Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de derde zondag na Pasen (C) 2014, een viering rond woord en brood op Ten Bos (Sint Amanduskerk Erembodegem). De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
Roeping. Instapviering voor de Eerste Communicanten (Ten Bos 2024)
Emmaüs (derde zondag na Pasen C) 2014
1.
2. Gebroken gaan ze weer naar huis,
hoe is hun hoop vervlogen,
men sloeg hun meester aan het kruis,
niets kan de mannen troosten.
3. Terwijl ze spreken met elkaar
komt iemand naast hen lopen,
ze zien hem niet, ze praten maar,
hun wereld is gesloten.
4. En zij vertellen van de dood
die Jezus is gestorven,
hoe hadden zij in Hem geloofd,
zou Hij geen koning worden ?
5. En hij legt alles aan hen uit,
de wet en de profeten,
al pratend zijn ze bijna thuis,
wil hij niet blijven eten:
6. Aan tafel deelt de gast het brood
en hij wordt zienderogen
de lang beloofde mensenzoon,
de mannen - zij geloven.
(Bouma Hans / van de Velde Jan-Willem)
9. Eert God die onze Vader is;
weest allen welgemoed.
Looft Hem, gij zult in vrede zijn.
Aanbidt al wat Hij doet.
U, Heer, komt alle leven toe
en wie of waar Gij zijt,
U is de macht, U zingen wij
dank voor uw heerlijkheid.
10. Lam Gods dat onze zonden draagt,
neem deze lofzang aan.
Gedenk ons in uw koninkrijk,
want Jezus is uw naam.
Gij die voor ons ten beste spreekt,
Messias, onze Heer.
O, ééngeboren Zoon van God,
kom haastig tot ons weer.
(Oosterhuis / 16de Eeuw)
11.
12. De Heer is onze reisgenoot,
Hij die ons zijn gezelschap bood
en sprekend over kruis en graf
geduldig tekst en uitleg gaf.
13. Zo valt een lange weg ons licht,
de schrift opent een vergezicht
en brengt verdwaalden dicht bij huis,
verloren zonen komen thuis.
14. De avond daalt, blijf bij ons Heer!
Hij zet zich aan de tafel neer
en breekt het brood en schenkt de wijn,
die gast, het moet de gastheer zijn!
15. Wij keren naar Jeruzalem,
ons brandend hart verneemt zijn stem,
Hij deelt met ons het daag'lijks brood,
de Heer is onze reisgenoot.
(ZijlstraJaap/BiesbrouckPeter)
16.
17. [Voorganger]
Ik geloof in Hem die heet
‘Ik zal er zijn voor U’.
Hij is de kern, de Bron
van alles wat bestaat.
[Allen]
Op hem wil ik mijn leven afstemmen
en zijn Naam maken
tot rode draad in mijn handelen.
18. [Voorganger]
Ik geloof in Jezus,
de levende belichaming
van die Naam.
In Hem heeft onze God
handen en voeten gekregen.
19. [Allen]
In Hem is zijn Naam werkelijkheid geworden.
Ik geloof dat Hij niet vergeefs heeft geleefd
en niet vergeefs gestorven is,
maar dat Hij elke dag opnieuw verrijst
in mensen, die vandaag zijn liefde belichamen.
20. [Voorganger]
Ik geloof in zijn Geest,
[Allen]
die ook vandaag mensen bezielt
en aanzet om zijn manier van leven
tot de hunne te maken,
en de weg te gaan van breken en delen,
van goedheid en verbondenheid,
van recht en vrede,
en altijd weer ten bate van de minsten.
21. [Voorganger]
Ik geloof in Hem die heet
‘Ik zal er zijn voor u’,
[Allen]
en ik weet : Hij is te doen.
22.
23. Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.
Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.
Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(PrinsSieds/LöwenthalTom)
24.
25. [Vg]
Eén naam slechts,
heb Jij ons gegeven, God,
wel onherroepelijk,
zoals een handvest
dat ons wil doen hopen
tegen al het dodelijke in.
Dat woord, Jouw naam :
‘Ik zal er zijn’,
mag gezegend zijn.
26. [allen]
Omwille van Jouw naam
keren wij ons naar Jou
in uren van ontreddering en leegte.
In de vragen ‘waarom ?’
en in de twijfel die ons mensenhart beklemt,
keren wij ons naar Jou.
Wie anders zou er zijn voor ons ?
Jij, onze hoop,
die zegt dat niets verloren gaat.
27. [Vg]
Dat Jij zich met ons bestaan verbinden wil,
heb Je getoond in Jezus van Nazareth,
de menselijkste aller mensen.
Hij die heeft liefgehad,
die troostelozen en gekwetsten
levensadem gaf.
Maar zelf werd omgebracht
om wat Hij deed en wie Hij was.
28. [allen]
Na Zijn dood waren de leerlingen
ontmoedigd en keerden terug naar huis.
Ze mochten en konden bij elkaar
thuiskomen met hun verdriet.
Tot hun grote verwondering
kwam Jij als een vreemdeling op hun weg,
vroeg hen waarom zij droevig waren.
Jij luisterde naar hun verhaal
en toen de avond viel, nodigden ze Jou uit als gast.
29. [Vg]
Ik zal er zijn, heb Je gezegd, God
en daarom heb Je niet toegestaan
dat Jouw Zoon vergeten werd,
eeuwig verborgen in een graf.
Jij hebt Hem opgericht,
jouw eigen kracht in Hem gewekt,
in ieder woord van Hem nieuw leven.
30. [allen]
Aan tafel brak Jij het brood
en aan dit teken herkenden de
ontmoedigde leerlingen Jou.
Hun hart ging van liefde branden
en ze gingen terug naar hun vrienden.
31. [Vg]
Ook voor ons
wil Je in woord en brood aanwezig zijn
opdat wij zouden weten
dat ons bestaan
niet willekeurig is of doelloos.
32. [allen] Uw goddelijke Geest is het, en die van Jezus,
die ons, ook in dit uur,
ertoe bewegen wil om op te staan
uit dat wat ons vertwijfelt
opdat wij doorheen grote kwetsbaarheid,
de dagelijkse weg durven gaan
van onmacht naar vertrouwen.
Hij is nabij, Hij vuurt ons aan.
Hij wil ons troosten. Hij verbindt ons met elkaar,
zoals Jouw naam het ons voorzegt,
altijd opnieuw : Ik zal er zijn.
33.
34. Dona la pace Signore,
a chi confida in te,
Dona, dona la pace Signore,
dona la pace
Geef ons Uw vrede,
geef vrede aan wie op U vertrouwt.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
35.
36. Ga dan op weg naar een toekomst van vreugde en vrede
Zoek reisgenoten om samen die weg te betreden.
En valt het zwaar, steun en bemoedig elkaar.
Liefde verlicht dan je schreden
37. Ga dan op weg
en schud af al je twijfels en zorgen,
ga en ontdek
wat vandaag nog voor jou is verborgen.
Houd op het licht
altijd je ogen gericht
dat zal je kracht zijn voor morgen.