' ge­ voel. Probleem is natuurlijk wél, dar wanneer twee ver­ schillende groepen elkaar tegenkomen er maar eentje gelijk kan hebben. Dus probeert de ene groep de andere dan uit te roeien. Ironisch genoeg leidt die groepsvor­ ming vaak tor oorlogen, en dar terwijl het er juist om begonnen was een gevoel van veiligheid te creëren. Groepen en clubs hebben een bepaalde dynamiek met voor- en nadelen. Om je staande te kunnen hou­ den in de wereld is het handig om in een groep te zit­ ten, maar de groep gaat je niet voor altijd gelukkig ma­ ken, en brengt je geen stap dichter bij jezelf. 98 Is de wereld nu echt, ofis hij een illusie? D e woorden 'echt' en 'illusie' geven binnen de ad­ vaica de meeste aanleiding tot misverstanden. 'De wereld is illusie' is een veel gehoorde en gelezen kreet. Maar wat betekent dat eigenlijk? Houdt het in dar de wereld niet bestaat? Wil het zeggen dat je niet verdrietig bent als er een dierbare overleden is? Of mag die wereld wel weg omdat hij tóch niet 'echt' is? De hele spraakverwarring zit hem in de associaties die we hebben met de woorden 'echt' en 'illusie'. Een aantal verschijnselen noemen wij 'echt', bijvoorbeeld onze huizen, ouders, kinderen, enzovoort. Die 'be­ staan'. Andere verschijnselen, zoals spoken, ufo's, ka­ bouters, fata morganàs, Sinterklaas, de Kerstman en hallucinaties noemen wij een 'illusie'. Sommige din­ gen bestaan dus en andere niet, terwijl het eigenlijk allemaal verschijnselen in Bewustzijn zijn. 99
  • 51. In de advaita verwijst het woord 'echt' naar het onver­ anderlijke. 'Illusie' verwijst naar het veranderlijke. Zo verwoord zijn alle verschijnselen illusie, want veran­ derlijk. Iets is dan ook niet echt omdat het bestaat, iets is juist illusie omdat het bestaat. Bestaan is namelijk synoniem met verschijnen en daarom veranderlijk. In dit verband is de etymologie van het woord ver-schij­ nen ook wel grappig. Als iemand beweert: 1.ch, alles is toch maar illusie' (vergezeld van een diepe zucht), dan heeft hij ofzij het niet begrepen. Natuurlijk, alle verschijnselen zijn ver­ anderlijk, maar dat is helemaal niet frustrerend. Voor wie zou het frustrerend moeten zijn? De con­ statering dat alle verschijnselen veranderlijk zijn is gewoon een feit, niet een waardeoordeel. Het is niet 'jammer' dat alles veranderlijk is, het is een gegeven. 100 Onderzoeken en vragen stellen D e kunst van zelfonderzoek zit hem in het stellen van goede vragen. Een goede vraag is een vraag waar geen aanname in zit. Een vraag waar een aan­ name in zit kun je ontleden tot één ofmeer deelvragen zonder aannames. Een gangbare vraag is bijvoorbeeld: 'Hoe kom ik van mijn angsten af?' Aanname 1: de angst is van mij Aanname 2: de angst moet weg De volgende stap is, een vraag maken van de veronderstellingen, dus: - Is de angst van mij? - Moet de angst weg? Je doet dus eigenlijk een stap terug tot je bij een vraag zonder aannames uitkomt. Zo voorkom je dat je veel tijd en energie in vragen stopt, terwijl je misschien niet eens goed gekeken hebt ofje vraag wel een echte vraag was. 101
  • 52. Nog een voorbeeld: 'Ik probeer me bewust te zijn dat ik datgene ben waarin alles verschijnt, maar ik Iaat me toch steeds weer meeslepen.' Aanname 1: ik kan proberen bewust te zijn Aanname 2: ik ben datgene waarin alles verschijnt Aanname 3: ik kan meegesleept worden De vragen worden dan, respectievelijk: - Kan ik proberen bewust te zijn? - Ben ik datgene waarin alles verschijnt? - Kan ik meegesleept worden? Waarschijnlijk heb ik nog één of meer premissen over het hoofd gezien, butyou get thegenera! idea. 102 Het woord is niet het ding Wat de een zelfverzekerd noemt, noemt de ander ar­ rogant, en weer een ander twijfelloos. Wat de een doorzettingsvermogen noemt, noemt de ander koppigheid, en een ander weer volhardend. Wat voor jou introvert is, is voor mij misschien ver­ legen en voor een ander wellicht beleefd. Wat ik beschouw als voorzichtigheid, kan voor jou angst lijken, en voor iemand anders waakzaamheid. Als ik optreed, zeggen ze wel eens: 'Wat kijk je boos', 'Nee, da's concentratie', zeg ik dan, maar wie weet lijkt het voor een derde wel op afWezigheid. Het woord is niet het ding, het is een verwijzing, en de vlag dekt nooit de lading. 103
  • 53. Waarnemen, ervaren en denken H et lijkt of we problemen kunnen oplossen door erover na te denken, en in sommige ge­ vallen is dat ook zo. Als je een wiskundig vraag­ stuk op moet lossen, gebruik je het denken. Aan de andere kant: een probleem is altijd denkwerk. Als er geen denken is, is er geen probleem. Problemen zijn dus een deelverzameling van de verzameling van alle gedachten. Is het nu zo dat we dingen zien via het denken? Nee. Een gedachte wordt gezien, maar ziet zelf niets. Een gedachte is een waargenomen verschijnsel in Be­ wustzijn, en wordt gekend. Dit waarnemen is onmid­ dellijk, zonder middel. Het kost geen enkele moeite om te zien dat je doodmoe bent. Waarnemen kost ook geen tijd en/of ruimte, want ook tijd en ruimte zijn waargenomen verschijnselen. 105
  • 54. Een ervaring ontstaat pas als we het nu met het verle­ den vergelijken. We vergelijken de actuele indrukken die we via de vijf zintuigen binnenkrijgen met geheu­ genplaatjes van vlak daarvoor om een verloop langs allerlei verschillende schalen te fantaseren. Het geheel van die indrukken noemen we dan een 'ervaring'. Daar kan ook een 'ervaarder' bij gefantaseerd worden, bij­ voorbeeld een persoon. In werkelijkheid is die persoon een serie gedach­ ten die we tot één beeld combineren (overigens veran­ dert dat beeld van dag tot dag). En ook dit is weer een waargenomen verschijnsel. Deze 'persoon' kun je tot 'ervaarder' proberen te promoveren, maar je kunt altijd weer de vraag stellen: hoe komt het dat je die persoon met al zijn kenmerken en eigenschappen zo exact kunt beschrijven? 106 Panta rhei C panta rhei' is een uitspraak van de Griekse filo- soof Heraclicus, die 'alles stroomt' berekent: Zijn leerling Cratylus illustreerde dit door te stellen dat je nooit twee keer in dezelfde rivier kunt stappen. 'Rare jongens, die Grieken', zouden Asterix en Obelix ge­ zegd kunnen hebben, maar ik vind het wel scherpzin­ nig van die Heraclitus. Als je namelijk kijkt wat er allemaal in Bewustzijn verschijnt, blijkt het gewoon te kloppen. Allerlei ver­ schijnselen komen op en verdwijnen. Niets is statisch, alles is in beweging. Op macroniveau beweegt het hele universum en op microniveau bewegen alle deeltjes. En in waarnemen zit nergens een punt waar het stag­ neert. Het gaat moeiteloos en ongehinderd door. Vandaar dat je ernaast zit als je denkt dat je 'vast kunt zitten', of dat er een 'blok aan je been' hangt, of 107
  • 55. dat je ergens 'mee blijft zitten'. De werkelijkheid is dat alles stroomt. Dat weet je ook wel, want alle dingen waar je helemaal in meegaat, hebben dat 'stroomeffect' heel duidelijk op de voorgrond. Alles stroomt altijd al, maar dan is het extra duidelijk, dus leuk. Er wordt dan gezegd dat je in theflow bent. Naar muziek luisteren, sporten, verliefd zijn, vertederd worden, geraakt wor­ den, ontroerd raken, kwaad worden, noem maar op. Zodra de persoon als zogenaamde hoofdrolspe­ ler verdwijnt, wordt het leven een stuk aangenamer. Daarom vinden we het ook zo leuk om dingen met veel mensen tegelijk te doen. Lekker verdwijnen in de groep. Denk aan concerten, voetbalwedstrijden, de Nijmeegse vierdaagse en de Olympische spelen. 'Panta rhei', alles stroomt. Dit niet doorhebben, is tegen de stroom in zwemmen. 108 Het krijgen van inzichten 0p bepaalde momenten in je zelfonderzoek kun je wel eens een helder inzicht hebben. Je leest iets, of hoort iets, en het treft onmiddellijk doel. Er hoeft geen verklaring bij, of reden. Je weet het, punt. Na het hebben van zo'n inzicht kun je een tijdje lang een heel helder gevoel hebben, of een soort van gelukzaligheid ervaren. Nu is het opletten geblazen. Zo'n inzicht treedt na­ melijk spontaan op en als het weg is, is het weg. En het lekkere gevoel dat er bij hoorde ook Als je de conclusie zou trekken: 'Dit is het!', dan is de kans groot dat je gaat proberen om dat heldere moment en alle leuke gevoelens die erbij hoorden op­ nieuw te beleven. Wat je dan eigenlijk doet, is de situatie omdraaien. Je probeert Bewustzijn te reduceren tot een inzicht en 109
  • 56. een goed gevoel. Natuurlijk, weten wie of wat je bent kan een prettig gevoel opleveren, maar andersom werkt het niet zo. Ook als je weet wie je bent kun je chagrij­ nig zijn, kwaad worden, of moeilijk in de omgang zijn voor de omgeving. De bijwerkingen van inzichten en zelfrealisatie tot doel op zich maken is dus de wereld op zijn kop. Het nastreven van welke toestand dan ook betekent dat de illusie een persoon te zijn nog niet doorzien is. 110 Iets 'willen' met een gevoel is verzet E r kan praktisch geen gevoel opkomen, of er hoort een conditionering bij. De aandacht is misschien heel even bij het gevoel zelf, om vervolgens naar het denken af te dwalen. Vervolgens gaan we verzinnen dat er iets moet gebeuren met dat gevoel. Het gevoel wordt dus eigenlijk afgewezen, geweigerd, en we rich­ ten ons op allerlei strategieën waarin we iets 'willen' met dat gevoel. Een paar voorbeelden van kijken naar conditione- ringen in plaats van kijken naar het gevoel zelf: - dit gevoel is niet oké - dit gevoel is wel oké - het mag er zijn - ik zal het moeten accepteren - hoe ga ik dit hanteren? - hoe moet ik ermee omgaan? 111
  • 57. - ik zal het een plek moeten kunnen geven - wat moet ik hiermee? - wat heb ik eraan? - we gaan er wat van maken! - je moet het loslaten - je moet het verwerken - ik werd weer meegesleept Als een strategie om niet rechtstreeks naar een gevoel te hoeven kijken positief verwoord wordt, lijkt het of we goed bezig zijn. Maar een gevoel goedkeuren is hetzelfde als een gevoel afkeuren: het blijft keuren, beoordelen, evalueren, scheidsrechter spelen. Veel zo­ genaamde spiritualiteit is onderdrukking in een mooie verpakking. Een bekend voorbeeld is dat gevoelens altijd 'harmonieus' zouden moeten zijn. Je kunt van gevoel proberen te maken wat je wilt, maar in werke­ lijkheid IS dat gevoel er al en ben je dus per definitie te laat. 112 Objecten bestaan pas als ze worden waargenomen E én van de moeilijkste illusies om te doorzien voor mensen die zelfonderzoek doen, is de illusie van continuïteit. Wanneer zeggen we dat iets 'bestaat'? Simpel antwoord: als we het waarnemen. Zodra er een object in ons opkomt, bestaat het; een gevoel, een ge­ dachte, of wat dan ook. Bestaan is dus synoniem aan verschijnen en waargenomen worden. Als een waargenomen object veel lijkt op iets dat we eerder hebben waargenomen, concluderen we ten onrechte dat we het object al eerder hebben gezien. We zeggen bijvoorbeeld: 'Daar heb je die angst weer'. In werkelijkheid zit er tussen twee waarnemingen ge­ woon niets. Je kunt niet zeggen dat een en dezelfde golf twee keer opkomt in de zee. De consequenties zijn behoorlijk verstrekkend. Een object dat is waargenomen gaat niet een rondje om, 113
  • 58. buiten onze waarneming , om daarna voor de twee­ de keer waargenomen te worden. Het nu is elke keer nieuw.Je hele wereld is niet meer dan datgene wat je op dit moment voor je hebt. Niet meer, niet minder. Zie je de lichtheid hiervan? In plaats van een klein poppe­ tje in een grote wereld, is de wereld niet meer dan wat zich op dit moment in jouw aandacht bevindt. De uitspraak: 'de wereld gaat door' raakt dus kant nog wal. De wereld is gewoon een benaming voor de verzameling flitsen die in ons verschijnt. 114 Hoe zoeken ontstaat H et is niet altijd zo geweest dat we aan het zoeken waren. Ergens in ons leven is dat begonnen. We hebben niet altijd gedacht dat we een persoon waren. De idee dat we beperkt zijn tot een fragmentje wordt pas voor werkelijk aangezien na een bepaalde conditi­ onering door onze omgeving. In het begin zijn dat natuurlijk voornamelijk onze ouders, die zelf ook weer menen een persoon te zijn en niet meer dan dat. Als we teruggaan naar de tijd voordat die identi­ ficatie met de persoon er in gehamerd is, zullen we ons niet herinneren dat we toen op zoek waren naar onveranderlijk, blijvend geluk. We hielden ons vooral bezig met datgene wat onmiddellijk aandacht vroeg. Nu maakt een baby weinig kans op overleven als er geen volwassenen in de buurt zijn, dus het is zeker niet 115
  • 59. w dat we weer zoals baby's wuden moeten worden. Maar misschien kunnen we toch iets van ze leren. Iemand die denkt dat hij/zij een fragment is, denkt ook dat er buiten hem nog heel veel andere dingen bestaan. Je hebt immers hier ik, en daar de rest van de wereld. Er valt dus heel wat te vinden voor iemand die een deeltje in een groot geheel meent te zijn. Vreemd genoeg houdt het zoeken niet op als we in deze wereld iets gevonden menen te hebben. Vinden is dus blijkbaar geen antwoord op het zoe­ ken. Wie zoekt, die vindt, én: zoekt verder. Het weken zal pas ophouden als er de realisatie is dat er helemaal niets te vinden valt. Dat je nooit alleen maar een fragmentje bent geweest. En het zal dus ook nooit een fragmentje zijn aan wie die realisatie gebeurt. Je kunt niet letterlijk zeggen: 'Jan is verlicht', want de ontdekking is juist dat ik niet alleen Jan ben, maar al­ les, en ook nog de waarnemer daarvan. 116 Ontwaken D e enige oefening die ik van mijn vroegere le­ raar Alexander Smit ooit kreeg, was deze: let eens op wat er bij het ontwaken gebeurt. Kijk eens heel goed naar de volgorde der gebeurtenissen in Bewustzijn. Eerst is er de slaaptoestand. Rust, stilte, helderheid, alles is mogelijk maar er is geen activiteit. Dan, heel rustig, komt het gevoel aanwezig te zijn op. Een haast vormloos 'ik ben'-gevoel komt op, nog onpersoonlijk. En op een gegeven moment komt de persoonlijkheid als een soort pop-up tevoorschijn en begint het denken. Wat de agenda is voor vandaag, herinneringen aan gis­ teren, plannen maken en ga zo maar door. Het denken is afhankelijk van dat vormloze gevoel er te zijn, en dat onpersoonlijke 'ik ben' is weer afhan­ kelijk van die stilte, rust en helderheid. Het ego komt 117
  • 60. pas op de allerlaatste plaats. Toch menen we dat het het ego is dat alle dingen doet, controleert en bestuurt. Een pop-upblocker voor dat ego is helemaal niet no­ dig. Zie gewoon hoe het zit met de volgorde van af­ hankelijkheden. Dan wordt die persoonlijkheid gezien precies voor wat het is: geheugen. 118 Je kunt alleen onderzoeken alsje niet weet wat het resultaat zal zijn J e kunt zelfonderzoek doen op een heleboel manie­ ren. En dat gebeurt ook: iedereen doet het op zijn eigen manier. Maar je kunt natuurlijk wel je aanpak bekijken. Er is niet één aanpak die voor iedereen werkt, maar we kunnen wel kijken wat voor onszelfhet meest efficiënt is. Stel dat ik last heb van bepaalde angsten en ik wil die angsten onderzoeken. Dat betekent dat ik niet van tevoren ga verzinnen wat er allemaal met die angsten moet gebeuren. Nee, ik ga gewoon kijken naar de angst. Gewoon kijken, zonder enig idee wat er met die angst gaat gebeuren. Geïnteresseerd kijken naar dit bepaalde gevoel. Natuurlijk, ik kan stiekem hopen dat door mijn zelfonderzoek de angst zal verdwijnen, maar precies op het moment dat ik ga bedenken wat het resultaat moet worden, houdt het onderzoek op om onderzoek te zijn. 119
  • 61. Wanneer ik kijk met in mijn achterhoofd de gedachte dat ik van een gevoel af wil, ben ik niet meer aan het onderzoeken, dan ben ik aan het projecteren. Ik kijk niet meer naar datgene wat ik aan het onderzoeken was, maar ik ben me gaan richten op strategieën om ergens vanaf te komen. Ik weet al wat de uitkomst moet gaan worden: geen angst. De methode die ik op dat moment toepas, is heel gek. Als ik monteur wil worden, dan ga ik auto's on­ derzoeken. Dat onderzoeken houdt in dat ik allerlei auto's van allerlei kanten ga bekijken, uit elkaar ga ha­ len, enzovoort. Er is duidelijk een interesse voor auto's. Iemand die zelfonderzoek doet om van angsten af te komen is ongeveer zoiets als een monteur met een he­ kel aan auto's. Er is nog iets anders aan de hand: de methode om ergens vanafte willenkomen, werkt niet. Hoe harder je nee zegt tegen bepaalde gevoelens, hoe sterker ze naar boven komen. En ondanks duizenden eerdere mislukte pogingen blijven we her proberen. Zelfonderzoek is in contact zijn met gevoelens, niet ze weg wensen voordat we ze eigenlijk goed bekeken hebben. 120 Emotioneel voyeurisme O ver het algemeen hebben we moeite mee onszelf kwetsbaar op te stellen, onszelf open te stellen voor de ander. Jongens en mannen gaan vaak stoer doen of aanstellerig, in plaats van hun gevoelens te tonen. Meisjes en vrouwen gaan giechelen of houden zich van de domme. We hebben liever dat iemand an­ ders zich eerst blootgeeft voordat wij het ook doen. Om die reden zijn we ook zo gek op kleine kinderen en dieren. Die zijn gewoon de hele tijd wie ze zijn en geven zichzelfvolledig en moeiteloos. De media hebben deze behoefte aan onvermengde, pure gevoelens natuurlijk ook opgemerkt. Vandaar dat we tegenwoordig doodgegooid worden met soaps zo­ dat we heerlijk in het leven van iemand anders kunnen kijken. Actief deelnemen aan het proces is niet nodig; lekker bankhangen en entertainen maar met die hap. 121
  • 62. Soaps alleen zijn natuurlijk nier genoeg. Een hele rijd geleden zijn we in Nederland op her idee gekomen om een stuk of wat mensen een tijdlang in een bungalow op te sluiten met een cameraploeg op elke kamer, op ieder moment van de dag en de nacht. En dan maar hopen dat ze ruzie krijgen! Dan valt er tenminste war re beleven. Dat zien we graag, min of meer vervreemd van de andere mensen die op dezelfde bank hangen, en volop meelevend met iemand die heel ver van ons verwijderd is. En dan heb je nog programmàs als de X-Factor, waar je kunt genieten van het wel en wee van de zan­ gers en zangeressen. Of je kijkt naar Hell's Kitchen, waar je kunt zien hoe de aspirant-koks door Gordon uitgekafferd worden. En dan vergeet ik nog bijna die ontelbare ziekenhuisseries. Dat al die programma's zo verschrikkelijk op elkaar lijken vinden we helemaal niet erg. Moeten al die programmàs van mij van de buis? Welnee, ben je gek. Kom in het dagelijks leven gewoon tot de ontdekking dat de mechanismen van dichtklap­ pen en pantseren vaak onnodig zijn. Gewoon lekker die liefde uitstralen die je toch al bent, in plaats van proberen re voldoen aan al die belachelijke zelfbeelden die we erop nahouden. 122 Alsje een probleem benadert alsofje zelfeen fragment bent, krijgje altijd fragmentarische oplossingen S tel, er staat een boom in je tuin die het niet lekker doet. De blaadjes worden dor en vallen af, terwijl her nog maar pas lente is. Als je her grote geheel niet ziet en alleen focust op de symptomen, zou het goed kunnen dat je de blaadjes met een vochtig doekje gaat afnemen om te kijken of dat helpt. Uiteraard zul je snel merken dat je methode niet werkt. Je kunt eens een ander soort doekje nemen, of wat meer of minder water gebruiken, maar je komt pas tot een complete oplossing als je een stap terug doet en ontdekt dat je bij de wortels moer zijn. Precies zo is het met de persoon en met de proble­ men van de persoon. Het maakt niet uit hoeveel ellen­ de we tegenkomen, we blijven maar aan die persoon sleutelen. We menen dat we uiteindelijk wel gelukkig zullen worden als we maar genoeg werken aan ons zelf- 123
  • 63. beeld. En dat, terwijl het hele geloof in die persoon­ lijkheid als zelfstandig handelende entiteit juist het misverstand is. Vandaar dat er nooit een einde komt aan zelfverbeteringstrategieën. De aanpak is per defi­ nitie fragmentarisch, omdat je het probleem benadert vanuit het illusoire perspectief van de persoon. Je bent nog niet klaar met de ene cursus, of je kunt alweer aan de volgende beginnen. Nog spiritueler, nog harmoni­ euzer, nog heiliger. Maar toch zijn er dagen dat je een onredelijke fi­ guur bent waar geen land mee te bezeilen valt. Er zijn dagen dat er verdriet is en pijn. Eén zo'n dag is genoeg om je aan het twijfelen te brengen over je bereikte spi­ rituele status. En dan grijpen we naar elk middel dat ons afleidt van het gevoel dat er is. De oplossing ligt niet in het verbeteren van de persoon. Als je zelfonderzoek wilt doen, ga dan naar de wor­ tels. Doe net zoveel stappen terug tot je niet verder kunt. Als je denkt dat je een persoon bent, doe dan een stap terug en zie dat de persoon waargenomen wordt. Ik ben niet een persoon die waarneemt, ik neem de persoon waar. Werken aan de persoon, is werken zo­ als aan alle andere waargenomen verschijnselen; je zult nooit een toestand bereiken waarin werken aan iets niet meer nodig is, omdat je aan een fragment werkt. 124 Humor: een serieuze zaak W aarom is humor zo'n belangrijk onderdeel van ons leven? Als je aan mensen vraagt wat ze de belangrijkste eigenschap vinden die iemand moet heb­ ben, wordt humor heel vaak als eerste genoemd. 'Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd', is een quote van Harry Touw. Je hoort ook vaak dat het belangrijk is dat je om jezelf moet kunnen lachen. Er zijn bijzonder veel soorten humor: woordspelin­ gen, droge humor, zwarte humor, sarcasme, ironie, sa­ tire, moppen en grappen, practicaljokes en absurde hu­ mor. Vooral in Nederland is cabaret immens populair. In Engeland en Amerika heb je de stand-up comedy. Ik vermoed dat een heel belangrijk onderdeel van humor is dat geen enkel concept absoluut genomen wordt. Heilige huisjes, taboes, niets blijft gevrijwaard van humor. Het zijn juist de 'moeilijke' dingen die zich 125
  • 64. uitstekend lenen voor humor. Er hoeft maar een ramp te gebeuren ergens in de wereld, of je hebt nog dezelfde week vaak al de eerste grappen erover. Men zegt wel eens dat humor alles relativeert. Daar ben ik het niet mee eens. Door middel van humor kun je het intrinsiek relatieve aspect van alle dingen laten zien. Dingen worden niet relatief door humor, ze wa­ ren al relarief. En humor maakt dit duidelijk. Wat dat betreft is humor dus een bloedserieuze zaak. 126 Waarnemen is niet te lokaliseren W aargenomen objecten zijn aanwijsbaar, en dat geeft een lekker duidelijk gevoel. Als iets w hoog, zo breed en zo diep is, weten we waar we her over hebben. Wij mensen hebben behoefte aan duide­ lijke referentiekaders, zo zijn we opgevoed. Als er geen lijn of schema in je dagelijkse routine zit, klopt er er­ gens iets niet. Daarom raken veel mensen volkomen de kluts kwijt zodra ze serieus zelfonderzoek gaan doen. Dan ga je namelijk kijken of al die waargenomen objecten wel zo solide zijn als je denkt. En dat blijkt reuze mee/ tegen te vallen. Om re beginnen zijn ze nogal heel erg veranderlijk, want ze verschijnen en verdwijnen. Dat is zo met elk waargenomen object, of het nu om voelen of denken gaar. Wat een begin heeft, heeft per definitie een eind. 127
  • 65. Op dat gebied iets proberen te bereiken is ongeveer hetzelfde als een tentje opzetten op zee, of investeren in drijfzand. Alles verdwijnt in Bewustzijn. Vroeg of laat kom je daar achter en dan wordt de vraag: 'Oké, maar wie ben Ik dan in dit hele gebeuren?' En dan blijkt dat al die zogenaamde referentiekaders niet echt je basis waren, maar datgene waarin ze verschijnen en verdwijnen. Het grappige van waarnemen is dat het niet re lo­ kaliseren is. Je kunt her niet aanwijzen. Een waarge­ nomen object wel, maar het waarnemen zelf niet en de beschikbaarheid waarin alles zich afspeelt al hele­ maal niet. Zodra je her aan zou kunnen wijzen kun je meteen weer vragen: 'Waarin verschijnt het dan?' Je neemt niet waar vanaf een bepaalde plek op een bepaalde tijd, die waarnemen is zonder middel, on-middel-lijk. Als ie­ mand 'anders' dus naar me toekomt om me te vertellen wat hij of zij waarneemt, en dat dat verschillend is van 'mijn' waarneming, verschijnt dat nog steeds allemaal in Bewustzijn. Er is niet 'eentje' die waarneemt, laat staan twee. Waarnemen is volkomen onpersoonlijk, zonder eigenaar. 128 Alle waarnemingen zijn cyclisch "'Vf1l er überhaupt iets waargenomen kunnen wor­ W den, dan moet er eerst de mogelijkheid zijn voor objecten om in de waarneming te kunnen verschijnen. Elke waarneming begint dus met beschikbaarheid. Op het moment dat we een verschijnsel waarnemen, spre­ ken we van een ervaring. Er is op dat moment een aantal tegenstellingen die in beweging zijn. Dualiteit alleen kun je niet waarnemen. Je kunt pas dualiteit ervaren op het moment dat er beweging is over een bepaalde schaal. Wanneer de ervaring verdwijnt, blijft alleen die be­ schikbaarheid over en is er een cyclus voltooid. Het is van belang te beseffen dat Bewustzijn niet verdwijnt op het moment van een gebeurtenis. Het is niet of - of. Dan zou je namelijk krijgen: eerst is er die leegte, dan komt er een ervaring, dan is er weer die leegte. 129
  • 66. Zo werkt het niet. Water verdwijnt niet als er golven zijn. Het hele universum bestaat uit een enorme hoe­ veelheid cycli, op kleine en grote schaal. Ons zonne­ stelsel, de Melkweg, de superclusters, alles draait. Men vermoed zelfs dat onze oerknal niet de enige was en dat ook dat een cyclus is. Het wu mij niets verbazen. Op moleculair niveau zien we ook cycli. Elektronen gaan in cycli en deeltjes hebben een 'spin'. In ons lichaam zijn ook ik weet niet hoeveel cycli aan de gang. Als je het idee hebt dat je in kringetjes ronddraait, zit je er naast. Het is nooit zo dat we zelf in cirkels ronddraaien. We zijn de getuige van al deze kringetjes. We rijden niet mee op de carrousel van het leven, we zijn het beginsel waarin de hele kermis verschijnt. 130 Zin en nut T wee onuitroeibare begrippen in ons leven zijn zin en nut. Wat is de zin van het leven? Wat is het nut van alles? De woorden 'zinloos' en 'nutteloos' hebben op de een of andere manier een negatieve betekenis gekregen. Dat is opmerkelijk, want dat dingen werke­ lijk zin of nut zouden kunnen hebben, hebben we zelf verzonnen. Wat betekenen deze twee begrippen eigenlijk precies? In één woord: beoordeling. We maken iets mee, evalue­ ren dat aan het eind, en komen tot de conclusie dat het zin heeft gehad of niet. Zijn we er beter van geworden, dan had het zin. Zijn we er slechter van geworden, dan was het nutteloos. Dat heeft dus alles te maken met de ideeën die we hebben over wie of wat we zijn. Als we denken dat we iets zijn dat beter of slechter kan worden, dan bestaat er inderdaad zin en nut. Beter 131