2. PARAGRAAF 1 (BLZ. 68)
• Nederland een multicultureel land
• Allochtoon
• Jij of ten minste een van je ouders in het buitenland
is geboren en opgegroeid.
• Autochtoon
• Iemand die zelf, net als zijn ouders en vaak ook
grootouders, in het land is geboren en opgegroeid.
3. KENMERKEN VAN DE MULTICULTURELE
NEDERLANDSE SAMENLEVING
(PARAGRAAF 1)
•
•
•
•
Er is een dominante cultuur
Er wonen verschillende etnische groepen
Veel subculturen
Verschillende godsdiensten
5. PARAGRAAF 1
• Checkvragen:
• Wanneer ben je volgens de definitie een
allochtoon?
• Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de
multiculturele Nederlandse samenleving?
• Wat is het verschil tussen een dominante cultuur en
een subcultuur?
6. CULTUREN IN NEDERLAND
(GESCHIEDENIS)
* Dominante Nederlandse cultuur =
Etnische subcultuur
1) Voormalige koloniën
2) Gastarbeiders
3) EU-landen
4) Chinezen
5) Vluchtelingen
De overheersende cultuur in Nederland
(gedrag dat mensen met elkaar delen):
- Taal; Nederlands
- Eten; Kaas & stamppot
- Feest; Sinterklaas
- Bouwstijlen; baksteen
- Kledingstijl; klompen, westers
1) Suriname tot 1975 & Indonesië tot 1949
2) Spanje, Italië, Griekenland, Portugal, Turkije
& Marokko tussen 1960 / 1970
3) België, Polen, Roemenië & Bulgarije
4) Om te werken als scheepsvaart stokers
nadat de Nederlandse vakbonden faalden,
rond 1910.
5) Asielzoekers, enkel bij doodsbedreigingen
verblijfsvergunning.
7. PARAGRAAF 2 (BLZ. 72)
Redenen om je land te verlaten
•
•
•
•
Voor werk
Door het zelfstandig worden van koloniën
Door oorlog (politieke vluchtelingen)
I.v.m. gezinshereniging en gezinsvorming
Toelatingsbeleid (buiten de EU)
•
•
•
•
Werk (alleen waar veel vraag naar is)
Gezinsvorming (minimumleeftijd & minimumloon)
Asielzoekers (alleen bij doodsbedreigingen)
Inburgeringsexamen
8. PARAGRAAF 2
• Filmpje immigratie
• Immigranten in Nederland hebben verschillende
redenen waarom ze naar Nederland zijn gekomen.
Welke redenen worden er in het filmpje genoemd?
• Filmpje cultuur verschillen
• Wat is cultuur?
• Welke sociale omgangregels, normen, waarden,
tradities, taal en gewoonten heb jij overgenomen
van je ouders, andere volwassen en vrienden?
9. PARAGRAAF 3 (BLZ. 76)
• Assimilatie
“Je vervangt heel veel van je eigen cultuur door de
dominante cultuur van het land waar je woont”
Jezelf bijna 100% aanpassen
• Segregatie
“Een sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen”
Niet aanpassen
• Integratie
“Nieuwkomers in Nederland, nemen Nederlandse
gewoonten over, maar houden ook veel dingen van hun
eigen cultuur”
Gedeeltelijk aanpassen
10. PARAGRAAF 3
• Liberale partijen (D66 & VVD)
• Integratie
• Zelf zorgen voor; het leren van de Nederlandse taal,
diploma’s halen en werk vinden.
• Rechtse partijen (PVV)
• Assimilatie
• Geen assimilatie? Dan zal de Nederlandse cultuur
verdwijnen.
• Sociale partijen (SP, GL, PVDA)
• Integratie
• Overheid moet hulp bieden voor; taalonderwijs, werk en
huisvestiging.
11. OPDRACHT
• Zoek uit waar de problemen liggen bij integratie.
• Zoek uit hoe de Nederlandse burgers de integratie
kunnen verbeteren van nieuwe Nederlanders.
• Zoek uit hoe de overheid de integratie zou kunnen
verbeteren van nieuwe Nederlanders.
• Zoek uit wat “vrijheid van meningsuiting” is (zie
wetteksten) &
waar de grenzen van vrijheid van meningsuiting liggen.
12. PARAGRAAF 4 (BLZ. 80)
•
•
•
•
• Waarom loopt integratie soms wel / soms niet
goed?
Taalachterstand (achterstand is lastig in te halen)
Opleiding (gevolg van taalachterstand)
Werk (gevolg van geen opleiding)
Discriminatie (mensen in dezelfde situatie worden ongelijk
behandeld)
• Probleemwijken (neerwaartse spiraal)
13. PARAGRAAF 4
• Hoe kan integratie verbeteren?
• Autochtone Nederland kunnen meer belangstelling
tonen voor andere culturen.
• De overheid kan de integratie verbeteren door:
•
•
•
•
Voldoende banen te creëren
Extra lessen Nederlands aanbieden
Vroegtijdige schoolverlaters aanpakken
Gemengde wijken creëren
14. PARAGRAAF 5
• Stromingen in het christendom
• Katholicisme (katholieken)
• Protestantisme (protestanten)
• Godsdienstvrijheid
• Het recht om te mogen geloven wat je wilt (artikel 6 –
grondwet)
• Vrijheid van meningsuiting
• Rechter staat niet toe dat iemand wordt
gediscrimineerd of bedreigd. Dat is de grens van vrijheid
van meningsuiting.
15. PARAGRAAF 5
• Katholicisme
• Heilig boek: de Bijbel
• Religieus persoon: de paus,
priester, bisschop
Islam
Heilig boek: Koran en
Hadith
Religieus persoon: imam
• Protestantisme
• Heilig boek: de Bijbel
• Religieus persoon: dominee
Boeddhisme
Heilig boek: Pali-canon,
Dhammapada, Tibetaans
Dodenboek
Religieus persoon: monnik
• Jodendom
• Heilig boek: de Thora en de
Talmoed
• Religieus persoon: rabbi
Hindoeïsme
Heilig boek: Ramayana,
Veda’s, Mehabharata
Religieus persoon:
brahmaan (priester)
16. OPDRACHT BIJ PARAGRAAF 5
• Filmpje
• Zelfstandig werken:
Onderzoek de kern (in het kort) van de vorige benoemde
religies.
Werken uit het werkboek.
17. BEOORDELING
PRESENTATIE
BEOORDELINGSCRITERIA
MAXIMUM AANTAL PUNTEN PER
ONDERDEEL
INHOUD
Juistheid van de geleverde
informatie
10
MANIER VAN PRESENTATIE
De vorm
Creativiteit
7
SAMENWERKING
Heeft iedereen evenveel werk
geleverd?
3
(min punten = individueel)
MAXIMAAL PUNTEN: 20