SlideShare a Scribd company logo
1 of 16
2 maart 2014
Den Haag
Romeinen 1
18 Want toorn van God openbaart zich
van de hemel
over alle goddeloosheid
en ongerechtigheid van mensen,
die de waarheid in ongerechtigheid
ten onder houden,
niet ingrijpen maar distantiëren
"Hij geeft over" (1:24,26,28)
Romeinen 1
18 Want toorn van God openbaart zich
van de hemel
over alle goddeloosheid
en ongerechtigheid van mensen,
die de waarheid in ongerechtigheid
ten onder houden,
Romeinen 1
18 Want toorn van God openbaart zich
van de hemel
over alle goddeloosheid
en ongerechtigheid van mensen,
die de waarheid in ongerechtigheid
ten onder houden,
Romeinen 1
19 daarom dat hetgeen
van *God gekend kan worden
in hen openbaar is,
want God heeft het hun geopenbaard.
Romeinen 1
19 daarom dat hetgeen
van God gekend kan worden
in hen openbaar is,
want *God heeft het hun geopenbaard.
Romeinen 1
20 Want hetgeen van Hem
niet gezien kan worden,
zijn eeuwige kracht en goddelijkheid,
wordt sedert de schepping der wereld
uit zijn werken
met het verstand doorzien,
zodat zij geen verontschuldiging hebben.
Romeinen 1
20 Want hetgeen van Hem
niet gezien kan worden,
zijn eeuwige kracht en goddelijkheid,
wordt sedert de schepping der wereld
uit zijn werken
met het verstand doorzien,
zodat zij geen verontschuldiging hebben.
Romeinen 1
20 Want hetgeen van Hem
niet gezien kan worden,
zijn eeuwige kracht en goddelijkheid,
wordt sedert de schepping der wereld
uit zijn werken
met het verstand doorzien,
zodat zij geen verontschuldiging hebben.
Romeinen 1
21 Immers, hoewel zij *God kenden,
hebben zij Hem niet als God
verheerlijkt of gedankt,
maar hun overleggingen
zijn op niets uitgelopen,
en het is duister geworden
in hun onverstandig hart.
Romeinen 1
21 Immers, hoewel zij God kenden,
hebben zij Hem niet ALS GOD
verheerlijkt of gedankt,
maar hun overleggingen
zijn op niets uitgelopen,
en het is duister geworden
in hun onverstandig hart.
Gr. theos > werkwoord 'plaatsen'
de God = de Plaatser
Romeinen 1
21 Immers, hoewel zij God kenden,
hebben zij Hem niet als God
verheerlijkt of gedankt,
maar hun overleggingen
zijn op niets uitgelopen,
en het is duister geworden
in hun onverstandig hart.
Romeinen 1
21 Immers, hoewel zij God kenden,
hebben zij Hem niet als God
verheerlijkt of gedankt,
maar hun overleggingen
zijn op niets uitgelopen,
en het is duister geworden
in hun onverstandig hart.

More Related Content

More from André Piet

Winnen of verliezen?
Winnen of verliezen?Winnen of verliezen?
Winnen of verliezen?André Piet
 
Paulus' voetsporen 17
Paulus' voetsporen 17Paulus' voetsporen 17
Paulus' voetsporen 17André Piet
 
Evangelie van mij
Evangelie van mijEvangelie van mij
Evangelie van mijAndré Piet
 
als muziek in de oren
als muziek in de orenals muziek in de oren
als muziek in de orenAndré Piet
 
Paulus' voetsporen 8
Paulus' voetsporen 8Paulus' voetsporen 8
Paulus' voetsporen 8André Piet
 
slaaf van Christus
slaaf van Christusslaaf van Christus
slaaf van ChristusAndré Piet
 
Johannes studie 1
Johannes studie 1Johannes studie 1
Johannes studie 1André Piet
 
het Evangelie van het Koninkrijk (2)
het Evangelie van het Koninkrijk (2)het Evangelie van het Koninkrijk (2)
het Evangelie van het Koninkrijk (2)André Piet
 
Evangelie van... deel 1
Evangelie van... deel 1Evangelie van... deel 1
Evangelie van... deel 1André Piet
 
het zaad van abraham
het zaad van abrahamhet zaad van abraham
het zaad van abrahamAndré Piet
 
Paulus voetsporen 6
Paulus voetsporen 6Paulus voetsporen 6
Paulus voetsporen 6André Piet
 

More from André Piet (20)

Winnen of verliezen?
Winnen of verliezen?Winnen of verliezen?
Winnen of verliezen?
 
Paulus' voetsporen 17
Paulus' voetsporen 17Paulus' voetsporen 17
Paulus' voetsporen 17
 
Evangelie van mij
Evangelie van mijEvangelie van mij
Evangelie van mij
 
als muziek in de oren
als muziek in de orenals muziek in de oren
als muziek in de oren
 
Paulus' voetsporen 8
Paulus' voetsporen 8Paulus' voetsporen 8
Paulus' voetsporen 8
 
slaaf van Christus
slaaf van Christusslaaf van Christus
slaaf van Christus
 
Johannes studie 1
Johannes studie 1Johannes studie 1
Johannes studie 1
 
Onvergeeflijk?
Onvergeeflijk?Onvergeeflijk?
Onvergeeflijk?
 
het Evangelie van het Koninkrijk (2)
het Evangelie van het Koninkrijk (2)het Evangelie van het Koninkrijk (2)
het Evangelie van het Koninkrijk (2)
 
Mefiboset
MefibosetMefiboset
Mefiboset
 
Voetsporen 7
Voetsporen 7Voetsporen 7
Voetsporen 7
 
Effata
EffataEffata
Effata
 
Korinthe 38
Korinthe 38Korinthe 38
Korinthe 38
 
dag Dagon!
dag Dagon!dag Dagon!
dag Dagon!
 
Evangelie van... deel 1
Evangelie van... deel 1Evangelie van... deel 1
Evangelie van... deel 1
 
het zaad van abraham
het zaad van abrahamhet zaad van abraham
het zaad van abraham
 
Paulus voetsporen 6
Paulus voetsporen 6Paulus voetsporen 6
Paulus voetsporen 6
 
Woord andre
Woord andreWoord andre
Woord andre
 
Woord - Gerard
Woord - GerardWoord - Gerard
Woord - Gerard
 
Woord goswin
Woord goswinWoord goswin
Woord goswin
 

de GOD

  • 2. Romeinen 1 18 Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden, niet ingrijpen maar distantiëren "Hij geeft over" (1:24,26,28)
  • 3. Romeinen 1 18 Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden,
  • 4. Romeinen 1 18 Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden,
  • 5. Romeinen 1 19 daarom dat hetgeen van *God gekend kan worden in hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard.
  • 6. Romeinen 1 19 daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar is, want *God heeft het hun geopenbaard.
  • 7. Romeinen 1 20 Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.
  • 8. Romeinen 1 20 Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.
  • 9. Romeinen 1 20 Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.
  • 10.
  • 11.
  • 12.
  • 13. Romeinen 1 21 Immers, hoewel zij *God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart.
  • 14. Romeinen 1 21 Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet ALS GOD verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart. Gr. theos > werkwoord 'plaatsen' de God = de Plaatser
  • 15. Romeinen 1 21 Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart.
  • 16. Romeinen 1 21 Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart.