9. Psalm 24 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1542/1543
10. Psalm 24 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1542/1543
11. Psalm 24 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1542/1543
12. Psalm 24 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1542/1543
13. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
15. Hoe zal ik u ontvangen (LvdK 117) t. P. Gerhardt; m. J. Crüger
16. Hoe zal ik u ontvangen (LvdK 117) t. P. Gerhardt; m. J. Crüger
17. Genadeverkondiging
Zie, de Leeuw Die uit de stam van
Juda is, de Wortel van David,
heeft overwonnen om de boekrol
te openen en zijn zeven
zegels te verbreken. Opb 5:5
19. Hoe zal ik u ontvangen (LvdK 117) t. P. Gerhardt; m. J. Crüger
20. Hoe zal ik u ontvangen (LvdK 117) t. P. Gerhardt; m. J. Crüger
21. Wetslezing
13 Want u bent tot vrijheid geroepen,
broeders, alleen niet tot die vrijheid die
aanleiding geeft aan het vlees; maar dien
elkaar door de liefde.
14 Want de hele wet wordt in één woord
vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste
liefhebben als uzelf.
15 Maar als u elkaar bijt en verslindt, pas dan
op dat u niet door elkaar verteerd wordt.
22. 16 Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u
zult zeker de begeerte van het vlees niet
volbrengen.
17 Want het vlees begeert tegen de Geest
in, en de Geest tegen het vlees in; en die
staan tegenover elkaar, zodat u niet doet
wat u zou willen.
18 Als u echter door de Geest geleid wordt,
bent u niet onder de wet.
23. 19 Het is bekend wat de werken van het
vlees zijn, namelijk overspel, hoererij,
onreinheid, losbandigheid,
20 afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie,
afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme,
onenigheid, afwijkingen in de leer,
21 jaloersheid, moord, dronkenschap,
zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u
voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb,
dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk
van God niet zullen beërven.
24. 22 De vrucht van de Geest is echter: liefde,
blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid,
goedheid, geloof, zachtmoedigheid,
zelfbeheersing.
23 Daartegen richt de wet zich niet.
24 Maar wie van Christus zijn, hebben het
vlees met zijn hartstochten en begeerten
gekruisigd.
25. 25 Als wij door de Geest leven,
laten wij dan ook door de Geest
wandelen.
26 Laten wij geen mensen met
eigendunk worden, elkaar niet
uitdagen en benijden.
26. Gal 6
7 Dwaal niet: God laat niet met Zich
spotten, want wat de mens zaait, zal hij
ook oogsten. 8 Want wie in zijn eigen vlees
zaait, zal uit het vlees verderf oogsten;
maar wie in de Geest zaait, zal uit de Geest
het eeuwige leven oogsten.
27. 9 En laten wij niet moe worden goed te
doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten,
als wij het niet opgeven.
10 Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid
hebben, goeddoen aan allen, maar vooral
aan de huisgenoten van het geloof.
33. Wil je wel geloven dat het groeien gaat (AWN 3.9) t. H. Lam; m. W. ter Burg
34. Wil je wel geloven dat het groeien gaat (AWN 3.9) t. H. Lam; m. W. ter Burg
35. Wil je wel geloven dat het groeien gaat (AWN 3.9) t. H. Lam; m. W. ter Burg
36. Schriftlezing: Jesaja 11:1-10 HSV
De Messias en Zijn vrederijk
1 Want er zal een Twijgje opgroeien uit de
afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit
zijn wortels zal vrucht voortbrengen.
2 Op Hem zal de Geest van de HEERE
rusten: de Geest van wijsheid en
inzicht, de Geest van raad en sterkte, de
Geest van de kennis en de vreze des
HEEREN.
37. 3 Zijn ruiken zal zijn in de vreze des
HEEREN. Hij zal niet oordelen naar wat Zijn
ogen zien en Hij zal niet vonnissen naar wat
Zijn oren horen.
4 Hij zal de armen recht doen in
gerechtigheid en de zachtmoedigen van het
land zal Hij met rechtvaardigheid
vonnissen. Maar Hij zal de aarde slaan met
de roede van Zijn mond en met de adem
van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden.
38. 5 Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn
heupen zijn, en de waarheid de gordel om
Zijn middel.
6 Een wolf zal bij een lam verblijven, een
luipaard bij een geitenbok neerliggen, een
kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen
bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze
drijven.
7 Koe en berin zullen samen weiden, hun
jongen zullen bij elkaar neerliggen. Een
leeuw zal stro eten als het rund.
39. 8 Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van
een adder, en in het nest van een gifslang zal
een peuter zijn hand steken.
9 Men zal nergens kwaad doen of verderf
aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de
aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE,
zoals het water de bodem van de zee bedekt.
10 Want op die dag zal de Wortel van Isaï er
zijn, Die zal staan als banier voor de volken.
Naar Hém zullen de heidenvolken vragen. Zijn
rustplaats zal heerlijk zijn.
41. O kom, o kom, Immanuël (LvdK 125) t. W. Barnard; m. anoniem
42. O kom, o kom, Immanuël (LvdK 125) t. W. Barnard; m. anoniem
43. O kom, o kom, Immanuël (LvdK 125) t. W. Barnard; m. anoniem
44. O kom, o kom, Immanuël (LvdK 125) t. W. Barnard; m. anoniem
45. 1 Want er zal een Twijgje opgroeien uit de
afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit
zijn wortels zal vrucht voortbrengen.
Een twijgje van hoop - advent
46. P 72 – 1, 4, 7
Geef Hem, de Koning uwe rechten