Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...
Ronde: stad tussen landschap en industrie (Eric Devos)
1. Ronse: stad tussen
landschap en industrie
Eric Devos
stadsarchivaris Ronse
landschapscontactdag
TIO3
7 september 2012
2. LANDSCHAPPELIJKE GESTELDHEID
o Geografische ligging van Ronse
n noordelijke heuvelrug met vertakking naar
zuidoosten
n Ronse ligt in een vork
n Enige vlakke uitvalsweg: richting Doornik
n vandaar: herhaalde uitbreidingsfasen, eerste
postrelais, eerste ‘externe’ begraafplaats
3.
4.
5. o Waterlopen
n tientallen bronnen ontspringen in de heuvels en
komen samen in de Molenbeek
n overstromingsgebied in het centrum
n langs de Molenbeek vestigen zich talrijke grote
fabrieken zoals
n vanaf eind 19e eeuw wordt de beek overdekt en
afgetakt, maar NIET rechtgetrokken
6.
7. MENSELIJK INGRIJPEN
o Aloude wegen
n as oosten westen
n as noord-zuid
n oudste kruispunt: Wijnstraat en Schipstraat-Sint-
Cornelisstraat
n Ronse blijft quasi onveranderd tot ca 1850
n diverse stadsuitbreidingen in die richting
8.
9. o De spoorweg
n vanaf 1845 vragende partij - in 1861 realisatie spoorlijn
n eind 19e eeuw knooppunt met zes spoorlijnen
n o. a. de tunnel van Louise-Marie (410 m)
n aanvoer van grondstoffen en de uitvoer van afgewerkte
producten (station voor personen in 1881)
n de oude uitvalswegen worden doorbroken
n lange tijd een obstakel voor zuidelijke uitbreiding
10.
11. o Het kanaal
n industriëlen dienen in 1910 in het Parlement een petitie in om
een kanaal te graven
n tussen de Schelde (Kerkhove) en Ronse (Zonnestraat)
n de eerste wereldoorlog betekent de doodsteek
12. o De toekomst
n ontsluiting via aanleg van de N60
n bestaat reeds tot in Maarkedal en terug vanaf Frasnes
n Verschillende tracés
n grote impact op de landschap, vooral in het noorden
13.
14. STEDELIJKE ONTWIKKELING
o Fase I (tot ca 1850): (plan expo Hoge Mote)
n ingebruikname van leegstaande en ruime oude
gebouwen
n de kelders van het kasteel van Nassau
n het Zwarte Zustersklooster
n de Hoge Mote
n eerste pogingen tot concentratie van arbeiders,
productiemiddelen en –tijden in één ruimte
15.
16. o Fase II (ca 1850-1870)
n spoorlijn in 1861
n de eerste moderne gemechaniseerde
bedrijven bij de Molenbeek
n putting-out systeem: preparatieateliers in
het centrum, het weven met thuiswevers
n een kwartier ontwikkelt zich op en rond de
ruïnes van het kasteel van Nassau
(steengroeve) en de Kasteeldreef, ten
westen van het centrum
17.
18. o Fase III (1870-1918): (plan expo Hoge Mote)
n de bevolking verdubbelt op één generatie tijd
n het Stationskwartier: ca 1896 nieuw burgerkwartier
n de Prinsenkouter: ca 1900 bestemd voor
arbeiderswoningen dicht bij grote fabrieken
n steegjes en koeren: in 1890 zo’n 20-tal
n op de noordelijke heuvelkam: buitenhuizen en villa’s
n de vlakke oost-westelijke as wordt volgebouwd met
herenhuizen en villa’s
19.
20. o Fase IV (1920-1940)
n interbellumarchitectuur ten westen van het
stationskwartier
n westelijke uitbreiding van het kasteelkwartier
tot de as Leuzesesteenweg-Snoecklaan
n eerste sociale woningen vanaf 1922, ca 150
arbeiderswoningen met voortuin, buiten het
centrum
21.
22. o Na 1945
n inplanting industriële en ambachtelijke zones
n de industrie verdwijnt grotendeels (!) uit het
centrum
n leegstaande panden als gevolg
n tuinwijken vanaf de jaren 1960
n vanaf eind 20e eeuw: herbestemming van
leegstaande fabriekspanden