4. Koninkrijks-aanbod,
verwerping en terugroeping:
3. Saulus buiten Israël 9:-19-22
--> Saulus bedreigd met de
dood door de Joden 9:23-25
4. Saulus verbonden met de 12
(type van 15:36-19:21-) 9:28,29-
--> Griekse Joden willen
Saulus doden 9:-29,30
6. In die periode dan legde Herodes de koning de hand aan sommigen
van de gemeente om hen kwaad te doen Handelingen 12:1
Herodes - koning: Edomiet
Herodes de grote - Mt.2:1
Herodes Antipas - Mt.14:1
Herodes Agrippa I - Ha.12:1
Herodes Agrippa II - Ha.25:13
7. Hij nu, liet Jacobus*,
de broer van
Johannes, met het
zwaard terechtstellen
Handelingen 12:2
Jacobus*, de discipel/apostel, zoon van Zebedeüs Matt.4:1
Jacobus, de zoon van Alfeüs, Matt.10:3
Jacobus, de zoon van Judas, Luc.6:16, Han.1:13
Jacobus, de (half)broer van onze Heer, Mt.13:55, Ha.15:13, Gal.1:19
8. Ezau versus Jakob
Herodes: type van
de antichrist, die
met name de Joden
zal vervolgen
in grote verdrukking
Jakobus (naam vh vlees)
--> betreft het zaad
van Abraham
‘als het zand aan de
oever van de zee’
Genesis 22:17
9. twee groepen
Israëlieten
de menigte die niemand
tellen kan = het zaad van
Abraham ‘als het zand
aan de oever van de zee’
(gelovigen),
Openbaring 6:9; 7:9
de 144.000 = het zaad van
Abraham ‘als de sterren
van de hemelen’ (gelovigen),
Openbaring 7:4; 14:1
10. Waargenomen hebbend dan, dat het welgevallig was voor de
Joden ging hij voort ook Petrus te grijpen (het waren nu de dagen
van de ongezuurde broden) Handelingen 12:3
ongezuurde: matzot =
15-21e nisan, direct na
pèsach van de 14e
11. Petrus: geestelijke naam, Johannes 1:42,
representeert het zaad van Abraham ‘als de sterren van
de hemelen’ en wordt niet gedood, net als de 144.000
12. die hij, ook gepakt hebbend, plaatste in de gevangenis, gaf hem over aan
vier afdelingen van vier soldaten om hem te bewaken, de bedoeling
hebbend na het Pascha hem voor te leiden voor het volk. Handelingen 12:4
acceptatie van Herodes
verwerping van de Messias
13. Petrus werd dan inderdaad bewaard in de gevangenis; gebed nu,
vond plaats, ernstig, door de gemeente tot God over hem.
Handelingen 12:5
gemeente = kkrijksekklesia
gelovige rest <--> het volk
14. Toen Herodes echter op
het punt stond hem naar
hen te leiden, die nacht
rustte Petrus tussen twee
soldaten, met ketenen
gebonden, en bovendien
bewaarden twee wachters
voor de deur de gevangenis.
Handelingen 12:6
15. En zie, een boodschapper van de Heer stond bij hem en licht straalde
in het vertrek. De zijde van Petrus nu getroffen hebbend wekte
hij hem op, zeggend: "Sta op, snel!" En zijn ketenen vielen van zijn
handen af. Handelingen 12:7
Israël zal gewekt
worden en opstaan
16. De boodschapper nu
zei tegen hem:"Gord
je en bind je sandalen
onder." Hij deed dan
zo. En hij zei tot hem:
"Omhul je met je
bovenkleed en volg mij."
Handelingen 12:8
17. En er uit gekomen volgde hij hem. En hij wist niet dat het waar was wat
gebeurde door de boodschapper, maar hij meende een gezicht te zien.
Handelingen 12:9
18. Langs de eerste en
tweede wacht gekomen
kwamen zij nu bij de ijzeren
poort die hen naar de stad
bracht, die vanzelf geopend
werd voor hem. En buiten
gekomen gingen zij één steeg
vooruit, en direct nam de
boodschapper afstand
van hem Handelingen 12:10
19. En Petrus, tot zichzelf gekomen, zei: "Nu weet ik waarachtig dat de
Heer Zijn boodschapper uitgezonden heeft en mij genomen heeft
uit de hand van Herodes en elke hoop van het volk van de Joden.”
Handelingen 12:11
20. Petrus Paulus en Silas (Hand.16)
sliep tussen bewakers zingen en bidden
niet gegeseld gegeseld, geslagen
ontsnapte stil bleven – deur was open
geen redding redding voor bewaarder
dood v soldaten leven voor soldaten
Petrus vlucht uit Jeruzalem uitgeleide door mishandelaars
21. Petrus’ bevrijding Paulus’ en Silas’ bevrijding
illustreert de steile wijst meer op genade en
gerechtigheid in het koninkrijk redding in Christus Jezus
uitbeelding van Israëls redding uitbeelding van redding door
door gericht over de natiën Israëls tijdelijke terzijde stelling
Editor's Notes
welgevallig voor de Joden : de dood van Jakobus en gevangenneming van Petrus --> twee getuigen uit Openbaring gedood. Openb.11:7-10
gevangenschap : beeld van ballingschap De 11 doen geen poging een vervanger voor Jakobus aan te wijzen,
geen poging om te bevrijden door de ekklesia
Licht in duisternis: Genesis 1:2,3 2 Cor.4:4 Ef.5:14 Rom.13:11-13
onderbonden met evangelie van vrede – gorden: Ef 6 = omgorden: omhullen met kleed : schepping
gezicht = horama net als in Ha 10 Cornelius, Petrus, en Ha 9 Saulus, Ha 16 Paulus Mt 17 op de berg
uitnemen = letterlijk uit-heffen exaireo elke = pan/pas = alle