3. 1. Een ambtenaar 2.0 is open en transparant in zijn of haar handelen.
Hoe open ben jij eigenlijk?
A.Ik vind het gevaarlijk voor de privacy. Ik houd mijn kennis en informatie voor mijzelf
B.Mijn werkagenda is voor iedereen in te zien, mijn documenten niet
C.Ik deel al mijn werkzaamheden en documenten met andere collega’s op het organisatienetwerk of Yammer
D.Ik laat via social media (bijv. Twitter of Linkedin) weten waar ik mee bezig ben, zodat anderen kunnen bijdragen
Bron: Ambtenaar 2.0 - Sandra Sluijter en Marieke van den Berg
4. 2. Samenwerken, hoe zie jij dat?
A.Gezellig, ik zoek een collega op om samen een bakkie te doen
B.Met collega’s uit mijn eigen team in een hok en we komen er pas uit als we klaar zijn
C.Ik benader zelf de mensen met wie ik samenwerken in mijn organisatie
D.Ik zoek uit welke partijen ik kan betrekken en richt online een projectgroep op, zodat we makkelijker samen
kunnen werken
Bron: Ambtenaar 2.0 - Sandra Sluijter en Marieke van den Berg
5. 3. Je hebt een (beleids-)voorstel gemaakt en wil weten wat anderen
ervan vinden. Wat doe je?
A.Ik leg het voorstel voor aan mijn manager
B.Ik vraag collega’s van mijn eigen team/afdeling om mee te denken
C.Ik zet mijn voorstel op Yammer zodat iedereen uit de organisatie kan reageren
D.De beste ideeën komen van buiten, dus zet ik het voorstel online zodat anderen kunnen reageren
Bron: Ambtenaar 2.0 - Sandra Sluijter en Marieke van den Berg
6. 4. Waar werk jij?
A.Ik zit iedere werkdag op dezelfde plek op dezelfde locatie, meestal tussen 9 en 5
B.Ik bekijk ‘s ochtends waar ik afspraken heb en kies daar een werkplek
C.Ik werk ‘s morgens eerst thuis, vertrek na de files en werk op de locatie waar ik moet zijn
D.Ik heb geen vaste werkplek, ik werk overal: in de trein, de koffiebar, op kantoor of thuis
Bron: Ambtenaar 2.0 - Sandra Sluijter en Marieke van den Berg
7. 5. Jouw gemeente wil een speeltuin aanleggen in een wijk. Wat doe je?
A.Ik begin met een voorstel en hoor later wel wat bewoners ervan vinden
B.Ik prik een datum voor een informatie bijeenkomst, regel een aal en hang posters op om mensen te trekken
C.Ik zoek uit bij welke bewonersgroepen ik kan aanhaken om hun ideeen op te halen
D.Ik zet alle mogelijke middelen in om bewoners mee te laten denken, zoals via een online platform en
persoonlijke gesprekken
Bron: Ambtenaar 2.0 - Sandra Sluijter en Marieke van den Berg
8. 6. Stel, je bent manager van een afdeling. Welke vorm van sturing past
dan bij jou?
A.Mijn medewerkers moeten zichtbaar zijn op mijn afdeling tussen 9 en 5
B.Ik wil graag sturen op wat mijn medewerkers doen en hoe
C.Van mij mogen medewerkers een deel van hun tijd besteden aan eigen plannen en ideeen
D.Het maakt mij niet uit wanneer medewerkers hun werk doen, als het resultaat maar goed is
Bron: Ambtenaar 2.0 - Sandra Sluijter en Marieke van den Berg
9. • Meestal antwoord A: Misschien komt het als een schok, maar je bent nu nog een ambtenaar . Jouw wereld is
net zo groot als de mensen die je nabij zijn. Maar er is meer! Maak er gebruik van.
• Meestal antwoord B: Je bent betrokken bij je omgeving, maar wilt graag de controle houden. Het kan handig
zijn meer of andere mensen te betrekken bij jouw werk. Bijvoorbeeld via social media
• Meestal antwoord C: Goed bezig! Je maakt gericht gebruik van de beschikbare mensen, middelen en tijd.
Zeer waarschijnlijk zijn jouw ideeën ook bruikbaar voor mensen buiten jouw organisatie en andersom. Laat ze
weten waar jij mee bezig bent!
• Meestal antwoord D: Jij bent helemaal ambtenaar 2.0. Je durft los te laten, te vragen en te bouwen op de
kennis van anderen. Maak anderen ook enthousiast!
Bron: Ambtenaar 2.0 - Sandra Sluijter en Marieke van den Berg
10.
11.
12.
13. De 8 principes van Web 2.0
• The Web as a Platform
• Data is the Next ‘Intel Inside’
• Rich User Experiences
• Harnessing Collective Intelligence
• Software Above the Level of a Single Device
• Perpetual Beta
• Leveraging the Long Tail
• Lightweight Models and Cost-Effective Scalability
bron: O’Reilly, 2007
14. 1
Benader het web vanuit een platform-gedachte
2 Bied ruimte voor en maak gebruik van collectieve
intelligentie
15. Iedere minuut wordt 48 uur aan videomateriaal geüpload (8 jaar per dag)
Iedere dag worden meer dan 3 miljard video’s bekeken
35. Burgerparticipatie heeft een aanvullende werking op
de representatieve democratie en betreft de actieve
deelname van (groepen) burgers aan de verschillende
fasen van het beleidsproces. Deze participatie heeft
een proactief karakter en betreft een door burgers en
politiek gelegitimeerd proces, dat een bepaalde
procedure kent. (ROB, 2005)
41. Streef een visie na
Wie ergens naartoe op weg gaat, moet een
beeld hebben van waar hij uit wil komen.
Partnerschap heeft dan ook geen zin zonder
visie want dan ontaardt het in nutteloos overleg.
(Hiemstra, 2004)
42. Een organisatie moet waarde
creëren voor zichzelf...
...door gebruikers te helpen bij
het creëren van eigen waarde!
59. Betrekken
• Verschillende gradaties burgers, bijvoorbeeld:
• Kring 1: Lead users
• Kring 2: ...
• Kring 3: ...
• Iedere kring een andere aanpak
• Netwerkeffect
60. Betrekken - What’s in it for me
• Zelfbeeld: het vragen naar iemand zijn opinie of zijn ideeën en er vervolgens als organisatie wat mee doen
geeft men een gevoel van trots en voldoening. Belangrijk is dus wel dat men serieus wordt genomen en dat er
terugkoppeling plaatsvindt.
• ‘Gold-member’: Mensen die actief met een proces meedoen worden beloond met privileges. Bijvoorbeeld
doordat zij bij een opening of een feestje uitgenodigd worden, ze ‘eigendom’ krijgen over hetgeen gerealiseerd
is of bij bepaalde gesprekken aanwezig mogen zijn.
• Noodzaak voor een oplossing: De noodzaak van een oplossing is een belangrijke motivator voor participeren.
Vooral de mensen die problemen ondervinden waar een oplossing voor geboden moet worden zien dit als
incentive.
• Materiële beloning: Vaak worden goede ideeën of doorbraken gerealiseerd als er een competitief element is
met een prijs in het vooruitzicht. Dit kan in de vorm van een coupon zijn, een lidmaatschap, een gadget of
gewoon simpelweg geld.
62. Overeenkomsten
g r
lkaa
Vitale
rkin
est e
e
en nwa
na
K ngm
riSa 1+1=3
Kringen Gebruikers
Community
Competiti
e
Rangorde
(Bron: Wielinga, 2001) Verschillen
72. "This revolutionary ergonomic design seems to be a creative and correct response to new
questions asked, in particular, about pedestrian areas."
Beleidsuitvoering Fietsenprogramma Bordeaux