1. FNV
Naritaweg 10
Postbus 8456
1005 AL Amsterdam
T 020 58 16 300
F 020 68 44 541
CNV
Tiberdreef 4
Postbus 2475
3500 GL Utrecht
T 030 751 11 00
F 030 751 11 09
VCP
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90525
2509 LM ’s-Gravenhage
T 070 349 97 40
Postadres Postbus 8456, 1005 AL Amsterdam
Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Mw. E.M.J. Ploumen, Minister
Postbus 20101
2500 EC Den Haag
Datum
Uw kenmerk
21 november 2014
Ons kenmerk
Telefoonnr.
CP/LvW/27
06-10948186
06 13 17 99 43
Onderwerp
E-mail
IMVO Steenkolenconvenant
Lucia.vanWesterlaak@vc.fnv.nl
S.Meijer@bg.fnv.nl
Geachte mevrouw Ploumen,
FNV, CNV en VCP zijn onaangenaam verrast over de inhoud van het eerder deze week bekendgemaakte ‘Convenant verbeteringen in de steenkolenketen’, en over de wijze waarop dit tot stand kwam.
Op maandag 17 november jl. . werd bekend dat u met energiebedrijven een convenant hebt afgesloten over de steenkolenketen en de wijze waarop steenkolen elders ter wereld worden gewonnen. In dit convenant staat onder meer dat er audits zullen worden uitgevoerd bij mijnen, dat energiebedrijven zo transparant mogelijk zullen zijn over hoe ze met de resultaten daarvan zullen omgaan en dat er een mogelijkheid komt voor het melden van eventuele misstanden. Zoals bekend worden bij de winning van steenkolen de arbeidsrechten met regelmaat geschonden. In het verleden zijn daarvoor mensen van hun land verjaagd (55 000), er zijn doden bij gevallen (3100), er zijn mensen verdwenen (240), en ook op dit moment zijn vakbondsleiders in onder meer Colombia hun leven niet zeker.
De SER commissie Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen onderschreef in haar advies “IMVO convenanten (april 2014)“ een aantal afspraken die in VN- en OESO- verband zijn gemaakt. In internationaal verband worden zorgvuldig te voeren sociale dialoog- en multistakeholder- processen gezien als van doorslaggevend belang.
2. Een afschrift van dit schrijven is verzonden aan de Vaste commissie voor Economische Zaken van
de Tweede Kamer der Staten Generaal Pagina 2
Datum
21 november 2014
Ons kenmerk
CP/LvW/27
Pagina('s)
2 van 3
De SER commissie adviseerde om, gezien het belang van de sociale dialoog, vakbonden als belanghebbende partij te betrekken bij de op te stellen sectorconvenanten. Het advies stelde ook dat een convenant expliciet aan hoort te geven dat er binnen een termijn van 3 tot 5 jaren aantoonbare verbeteringen in de sector en keten gerealiseerd moeten worden. Verder meent het SER advies dat convenanten zich ook moeten onderwerpen aan heldere governance. Dat wil zeggen dat duidelijk moet zijn wat er gebeurt als de gemaakte afspraken niet worden nagekomen. In uw brief aan de Tweede Kamer van 19 november jl. onderschrijft u het SER advies. U stelt in dezelfde brief het van belang te vinden dat convenanten breed gedragen worden, dat de hier in opgenomen afspraken concreet zijn, dat de governance helder moet zijn en dat de kwaliteit van de convenanten voorop staat.
Helaas voldoet het convenant dat de overheid nu met de energiebedrijven aangaat op deze punten niet. Er staat niet veel meer in dan dat bedrijven er na 3 jaren uit kunnen stappen (dat kan ook nadat zij zijn overgestapt op het leveren van energie zonder kolen) en er staat in dat de afspraken niet wettelijk afdwingbaar zijn. Stakeholders mogen op basis van het gesloten convenant (waar zij geen partij bij waren) één keer per jaar hun mening geven. Vakbeweging noch andere maatschappelijke organisaties waren betrokken bij de totstandkoming van het convenant. Afspraken over termijnen om verbeteringen te realiseren zijn niet gemaakt, er is geen sprake van heldere governance, de vakbeweging en andere stakeholders worden ‘betrokken’ door het houden van slechts één consultatiebijeenkomst per jaar. Misstanden kunnen volgens het convenant worden gemeld bij het Nationaal Contactpunt, dat waakt over de uitvoering van de OESO richtlijnen voor multinationals. Maar dat kon ook eerder al.
FNV, CNV en VCP begrijpen niet dat dit convenant op deze wijze tot stand kon komen. Alle afspraken die in SER verband zijn gemaakt worden genegeerd. Tegelijkertijd wordt dit convenant door u ten voorbeeld gesteld aan de rest van de wereld. FNV, CNV en VCP pleiten voor heldere opvolging van het SER advies om te voorkómen dat dit convenant ook echt exemplarisch wordt voor hoe in andere sectoren convenanten worden ingericht. Voor het bereiken van voldoende draagvlak – waar u zelf zo aan hecht – is dat van doorslaggevend belang! Sociale dialogen en multistakeholder processen zijn per definitie lastig en vragen tijd, maar dragen bij aan de meerwaarde en kwaliteit van convenanten. Het door u overgenomen SER advies is daar heel helder over.
De drie vakcentrales geven u deze zorgen graag mee voorafgaand aan uw reis volgende week naar Colombia. Wij hopen dat u zowel daar als hier de belangrijke waarden van het SER advies, zoals ook door u meermalen onderschreven, zult uitdragen.
3. Een afschrift van dit schrijven is verzonden aan de Vaste commissie voor Economische Zaken van
de Tweede Kamer der Staten Generaal Pagina 3
Datum
21 november 2014
Ons kenmerk
CP/LvW/27
Pagina('s)
3 van 3
Tevens verzoeken wij u om een overleg op korte termijn, om te bespreken hoe de (ernstige) situatie in de steenkolensector vanaf nu in goed overleg met alle relevante stakeholders aan te pakken, en hoe in de toekomst bij de totstandkoming van andere sectorconvenanten een handelswijze zoals nu in het Steenkolenconvenant te voorkómen.
.
Met vriendelijke groet,
Catelene Passchier, Maurice Limmen Nic van Holstein
Vicevoorzitter FNV Voorzitter CNV Bestuurder VCP