3. Bazen en regenten Brouwers, laken fabrikanten, Advocaten, predikanten enz. Winkeliers, ambachtslieden, Kleine boeren , schippers enz. Zwervers, bedelaars
4. In de Gouden Eeuw Nederland was een republiek. De sociale mobiliteit waren vrij groot. Buitenlanders die de Republiek bezochten, vonden dat er vrijheid en openheid in de omgang was. De 17 e eeuw (gouden eeuw) was er welvaart, opkomst van kunst en wetenschap en tolerantie op godsdienstig gebied, maar Op politiek gebied was de 17 e eeuw geen tijd van rust en vrede.
5. De Nederlandse opstand tegen Spanje 1568 tot 1648 “ De opstand “ wordt ook wel de “tachtig jarige oorlog”genoemd De grote motor achter “De Opstand” , dus de leider was Willem van Oranje. De opstand wordt beëindigd door de “beeldenstorm”
6. Rembrandt van Rijn Rembrandt van Rijn: geboren in Leiden in 1606. Hij kwam in de leer bij : Jacob van Swanenburgh en Pieter Lastman. Rembrandt krijgt grote opdrachten en verdient ook veel geld. Hij koopt een huis in Amsterdam. Na de dood van zijn vrouw Saskia gaat het langzamerhand minder goed met hem. Hij had namelijk een gat in zijn hand. Kocht veel kunst en rariteiten. Hij ging ook zelfs failliet. Op het laatst had hij alleen nog geld voor eten, brood en onderdak. Rembrandt van rijn stierf ook straatarm.
18. In de Gouden Eeuw was Nederland (de Republiek) een welvarend land. Er heerste welvaart voor velen, vooral doordat de Republiek zich als een handelsnatie ontwikkelde. Amsterdam speelde een belangrijke rol in die handel De VOC was een handelsfima die voer op Indië (nu indonesië) en Azië. De Nederlands kooplieden dreven handel over de hele wereld.
19. Start en einde: 20 maart 1602- 31 december 1799 Stichter: De staten Generaal onder aansturing van Johan van Oldenbarnevelt Schepen: in totaal 1722, waarvan er 629 vergingen of verdwenen Producten: vooral peper, foelie, nootmuskaat, kaneel. Later ook: koffie, thee, textiel en porselein Verder nog: Tabak, cacao, haring, zijde, bakstenen, hout ,wijn graan, koper, ijzer en slaven.
20.
21.
22. Nederlandse kooplieden trof je overal ter wereld aan. In gebieden rond: De Oostzee, Frankrijk, China, Japan, Brazilië, Indië en Afrika les 2 VOC
25. In de 16 e en 17 e eeuw was geloof heel belangrijk Als je een ander geloof had, was het moeilijk om met elkaar samen te werken. Mensen met een ander geloof werden vervolgd, gevangengezet of zelfs vermoord. In een katholiek land, moest iedereen katholiek zijn. Maar in Nederland waren ze best vrij met het geloof. In Nederland waren de meeste mensen gereformeerd.