1. CO2:
van
afval
naar
grondstof
Column
van
Pol
Knops
In
de
jaren
zeventig
was
afval
nog
geen
probleem,
maar
gewoon....
afval.
Ondertussen
is
het
verworden
tot
een
grondstof
en
is
het
probleem
al
zover
opgelost
dat
we
het
zelfs
moeten
importeren
om
onze
eigen
afvalverwerkingscapaciteit
operationeel
te
houden.
Laten
we
daarom
hét
afval
van
de
21e
eeuw
(CO2!)
op
dezelfde
manier
aanpakken.
Zo'n
benadering
sluit
mooi
aan
bij
'Cradle
to
Cradle'
en
het
biedt
mogelijkheden
om
naast
de
“bio-based
economy”,
ook
een
“CO2
based-economy”
op
te
starten.
Het
is
algemeen
bekend
dat
er
klimaatverandering
optreedt.
Zozeer
zelfs
dat
Dolf
Janssen
bij
het
“Correspondents
Dinner”
stelt:
“Je
mag
klimaatverandering
ontkennen,
maar
ja,
je
hebt
ook
mensen
die
de
zwaartekracht
ontkennen”.
Of
zoals
President
Obama
stelt
“Climate
Change
is
a
fact,
the
debate
is
settled”.
Klimaatverandering
is
dus
een
feit.
Punt.
Klimaatverandering
is
een
feit
maar
de
noodzaak
van
klimaatbeleid
vanwege
de
vermeende
eindigheid
van
grondstoffen,
is
een
misvatting.
Er
zit
nog
voldoende
in
de
grond.
En
hoewel
Shell
nu
ook
weet
wat
“stranded
assets
en
disinvestments”
inhouden,
zegt
Ben
van
Beurden
ook
nog
steeds:
“ik
pomp
alles
op
wat
ik
kan
oppompen”.
En
dat
is
nog
los
van
de
hoeveelheden
teerzand,
oilshale,
shale
gas,
steenkool
bruinkool
etc.
in
de
grond.
Voorraden
zijn
dus
niet
het
probleem.
Prof.
Klaus
Lackner
verwoordt
de
noodzaak
van
klimaatbeleid
bondig:
“we
won’t
run
out
of
fossile
fuels,
but
we
first
run
out
of
environment”.
En
dat
is
dan
ook
de
reden
dat
Minister
Kamp
beaamt:
”het
tijdperk
fossiele
energie
is
echt
voorbij”.
Het
is
dus
erkend
dat
CO2
een
probleem
is
en
dat
actie
noodzakelijk
is,
maar
de
huidige
oplossingen
werken
niet
of
te
langzaam.
Met
name
de
CO2
handel
(EU
ETS)
werkt
niet.
Een
recente
krantenkop;”
Emissiehandel
werkt
pervers”.
De
uitleg
is
eenvoudig
dat
extra
zonnepanelen
zorgen
voor
minder
elektriciteitsverkopen.
Dat
zorgt
voor
meer
beschikbare
ETS-‐rechten
met
als
gevolg
een
lagere
prijs.
De
ultieme
consequentie
daarvan
is
de
opstart
van
nieuwe
kolencentrales.
Daarom
is
het
CO2probleem
vergelijkbaar
met
de
afvalproblematiek
van
de
jaren
80:
Er
is
het
besef
dat
acties
noodzakelijk
zijn
maar
er
is
blijkbaar
geen
marktmechanisme
om
“de
zaak
in
beweging
te
krijgen”.
Pas
toen
de
afvalproblematiek
serieus
op
de
politieke
agenda
stond,
formuleerde
men
relatief
snel
een
voorkeur
voor
oplossingen.
Dit
resulteerde
in
de
befaamde
“Ladder
van
Lansink”.
Men
koos
in
het
vervolg
niet
meer
automatisch
voor
de
goedkoopste
oplossing
(=
storten).
Daarmee
was
de
basis
gelegd
voor
het
afvalbeleid
waarmee
relatief
snel
(en
gestructureerd)
de
afvalproblematiek
aangepakt
werd.
2. Het
is
interessant
om
CO2
op
een
vergelijkbare
manier
aan
te
pakken
en
ook
voor
CO2
oplossingen
te
prioriteren.
Ladder
van
Lansink
Prioriteit
Afval
CO2
1
Preventie
Energie
besparing
2
Hergebruik
Duurzame
energie
3
Recyclen
CO2
utilization
4
Verbranden
EOR-‐CCS
(Enhanced
Oil
Recovery)
5
Storten
CCS
(Carbon
Capture
en
Storage)
Zoals
er
bij
Afval
eerst
is
ingezet
op
preventie,
zullen
we
bij
CO2
eerst
energie
moeten
besparen.
Daarnaast
moeten
we
meer
duurzame
energie
opwekken.
Maar
er
zijn
meer
opties
nodig
om
het
CO2
probleem
op
te
lossen
(zelfs
tot
en
met
'prioriteit-‐5'
CCS).
Deze
meer
innovatieve
oplossingen
om
CO2
actief
te
gebruiken
als
grondstof
krijgen
echter
nauwelijks
aandacht,
hoewel
Minister
Kamp
stelt:
“Er
zullen
in
de
toekomst
CO2-‐arme
energiebronnen
en
technieken
zijn
die
we
nu
misschien
nog
niet
kennen.
Daarom
zet
het
kabinet
de
komende
tijd
krachtiger
in
op
innovatie.”
In
2050
moet
de
CO2
emissie
met
80-‐95%
zijn
teruggedrongen.
Dit
is
niet
mogelijk
met
alleen
de
bestaande
technieken
en
systemen.
Om
dit
doel
te
bereiken
is
zelfs
negatieve
emissie
nodig,
dus
niet
CO2
neutraal,
maar
zelfs
CO2
vastleggen.
En
hoewel
2050
nog
slechts
35
jaar
is
verwijderd,
is
dit
zeker
mogelijk.
Een
terugblik
naar
honderd
jaar
geleden
(1915)
geeft
dit
aan.
In
1915
was
de
voornaamste
energiebron
mens-‐
of
paardenkracht
en
“slechts”
35
jaar
later
vlogen
de
eerste
straalvliegtuigen,
waren
auto’s
algemeen
gangbaar,
voeren
de
eerste
schepen
met
kernenergie
en
was
er
bijna
overal
elektriciteit.
Zaken
die
in
1915
niet
gangbaar
waren
of
zelfs
nog
niet
eens
uitgevonden.
Ik
pleit
dus
voor
verdere
stimulering
van
CO2
als
grondstofgebruik;
een
hele
rij
bedrijven
is
daar
al
actief
mee
bezig.
Dat
gaat
van
onderzoek
tot
eenvoudig
weg
business.
Onderzoeksinstelling
DIFFER
gebruikt
CO2
om
brandstof
te
maken,
Feyecon
gebruikt
het
om
te
verven,
Thermoking
zet
CO2
in
als
koelmiddel,
Twence
om
Natrium-‐bi-‐carbonaat
te
maken
en
wijzelf
maken
er
“Mineral
CO2”
van.
Conclusie:
Wachten
op
een
Europese
of
zelfs
globale
aanpak
van
het
CO2
probleem
is
niet
verstandig.
Toen
de
afvalproblematiek
urgent
was,
heeft
Nederland
ook
niet
gewacht
op
“het
buitenland”,
maar
hebben
we
zelf
acties
ondernomen.
De
CO2-‐
based
economy
kan
een
nieuwe
industrie
worden
en
Nederland
doet
er
daarom
goed
aan
om
ook
deze
nieuwe
innovatieve
technieken
te
stimuleren
(in
plaats
van
dat
we
alleen
gaan
voor
de
laagste
prijs).