2024 jan 14 - Hasper - 'We hebben een wonder nodig'
"Gevonden"
1. Welkom bij de avonddienst van 15 november 2009. Voorganger ds Huitema Organist dhr Joh de Vries
2.
3. Glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God.
4. Lof zij de Heer, Hem komt toe alle eer. Hij's het Lam dat regeert tot in eeuwigheid. Zijn woord is macht, heeft ons vrijheid gebracht. Wij aanbidden, wij knielen voor Jezus.
5. Groot is zijn troon, eeuwig zijn kroon. Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis, weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer!
6. Glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God.
7. Kondigt het aan, door de kracht van zijn naam: Heel de aard' wordt vervuld van zijn glorie! Satan, hij beeft, want hij weet: Jezus leeft! Hij's verslagen, het Lam troont voor eeuwig!
8. Jezus is Heer, Redder en Heer! Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis, weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer!
9. Glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God .
10. Heersen met Hem op de troon en zijn stem, spreekt van liefde, vervult ons met glorie. Heilig en vrij alle tranen voorbij. Eeuwig vreugde voor God, lof, aanbidding:
11. waardig het Lam, waardig het Lam! Overwinnaar zal Hij zijn, over zonde, dood en pijn. Heel het rijk der duisternis, weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer!
12. Glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God, glorie aan God .
13. Welkom bij de avonddienst van 15 november 2009. Voorganger ds Huitema Organist dhr Joh de Vries
14.
15. Gez. 16 : 1 Gij volken looft uw God en Heer wilt Hem het loflied zingen. Laat de fonteinen van zijn eer in ieder hart ontspringen, omdat Hij u verkoren heeft, omdat Hij u genade geeft, door Christus, halleluja.
16. Gez. 16 : 2 Hoe groot is zijn barmhartigheid voor allen allerwege, zijn waarheid en zijn tederheid als overvloed van regen. Zijn liefde duurt in eeuwigheid, en geeft om niet de zaligheid. Zingt, zingt Hem, halleluja.
17. Votum & Groet Klein Gloria Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
18. Votum en groet Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
19.
20. Ps. 8 : 1 HEER, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven - machtige God, Gij die uw majesteit ten hemel over ons hebt uitgebreid.
21. Ps. 8 : 3 Aanschouw ik 's nachts het kunstwerk van uw handen, de maan, de duizend sterren die daar branden, wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt, het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt?
22. Ps. 8 : 4 Gij hebt hem bijna goddelijk verheven, een kroon van eer en heerlijkheid gegeven, Gij doet hem heersen over zee en land, ja, al uw werken gaaft Gij in zijn hand.
23.
24. Gez. 259 : 2 Aanbidt de Vader in het woord! Aanbidt de Zoon, aan 't kruis doorboord! Aanbidt de Geest uit beiden! Van zijn gemeenschap, zijn gena, zijn liefd' en trouw, halleluja, zal ons geen schepsel scheiden.
25.
26. 54 Daarna aten en dronken zij, hij en de mannen die bij hem waren, en zij overnachtten er. Toen zij des morgens opstonden, zeide hij: Laat mij naar mijn heer gaan. 55 Doch haar broeder zeide, alsook haar moeder: Laat het meisje een dag of tien bij ons blijven, ga daarna heen.
27. 56 Hij echter zeide tot hen: Houd mij niet op, nu de HERE mijn weg voorspoedig gemaakt heeft; laat mij vertrekken, opdat ik naar mijn heer ga. 57 Daarop zeiden zij: Laten wij het meisje roepen en het haar zelf vragen. 58 Toen riepen zij Rebekka en zeiden tot haar:
28. Wilt gij met deze man meegaan? En zij zeide: Ja. 59 Zij dan lieten hun zuster Rebekka en haar voedster en de knecht van Abraham en zijn mannen gaan. 60 En zij zegenden Rebekka en zeiden tot haar: Onze zuster, moogt gij tot duizenden van tienduizenden worden,
29. en uw nageslacht bezitte de poort van zijn haters. 61 Toen maakte Rebekka zich met haar dienstmaagden gereed en zij reden op kamelen weg, en volgden de man. De knecht nam Rebekka mede en ging heen.
30.
31. 32 Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn. 33 Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort.
32. 34 Want David is niet opgevaren naar de hemelen, maar hij zegt zelf: De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand,
33. 35 totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten. 36 Dus moet ook het ganse huis Israëls zeker weten, dat God Hem èn tot Here èn tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt.
34.
35. Ps. 105 : 4 De HEER heeft Izak uitverkoren, aan Jakob zijn verbond bezworen, aan Israël zijn trouw verpand: Uw kindren breng Ik naar dit land, naar Kanaän dat eeuwig is uw toegemeten erfenis.
36.
37.
38. O laat Gods Zoon je thans omhullen met zijn liefde en zijn Geest. Laat je hart en ziel gevuld zijn door de Heer. O geef Hem alles wat je vasthoudt en zijn Geest zal als een duif op je leven dalen met godd'lijke kracht.
39. Refrein: Jezus, o Jezus, kom en vul ons hart. Jezus, o Jezus, kom en vul ons hart.
40. O kom en zing dit lied met blijdschap, met een hart vol van vreugd'. Hef je handen in aanbidding naar omhoog. O geef Hem al je pijn en moeite en de jaren van verdriet en nieuw leven vangt dan aan in Jezus' naam.
41. Refrein: Jezus, o Jezus, kom en vul ons hart. Jezus, o Jezus, kom en vul ons hart.
42.
43. Ik wandel in het licht met Jezus, het donk're dal ligt achter mij, en 'k weet mij in zijn trouw geborgen, welk een liefdevolle vriend is Hij.
44. Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en 'k luister naar zijn dierb're stem, en niets kan mij van Jezus scheiden sinds ik wandel in het licht met Hem.
45. Ik wandel in het licht met Jezus, geen duist're wolk bedekt de zon, en 'k kan niet anders 'k moet Hem prijzen, die de zonde in mij overwon.
46. Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en 'k luister naar zijn dierb're stem, en niets kan mij van Jezus scheiden sinds ik wandel in het licht met Hem.
47.
48. Ps. 150 : 1 Looft God, looft Hem overal. Looft de Koning van 't heelal om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid en kracht van zijn naam en eeuwig wezen. Looft de daden, groot en goed, die Hij triomferend doet. Hem zij eer, Hij zij geprezen.
49. Ps. 150 : 2 Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijkt Hem! Cither, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft tot Gods eer. Hij zij geprezen.