Presentatie Regionaal Vrijdagmiddagje Rekenkamers midden drenthe - 24 juni 2011
Uitkomsten chez jacques 27 februari 2012
1. De Lokale Rekenkamer: nieuwbouw, verbouw of reparatie?
Chez Jacques, 27 januari 2012
Afgelopen vrijdag 27 januari 2012 kwamen griffiers en adviseurs van Necker van Naem bij
elkaar tijdens onze Chez Jacques. De centrale vraag van de middag: kan de lokale rekenkamer
met haar huidige werkwijze van blijvende meerwaarde zijn voor gemeenten of is een grondige
herinrichting nodig? De uitkomst: de meerderheid van de aanwezigen gelooft in een
optimalisering van de huidige werkwijze, een aantal griffiers denkt dat het tijd is voor iets totaal
anders.
Is de lokale rekenkamer in crisis?
In de uitnodiging voor de middag was Necker van Naem vooraf duidelijk geweest: ‘rekenkamers zijn in
crisis. Ze vinden niet het benodigde draagvlak bij college en ambtelijke organisatie. En de raad is niet
zoveel van de rekenkamer gaan houden dat zij er pal voor is gaan staan’.
Tijdens de middag blijken de meningen verdeeld. Een aantal griffiers is positief: de lokale rekenkamer
heeft zichzelf bewezen. Wat hen betreft leidt het werk van de lokale rekenkamer ertoe dat zowel
colleges als raden scherper en alerter zijn op de kwaliteit van beleidsvorming en beleidsuitvoering. De
rekenkamer is er volgens hen in geslaagd ‘het denken in doelmatigheid en doeltreffendheid’ te
vergroten. Daarmee voorziet zij in een behoefte, zowel bij raad als college.
Andere aanwezigen zijn minder positief. Zij ervaren ‘gelatenheid’ bij raden over het functioneren van
de rekenkamer. Gemeenteraden zouden het werk van de rekenkamer formeel gedogen, maar in het
dagelijkse raadswerk nauwelijks gebruiken. In hun ogen wordt er weinig met het onderzoek van de
rekenkamer gedaan, leiden onderzoeksresultaten nauwelijks tot zinvolle discussie en slagen
rekenkamers er niet in om aan te sluiten bij de behoeften van de raad.
De stelling dat de lokale rekenkamer in crisis is, wordt niet door iedereen gedeeld. Wel is een
grote meerderheid van de aanwezige griffiers van mening dat er voldoende ruimte is voor
verbetering of optimalisatie.
Onderstroom en bovenstroom
Tijdens de bijeenkomst verwijst Roel Freeke naar de eerder door Mark van Twist geïntroduceerde
begrippen bovenstroom en onderstroom. De bovenstroom staat voor de behoefte (voornamelijk bij de
raad en bij de burger) om te komen tot publieke verantwoording over de behaalde prestaties.
Onderzoek moet daarbij primair bijdragen aan transparantie van lokaal bestuur. De onderstroom staat
voor de behoefte (voornamelijk van college en ambtelijke organisatie) om alleen onderzoek te doen
dat direct van meerwaarde is voor de dagelijkse praktijk van de gemeentelijke organisatie. Daarbij
geldt: niet stapelen van controle op controle.
Volgens Freeke is de uitdaging onderzoek te doen dat zowel voorziet in de behoefte van de
bovenstroom als in de behoefte van de onderstroom. Zijns inziens zijn lokale rekenkamers hier de
afgelopen jaren in veel gevallen onvoldoende in geslaagd. Verbouw (of zelfs nieuwbouw) is nodig om
deze brug tussen de bovenstroom en de onderstroom alsnog te kunnen slaan.
2. Verbouw of nieuwbouw?
De vraag blijft dus; verbouw of nieuwbouw? Tijdens de middag lijkt de meerderheid van de griffiers te
opteren voor verbouw van de rekenkamer: de huidige werkwijze behouden en optimaliseren. Deze
optimalisaties houden in dat de rekenkamer:
/ niet alleen kiest voor evaluatie, maar ook proactief meedenkt en adviseert;
/ de procedures (bijv. van ambtelijk en bestuurlijk wederhoor) kan verkorten;
/ meer moet inzetten op persoonlijk contact en samenwerking (benaderbaar zijn);
/ raadsleden intensiever kan betrekken, bijvoorbeeld lidmaatschap van de rekenkamer;
/ meer focus zou kunnen leggen op het bereik van maatschappelijke effecten.
De optie nieuwbouw is voor andere aanwezigen een betere keuze: de rekenkamerfunctie geheel
anders inrichten. Ter inspiratie geven de adviseurs van Necker van Naem enkele suggesties voor hoe
deze nieuwbouw eruit zou kunnen zien (zie daarvoor de bijlage).
Voor niemand is sloop van de lokale rekenkamer een optie: de rekenkamer kan en mag een functie
blijven vervullen in het verkleinen van het verschil tussen bovenstroom en onderstroom.
Tips voor collega-griffiers
De aanwezige griffiers komen met de volgende vijf gouden tips voor hun collega-griffiers die (opnieuw)
voor de opgave staan tot een goede invulling van de rekenkamer(functie) te komen:
1 Probeer niet opnieuw het wiel uit te vinden, maar profiteer van de ervaringen van collega’s.
2 Durf een duidelijke keuze te maken en overtuig de raad dat deze de juiste is.
3 Zorg voor cultuurdragers in de gemeente die achter de ingeslagen weg gaan staan.
4 Overweeg de rol van de burger in de inrichting van de rekenkamerfunctie.
5 Kopieer geen modellen uit andere gemeenten, maar ga uit van de eigen context.
3. Bijlage: welke mogelijkheden voor nieuwbouw zijn er?
1 Model Vallei & Eem
Het waterschap Vallei & Eem heeft ervoor gekozen om geen rekenkamer in te richten, maar een
bestuurlijke begeleidingsgroep voor doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek. In deze
begeleidingsgroep hebben zowel vertegenwoordigers vanuit het Dagelijks Bestuur (DB) als vanuit
het Algemeen Bestuur (AB) zitting. Gezamenlijk bepalen zij de te onderzoeken onderwerpen, de
wijze van uitvoering (selectie van onderzoeksbureaus) en de inhoud van de conclusies en
aanbevelingen. Voordeel van dit model is dat draagvlak ontstaat voor het onderzoek bij zowel het
AB als het DB. Voor gemeentelijke rekenkamers zou een dergelijk model betekenen dat de
begeleidingsgroep bestaat uit leden van het college en leden van de raad, waardoor er een
gezamenlijk onderzoek ontstaat.
2 Burgeraudit
Een burgeraudit houdt in dat burgers worden uitgenodigd om een audit uit te voeren naar de
kwaliteit van het door de gemeente gevoerde beleid. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat burgers
worden uitgenodigd om in een bepaalde wijk zelf vast te stellen wat de resultaten zijn van
maatregelen die in het kader van ‘wijkgericht werken’ zijn doorgevoerd. Een dergelijke burgeraudit
kan begeleid worden door een aantal (externe) onderzoekers, die hiervoor door de raad zijn
aangesteld. Voordeel van deze aanpak is dat de burger optimaal betrokken wordt bij het
beoordelen van de prestaties van de gemeente.
3 Model Almere
In de gemeente Almere bestaat de rekenkamercommissie uit twee vaste raadsleden. Per
onderzoek wordt de rekenkamercommissie uitbreid met geïnteresseerde collega’s. Dit zorgt ervoor
dat bij ieder onderzoek de raadsleden met onderzoeksdeskundigheid en de leden met affiniteit met
het onderzoek aan tafel zitten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door onderzoekers die werkzaam
zijn op de griffie. Deze onderzoekers betrekken de raadsleden bij de uitvoering van het onderzoek.
Deze samenwerking zorgt ervoor dat alle kennis die in het onderzoek wordt opgedaan heel dicht bij
de raad en de griffie blijft. Het kan ook direct worden toegepast. Daarnaast staat de
rekenkamercommissie ook dicht bij het college en de ambtelijke organisatie. Na afloop van het
onderzoek gaat de rekenkamer ook om tafel met deze partijen om de uitkomsten van het
onderzoek toe te lichten en de verbetermogelijkheden te benoemen.
4 Visitatiemodel
Op veel thema’s waar rekenkamercommissies onderzoek naar doen is veel kennis en kunde
aanwezig, ook buiten de rekenkamer en het onderzoeksbureau. Te denken valt aan
ervaringsdeskundigen, wetenschappers, politici en professionals. Die hebben in andere gemeenten
vergelijkbare situaties meegemaakt of wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar de
voorliggende thema’s. Het heeft meerwaarde om die experts te betrekken bij het werk van de
rekenkamer, bijvoorbeeld in een visiterende rol. Het idee is geopperd om die visiteurs landelijk te
organiseren in een visitatiepool.