4. bedrijfsethiek
Bronnen
Deugdethiek en integriteit
Marcelbecker, Paul van Tongeren, Alain Hoekstra, Edgar Karssing en Ron Niessen
Bestuurlijke ethiek, een Inleiding
Marcel Becker
Bedrijfsethiek, filosofische perspectieven
Rene ten Bos en Mollie Painter-Morland
In juiste banen
Auke Klijnsma, Marcel Becker
Een lastig gesprek,
Commissie behoorlijk bestuur
5. inleiding
in juiste banen
De nieuwsberichten over bijvoorbeeld het Amarantis college
en ook andere schandalen in het bedrijfsleven, de overheid
en de semipublieke sector geven aan dat het nodig is om
een nieuw moreel kompas te vinden.
6. inleiding
in juiste banen
Werknemers weten precies wat er gebeurt in hun bedrijf. Zij
weten dit beter dan accountants en toezichthouders. Elke
werknemer heeft zijn of haar eigen anekdotes die op
waarde geschat moeten worden. Elke werknemer weet van
de dingen die juist en niet juist zijn in een bedrijf. Waarom
wordt dat niet gehoord?
7. inleiding
Agenderen van de morele agenda
Hoe doe je dit op positieve manier?
Niet alleen om schandalen te voorkomen
Maar juist om fijner samen te werken
Is de deugdethiek van toegevoegde waarde?
8. Mag dat?
Raad van Bestuur geeft zichzelf twee leaseautos
en reiskostenvergoeding
Magdat?
13. Een lastig gesprek
Gedragscodes hebben alleen zin als deze leiden tot
herleving van het gesprek over de maatschappelijke taak en
de eigen verantwoordelijkheid daarbij.
14. Een lastig gesprek
Sinds enige tijd groeit de aandacht voor goed gedrag
Oftewel
Er moet aandacht zijn voor waarden
Veranderingen zijn gedoemd te mislukken zonder aandacht
voor het belang van waarden en zonder een open cultuur
15. Een lastig gesprek
Behoorlijk bestuur is geen resultaat van procedures of
protocollen, maar van het feitelijk handelen van mensen.
16. Een lastig gesprek
De feilbaarheid van menselijk handelen
Een code, als leidraad tot een gesprek, een lastig gesprek.
17. Een lastig gesprek
Hoe bevorder je behoorlijk bestuur?
Verantwoordelijkheid nemen in plaats van
verantwoordelijkheid afleggen.
19. Een lastig gesprek
gedrag
Een code van gedragsregels of een gesprek over
bedrijfscultuur heeft niet zozeer het doel om criminelen te
ontmaskeren, maar het binnensluipen van onwenselijk
gedrag – drift into failure- te voorkomen.
21. Een lastig gesprek
gedrag
Een behandeling anders definieren, want daarvoor is een
hogere vergoeding mogelijk.
Een behandeling uitstellen tot echte crisis, want daarvoor is
een hogere vergoeding…
Een leaseauto, omdat een manager anders niet komt
….
23. Een lastig gesprek
Aanbevelingen
Wat komt er kijken bij goed gedrag?
Het werkelijke handelen van bestuurders en werknemers
moet centraal worden gesteld in het denken over morele
eisen die je aan de semipublieke sector kunt stellen.
24. Een lastig gesprek
Code
•De discussie is minstens zo belangrijk als het resultaat.
•De code is gebaseerd op praktijkervaring en best practices
•Regels gaan uit van vertrouwen, en niet van afrekenen
•Regels zijn instrumenten van handelen
•Regels zijn specifiek en concreet en realistisch
•De code geeft aan hoe je omgaat met twijfels over
andermans gedrag
•De code is flexibel en wordt regelmatig geevalueerd.
26. Continentale benadering
Jacques Derrida (1930-2004)
Als beslissingen uitsluitend door regels en procedures tot
stand komen, dan zijn hetgeen beslissingen meer.
Je kunt alleen maar beslissingen nemen in situaties die
onbeslisbaar zijn. Oftewel de voor- en nadelen zijn niet in te
schatten.
inleiding
30. 2. deugd
Aristoteles
• Een deugd is de optimale verwerkelijking van de mens
zijn natuurlijke capaciteiten in harmonie.
• Als ieder wezen is de mens erop gericht dat wat hij heeft
meegekregen goed uit te voeren.
31. 2. deugd
ondeugd
Wanneer een handeling niet op iets goeds maar op iets
evidents slechts is gebaseerd (bijvoorbeeld eigenbelang
tkv organisatiebelang) dan deugt die handeling niet.
32. Deugd: excellentie, om iets op excellente wijze/hoog niveau doen
Dit is ethisch relevant… als iemand zijn werk op excellente wijze
doet, dan gaat het om meer dan of iemand zich aan de regels
houdt of het bereiken van een bepaald resultaat. Het gaat over
vakmanschap, toewijding en virtuositeit
Ook deugethiek laat zich inspireren door de moraal
2. deugd
33. Een deugd is een houding, een attitude, een karaktertrek. Het gaat
niet over een handeling, maar over een houding. Een handeling
komt voort uit een houding. We handelen doorgaans ‘vanzelf’.
Doordat de deugdethiek zich richt op houding, spreekt ze dus op
een veel grondigere manier over ons handelen dan wanneer ze
zich rechtstreeks richt op het handelen.
2. deugd
34. Deugden
Houdingen bepalen ons handelen,maar ook…
- Onze emoties worden bepaald door de houding die we hebben
gevormd.
-Een houding bepaalt ook sterk wat we waarnemen
-wie een vriendelijke houding heeft, zal meer oog hebben voor dat
wat aardig en mooi is.
2. deugd
35. Kunnen we een ‘houding’ verbeteren?
De deugdethiek gaat ervan uit dat een houding bepaalt hoe we
handelen, maar ook andersom. . Onze handelingen bepalen ook
onze houding.
We trekken een spoor, we ‘krassen’ – karakter. Ons karakter is als
het ware een patroon van krassen dat we door ons handelen tot
stand brengen en dat bepaalt hoe we verder zullen leven.
Zo’n patroon wordt steeds definitiever maar ligt nooit helemaal
vast.
2. deugd
36. Deugden
De deugdethiek vertrekt vanuit het besef dat we onszelf en
anderen voortdurend vormen en probeert aan te geven hoe we
dat het beste kunnen doen, welke houdingen zijn het beste, en
hoe kunnen we de vorming daarvan bevorderen.
2. deugd
39. 3. geluk
Aristoteles
• Geluk is een toestand waarin iemand zich bevindt
(wellbeing = dat het iemand goed gaat)
• Iemand die het goed gaat verricht goede handelingen en
komt op grond hiervan tot voldoening en tevredenheid.
• Een gelukkig persoon kent een zinvolle invulling van zijn
leven
41. 3. geluk
Aristoteles
Waarom doen we dingen? is dus niet het najakkeren van
emotionele bevrediging maar in het verlangen goed te
leven.
42. 3. geluk
Aristoteles
• Juist op de werkvloer gaat het niet om momentane
pleziertjes.
• Het gaat om een taak die moet worden verricht, en als
dat lukt is er tevredenheid en voldoening:
arbeidssatisfactie
45. 4. Het midden
Aristoteles
Samenspel verstand en emoties
Emoties ontdoen van een extreem karakter, zodat en
stabiel evenwicht ontstaat. Een evenwichtige houding.
Een gesteldheid waaruit mensen een situatie tegemoet
treden.
46. Het is van belang niet af te dalen naar extremen:
dapperheid is het midden tussen roekeloosheid en lafheid,
slimheid tussen naiviteit en doortraptheid, en vlijt tussen
luiheid en uitsloverij.
Deugdethiek kan gezien worden als de leer van het gulden
midden. Dit is min of meer een duurzame praktijk.
4. Het midden
48. Deugdethiek is relatief.
Dapperheid is anders voor een agent als voor een willekeurige
voorbijganger
Vrijgevigheid is anders voor een rijk dan een arm persoon
Vriendelijkheid is in de kroeg anders dan op het werk
4. Het midden
51. Rechtvaardigheid
De mate waarin werknemers vinden dat ze rechtvaardig
worden behandeld.
Pleonexia:
Een hebzucht die ertoe aanzet meer te willen dan men op
basis van rechtvaardigheid kan verwachten.
5. Kardinale deugden
52. Aristoteles
Rechtvaardig: de volledige deugd
Rechtvaardigheid is volledig omdat het zich niet richt op het
zelf, maar op het zelf in relatie tot anderen. Deugdzaam zijn
tegen jezelf is niet zo moeilijk, maar deugdzaam zijn
tegenover anderen….
Rechtvaardigheid: Aristoteles ziet twee betekenissen.
1. Houden aan wetten, normen en waarden in de
samenleving
2. Billijkheid en gelijkheid: deze heeft met name te maken
met de verdeling van de middelen, zoals geld en goederen.
5. Kardinale deugden
53. Aristoteles
Onrechtvaardigheid is dus verbonden met: hebzucht,
inhaligheid en zelfzuchtigheid en niet met een op een
redelijke manier samenleven met anderen.
5. Kardinale deugden
54. 5. Kardinale deugden
Verstandigheid
Omdat iedere situatie uniek is, kunnen we niet volstaan
met regels. Algemene inzichten moeten een vertaling
krijgen naar situaties. Dit gebeurt door de deugd
verstandigheid.
55. 5. Kardinale deugden
Moed (midden tussen laf en overmoed)
Zonder moed in tijden van weerstand kan niemand goed
handelen.
58. 7. Deugdethiek in hedendaagse
organisaties
Alisdair MacIntyre
Onderscheidt: externe goederen en interne goederen.
59. 7. Deugdethiek in hedendaagse
organisaties
Alisdair MacIntyre
• interne goederen: kwaliteiten die als intrinsiek zinvol
worden ervaren en daarmee als invulling van ‘goed
leven’.
• Deze goederen worden gerealiseerd in het handelen
• Bijvoorbeeld het geven van goed onderwijs.
• Hangen direct samen met vakmanschap
60. 7. Deugdethiek in hedendaagse
organisaties
Alisdair MacIntyre
Iemand die gericht is op interne goederen komt tot
deugdzaam handelen.
61. 7. Deugdethiek in hedendaagse
organisaties
Alisdair MacIntyre
Externe goederen: staan buiten de activiteit
62. 7. Deugdethiek in hedendaagse
organisaties
Alisdair MacIntyre
• Externe goederen: macht, geld en prestige
• Deze worden verworven door activiteiten te verrichten;
• Zijn nodig om aan institutionele voorwaarden te
voldoen. Zonder geld, macht of prestige kan geen
organisatie draaien.
63. 7. Deugdethiek in hedendaagse
organisaties
Alisdair MacIntyre
Interne goederen - externe goederen
Interne goederen delen mensen met elkaar
Externe goederen zijn ‘objects of competiotion’. Wat de
een wint gaat ten koste van de ander.
64. 7. Deugdethiek in hedendaagse
organisaties
Alisdair MacIntyre
Interne goederen - externe goederen
De verhouding tussen interne en externe goederen is in
organisaties delicaat. Externe goederen zijn nodig voor
het functioneren, en spelen dus een dwingende en
stimulerende rol.
65. 7. Deugdethiek in hedendaagse
organisaties
Alisdair MacIntyre
Interne goederen - externe goederen
Solomon: ‘making money is the reward but not the goal
of dedication and the job well done’.
66. 7. Deugdethiek in hedendaagse
organisaties
Alisdair MacIntyre
Interne goederen - externe goederen
externe goederen verwerf je juist door er niet op gericht
te zijn.
67. tips
Het groene in plaats van het rode potlood. Als we regels (normen)
vaststellen, trekken we een grens die mensen niet mogen
overschrijden.
De deugdethiek werkt anders. Zij gaat ervan uit dat mensen tot
goed handelen komen door zich te richten op een stimulerend en
uitdagend doel. Dit stimuleren kan op allerlei momenten en op
uiteenlopende manieren. Informeel bij de koffieautomaat,
formeler tijdens een teamgesprek of functioneringsgesprek. Het
stimuleren kan vaste vormen aannemen. Men reageert dan niet
op incidenten maar zorgt voor continue aandacht.
68. tips
- Honoreer initiatieven vanaf de werkvloer. Mensen van de
werkvloer hebben kennis die bestuurders niet hebben. Het
is niet aan bestuurders ze iets voor te schrijven, beter
kunnen ze prikkelen en motiveren. Waarbij ze zich niet
richten op regels of de trucjes maar op de onderliggende
houding van waaruit mensen hun werk doen.
69. tips
- Erken het belang van de voorbeeldfunctie. Van
leidinggevenden verwachten we dat ze het goede voorbeeld
geven. Het belang hiervan wordt door zowel alledaagse
ervaringen op de werkvloer als sociaalwetenschappelijk
onderzoek onderstreept. Problematisch gedrag én goed
gedrag van leidinggevenden werken versterkt door op de
motivatie van de ondergeschikten. Leidinggevenden dienen
zich dit nadrukkelijk bewust te zijn. Spelen bij de keuze voor
leidinggevenden selectiecriteria omtrent integriteit
nadrukkelijk een rol?
70. tips
- Wees bedacht op ondeugden. De deugdethische traditie
heeft ook een catalogus ondeugden voortgebracht: luiheid,
hebzucht, jaloezie, trots, toorn, gulzigheid en wellust. Deze
lijst biedt handvatten om wangedrag op het spoor te
komen, en mensen erop aan te spreken.
71. tips
-Bespreek problemen die zich voordoen. (Vorming tot)
integriteit is gebaat bij een goede discussie over
handelingen en motieven. Het is de uitdaging te komen tot
een atmosfeer waarin open en eerlijke discussie mogelijk is.
Bespreking van casuïstiek gebeurt vaak ongestructureerd
en ad hoc. Er bestaan handreikingen, ook vanuit de
deugdethiek.
-