1
Advies i.v.m. de aanvraag van W-Kracht voor het plaatsen van 5 windturbines
De Milieuraad heeft de milieuvergunningsaanvraag zoals ingediend door W-Kracht
besproken en brengt het hiernavolgende advies uit.
1. De Milieuraad wenst vooreerst te benadrukken dat zij op zich positief staat
tegenover vormen van duurzame en hernieuwbare energie in het algemeen en
windturbines in het bijzonder.
De Milieuraad sluit ook niet a priori uit dat er op het grondgebied van de gemeente
Beerse geschikte locaties zouden zijn voor de inplanting van windturbines.
Eén en ander kan zich overigens integreren in de doelstellingen van het
Burgemeestersconvenant 2020 waarin ook de gemeente Beerse zich heeft
geëngageerd.
Ten aanzien van de concrete aanvraag van W-Kracht zoals deze thans voorligt ziet
de Milieuraad evenwel een aantal (fundamentele) problemen.
2. Overeenkomstig de Omzendbrief RO/2014/02 (punt 3.1.) moet de locatiekeuze voor
de inplanting van windturbines op basis van een aantal afwegingselementen worden
gemotiveerd en onderbouwd.
Conform deze Omzendbrief moet de locatiekeuze passen in de samenhangende visie
op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied in kwestie. Het project
dient aan te sluiten bij de schaal en de opbouw van het landschap in kwestie en de
omvang van het project mag de structuur en de essentiële functies van de
randstedelijke gebieden of het buitengebied niet aantasten.
Ook een goede ruimtelijke ordening vergt dat de locatiekeuze grondig wordt
afgewogen en gemotiveerd wordt waarom deze bij uitstek de geschikte locatie zou
zijn.
Dergelijke afweging en motivering dient des te uitgebreider te zijn wanneer ervoor
wordt geopteerd om windturbines in te planten in de (onmiddellijke) nabijheid van
woongebied en speciale beschermingszones, hetgeen in casu het geval is.
Uit het dossier en inzonderheid de lokalisatienota blijkt niet of alleszins
onvoldoende waarom de windturbines daar ter plaatse zouden moeten worden
ingeplant. De Milieuraad is van oordeel dat er minstens eerst een studie moet
worden gemaakt omtrent mogelijke geschikte locaties op het grondgebied van de
gemeente Beerse en tussen dewelke dan een afweging moet worden gemaakt. Uit
het dossier zoals ingediend blijkt alleszins niet dat zulks zou zijn gebeurd.
Op de toelichting welke op 20 januari 2016 werd gegeven door W-Kracht aan de
Milieuraad en de GECORO werd door W-Kracht op vraag van de Milieuraad gesteld
dat er wel een studie zou zijn gemaakt omtrent mogelijk locaties, doch dat dit een
“interne studie” zou betreffen. Het feit dat dergelijke studie, indien deze al zou
bestaan, niet bij het aanvraagdossier werd gevoegd stemt tot nadenken.
2
Blijkt uit deze studie misschien dat er andere locaties meer geschikt zijn dan de
thans aangevraagde locatie ?
Er wordt door de aanvrager verwezen naar de ligging in industriegebied en de
nabijheid van de N12 als positieve aanknopingspunten.
Er moet evenwel worden opgemerkt dat in het GIS-onderzoek naar potentiële
inplantingszones in de provincie Antwerpen (januari 2010) de N12 niet geselecteerd
werd als (lijn)infrastructuur dewelke reeds een belangrijk ruimtelijke impact heeft
(cfr. pagina 30 van bedoelde studie).
Waar er in casu minstens 2 negatieve aanknopingspunten zijn, nl. de onmiddellijke
nabijheid van woonwijken enerzijds en van speciale beschermingszones anderzijds,
wordt in de voorliggende aanvraag op dit ogenblik niet (afdoende) onderbouwd
waarom ondanks deze negatieve aanknopingspunten, de gekozen inplantingsplaats
toch aanvaardbaar zou zijn, inzonderheid gelet op het navolgende.
Uit de studies voorgebracht door de exploitant zelf blijkt reeds dat voor het overgrote
deel van de in de studies betrokken woningen de wettelijke normen inzake
slagschaduw in meer of mindere mate overschreden zullen worden. Wanneer de
aanvrager dan zelf stelt dat de windturbines veelvuldig zullen moeten worden
stilgelegd omwille van dergelijke overschrijdingen, rijst eens te meer de vraag naar
de verantwoording van de windturbines op een dergelijke inplantingsplaats.
3. Uit het aanvraagdossier blijkt dat geen rekening werd gehouden met de in aanbouw
zijnde verkaveling van 48 loten gelegen tussen de Dageraadlaan en de
Taxandrialaan. Deze verkaveling is gelegen in de onmiddellijk omgeving van de
geplande windturbines WT03 en WT05.
Dit is onaanvaardbaar en niet in overeenstemming te brengen met voormelde
Omzendbrief en GIS-studie, noch met de bepalingen van de VCRO.
De aanvrager dient eerst bedoelde verkaveling mee op te nemen in de afweging van
de locatie, alsook te betrekken bij de studies inzake de te verwachten negatieve
effecten van de windturbines (inzonderheid op het vlak van slagschaduw en geluid),
zodat de adviesverlenende en vergunningsverlenende organen en overheden met
kennis van zaken kunnen oordelen.
4. De Milieuraad meent tenslotte dat de aanvrager eerst een studie, opgemaakt door
een erkende onafhankelijke deskundige, dient bij te brengen over welke concrete
maatregelen kunnen worden genomen om beter te doen dan de thans geldende
wettelijke normen inzake geluid en slagschaduw, zulks teneinde te kijken hoe de
last voor de omgeving tot een (nog) meer aanvaardbaar niveau kan worden
gereduceerd.
Er kan ter zake verwezen worden naar de wettelijke normen welke van toepassing
zijn in ondermeer Duitsland en Nederland en welke strenger zijn dan de geldende
normen in Vlaanderen.
3
Besluit:
(i) De Milieuraad staat op zich positief tegenover windturbines en is niet a priori
gekant tegen windmolens op het grondgebied van de gemeente Beerse;
(ii) Op dit ogenblik en op basis van de gegevens uit het dossier zoals het thans
voorligt kan (nog) geen positief advies worden gegeven omtrent de
inplanting van de vijf windturbines op de locatie zoals aangevraagd.
Deze beslissing werd genomen met unanimiteit van de aanwezige stemgerechtigde leden.
Beerse, 26 januari 2016
De Voorzitter, De secretaris,