5. Adolescentie –
lichamelijke ontwikkeling
• Reactie op al die veranderingen
• Algemeen positief zelfbeeld
• Soms negatief
• Vroeg of laat
• Verschil tussen lichamelijk en psychisch rijpingsniveau
• Ongelijk verloop tussen lichaamsdelen
• Afwijken van gewenste man-vrouw-kenmerken
• Puistjes
• Menarche
• Eerste zaadlozing
12. Adolescentie –
sociaal-emotionele ontwikkeling
• Loslaten kindrol en innemen volwassenenrol
• Ouders en gezin
• Separatie en individuatie
• Generatiekloof
• Rolveranderingen
• Intimiteit en seksualtiteit
• Binden?
• Beroep en studie
• Vormen van visie op maatschappelijke thema’s
13. Adolescentie –
sociaal-emotionele ontwikkeling
• Invloed van gezin
• Opvoedingsstijl
• Hoe gaan ouders om met ouder worden
• Onderlinge relatie van de ouders
• Economische situatie
• Samenstelling van het gezin
• Culturele achtergrond
15. Adolescentie –
sociaal-emotionele ontwikkeling
• Leeftijdsgenoten
• Verschuivingen
• Meer tijd
• Informeel gevormd zonder volwassenen
• Andere sekse
• Grotere groepen
• Belang
• Zelfwaardering
• Oefenen van sociale vaardigheden
• Sociale rollen oefenen
• Integratie in de samenleving
• Sociale vergelijking
16. Adolescentie –
sociaal-emotionele ontwikkeling
• In grote groep, kliek of individuele vriendschap
• Subculturen
• Imago
• Geen vriendengroep
• Niet zelf benoemen, wel uitstralen
• Kliekjes of vriendengroepen
• Wij-gevoel
• Selectie
• Socialisatie
• Verschuiving naar gemengd
• Culturele segregatie
18. Adolescentie –
seksuele ontwikkeling
• Genitale fase
• Vorming van romantische relaties
• Initiatie
• Status
• Affectie
• Relatievorming
• Seksuele thema’s
• Zelfbevrediging
• De eerste keer
• Anticonceptie en veilig vrijen
• Homoseksueel gedrag
19. •
Te slim voor seks?
• Herhaaldelijk wordt een statistisch verband gevonden tussen schoolprestaties
en intelligentie enerzijds en de leeftijd waarop er voor het eerst
geslachtsgemeenschap is anderzijds. Hoe lager de eerste des te vroeger in het
algemeen het laatste (uiteraard met uitzonderingen op de regel!).
Niet duidelijk is wat oorzaak is en wat gevolg. Leidt de seks af van schoolwerk?
Is omgekeerd de seks een troost voor niet mee kunnen komen op school? Of is
er een gemeenschappelijke derde oorzaak. In de leerling zelf, zoals
impulsiviteit, die aandacht bij het leren bemoeilijkt en het toegeven aan
verlangens vergemakkelijkt. Of gelegen in de omgeving, zoals structuurloze
gezinssituaties.
Een recente analyse van de gegevens van 536 Amerikaanse tweelingparen
probeert uitsluitsel te geven. Het betrof adolescente tweelingen van gelijke
sekse, de helft eeneiig, de helft twee-eiig, opgroeiend in hetzelfde gezin. Het
lijkt erop dat het verband er wel is, maar indirect verloopt. Daarbij ligt het
verschillend voor intelligentie en voor schoolprestaties. Tweelingen die
verschilden in intelligente óf in schoolprestaties verschilden niet zonder meer
systematisch in de leeftijd waarop ze voor het eerst met iemand naar bed
gingen. Er was dus geen direct verband.
Tussen intelligentie en eerste seks liep het verband via gezinsinvloed. Daarbij
wordt met name gedacht aan het intellectuele peil: minder intelligente jongeren
uit laag intellectuele gezinnen gaan naar verhouding vaker al op jongere leeftijd
met iemand naar bed dan intelligente kinderen uit intellectuele gezinnen. Dan
treedt het verband dus op. Maar niet bij intelligente jongeren in laag
intellectuele gezinnen of niet zo intelligente kinderen uit ontwikkelde gezinnen.
En schoolprestaties en leeftijd bij eerste gslachtsgemeenschap hebben iets
met elkaar te maken als sprake is van bepaalde in aanleg gegeven
eigenschappen van de jongere zelf. Te denken valt bijvoorbeeld aan de neiging
tot risktaking gedrag. Dat leidt zowel tot vroege (vaak onbeschermde!) seks als
tot denken dat je ook zonder te werken wel de school doorzwijnt.
• (Bron: Kathryn Harden & Jane Mendle: Why Don’t Smart Teens Have Sex? A
Behavioral Genetic Approach. Child Development, 82, 4, 1327-1344, 2011)
23. • Je werkt bij een middelgrote gemeente als beleidsmedewerker
Ruimtelijke Ordening. De afdeling Personeelszaken heeft wat nieuws
bedacht. Voortaan worden alle beoordelingen volgens de ‘360°
feedback’-methodiek gedaan. Dit betekent dat je wordt beoordeeld
door minstens drie mensen waarmee je in het werk contact hebt. Je
mag zelf uitkiezen welke mensen dit zijn. Maarten vraagt jou om over
hem een beoordeling te schrijven. Maarten is behalve een collega
ook een goede vriend van je. Jullie kennen elkaar al jaren, en gaan
vaak samen op vakantie. Hij is ook beleidsmedewerker. Maarten lijkt
het de laatste tijd niet meer zo naar zijn zin te hebben op het werk. Hij
komt steeds later binnen, en gaat eerder weg. De stukken die hij
schrijft zijn veel minder goed dan ze eerst waren en hij haalt vaak zijn
deadlines niet. Maarten weet dit zelf natuurlijk ook. Hij heeft je
gevraagd om ‘een beetje positief’ te zijn in de beoordeling, Tijdens het
beoordelingsgesprek zal worden bepaald of hij naar een hogere
salarisschaal gaat.
Wat schrijf je in de beoordeling? Geef je aan dat Maarten zijn werk
niet goed doet? Schrijf je een vaag verhaal op waaruit niet echt op te
maken is wat je vindt? Of geef je ongezouten je mening?
24. Adolescentie –
schoolse ontwikkeling
• Leerlingbegeleiding
• Leren leren
• Leerstijlen van Kolb
• Drie componenten aan leren
• Socio-emotioneel
• Cognitief
• Metacognitief
• Leren kiezen
• Leren leven
26. Adolescentie –
spel- & tekenontwikkeling
• Sport en hobby
• Kritisch tav tekenen:
• stopt of droedelen/karikaturen
• Weinigen echt tekenen
27. Adolescentie –
als het anders loopt
• Jeugdcriminaliteit B-16-was-onschoolbaar
• Middelengebruik
• Depressie en suïcide
• Eetstoornissen