2. Differentiëren: waarom zou je het doen?
Hoe organiseer je het in de klas?
-Wie is actief? Hoe kan ik small, medium differentiëren?
Hoe zet ik verschillen actief in tijdens de les? Hoe geef ik
ruimte aan de eigenheid van leerlingen? Wat doe je
met de sociale variatie in een klas?
5. Basisbehoeften leerling
Relatie
- met docent
- met medeleerlingen
- met leerstof
Competentie
- versterken van geloof en plezier in eigen kunnen
- versterken van zelfvertrouwen “ik ben goed in …”
- aanspreken op niveau
Autonomie
- invloed op het leerproces
- keuzemogelijkheden
- eigenheid inzetten
Deci & Ryan
Luc Stevens
6. Basisbehoeften leerling
Relatie
- met docent
- met medeleerlingen
- met leerstof
Competentie
- versterken van geloof en plezier in eigen kunnen
- versterken van zelfvertrouwen “ik ben goed in …”
- aanspreken op niveau
Autonomie
- invloed op het leerproces
- keuzemogelijkheden
- eigenheid inzetten
Deci & Ryan
Luc Stevens
16. docent is verantwoordelijk
vertellen, uitleggen
verduidelijken
demonstreren, illustreren
schematiseren
opdrachten geven
onderwijsleergesprek
1
gedeelde verantwoordelijkheid
leren zichtbaar maken
‘checken’ van leren
denkvragen stellen
onderwijsleergesprek
samenwerkingsvormen
Feedback organiseren
2
3
leerling is verantwoordelijk
zelfstandig werken
werken met werkschema’s/planners
samenwerken
docent begeleidt ‘op afstand’,
docent waarneembaar actief
leerling
waarneembaar actief
17. docent is verantwoordelijk
vertellen, uitleggen
verduidelijken
demonstreren, illustreren
schematiseren
opdrachten geven
onderwijsleergesprek
1
gedeelde verantwoordelijkheid
leren zichtbaar maken
‘checken’ van leren
denkvragen stellen
onderwijsleergesprek
samenwerkingsvormen
Feedback organiseren
2
3
leerling is verantwoordelijk
zelfstandig werken
werken met werkschema’s/planners
samenwerken
docent begeleidt ‘op afstand’,
docent waarneembaar actief
leerling
waarneembaar actief
18. Lesstart in ‘1’ en in ‘2’
‘De vorige les heb ik je verteld….. En toen heb ik
benadrukt dat……’
stimuleert denken niet en differentieert niet
“Schrijf in stilte op wat de hoofdzaken van de vorige les
waren en bedenk een voorbeeld waarbij je die kennis
in de praktijk nodig hebt. Ik loop en lees. Vertel het
daarna je buurman.”
stimuleert denken wel en differentieert wel
22. Bottom-up Top-down
Hapklare brokken
Stap voor stap
Een nieuw onderdeel
wanneer het voorgaande
wordt beheerst
Herhaling of compacten
Toetje: Einddoel
Einddoel = start
Kader nodig om te
kunnen concentreren
Leren vanuit het geheel
30. Zes om gedrag (bij) te sturen
1. Reactie-inhibitie het vermogen de directe reactie even
'af te remmen' om na te kunnen denken.
2. Emotie-regulatie
3. Volgehouden aandacht
4. Taakinitiatie
5. Flexibiliteit
6. Doelgericht doorzettingsvermogen
Reguliere vaardigheden