1. Wetboek van Strafrecht in
het algemeen
Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon
Opsporingsambtenaar
2. Casus
Een Belgische passagier aan boord van een Nederlands
vrachtschip, haalt uit de koffer van een Soedanese passagier die
bij hem in de hut slaapt, diens portemonnee weg. Het schip is
zojuist aangekomen in de haven van Abu Dabi.
Leg uit of de Nederlandse strafwet van toepassing is en motiveer
je antwoord.
3. Waar gaan we het over hebben?
• Wat is materieel strafrecht?
• Waaruit bestaat het Wetboek van Strafrecht?
• Wat zijn algemene bepalingen?
• Wat zijn misdrijven?
• Wat zijn overtredingen?
• Legaliteitsbeginsel.
• Territorialiteitsbeginsel.
• Vlagbeginsel.
4. In welke wettelijke regelingen vinden
we het materieel strafrecht?
1. Wetboek van strafrecht
2. Bijzondere wetten (bijv. WWM, Wegenverkeerswet, Wet
personenvervoer)
3. Lagere regelingen zoals:
• AMvB
• Ministeriële regeling
• Provinciale verordening
• Gemeentelijke verordening
• Verordening van een waterschap (keur)
5. Wetboek van Strafrecht
Het Wetboek van Strafrecht bestaat uit 3 boeken:
1.Eerste boek: algemene bepalingen (algemene regels die voor
alle strafbare feiten gelden)
2.Tweede boek: misdrijven (rechtsdelicten, druist in tegen
rechtsgevoel)
3.Derde boek: overtredingen (wetsdelicten, lichtere strafbare
feiten)
6. Stelling.
In Nederland kun je strafbaar worden geacht aan een feit wat op
dat moment nog niet in de wet strafbaar is gesteld.
Is dit waar of niet waar en waarom dan wel?
GEEN STRAF ZONDER WET!
Dit is om burgers tegen de overheid te beschermen tegen de
willekeur van de overheid!
7. Stelling.
Een man pleegt een diefstal op 1 maart van 2016. Op 1 april 2016
wordt de wet gewijzigd waardoor de maximale straf verhoogt
wordt. Op 15 april 2016 komt de verdachte voor de rechtbank.
De rechter zal in dit geval de maximale straf hanteren die op 1
maart 2016 van kracht was en niet die volgens de wijziging van 1
april 2016.
Is dit waar of niet waar en waarom dan wel?
GEEN TERUGWERKENDE KRACHT!
Bij wijziging van de wet zal voor de verdachte meest gunstige
bepaling gelden.
8. Algemene bepalingen
Art. 1 Legaliteitsbeginsel
Lid1. Geen feit is strafbaar dan
uit kracht van een daaraan
voorafgaande wettelijke
bepaling.
“Straffen met terugwerkende
kracht is niet mogelijk”
Lid2. Bij verandering in de
wetgeving na het tijdstip waarop
het feit begaan is, worden de
voor de verdachte gunstigste
bepalingen toegepast.
Art. 2 Territorialiteitsbeginsel
De Nederlandse strafwet is
toepasselijk op ieder die zich in
Nederland aan enig strafbaar
feit schuldig maakt.
Art. 3 Vlagbeginsel
De Nederlandse strafwet is
toepasselijk op ieder die zich
buiten Nederland aan boord van
een Nederlands vaartuig of
luchtvaartuig aan enig strafbaar
feit schuldig maakt.
9. Algemene bepalingen
Verder bevatten de algemene bepalingen begrippen die betrekking
hebben op:
• De omschrijving wie strafbaar
is als dader en als
medeplichtige
• De strafbaarheid bij een
poging
• De strafbaarheid van
rechtspersonen
• De uitsluiting van straf bij de
strafuitsluitingsgronden
10. Slotbepaling van artikel 91 Wb Sr
De bepalingen van de Titels I-VIII A van dit Boek zijn ook
toepasselijk op feiten waarop bij andere wetten of verordeningen
straf is gesteld, tenzij de wet anders bepaalt.
Alleen de wet in formele zin (gemaakt door de hoogste wetgever,
regering en Staten-Generaal samen) mag afwijken van de
algemene bepalingen uit het 1e
boek Sr.
Een wet in materiële zin (lagere wettelijke bepaling zoals APV,
AMvB, provinciale verordening) kan NOOIT afwijken van de
algemene bepalingen uit het 1e
boek Sr)
11. Misdrijven en overtredingen
Misdrijven
(Rechtsdelict)
•Ernstig strafbaar feit
•Poging is strafbaar
•Medeplichtigheid is strafbaar
•Gevangenisstraf is mogelijk
•Berechting door rechtbank
Overtredingen
(Wetsdelict)
•Licht strafbaar feit
•Poging is niet strafbaar
•Medeplichtigheid is niet
strafbaar
•Geen gevangenisstraf
•Berechting door kantonrechter
12. Opdrachten en vragen (inleveren bij de
volgende theorieles HTV)
1. Geef bij ieder van de volgende begrippen een eigen voorbeeld, waaruit blijkt wat dit begrip
betekent.
•Legaliteitsbeginsel
•Territorialiteitsbeginsel
•Vlagbeginsel
•Misdrijf
•Overtreding
2. Leg uit of het bij de volgende strafbepalingen om een misdrijf of overtreding gaat.
•Artikel 326 Sr
•Artikel 300 Sr
•Artikel 431 Sr
•Artikel 11 lid 1 en 2 Opiumwet
•Artikel 424 Sr
3. Waarover gaat het materieel strafrecht?
4. Wat is het verschil tussen materieel en foormeel strafrecht?
5. Beschrijf de indeling van het wetboek van strafrecht.
6. Wat is het verschil tussen misdrijven en overtredingen?
7. Waarvoor is het onderscheid tussen misdrijven en overtredingen van belang?
8. Wat houdt het territorialiteitsbeginsel in en waar is het vastgelegd?
Notas do Editor
Nederland omvat het Nederlandse grondgebied, met inbegrip van de wateren en de zee tot een breedte van 12 int. Zeemijlen. Ook het luchtruim boven dit gebied wordt tot Nederland gerekend.