1. Samenvatting
Het internet heeft de wereld voorgoed veranderd. Met name de betekenis van
afstand is verkleind nu mensen direct toegang tot elkaar en tot informatie
kunnen hebben. Nederland stond al snel in de wereldtop van internetgebruikers,
en zelfs 75% van de 65-75 jarigen gebruikt het nu dagelijks. Pc en laptop, tablet
en smartphone, en nu het internet of things en wearables, worden naast elkaar
gebruikt.
De ontwikkeling van gezondheidszorg via internet (eHealth) gaat eveneens snel
en sluit aan bij de trend dat mensen steeds meer zelf de regie over leven en
gezondheid willen hebben en ook de zorg zelf kan er toegankelijker, beter en
betaalbaarder van worden.
Door de enorme digitale verbondenheid van mensen, is een goede bescherming
van de privacy tegen allerlei o.a. commerciële belangen nodig geworden. Dit is
ook rond eHealth nog niet helemaal bevredigend geregeld.
De technische vooruitgang gaat in duizelingwekkend tempo en we moeten nu
anticiperen op de implicaties hiervan voor wat in de nabije toekomst passende
revalidatiezorg is.
Tegelijkertijd heeft de overheid marktwerking in de zorg leidend gemaakt. Dit is
vertaald in een systeem waarin zorgverzekeraars in toenemende mate normen
en tarieven vaststellen m.b.t. de zorg die ze inkopen.
Met de ZG-zorg wordt in dat kader toegewerkt naar normen en tarieven m.b.t.
13 à 19 zorgprogramma’s die in 2019 bindend zullen zijn. Binnen deze program-
ma’s is de ZG vrij om (ook) eHealth in te zetten, sterker nog: VWS en verzeke-
raars stimuleren dit op allerlei manieren.
Toch laat de jaarlijkse eHealthmonitor zien dat het proces weerbarstig is: zowel
cliënten als organisaties moeten over drempels heen, er is een wirwar van niet
altijd compatibele opties, en implementaties moeten beter. Ook hier worden
door VWS en de markt weer oplossingen voor ontwikkeld. Dat is goed, want
eHealth lijkt te verbonden met de tijdgeest, en te veelbelovend om weer te
verdwijnen.
Wat de psychosociaal werkenden in de ZG betreft, zij zien een goede aanwinst in
eHealth door de lagere reisbelasting, de zelfwerkzaamheid in modules, de moge-
lijkheden van systeemcontact, etc. Wel moet er voldoende face to face contact
overblijven, en moeten privacy, technische ondersteuning, implementatie en
scholing gedegen geregeld worden.
Onze cliënten ergeren zich in zorg bovenal aan twee zaken: als het praktische
gebruiksgemak van voorzieningen niet goed doordacht is en als men zich als
cliënt (ook anderszins) niet zorgvuldig bejegend en behandeld voelt.
Men ‘droomt’ van minder tijd en gedoe rond mobiliteit, regie hebben en goede
en warme zorg ontvangen daar waar je bent, ook als die deels via internet
2. verloopt. Men wil graag toepassingen in het bredere gebied van revalidatie. Deze
moeten vlot contact met zowelprofessionals als lotgenoten mogelijk maken en
veel betrouwbare informatie en relevante trainingen bieden, ook multimediaal.
Bovenal moet alles eenvoudig en prettig navigeer- en zoekbaar zijn.
De GGZ is als eerste massaal in zee gegaan met psychosociale platform-aan-
bieders. Deze bieden in beveiligde portalen psycho-educatie, behandelmodules,
dagboeken en vragenlijsten aan, en een e-dossier waarin dit alles voor cliënt en
hulpverlener inzichtelijk is. Het gebruik kruipt langzaam omhoog naar nu 9%
van alle cliënten (vooral basis-GGZ) en blijft achter doordat men geen goed
integraal blended behandelproces ontwerpt. Een intensieve samenwerking met
cliënten en hulpverleners, vanaf de start, is wat dat betreft de sleutel.
Bij bijna alle huisartsen wordt eHealth ingezet in de basis-GGZ, en bereikt ook
10% van de patiënten. In het AMW zijn vooralinformatie- en doorverwijs-
portalen in zwang, waar je ook chat-vragen kunt stellen.
Revalidatiezorg kent een wezenlijke psychosociale component die binnen Visio
momenteelgemoderniseerd wordt en zich goed leent voor een online eHealth
behandel aanvulling. Samenwerking hierin met Bartiméus lijkt een optie.
Drie psychosociale platformaanbieders zijn nader bekeken en hoewel er veel
overeenkomsten zijn, verschillen ze qua grootte van het aanbod, visie, service
en prijsstructuur. Of zelf een vergelijkbaar platform is te ontwikkelen moet nog
nader worden uitgezocht.
Welk vervolg ook wordt gekozen: dit valt of staat bij laagdrempeligheid voor
slechtziende en blinde mensen. In juli is het VN verdrag voor mensen met een
handicap bij wet bekrachtigd. Hierdoor is nu ook ICT-toegankelijkheid een hot
item geworden. VWS en tal van instellingen proberen alle diensten, producten en
gezondheidsplatforms optimaal toegankelijk te krijgen.
Hoe toegankelijk is online contact voor de ZG doelgroep? Bij een project rond
ICT training op afstand bleek dat slechtziende oudere mannen met weinig
internet-ervaring te weinig hulp vragen en (dus) meer moeite hebben met online
training, oudere vrouwen hebben minder moeite en vragen meer hulp. Beiden
hebben qua hulp het meest aan audio-contact en scherm-overname.
Het Minddistrict platform blijkt het best toegankelijk met Apple-producten,
minder met Windows+spraak: daarvoor zou het e.e.a. moeten worden aan-
gepast. Platformaanbieders staan daar voor open, al zullen de condities moeten
worden uit onderhandeld.
Een andere optie is om –evt. met de branche – zelf een (neven)platform op te
tuigen, ook hieraan zitten haken en ogen op technisch en ontwikkelingsgebied.
Concluderend: Visio kan zich in het licht van de veranderingen in maatschappij,
techniek en beleid niet veroorloven achterop te raken. De uitdaging is nu om
eHealth zorgvuldig en slim te implementeren, gesteund door een methodische
3. visie, die nu in R&A ontbreekt. Mensen zijn op zoek naar regie en nieuwe
betekenisgeving en een inventarisatie van beperkingen, eigenschappen,
behoeften en waarden zou daarom het vertrekpunt van onze trajecten moeten
zijn. MI en ACT kunnen daarin de kern vormen van een bredere methodische
waaier in allerlei vormen van revalidatie. Deze is ook goed met eHealth aan en
in te vullen, tot een goede blended mix, terwijl de thuisomgeving zo eveneens
eenvoudiger kan worden betrokken bij de revalidatie.
In financieel zwaar weer is het lastig investeren, en hierin moeten we goed
advies zoeken, en co-creatie en co-financieringskansen verkennen. De sleutel tot
effectieve implementatie is goed luisteren naar de eindgebruikers, en structurele
feedback inbouwen. Ook moeten nog fundamentele technische keuzes worden
gemaakt, maar welke vorm ook wordt gekozen: het resultaat moet nuttig,
toegankelijk en betrouwbaar zijn, wil het gebruikt worden. Liefst vanuit een
verbindende methodische visie, zoals Duurzaam Revalideren, kunnen vanuit
vakgroepen zelf eHealth content en werkwijzen worden ontwikkeld. Zo ook een
psychosociaal zorgaanbod. Het geheel moet goed worden ondersteund door een
communicatie en scholingsplan voor alle betrokkenen.