11. Ps. 62 in zang:
Mijn ziel is stil,
mijn ziel is stil,
stil,
stil tot God.
Mijn ziel is stil,
stil tot God.
12. Stil gebed
Ps. 62 in woord
2 O God, luister naar mijn roepen,
sla acht op mijn gebed. 3 Van het
einde van het land roep ik tot U,
nu mijn hart bezwijkt; leid mij op
een rots die voor mij te hoog zou
zijn. 4 Want U bent een toevlucht
voor mij geweest, een sterke toren
tegen de vijand.
13. Zingen: Ps. 62: 1
Mijn ziel is stil tot God mijn Heer,
van Hem verwacht ik altijd weer,
mijn heil, op Hem toch kan ik bouwen.
Ik wankel niet, want Hij staat vast,
mijn toevlucht, als het water wast,
mijn rots, mijn enige vertrouwen.
14. Votum en Groet
Ps. 62 in woord
5 Ik zal in alle eeuwigheid in Uw tent
verblijven, mijn toevlucht zoeken in
de schuilplaats onder Uw vleugels.
6 Want U, o God, hebt mijn geloften
gehoord; U hebt mij de erfenis
gegeven van wie Uw Naam vrezen.
15. Ps. 62 in zang
Mijn ziel is stil,
mijn ziel is stil,
stil, stil, stil tot God.
Mijn ziel, mijn ziel,
is stil tot God
van hem wacht ik,
van hem wacht ik,
van hem wacht ik,
een heil, een heil,
een heilrijk lot.
16. Ps. 62 in zang (vervolg)
Mijn ziel is, is stil tot God,
van hem wacht ik een heilrijk
lot.
Mijn ziel is stil,
mijn ziel is stil.
Hij immers zal mijn Rotssteen
wezen,
Hij zal mijn Rotssteen wezen.
18. 1:
Ere zij aan God, de Vader,
ere zij aan God, de Zoon,
eer de Heil'ge Geest, de Trooster,
de Drieëen'ge in Zijn troon.
Halleluja, halleluja,
de Drieëen'ge in Zijn troon.
19. 2:
Ere zij aan Hem, wiens liefde,
ons van alle smet bevrijdt,
eer zij Hem die ons gekroond heeft,
koningen in heerlijkheid.
Halleluja, halleluja,
ere zij het Lam gewijd.
20. 3:
Halleluja, lof, aanbidding,
brengen eng'len U ter eer,
heerlijkheid en kracht en machten,
legt Uw schepping voor U neer.
Halleluja, halleluja,
lof zij U, der heren Heer.
22. Ps. 25: 3
Denk aan 't vaderlijk meedogen,
Heer, waarop ik biddend pleit:
milde handen, vriendlijk' ogen
zijn bij U van eeuwigheid.
Denk toch aan de zonde niet
van mijn onbedachte jaren!
HEER, die al mijn ontrouw ziet,
wil mij in uw goedheid sparen.
24. Gebed om de Heilige Geest
met
Ps. 25: 2
De dienst van het Woord
25. Ps. 25: 2
HERE, maak mij uwe wegen
door uw Woord en Geest bekend;
leer mij, hoe die zijn gelegen
en waarheen G'uw treden wendt;
leid mij in uw rechte leer,
laat mij trouw uw wet betrachten,
want Gij zijt mijn heil, o Heer,
'k blijf U al den dag verwachten
36. 9 Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de
wereld, maar voor hen die U Mij
gegeven hebt, want zij zijn van U.
10 En al wat van Mij is, is van U, en
wat van U is, is van Mij; en Ik ben in
hen verheerlijkt. 11 En Ik ben niet meer
in de wereld, maar dezen zijn in de
wereld, en Ik kom naar U toe. Heilige
Vader, bewaar hen die U Mij gegeven
hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen
zijn zoals Wij.
37. 12 Toen Ik met hen in de wereld was,
bewaarde Ik hen in Uw Naam. Hen die
U Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard en
niemand uit hen is verloren gegaan dan
de zoon van het verderf, opdat de
Schrift vervuld wordt.
13 Maar nu kom Ik naar U toe en spreek
dit in de wereld, opdat zij ten volle
Mijn blijdschap in zichzelf hebben.
38. 14 Ik heb hun Uw woord gegeven, en de
wereld heeft hen gehaat, omdat zij
niet van de wereld zijn, zoals Ik niet
van de wereld ben. 15 Ik bid niet dat U
hen uit de wereld wegneemt, maar dat
U hen bewaart voor de boze.
16 Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik
niet van de wereld ben.
39. 17 Heilig hen door Uw waarheid; Uw
woord is de waarheid. 18 Zoals U Mij in
de wereld gezonden hebt, heb ook Ik
hen in de wereld gezonden. 19 En Ik
heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij
geheiligd zijn in de waarheid. 20 En Ik
bid niet alleen voor dezen, maar ook
voor hen die door hun woord in Mij
zullen geloven, 21 opdat zij allen één
zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik
in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn,
opdat de wereld zal geloven dat U Mij
gezonden hebt.
40. 22 En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven
die U Mij gegeven hebt, opdat zij één
zijn, zoals Wij Eén zijn; 23 Ik in hen, en
U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en
opdat de wereld erkent dat U Mij
gezonden hebt en hen liefgehad hebt,
zoals U Mij hebt liefgehad.
24 Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij
bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt,
opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U
Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt
liefgehad vóór de grondlegging van de
wereld.
41. 25 Rechtvaardige Vader, de
wereld heeft U niet gekend,
maar Ik heb U gekend, en
dezen hebben erkend dat U Mij
gezonden hebt. 26 En Ik heb hun
Uw Naam bekendgemaakt, en
zal die bekendmaken, opdat de
liefde waarmee U Mij hebt
liefgehad, in hen is, en Ik in
hen.
42. Zingen ELB 124: 1 en 3
Geprezen zij de Heer,
die eeuwig leeft.
Die vol ontferming ieder troost
en alle schuld vergeeft.
Die heel het aard gebeuren
vast in handen heeft.
Hem zij de glorie,
want Hij die overwon,
zal nooit verlaten wat Zijn hand begon.
Halleluja. Geprezen zij het Lam,
dat de schuld der wereld op zich nam.
43. Zingen ELB 124 : 1 en 3
Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht,
dat uitstraalt van het kruis,
dat eens voor ons werd opgericht.
En voor ons oog verrijst een heerlijk vergezicht.
Hem zij de glorie,
want Hij die overwon,
zal nooit verlaten wat Zijn hand begon.
Halleluja. Geprezen zij het Lam,
dat de schuld der wereld op zich nam.
44. Thema preek
Van de Voorbidder naar de
voorbede!!!
Joh.17: 1
“Ik bid voor hen. Ik bid niet voor
de wereld, maar voor hen die U
Mij gegeven hebt, want zij zijn
van U.”
45. I. Christus voorbede
1. In een wereld waar veel onzeker is,
2. doet Jezus vandaag voorbede voor de
gelovigen (niet voor de wereld, maar voor
hen die Gij mij gegeven hebt)
3. in die voorbede bidt Jezus om eenheid
met de apostelen, zoals Hij en de Vader één
zijn. Eenheid in geloven!!
4. welke haar uitwerking heeft in
eendrachtige samenwerking, zoals bij de
eenheid tussen de Vader en de Zoon.
46. II. De voorbede en het Onze Vader
a. Het is een gezamenlijk bidden
b. Maakt ons bewust van de afstand
c. Doet Gods eer en rijk op de voorgrond
stellen
d. Bevrijdt ons van ons in-onszelf-gekeerd-
zijn.
47. III. Voor wie wij bidden
-Voor alle heiligen: vgl. Ef. 6:18
- Voor machthebbers: vgl. 1 Tim. 2:2.
- Voor de zieken: vgl. Jakobus 5 : 14
- Voor onze vijanden : vgl. Matteüs 5:43-45
- Voor zondaren: vgl. Jes.53 : 12
49. 1| Laat komen, Heer, uw rijk,
uw koninklijke dag,
toon ons uw majesteit,
Messias, uw gezag!
2| Waar blijft het overlang
beloofde land van God,
waar liefd' en lofgezang
verdrijven leed en dood?
50. 4| Zal ooit een dag bestaan
dat oorlog, haat en nijd
voorgoed zijn weggedaan,
in deze wereldtijd?
6| Wij bidden, Heer, sta op
en kom in heerlijkheid!
Op U staat onze hoop
die onze Herder zijt!
51. 8| De nacht is als een graf,
ontij heerst in het rond.
Kom van de hemel af,
o Ster van Gods verbond!
55. 1| De Heer is mijn Herder!
'k Heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden
naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens
aan waat'ren der rust.
5| De Heer is mijn Herder!
Hem blijf ik gewijd!
'k zal immer verkeren
in 't huis mijnes Heren:
zo kroont met haar zegen
zijn liefde me altijd.