4. Heb een betekenisvol ideaal.
Wat zijn de factoren die verhinderen dat dit ideaal vanzelf
werkelijkheid wordt?
Welke van die factoren kunnen worden beïnvloed?
Wat is daarvoor nodig?
Wie kunnen ervoor zorgen dat dat er komt? Verzamel iedereen
die bij kan dragen.
Ga aan de gang, samen.
Toets en leer – Kijk samen, kritisch, systematisch of je
dichterbij het ideaal komt.
Ondernemen is idealen realiseren
6. Je kunt terecht met al je vragen over hulp en zorg
We verwijzen niet door. Je bent meteen aan het goede adres
Je hoeft maar één keer je verhaal te doen
Samen met jou zoeken we naar een oplossing die bij jou past
We sluiten aan bij wat jij nodig hebt, wenst, kunt en ervaart
Samen zorgen we dat ieder de hulp en zorg krijgt die nodig is
Er valt niemand tussen wal en schip
We staan in voor elkaars werk
De belofte
7. Vroeg erbij is beter en goedkoper
Van zwaar
naar licht
Zelf doen
Omgeving,
netwerk
Collectief
Instelling of
overheid
Preventie
Signalering
Vraagverhelderin
g en afstemming
Lichte hulp
Zware hulp
8. In de wijk. Dichtbij de mensen
11 wijken, 11 netwerken
9. De mensen: burgers, vrijwilligers, professionals, ondersteuners
Vrijwilligersorganisaties: Humanitas en Rode Kruis
Mantelzorgondersteuning: Stib en Hoom
Sociaal werk: Surplus en WIJ
Maatschappelijk werk: IMW, MEE en WIJ
Wijkverpleging: Careyn, Elisabeth, Surplus en Thebe
Gemeente: wijkteam WMO, Kredietbank, Verbeterpunt
Wie mee doet
11. Vrijwillig waar het kan, betaald waar het moet
Dichtbij huis, herkenbare aanspreekpunten
Eén plan, van de klant
Goede zorg doen we samen. Vrager, vrijwilliger en professional
hand in hand
Van systeem- naar mensgericht, met vraag in plaats van
aanbod voorop
Verwijzing van de vraag, niet de vrager
Samen wat samen kan, apart wat apart moet
Gaan doen zoals je wilt zijn
12. Werker stuurt, klant is object
Dicteren, beleren, uitleggen
Producten maken en slijten
Aanbod bepaalt wat gebeurt
Zorgen voor, consumenten
Van binnen naar buiten
Vrijwilliger helpt werker
Overnemen van burgers
Krijgen, passief
Kwaliteit zit in systemen
Focus op kwetsbaar
Samenwerken is verdelen
Van A naar B op de manier van B
Werker dient, klant is subject
Luisteren, leren, helpen
Activeren en co-creëren
Vraag bepaalt wat gebeurt
Zorgen dat, zelf wat zelf kan
Van buiten naar binnen
Werker helpt vrijwilliger
Overlaten aan burgers
Betalen, wederdienst, actief
Kwaliteit is wat de klant wil
Niemand is alleen kwetsbaar
Samenwerken is delen
13. 1. Bezoek de klant thuis. Maak contact, zonder agenda: luister, zie, voel, ontvang
2. Bespreek de situatie; kijk naar alle vijf levensdomeinen en naar het hele huishouden.
3. Vraag naar de netwerkkaart of geef er een. Vul deze samen in of aan.
4. Organiseer samen met de klant een netwerkberaad met alle betrokkenen.
5. Zoek samen oplossingen. Stel vast wie wat doet, wie wanneer afstemt, wie bewaakt.
6. Initiatief, probleem, oplossing en regie liggen bij de klant. Hij beslist over zijn leven –
zolang hij wilsbekwaam is en zolang anderen, bv kinderen, geen schade oplopen.
7. Schakel anderen niet zelf in maar laat dat aan de klant.
8. Heb vertrouwen. Laat de klant zelf doen wat hij zelf kan, samen met zijn omgeving.
9. Maak bespreekbaar wat niet kan (pas op voor beroepsdeformatie). Ben aanspreekbaar op
wat je doet. Vraag een collega in jouw plaats als je denkt dat dat beter is.
10. Werk samen met alle hulp- en zorgverleners in het gezin.
Doe het anders als je denkt dat dat beter is en de klant dat ook vindt.
Plezier beleven aan taaie vraagstukken
Samenwerken met de klant in regie
20. Waarde - Weet welke waarde, ideaal, resultaat je beoogt? Van wie is het
ideaal? Wat gebeurt er als jij niks doet? Hoe erg is dat? Wie vindt dat?
Bereik – Om hoeveel mensen gaat het? Met hoeveel is er vast contact?
Zelfredzaamheid – Wie heeft baat bij het ideaal? Wat doen die er zelf aan?
Vakmanschap – Willen of kunnen ze zelf onvoldoende bijdragen, door welk
vakmanschap en door welke actie gaan ze dat wel willen, kunnen, doen?
Synergie – Wie kunnen daarbij helpen? Waarmee precies? Hoe vindt de
onderlinge afstemming plaats?
Tevredenheid – Niet van de klant over wat hij krijgt maar van alle co-
producenten inclusief klant over elkaars inbreng. Hoe stel je dat vast?
Prijs – Wat was, als je alle kosten en baten optelt, de prijs per bereikte
persoon? Voelt dat goed? Worden alle stakeholders daar enthousiast van?
Breda’s Toetsingskader: van dashboard naar scorebord
Samen doen, samen besturen
22. Verbindend
Mensen helpen elkaar te helpen
1 Merk
3 Kanalen
30 Organisaties
300 Professionals
3.000 Vrijwilligers
30.000 Burgers
23. Transparant – Eerlijk, open, glashelder, het echte verhaal, geen geheimen,
delen wat we weten, fouten niet verbergen maar toegeven
Responsibel – Systeemverantwoordelijk, werken vanuit de bedoeling,
klachten serieus nemen, verbindend vanuit waarde, geëngageerd
Uniek – Authentiek, echt, zijn wie je bent, ‘het’ verhaal is ons verhaal,
elke klant is uniek, elke klant creëert mee, ons merk zijn we samen
Empathisch – Begripvol, verbonden, invoelend, voegen in bij wat klanten
vragen, geen producten van de plank, gelijkwaardig, gemeenschap
Een merk van deze tijd. TRUE
24. Links
Johan en Raymond. Klant in de regie
Website zorgvoorelkaarbreda.nl
Visiedocument Zorg voor elkaar Breda
Uitvoeringsplan Zorg voor elkaar Breda 2017-2018
Breda’s toetsingskader
Aan tafel, een nieuwe aanpak Breda Doet
Kader Breda Doet Samen verder