Presentatie over zelfstandigen voor de SER op 18 december. Wat zijn de oorzaken van de groei, wat zijn de voor- en nadelen ervan en wat betekent dit alles voor de overheid.

1. DE TERUGKEER VAN DE
ZELFSTANDIGE IN DE ECONOMIE

2. HET FENOMEEN ‘ZELFSTANDIGE’ IS VEEL
OUDER DAN DE WEG NAAR ROME

3. IN DE MIDDELEEUWEN ORGANISEERDEN
ZELFSTANDIGEN ZICH VAAK IN GILDEN
DIE O.A. ZORGDEN VOOR KWALITEITSCONTROLE
EN OPLEIDING

4. DOOR DE TOENEMENDE SCHAALVERGROTING KON NIET
IEDEREEN MEER MEESTER WORDEN
ER ONTSTONDEN GEZELSCHAPPEN

5. MET DE KOMST VAN DE MECHANISATIE VERLOREN
MENSEN HUN AMBACHT
DE MACHT VERSCHOOF NAAR DE KAPITALIST

6. ARBEIDERS VERENIGDEN ZICH VANAF DE
19E EEUW IN VAKBONDEN

7. SCHAALVOORDELEN LEIDDEN BEGIN 20STE EEUW
TOT DE OPKOMST VAN DE MODERNE ORGANISATIE

8. NIEUWE COMPLEXE ORGANISATIEVORMEN
ONTSTONDEN

9. EN DE ZELFSTANDIGE VERDWEEN LANGZAAM UIT
HET ECONOMISCH LEVEN

10. SINDS DE JAREN ‘90 GROEIT HET AANTAL
ZELFSTANDIGEN IN DE ECONOMIE WEER (EN SNEL)

11. DOOR TECHNOLOGIE VERDWEEN DE
ZELFSTANDIGE EN DOOR TECHNOLOGIE
KOMT DE ZELFSTANDIGE OOK WEER
TERUG...

12. INTERNET & MODERNE COMMUNICATIEMIDDELEN
HEBBEN HET ZOEKEN EN VINDEN VAN DE JUISTE
PERSOON VOOR EEN KLUS EENVOUDIGER GEMAAKT

13. DIT PROCES GAAT RAZENDSNEL

14. DE OPKOMST VAN E-COMMUNITIES IS NOG
MAAR NET BEGONNEN

16. DOOR OPKOMST STANDAARDTECHNOLOGIEËN
EN PROCESSEN IS HET MAKKELIJKER OM VOOR
VERSCHILLENDE ORGANISATIES TE WERKEN

17. DOOR DEZE TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN VERANDERT
OOK HET HART VAN DE ECONOMIE
NIEUWE BEROEPEN ONTSTAAN WAAR INNOVATIE &
CREATIVITEIT CRUCIAAL ZIJN

19. ER ZIJN WERKZAAMHEDEN DIE DOOR TIJDELIJKE TEAMS
OP PROJECTBASIS WORDEN UITGEVOERD

20. OMDAT PERSOONLIJKE KENNIS & KUNDE DE
ULTIEME BRON VAN PRODUCTIVITEIT WORDT
...WORDT DE PROFESSIONAL BELANGRIJKER DAN
DE MANAGER

21. DOOR DE BEPERKTE SCHAALVOORDELEN IN DE
KENNISECONOMIE WORDEN ORGANISATIES WEER
KLEINER EN KEERT DE MENSELIJKE MAAT TERUG

22. MENSEN WORDEN GELUKKIGER

23. DE ECONOMIE WORDT INNOVATIEVER EN PRODUCTIEVER

24. FLEXIBELER & LENIGER

25. AL DIE KLEINE ONDERNEMERS MET HUN
GROTE DIVERSITEIT...

26. ZIJN VEEL LEUKER DAN DIE GROTE KETENS MET HUN
UNIFORME AANBOD/

27. IN DE KENNISECONOMIE WORDEN WERKNEMERS WEL STEEDS
MEER AFGEREKEND OP DE INDIVIDUELE PRESTATIES

29. OMDAT BIJ WERKGEVERS OOK DE OUDE HIERARCHISCHE
STRUCTUREN VERDWIJNEN...

30. ...EN VERVANGEN WORDEN DOOR NIEUWE FLEXIBELE
NETWERKSTRUCTUREN...
...VERVAAGT OOK HET ONDERSCHEID TUSSEN
ZELFSTANDIGEN EN WERKGEVERS

31. ZO KOMEN WERKNEMERS, WERKGEVERS EN ZELFSTANDIGEN
ALLEMAAL SAMEN IN EEN ECHTE NETWERKECONOMIE...
..MET VEEL LOS-VAST VERBANDEN DIE WISSELEN AFHANKELIJK
VAN DE BENODIGDE KENNIS VOOR EEN KLUS

32. WAARIN IEDEREEN ONDERNEMER IS

33. MAAR IS DEZE WERELD WEL ZO
IDYLLISCH?

34. ZELFSTANDIGEN HEBBEN IMMERS MEER STRESS

35. HET GEMIDDELDE INKOMEN VAN DE ZELFSTANDIGE IS
LAGER DAN DAT VAN DE WERKNEMER

36. VEEL ZELFSTANDIGEN ZIJN NIET VERZEKERD
EN SPAREN NAUWELIJKS VOOR HET PENSIOEN

37. DE VRIJE MARKT MET ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS
BLIJKT SOMS EEN SLECHTE OPLOSSING TE ZIJN

38. MANAGERS VERDIENEN VAAK NOG STEEDS MEER DAN
DE PROFESSIONALS OP DE WERKVLOER

39. HOE KUNNEN WE DIT RIJMEN?

40. DE ZELFSTANDIGE MOET IN DIE COMPLEXE WERELD
HELEMAAL ALLEEN AL DIE KEUZES MAKEN

41. MARKTEN MET VEEL AANBOD EN WEINIG VRAAG ZIJN
NIET GEZOND
EN VERDIENSTEN IN DEZE MARKTEN ZIJN DAN OOK LAAG

42. EN IN SOMMIGE MARKTEN IS ER MAAR ÉÉN VRAGER
EN IS ER SPRAKE VAN MONOPOLIE MISBRUIK

43. PERSONEN MET BEPERKTE KENNIS OF KUNDE
HEBBEN HET MOEILIJK IN DE KENNISECONOMIE

44. SOMMIGEN GAAN VOOR HET SNELLE GELD

45. KAPITAAL BLIJFT IN DIVERSE SECTOREN EEN
BELANGERIJKE PRODUCTIEFACTOR

47. DE WERELD WORDT LASTIGER TE BEGRIJPEN
MET GROTE CONSEQUENTIES VOOR REGELGEVING

48. AAN DE ENE KANT MOET DE KENNISECONOMIE DE
RUIMTE KRIJGEN OM TE EXCELLEREN...

49. AAN DE ANDERE KANT MOETEN KWETSBARE
GROEPEN BESCHERMD BLIJVEN

50. DAT HOEVEN GEEN
TEGENGESTELDE
BELANGEN TE ZIJN

51. OMDAT KENNISCREATIE GEPAARD GAAT MET SAMENWERKING

52. ...KAN EEN KENNISECONOMIE NIET ZONDER
ONDERLING BEGRIP EN VERTROUWEN

53. PARADOX: IN DE KENNISECONOMIE MOETEN
INDIVIDUALISTEN SAMENWERKEN

54. BEOORDEEL DE KENNISECONOMIE NIET OP HET AANTAL
GROTE OF GROEIENDE BEDRIJVEN
...MAAR OP OMVANG EN INNOVATIEKRACHT VAN NETWERKEN

55. ZORG VOOR
DIVERSITEIT,
INNOVATIVITEIT &
CREATIVITEIT IN HET
ECONOMISCHE
LEVEN

56. INVESTEER IN KENNIS & KUNDE