De ‘wet van Pleuris = V x R x M²’ is een resultaat van het MCDm onderzoek Van gebeurtenis tot crisis, wanneer breekt de pleuris uit? (2002). Met deze formule is te verklaren wanneer een gebeurtenis de maatschappelijke en media-aandacht domineert.
De Wet van Pleuris legt een verband gelegd tussen 3 variabelen van een gebeurtenis en de mate van commotie die kan ontstaan. De 3 variabelen - Verwijtbaarheid, Relevantie en Mediageniekheid - zijn objectief vast te stellen kenmerken van een gebeurtenis. Op basis hiervan is volgens de onderzoekers een inschatting te maken met welke nieuwe (crisis)situatie ze dienen om te gaan. De ontleding van de Wet laat ik zien in deze presentatie aan de hand van de grote zedenzaak in Amsterdam.
In de presentatie geef ik aan dat met de komst van social media de Wet van Pleuris naar mijn idee is aan te passen tot Wet van Pleuris 2.0. Op social media zijn de meest saillante en aanvullende details snel al te vinden. Denk daarbij aan foto’s, filmpjes, namen of andere persoonsgegevens van daders en slachtoffers. Via Twitter, Facebook of Hyves is alles bijna al bekend voordat de overheid is ingelicht over het incident.
Ook na de babymoord in Nij Beets is bijvoorbeeld binnen afzienbare tijd de foto van de verdachte online te vinden, net als al haar adresgegevens. Een van de gevolgen is het aantrekken van ‘ramptoeristen’. Ook de zoektocht naar de vader van de vier baby’s gebeurde via Twitter, Hyves en Weblogs.
De aanwezigheid van sociale media zorgt voor een snellere verspreiding en meer interactie, waardoor een crisissituatie kan worden versterkt. De traditionele media benutten deze social media en vice versa. In de formule dienen deze twee variabelen elkaar daarom te beïnvloeden.
Naast de babymoord in Nij Beets en de zedenzaak in Amsterdam tonen ook andere crisissituaties aan dat de formule is verworden tot de wet van Pleuris 2.0: P = V x R x (S)M³.
Ik ben benieuwd of jullie dat ook zo zien.
50. De mate van Pleuris sterkte hangt vooral samen met de maatschappelijke impact die een gebeurtenis heeft. Hoe groter de drie variabelen, hoe groter de maatschappelijke impact, hoe groter de Pleuris!
51. Om te achterhalen of er sprake kan zijn van toenemende Pleuris sterkte, is het ‘scenario-denken’ nodig. Kan de Wet van Pleuris 2.0 daar bij helpen, of is de werkelijkheid altijd anders?
52. Hoewel deze presentatie wil aantonen dat er een Wet van Pleuris 2.0 is, wil ik zeker niet voorbij gaan aan de ernst van de zedenzaak in Amsterdam. Ook nu nog: sterkte voor alle betrokken!
53.
Editor's Notes
De V staat voor Verwijtbaarheid : was het te voorzien dat dit kon gebeuren? Is iets soortgelijks al eerder gebeurd? Is er een instantie die hiervan de schuld kan krijgen? Houdt men nog steeds dingen achter? Invulling van deze vragen gebeurde op het internet aan de hand van een artikel. Het vermoeden is dat er mogelijk fouten zijn gemaakt.
Betreft de gebeurtenis iets wat mensen belangrijk vinden? S luit gebeurtenis aan op belangrijke ontwikkelingen? T ast de gebeurtenis de belangen van mensen aan? I s gebeurtenis symbo lisch voor andere zaken ? T oont de gebeurtenis inherente fouten in organisatie? In hoeverre is er maatschappelijke onrust waar gebeurtenis op aansluit? T ast gebeurtenis vertrouwen van burger aan? Leidt gebeurtenis tot ontstaan van een vijandbeeld? Wat zijn kosten die met gebeurtenis samenhangen? Hoe groot is geografische en psychologische afstand?
Sommige evenementen kunnen met de objectieve risicoanalysescorelijst als betrekkelijk risico-arm naar voren komen. Toch kunnen zij de potentie hebben om, áls er zich tijdens het evenement een calamiteit voor doet, uit de hand te lopen. De mate waarin een gebeurtenis uit de hand loopt, hangt samen met de maatschappelijke impact die de gebeurtenis heeft. Om een inschatting te kunnen maken van de maatschappelijke commotie die een crisis met zich mee kan brengen, zijn 3 aspecten van belang: verwijtbaarheid ; het gaat hierbij niet om objectieve, maar om subjectieve verwijtbaarheid en om gevoelens en emoties van verwijtbaarheid; relevantie ; naarmate een kwestie relevanter is voor een individu of groep, zal er sterker op worden gereageerd. Met andere woorden, hoe meer een gebeurtenis past in het referentiekader van mensen, hoe meer het met mensen ‘doet’. Ook de geografische locatie speelt hierbij een rol (is het letterlijk ‘ver van mijn bed’) en het idee of het iedereen kan overkomen; mediageniekheid ; hoe ‘aansprekender’ de gebeurtenis, hoe meer aandacht van de pers. Gewonde kinderen spreken meer tot de verbeelding dan gewonde voetbalsupporters. In bijlage I staan de 3 aspecten door middel van subvragen verder uitgewerkt. Deze subvragen kunnen met ‘ja’ of ‘nee’ worden beantwoord. Hoe meer ‘ja’ er wordt gescoord, hoe groter de maatschappelijke impact van een incident zal zijn. Bij het doornemen van de lijst met subvragen is een bepaalde mate van ‘scenario denken’ nodig. Met andere woorden, er moet worden nagedacht over de vraag; “wat is het effect als ……”. Bij het uitwerken van dit onderwerp is gebruik gemaakt van de ‘Wet van Pleuris’ zoals die is ontwikkeld door studenten van de MCDM opleiding (Master of Crisis and Disaster Management, leergang 2000 – 2002, Nibra)