SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 122
1
Competentiemanagement
          2.0
    Nov-dec 2012
             Hans van Stiphout
   hans.van.stiphout@quattro-development.be

                       &
              Frank Vander Sijpe
        frank.vander.sijpe@securex.be




                                              2
 Kennismaking met competentiemanagement en
  …
 …hoe ermee aan de slag te gaan in je eigen

  organisatie.




                                               3
1.    Werken met competenties: wat, waarom,
      jargon, succesfactoren
2.    Werken met competenties: opstellen van
      functie – competentieprofielen
3.    Meten van competenties
4.    Ontwikkelen van Competenties – werken met
      een POP
5.    Werken met competenties, ideeën over leren
6.    Talentmanagement
     ◦ Talent ontdekken
     ◦ Waarderende aanpak

                                                   4
 Interactief
 Actief, dynamisch

 Praktisch

 Het mag ook leuk zijn




                          5
•Naam
•Bedrijf, functie, hobbies
•Een competentie waar je
sterk in bent + verhaal
•Verwachtingen workshop
(op post its)



                             6
7
‘Het beheren van de competenties nodig in de
  organisatie:

-   Voor het bereiken van de strategische doelen van
    de organisatie

-   Om het individu te helpen bij het bereiken van
    zijn persoonlijke doelen en bij de uitvoering van
    zijn functie’


                                                        8
9
Een competentie definiëren we als:

 ‘ kennis, vaardigheid of attitude die
 observeerbaar en meetbaar is en die leidt tot
 het succesvol uitvoeren van een job’

                            Vaardig
            Kennis          heden




                     Attitudes



                                                 10
 Bepalen en verhogen van menselijk ‘kapitaal’:
  juiste aantal met juiste mix van competenties
 Scheppen van duidelijkheid voor en
  ‘commitment’ van medewerkers: aantrekken,
  motiveren en behouden van werknemers
 Doelen van organisatie en medewerkers laten
  overeenkomen
 Ondersteunen van HRM-proces: effectievere
  uitgaven en gebruik van resources



                                                  11
 Recrutering
 Functiebeschrijving en –classificatie
 Prestatie-evaluatie
 Selfmanagement
 Doorstroom
 Loopbaanontwikkeling
 Coaching, training, self-learning
 Uitstroom
 ….




                                          12
gerealiseerd door de integratie van de werkingsprincipes in
de verschillende HR processen:

                              recrutering &selectie
                                    • extern
                                    • interne mobiliteit
                                    •…
         loopbaan                                          opleiding en ontwikkeling
        • doorgroeien                                            • development center
        • talent management           Competentie-               • cursussen
        • assessment
        •…
                                      management                 •…


             kennismanagement                       performance management
             • kennis localiseren                           • Feedback
             • opslaan en delen                             • persoonlijke objectieven
             •…                                             •…



                                                                                         13
   Voor de organisatie krijg je een
    managementtool, gemeenschappelijke taal /
    kansen voor de lerende organisatie /
    veranderingsmanagement.

   Voor de medewerker: motivatie, commitment,
    empowerment, duidelijkheid




                                                 14
 Vanuit organisatiedoelen (visie, missie, waarden
  – strategische, tactische en operationele doelen)
  ….
 …de gewenste competenties bepalen

  (competentiemodel)…
 …en de huidige meten…
 …om ze dan te ontwikkelen (aan te trekken)…
 …en te beheren (competentiemanagement).




                                                      15
   Competentiehandboek: beschrijft de (meestal) generieke
    competenties in een organisatie. Creëert gemeenschappelijk jargon
    en duidelijkheid.
   Competentieprofiel : samenstel van competenties (voor bvb. een
    functie, of een persoon)
   Generieke competentie : Competenties die essentieel zijn om de
    doelen van de organisatie te realiseren – zijn (meestal)relevant voor
    alle medewerkers. Vb.: efficiënt werken
   Waardegebonden competenties : competenties die gebonden
    zijn aan de waarden die de organisatie heeft voorop gesteld.
    Vb.: samenwerken




                                                                            16
   Vaktechnische competenties : technische ‘vaardigheden,
    kennis of inzichten’ die iemand moet bezitten om een job succesvol
    te kunnen uitoefenen.
    Vb.: Frans spreken
   Functiegebonden competenties : gebonden aan een bepaalde
    rol of functie.
    Vb. Lonen berekenen voor een dossierbeheerder
   Groepsompetenties : competenties nodig voor bepaalde groepen
    of functies.
    Vb.: competenties voor de maatschappelijk werkers, of voor
    leidinggevenden




                                                                         17
   Niveau: bepaling die aangeeft in welke mate een
    competentie vereist/bereikt/noodzakelijk is.


   Indicator: beschrijving van concreet gedrag dat bij een
    bepaalde competentie past (en dikwijls ook bij een
    bepaald niveau).
    Vb.: Legt het werkmateriaal na gebruik terug op z’n
    plaats.




                                                              18
Identificeren, aantrekken, beoordelen, ontwikkelen van de vereiste
competenties om de strategische doelstellingen van de NMBS
Groep te realiseren



                               Competenties

              Vaktechnisch                    Gedrag
            specifiek per Directie,       omschreven in een
            functiegroep, domein          woordenboek voor de ganse
                                          Groep




                                                                      19
Een competentie definiëren we als:

 ‘ kennis, vaardigheid of attitude die
 observeerbaar en meetbaar is en die leidt tot
 het succesvol uitvoeren van een job’

                            Vaardig
            Kennis          heden




                     Attitudes



                                                 20
Kennis   Kunde   Motivatie       Waarden Vaardigheden


    Kennen            Willen             Kunnen


 Vaktechnische     Loopbaan
                 verwachtingen
                                 Gedragscompetenties
 competenties




                                                        21
Het basisinstrument :
   de competentieprofielen
Een competentieprofiel van een functie catalogeert die
competenties die nodig zijn om functie succesvol uit te voeren:

                                   Generieke competenties per bedrijf

                                                 +
                                    Generieke competenties voor de      Maximum 12
                  Gedrag
                                   functiegroep (Level competenties)
    Competentie
    profiel                                      +
                                     Functiespecifieke competenties


                  Vaktechnische competenties




                                                                                     22
23
   En oog voor het organisatiebelang én oog voor de
    individuen
   Maken van de match tussen de 2: zorgen voor de “win-
    win”
   Coherent managen van de verwachtingen
   Systemen helpen, zijn nodig
   Zonder steun van het management lukt het niet
   Directie, eerste lijnmanagement & de medewerkers,
    ieder heeft zijn rol te spelen
   Het moet leiden tot actie, kwaliteit is een marathon, geen
    sprint



                                                                 24
“The illiterate of the 21st
century will not be those who
cannot read and write, but
those who cannot learn,
unlearn, and relearn”.

Alvin Toffler


                                25
26
27
Begrippen over het "profiel"
Het profiel van de politieman geeft drie competentietypes weer

1.    Algemene competenties
2.    Specifieke competenties
3.    Technische competenties

Deze competenties worden onderverdeeld in vier niveaus :
1.    De kennis (algemeen, specifiek en technisch)
2.    De vaardigheden (algemeen, specifiek en technisch)
3.    De attitudes (het zijn) (algemeen, specifiek en technisch)
4.    Het worden (georiënteerd naar het ontwikkelingspotentieel van
   het individu).



                                                                      28
29
   lexicon van 32 gedragscompetenties voor de Vlaamse overheid =
    gemeenschappelijk taalgebruik
   elke competentie wordt gedefinieerd
   per competentie worden 3 tot 5 niveaus onderscheiden
   elk niveau wordt geïllustreerd met een aantal kenmerkende
    gedragsindicatoren
   er worden vier waardegebonden competenties gedefinieerd (in 4
    niveaus) = vertaling van missie,visie,waarden
   handleiding formuleert gemeenschappelijke principes bij het
    omgaan met competenties in de HR-processen




                                                                    30
   Vanuit de missie, visie en waarden voor de Vlaamse
    overheid wordt als doelstelling vooropgesteld :
    “Wij willen onze klanten (interne en externe) een
    betrouwbare dienstverlening verzekeren. Met dit doel
    voor ogen zullen wij collegiaal samenwerken en
    voortdurend streven naar de verbetering van
    kwaliteit,effectiviteit en efficiëntie. “
   De 4 waardegebonden competenties
    ◦ Voortdurend verbeteren
    ◦ Klantgerichtheid
    ◦ Samenwerken
    ◦ Betrouwbaarheid                                      31
32
⇒Niv. I : werkt mee en informeert anderen
 − geeft informatie die nuttig is voor anderen door
 − behandelt anderen met respect ongeacht hun positie,achtergrond
   of opvattingen
⇒Niv. II : helpt anderen en pleegt overleg
 − bevraagt spontaan en pro-actief de mening van anderen
 − biedt hulp aan bij problemen, ook al valt dat niet onder de eigen
   taak...
⇒Niv. III : stimuleert de samenwerking binnen de
 entiteit
 − komt met ideeën om het gezamenlijk resultaat te verbeteren…
⇒Niv. IV :creëert gedragen samenwerkingsverbanden
 met en tussen andere entiteiten

                                                                       33
34
35
36
37
Competenties als bijdrage
                                    01.                       02.
in de effectiviteit van de
                               BESTUURLIJK-                 SOCIAAL-
organisatie                  ORGANISATORISCHE            COMMUNICATIEVE
                               COMPETENTIES               COMPETENTIES

The Art of                   Structuur                             Cultuur

Management                                   06.
                                         COMPETENTIE
                                         ONTWIKKELING

                                                Mensen


                             05.                                    03.
                        TAAKGERICHTE                          INTELLECTUELE
                        COMPETENTIES                          COMPETENTIES
                          daadkracht                             denkkracht


                                               04.
                                          EMOTIONELE
                                         COMPETENTIES
                                           gevoelskracht
                                                                              38
01.                                                                                                                        02.
  BESTUURLIJK-                                                                                                                  SOCIAAL-
ORGANISATORISCHE                                                                                                             COMMUNICATIEVE
  COMPETENTIES                                                               Samenwerken                                      COMPETENTIES
                                                            Leidinggeven
                                                                                               Betrokkenheid
                                                Visie

                                                                                                              Organisatie-
                                                                                   Overtuigings-               bewustzijn
                                       Plannen en                                     kracht
                                       organiseren


                                                                                                                          Netwerken
                              Resultaat
                             gerichtheid
                                                                              Coachen                                Communicatieve
                                                                                                                      vaardigheiden
                      Ondernemen                                                                             Klantge-
                                                                                                             richtheid
                                                              06. COMPETENTIE
                                                               ONTWIKKELING

         Initiatief                                                                                                           Oordeels-
                                                                 Leerver-
                                                                                                                              vorming
                                                                  mogen                                         Analytisch
                                      Inzet
                                                                                                                vermogen


                                                                                                                         Omgevings-
                                     Flexibi-                                                                            bewustzijn
                                       liteit                                                      Creati-
                       Kwaliteits-                                                                  viteit
                       bewustzijn


                                                        Inlevings-                                                           Vakman-
                                                                                     Integriteit                              schap
                       Besluitvaar-                     vermogen
     05.                 digheid                                                                                                       03.
TAAKGERICHTE                                                                                                                     INTELLECTUELE
COMPETENTIES                                     Zelfver-
                                                                                               Stress-
                                                                                            bestendigheid                        COMPETENTIES
  daadkracht                                     trouwen                                                                            denkkracht
                                                                            Moed


                                                04. EMOTIONELE COMPETENTIES                                                                39
                                                          gevoelskracht
   A N A L Y T I S C H   V E R M O G E N          
    synoniemen: probleemanalyse
   Signaleren van problemen, verbanden zien, gegronde conclusies trekken en
    consequenties inschatten. Deelt complexe problemen op in onderdelen en
    onderscheidt hoofd- en bijzaken. Maakt gebruik van logica.

    ◦ Niveau 1 - De essentie van het probleem zien
         stelt gerichte vragen om een probleem helder te krijgen
         gaat systematisch en gestructureerd te werk in het analyseren van een probleem
         verzamelt relevante informatie
         onderscheidt hoofd- en bijzaken in de aangeleverde informatie

    ◦ Niveau 2 - Verbanden leggen en oorzaken zien
         benadert een probleem vanuit verschillende invalshoeken en komt tot een genuanceerd oordeel
         weet wanneer de verzamelde informatie voldoende is voor het trekken van conclusies; maakt
          onderscheid tussen feitelijke informatie en interpretaties/veronderstellingen.
         legt verbanden tussen verschillende soorten informatie
         trekt conclusies over oorzaken en gevolgen (symptomen) van problemen

    ◦ Niveau 3 - Complexe analyses maken
         overziet gevolgen op lange termijn
         heeft inzicht in (onderliggende) belangentegenstellingen
         plaatst het probleem in een ruimere context dan zijn/haar eigen vakgebied
         ziet grote lijnen en tilt vraagstukken op een hoger abstractieniveau
         brengt complexe, soms tegenstrijdige informatie terug tot de kern



                                                                                                        40
Vergelijking van enkele
                                  competentiemodellen
    Copernicus           ICT bedrijf         Quintessence           Vlaamse            NMBS
                                                                 Gemeenschap
   Omgaan met          Omgaan met          Zelfmanagem        Persoons-          Informatie
    informatie           informatie           ent                 gerelateerd        Relatie
   Omgaan met          Inter-              Interactie          gedrag             Werkhouding
    taken                persoon-lijk        Informatie         Interpersoon-      Actie
   Leiding              gedrag              Probleem-           lijk gedrag        Leidinggeven
    geven               Probleem-            oplossen           Omgaan met            Leiden
   Interpersoon         oplossend           Organisatie         informatie            Begeleid
    lijke relaties       gedrag              Leidinggeven       Probleem-                en
   Persoonlijk         Beheersmatig                             oplossend
    functioneren         gedrag                                   gedrag
                        Leiding geven                           Beheersmatig
                                                                  gedrag
                                                                 Leiderschap
                                                                 Waarde-
                                                                  gebonden
                                                                  competenties




                                                                                                     41
42
43
 Start met een competentieanalyse voor de
  desbetreffende functie.
 Stel de competenties op:
  - Vaktechnische competenties
  - Gedragscompetenties
    ◦ Generieke
    ◦ Level
    ◦ Functiespecifiek
   Gebruik hiervoor bestaand competentiemodel


                                                 44
   Bepaal noodzakelijke niveau

   Bepaal gedragsindicatoren




                                  45
 Voor vaktechnische competenties moet je
  meer gedetailleerd zijn.
 Geen overload van competenties: Maximum
  10 à 12 gedragscompetenties
 Betrek bij het opstellen verschillende
  mensen: functiehouder, chef, medewerker,
  …
 Focusgroepen willen wel ‘ns tot goede
  resultaten leiden



                                             46
 Competentie moet meetbaar en observeerbaar zijn
 Eenduidige interpretatie
 Vermijd overlap tussen competenties




                                                    47
 Analyse van missie, visie, waarden
 Interview
 Functiebeschrijving

  (competentiematrix)
 Critical incident methode
 Differentiële analyse
 Competentiekaarten
 Expertsystemen
 ….



                                       48
   Bepaal, indien nodig, familiefuncties (vb. Eerste
    leidinggevende (brigadier?), controleur, …)
    Dit vermijdt dat je te veel functieprofielen moet
    opstellen
   Bepaal gedragscompetenties
    en waardegebonden competenties per familie
   Bepaal ze dan eventueel per functie
   Bepaal vaktechnische competenties -
   Welk niveau is nodig?
   Bepaal gedragsindicatoren


                                                        49
   Delhaize, 12000 medewerkers
    12 gedragscompetentieprofielen
   ING
    8 functiegroepen met gedetailleerd
    gedragscompetentieprofiel
   AGFA
    Van 15 naar 4 functiefamilies met
    competentieprofiel

    Bron : Iedereen Competent



                                         50
   Even niveaus geven een duidelijker beeld
   Drie, vier, vijf of meer categorieën?
   Niveauverschil is geen waarderingsverschil.
    Bvb. Onthaalbediende moet wellicht beter
    kunnen telefoneren dan Secretaris
   Voor vaktechnische competenties: kennis
    (weten) – inzicht (hoe en waarom) – toepassen
    – geïntegreerd of spontaan doen



                                                    51
 Gedragsgericht geformuleerd
 Positief geformuleerd
 Relevant
 Geven een goed beeld
 Volledig
 Geen overload: 3 à 6 per niveau




                                    52
Vaktechnische competenties             CWB
Gedragscompetenties

      Generiek               10 à 12
      Level niveau            met niveaus
      Functiespecifiek          met gedrags-
                                 indicatoren




                                                53
54
55
Strategie
            Strategie
Doelstellingen van een organisatie
Doelstellingen van een organisatie
   en de wegen waarlangs de
    en de wegen waarlangs de
   organisatie deze tracht te
   organisatie deze tracht te
            bereiken.
             bereiken.



          Structuur
           Structuur                            STRUCTURE
 Organisatiestructuur (TVB's) ,,
 Organisatiestructuur (TVB's)
           Processen
           Processen



   Shared values (Cultuur)
    Shared values (Cultuur)
Geheel van gedeelde opvattingen,
Geheel van gedeelde opvattingen,     STRATEGY               SYSTEMS
gemeenschap-pelijke waarden en
gemeenschap-pelijke waarden en
            normen.
            normen.

                                                 SHARED
                                                 SHARED
           Systemen
           Systemen
         Procedures en
         Procedures en                           VALUES
                                                 VALUES
      Informatiesystemen.
      Informatiesystemen.


                                      SKILLS                 STYLE
             Skills
              Skills
       Kerncompetenties.
       Kerncompetenties.
     (Sleutel)Vaardigheden.
     (Sleutel)Vaardigheden.



    Stijl van Management:
     Stijl van Management:
 Rollen die managers vervullen.
 Rollen die managers vervullen.
                                                  STAFF


             Staf:
             Staf:
       People/Personeels
       People/Personeels
       Management, HRM
       Management, HRM




                                                              14-11-12   56
Enablers                       Resultaten




               Medewerkers                     Resultaten bij
                                                Resultaten bij
                Medewerkers                    medewerkers
                                                medewerkers




                 Beleid &
                  Beleid &                     Resultaten bij
                                                Resultaten bij
Leiderschap      Strategie        Processen
                                   Processen      klanten         Sleutel
                                                                   Sleutel
 Leiderschap      Strategie                        klanten       prestatie-
                                                                  prestatie-
                                                                 resultaten
                                                                  resultaten



               Partnerschappen                  Resultaten in
                Partnerschappen                  Resultaten in
                & Middelen
                 & Middelen                    de samenleving
                                                de samenleving


                         Innoveren en leren


                                                                               57
Visie                                                Prestatiemanagement

                                      Prest
Missie      Waarden                                 Follow up           Evaluatie
                                      Obj.

 Beleid & strategie    Resultaat
                       gebieden
                                                                    Beloning
 Kernprocessen        Objectieven        MOTIVATIE                  Loopbaanpl.
Kerncompetenties
                       Gewenste                   Coaching,
                      competenties    Ontwik
     Structuur                                    empowerment            Evaluatie
                                      Obj.
        Stijl                                     zelfkennis
     Systemen
                                                    Ontwikkelingsmanagement
         …             Gap-analyse

                                       Rekrutering: (intern / extern)
  Rollen/functies
                       Aanwezige
                      competenties
   Strategisch                       Tactisch en operationeel
59
   Waarvoor wordt er gemeten?
    Anders voor:
    - Rekrutering (alles)
    - Opleiding
    - Mutatie (er zijn reeds competenties verworven)

   Autodiagnose kàn bvb. ifv opleiding ok zijn (maar lang
    niet altijd – denk hier bvb. ook aan n+1- meting)
   Betrek in elk geval de medewerker
   Voorbereiding is al het halve werk (vb. Ifv van
    functioneringsgesprek)



                                                             60
 Ongestructureerd interview ( .25 –validiteit)
 Gestructureerd interview (.45)
 Capaciteitstests ( .45)
 Assessment/Development Center (.45)
 Potentieelbeoordeling door team op basis van

  geobjectiveerd referentiekader (.45)
 Biografische gegevens (CV, etc..)
 Gecontroleerde referenties (.20)
 Grafologie ( 0)
 Combinatie van …..

                                                  61
Een assessment center is een evaluatieproces
 waarbij een individu of een groep van
 individuen worden beoordeeld door
 verschillende beoordelaars (assessoren), die
 daarvoor een geïntegreerde set van technieken
 gebruiken. Simulaties waarbij
 gedragsobservatie basis is van de meting ,
 maken deel uit van de gehanteerde technieken.




                                                 62
 In basket oefening
 Gesprek met medewerker (rollenspel)

 Groepsdiscussie

 Planningsopdracht

 Aangevuld met tests




                                        63
Leidinggevende




Collega’s         IK         Klanten




            Medewerkers
                                       64
65
 Op basis van je competentieprofiel
 Waar “scoor” je goed of slecht en waarom?




                                              66
 Situatie

 Taak

 Actie

 Resultaat

 Reflectie




              67
 Gebruik liefst een combinatie van instrumenten.
 Gestructureerd interview vraagt het minste tijd en

  heeft een hoge validiteit.
  Vraagt vooraf wel werk




                                                       68
70
Een POP is een ‘ontwikkelingscontract’ tussen het
bedrijf en de medewerker. De bedoeling is de
medewerker de kans te bieden zich verder te
ontwikkelen, zodat de organisatiedoelen van het
bedrijf en de ambities van de medewerker zo
goed mogelijk op elkaar kunnen worden
afgestemd




                                                    71
   Lange-termijn-doelen van de organisatie

   Huidige en toekomstige functie-eisen

   Functioneren van de medewerker

   Loopbaanwensen van de medewerker




                                              72
   Je krijgt de kans beter te worden in je vak
   Je krijgt de kans meer van je talenten te ontwikkelen
   Je kan je in je vakgebied gaan specialiseren
   Je kan gevarieerder werk gaan doen, je wordt beter
    inzetbaar
   Je kan je functie-inhoud verrijken
   Je kan doorgroeien naar een andere/hogere functie
   Je roest niet vast in een job die je niet meer boeit
   Ergens anders een baan gaan zoeken…




                                                            73
   Kennis, vaardigheden en houdingen blijven aansluiten bij de
    organisatiedoelen
   Gemotiveerde medewerkers, omdat ze hun eigen ambities
    kunnen verwezenlijken
   Gebruik maken van onvermoede talenten
   Medewerkers breder inzetbaar, zodat ze flexibeler kunnen
    opereren
   Werving en selectie kosten minder als meer mensen
    doorgroeien naar andere functies
   Verzuim en verloop worden kleiner, tevredenheid groter
   Je kan psychische of fysische overbelasting makkelijker
    voorkomen
   Je houdt opgebouwde expertise langer in huis

                                                                  74
 Mensen die doelgericht aan hun ontwikkeling of
  loopbaan willen werken
 Mensen wiens huidige functie niet (meer) geschikt

  is (te zwaar, of juist niet uitdagend genoeg)
 Leidinggevenden die behoefte hebben aan breed

  inzetbare medewerkers




                                                      75
   Een open, stimulerende organisatiecultuur

   Een coachende stijl van leidinggeven

   Aandacht voor loopbaanbegeleiding

   Ondersteuning van de visie, missie en strategische doelen

   Staat de cultuur van de organisatie toe om te leren

   SOP? Strategisch ontwikkelingsplan (op organisatieniveau)




                                                                76
   Voorbereidingstraject: medewerker én chef! (wat
    met n + 2?)

   Gesprek en vaststelling: oriëntatiegesprek,
    functioneringsgesprek,…

   Uitvoering én evaluatie: Leidinggevende en
    medewerker hebben gedeelde
    verantwoordelijkheid


                                                      77
   Hoe ontwikkelt de organisatie zich in de komende jaren?
   Welke competenties heeft de medewerker nu?
   Welke competenties zijn nodig voor diens huidige
    functie?
   Hoe gaat de functie zich ontwikkelen?
   Welke competenties zijn nodig voor de toekomstige
    functies?
   Zijn er andere functies waarvoor ik deze medewerker
    geschikt acht?




                                                              78
 Waar ben ik goed in?
 Wat doe ik graag?
 Gebruik ik dat in m’n huidige functie?
 Wat kan ik doen om m’n functie beter te

  vervullen?
 In welke richting wil ik me verder ontwikkelen?
 Wat zijn mijn ambities?
 Wat wil ik daarvoor leren?




                                                    79
 Functioneren van de medewerker
 Wat de medewerker wil leren, of waar hij vindt dat
  zij moet verbeteren
 Competenties die de huidige functie vereist
 Competenties die nodig zijn voor de functie in de
  toekomst
 Lange-termijn-doelen van de organisatie
 Loopbaanwensen




                                                       80
 Komen uit het competentiehandboek of uit de
  functiecompetentieprofielen
 Worden best praktijkgericht geformuleerd; vb. ‘

  Leren met een nieuw computerprogramma
  werken’ of ‘Leren je meer klantgericht opstellen’
 Maak een onderscheid tussen korte termijn (tot

  1 jaar) en middellange termijn (tussen 1 en 5
  jaar)
 Benoem ze wel altijd SMART




                                                      81
 Specifiek
 Meetbaar
 Aanvaard
 Realistsich/Relevant
 Tijdsgebonden




                         82
 Welke concrete activiteit je gaat ondernemen
 Wat het gewenste resultaat is
 Wanneer het doorgaat
 Wanneer je gaat evalueren
 Welke ondersteuning en faciliteiten je nodig hebt (
  eigen uren, uren chef of collega, budget,
  leermiddelen, …)




                                                        83
Ontwik-            Ontwik-            Gewenst           Planning         Evaluatie   Onder-
kelings-           kelings-           resultaat                                      steuning
doel               activiteit                                                        en
                                                                                     faciliteite
                                                                                     n
1. Klant-gericht   Zes keer een       Inzicht: welke    15 maart tot 1               24 werkuren
werken             do.nm.             benadering        mei                          supervisie van X
                   Meewerken op       levert tevreden
                   een servicebalie   klanten?
                   onder supervisie   Ervarning: hoe
                   van X              doe je dat?

2.


3.


4.


Handtekening Medewerker
Handtekening Chef + datum



                                                                                                        84
Ontwik-    Ontw.act.   Gewenst     Planning   Evaluatie   Ondersteu
kelings-               resultaat                          ning/faci-
doel                                                      liteiten




                                                                       85
Ideeën over leren




                    86
De manager               De medewerker


 Analyseren                Moeten
 Initiëren & Realiseren    Willen

 Motiveren                 Kunnen

 Faciliteren               Durven




                                               87
MEDEWERKER

    Denk: aan:                                     POP                  Bijvoorbeeld:
    Waar sta ik?
                                                                        Bemiddelen
    Wat wil ik?
                                                                        Begeleiden
    Wat moet ik?                                                        Opleiden en trainen
                              Faciliteren                 Motiveren
                                                                        Voorbeeldgedrag tonen




                                            INZETBAARHEIDSPLAN
DENKEN                                                                           DOEN


                                 Analyseren
                                                           Realiseren
Denk aan:                                                               Bijvoorbeeld:
Consequenties business ontwikkeling                                     Verbeteren opleidingsniveau
voor de mensen?                                                         Aantrekken nieuwe
Welke bezetting heb ik nodig in functie?                                medewerkers
van ambities van de organisatie
                                                                        Job rotatie & Job verrijking
Wat is de gewenste versus reële situatie       HR-BUSINESS
als het om mijn medewerkers gaat?
                                                  PLAN


                                             ORGANISATIE

                                                                                                       88
 Opleiding
  klassikaal, vooral kennisgericht
 Training

  dingen inoefenen
 Vorming

  werken aan gedrag, attitude




                                     89
 Concreet ervaren
 Waarnemen en overdenken

 Abstracte begripsvorming

 Actief experimenteren




                             90
   Directe ervaring, dingen doen

   Nieuwe ervaringen, problemen oplossen

   In het diepe worden gegooid met een uitdagende
    taak




                                                     91
   Nadenken over acties – tijd daarvoor krijgen

   Beslissingen nemen zonder tijdsduur

   Eerst denken en dan pas doen

   Planning is !




                                                   92
   Gestructureerde situaties met duidelijke doelen
    (congres, boeken,…)

   Relatie leggen met reeds opgedane kennis

   Intellectueel worden uitgedaagd

   Theoretische concepten, modellen




                                                      93
   Duidelijk verband tussen leren en werken

   Richten op praktische zaken

   Technieken aanleren met praktische voorbeelden

   Uitproberen olv een expert




                                                     94
 www.impulscentrum.be
 www.123test.nl
   Cursus: korte, lange,…
   Peter – en meterschap
   Boek lezen
   Supervisie
   Intervisie
   Congres / college
   Coaching
   Business games
   Communities of practice
   ….

                              96
   Ontdek de sterktes

   Droom voor de toekomst vanuit die
    sterktes

   Ontwerp vanuit sterktes

   Bestendig

                                        97
Talent- en competentiemanagement
• Uitgangspunt organisatie
• Strategische focus
• Competentiewoordenboeken,
  -profielen
• Assessment, ontwikkelgesprek
• Deficit thinking
• Gaps sturen ontwikkeling
Deficit thinking     Positive thinking
 Zwak in            • Sterke
  onderhandelen        commerciële
 Weinig assertief     vaardigheden
 Onvoldoende        • Communicatief
  leidinggevende       talent
  capaciteiten       • …
…
 Uitgangspunt medewerker
 Zelfsturend leren

 Intern ondernemer

 Autonome professionals

 Creatieve spanning

 Passie, flow, sterktes sturen ontwikkeling
 Geschiedenislijn
 Waarderend interview, succesanalyse-

  interview
 Zelfonderzoek

  (Strengthfinder, Insight, KK , MBTI, …)
 Momenten van hoog presteren zonder inspanning
  te voelen
 Je bent je niet bewust van de tijd

 Hoge mate van uitdaging, duidelijk doel

 Situatie vraagt om optimaal benutten van je talent

 Gedrag dat je net aankunt
Autonomy is the need to have
 control over what you do – to
 self-regulate, and make your
 own choices.
Relatedness is the basic
 human need to feel connected
 to others.
Competence refers to our
 innate drive to engage new
 challenges and experience
 mastery – to get good at
 things.
 ik kijk uit naar activiteiten op dit terrein
 ik geniet enorm terwijl ik bezig ben

 ik vind het normaal, de anderen zeggen dat ik hier

  goed in ben
 ik verlies dan de tijd uit het oog

 ik voel pas nadien vermoeidheid

 na afloop voel ik me gelukkig, mentaal opgeladen

 ik kan het ook als ik moe ben, of een kater heb
Talent- en competentiemanagement
 ‘to appreciate’ : waarderen; het beste in de
  mensen of in de wereld om ons heen
  herkennen; sterktes en successen uit heden
  en verleden bekrachtigen; die dingen op het
  spoor komen die ‘leven geven’;
 ‘to inquire’ : bestuderen, onderzoeken,

  ontdekken of vragen stellen, open staan om
  nieuwe mogelijkheden te zien

    => HET WAARDEREND ONDERZOEK
In de brede zin :
               AI is een manier van in de wereld
                te staan met een focus op
                hetgeen positief, vruchtbaar
                en energiegevend is in eigen
                leven en dat van anderen
 Constructionistische principe
 Simultane principe

 Poëtische principe

 Toekomstgerichte principe

 Positieve principe




                                  AI
• Zet mensen in duo’s of trio’s rond
  positieve ervaringen in de organisatie;
            zoek ‘piekervaringen’,
  succesverhalen
• Laat hun kwaliteiten opsommen
• Laat de omstandigheden benoemen
  waardoor ze die kwaliteiten kunnen
  benutten
• ‘ Hoe droom je dat de organisatie er in
  2015 zal uitzien?’
• ‘In 2015 krijgen wij een award;
  waarvoor zullen we die krijgen?’
• Doel: aanwezige krachten/kwaliteiten
  worden embryonaal benut om de
  toekomst vorm te geven
• Bepaal de essentiële zaken die
  aangepakt zullen worden
• Zorg dat de verantwoordelijkheid voor
  de uitvoering op de juiste plaats komt
• De juiste plaats is dikwijls die van de
  aanbrenger van de verandering
  (mits ondersteuning van de hiërarchie)
• Stimuleer de verandering vanuit
  kwaliteiten/krachten
• Eénmalige actie is niet voldoende –
  jaarlijks herhalen?
• Motivatie ontstaat door positieve
  resultaten
• Organisatieontwikkeling
   • Veranderprocessen
• Teamontwikkeling
• Persoonlijke ontwikkeling
   • Talent management
   • POP
   • F-gesprekken
   • Coaching
   • …
Probleemoplossende aanpak    Waarderende benadering
   Wat gaat er niet goed?   • Wat gaat er goed?

   Waar ligt het aan?       • Welke droom heb je over
                               de toekomst?
   Wat zijn mogelijke       • Wat is je gewenste
    oplossingen?               toekomst? Formuleer een
    (brainstorm)               ambitie.
   Wat gaan we doen?        • Hoe maak je die ambitie
    (actieplan)                realiteit?
Don’t ask what the world needs.

Ask what makes you come alive,
         and go do it.

Because what the world needs are
  people who have come alive.

                      Howard
            Thurman

Mais conteúdo relacionado

Destaque

Sheets Competentiemanagement Haconplus 2010
Sheets  Competentiemanagement Haconplus 2010Sheets  Competentiemanagement Haconplus 2010
Sheets Competentiemanagement Haconplus 2010annehallema
 
Overwegingen aanpak competentiemanagement
Overwegingen aanpak competentiemanagementOverwegingen aanpak competentiemanagement
Overwegingen aanpak competentiemanagementvanessel1954
 
SOA organisatorisch perspectief
SOA organisatorisch perspectiefSOA organisatorisch perspectief
SOA organisatorisch perspectiefDan Kamminga
 
Samen Kantelen samenvatting 150625
Samen Kantelen samenvatting 150625Samen Kantelen samenvatting 150625
Samen Kantelen samenvatting 150625Calisa Nuis
 
(Ict Event) Onderzoek Naar Bestuurders In Samenwerking En De Betekenis Daarva...
(Ict Event) Onderzoek Naar Bestuurders In Samenwerking En De Betekenis Daarva...(Ict Event) Onderzoek Naar Bestuurders In Samenwerking En De Betekenis Daarva...
(Ict Event) Onderzoek Naar Bestuurders In Samenwerking En De Betekenis Daarva...Dan Kamminga
 
Ketensamenwerking; voorwaarden voor succes 2015
Ketensamenwerking; voorwaarden voor succes 2015Ketensamenwerking; voorwaarden voor succes 2015
Ketensamenwerking; voorwaarden voor succes 2015Jo Horn
 
Samenwerken tussen organisties
Samenwerken tussen organistiesSamenwerken tussen organisties
Samenwerken tussen organistiesDan Kamminga
 
Presentatie Cm Nofa Sietze 2004
Presentatie Cm Nofa Sietze 2004Presentatie Cm Nofa Sietze 2004
Presentatie Cm Nofa Sietze 2004Sietze Jan Kamstra
 
Rapportage VBHC Stakeholder perspective 2017 Evelien vd Vinne_01
Rapportage VBHC Stakeholder perspective 2017 Evelien vd Vinne_01Rapportage VBHC Stakeholder perspective 2017 Evelien vd Vinne_01
Rapportage VBHC Stakeholder perspective 2017 Evelien vd Vinne_01Evelien van der Vinne
 
Coaching PowerPoint PPT Content Modern Sample
Coaching PowerPoint PPT Content Modern SampleCoaching PowerPoint PPT Content Modern Sample
Coaching PowerPoint PPT Content Modern SampleAndrew Schwartz
 
COACHING SKILLS POWERPOINT
COACHING SKILLS POWERPOINTCOACHING SKILLS POWERPOINT
COACHING SKILLS POWERPOINTAndrew Schwartz
 

Destaque (13)

Sheets Competentiemanagement Haconplus 2010
Sheets  Competentiemanagement Haconplus 2010Sheets  Competentiemanagement Haconplus 2010
Sheets Competentiemanagement Haconplus 2010
 
Overwegingen aanpak competentiemanagement
Overwegingen aanpak competentiemanagementOverwegingen aanpak competentiemanagement
Overwegingen aanpak competentiemanagement
 
SOA organisatorisch perspectief
SOA organisatorisch perspectiefSOA organisatorisch perspectief
SOA organisatorisch perspectief
 
Samen Kantelen samenvatting 150625
Samen Kantelen samenvatting 150625Samen Kantelen samenvatting 150625
Samen Kantelen samenvatting 150625
 
Veranderen in netwerken
Veranderen in netwerkenVeranderen in netwerken
Veranderen in netwerken
 
(Ict Event) Onderzoek Naar Bestuurders In Samenwerking En De Betekenis Daarva...
(Ict Event) Onderzoek Naar Bestuurders In Samenwerking En De Betekenis Daarva...(Ict Event) Onderzoek Naar Bestuurders In Samenwerking En De Betekenis Daarva...
(Ict Event) Onderzoek Naar Bestuurders In Samenwerking En De Betekenis Daarva...
 
Ketensamenwerking; voorwaarden voor succes 2015
Ketensamenwerking; voorwaarden voor succes 2015Ketensamenwerking; voorwaarden voor succes 2015
Ketensamenwerking; voorwaarden voor succes 2015
 
Samenwerken tussen organisties
Samenwerken tussen organistiesSamenwerken tussen organisties
Samenwerken tussen organisties
 
Presentatie Cm Nofa Sietze 2004
Presentatie Cm Nofa Sietze 2004Presentatie Cm Nofa Sietze 2004
Presentatie Cm Nofa Sietze 2004
 
Competentiemanagement
CompetentiemanagementCompetentiemanagement
Competentiemanagement
 
Rapportage VBHC Stakeholder perspective 2017 Evelien vd Vinne_01
Rapportage VBHC Stakeholder perspective 2017 Evelien vd Vinne_01Rapportage VBHC Stakeholder perspective 2017 Evelien vd Vinne_01
Rapportage VBHC Stakeholder perspective 2017 Evelien vd Vinne_01
 
Coaching PowerPoint PPT Content Modern Sample
Coaching PowerPoint PPT Content Modern SampleCoaching PowerPoint PPT Content Modern Sample
Coaching PowerPoint PPT Content Modern Sample
 
COACHING SKILLS POWERPOINT
COACHING SKILLS POWERPOINTCOACHING SKILLS POWERPOINT
COACHING SKILLS POWERPOINT
 

Semelhante a Praktisch competentiemanagement def

Martens & Brijs: our services and our beliefs.
Martens & Brijs: our services and our beliefs.Martens & Brijs: our services and our beliefs.
Martens & Brijs: our services and our beliefs.ruthbrijs
 
Mobility management 1
Mobility management 1Mobility management 1
Mobility management 1Koos Oldhoff
 
Bpc Missie 10 4 2012
Bpc Missie 10 4 2012Bpc Missie 10 4 2012
Bpc Missie 10 4 2012wesselberkman
 
De essenties van hrm beleid
De essenties van hrm beleidDe essenties van hrm beleid
De essenties van hrm beleidVanraaijhrm
 
Talent for Management
Talent for ManagementTalent for Management
Talent for Managementguest8f98487
 
HR Congres 01-09-2011 Eerstelijns Management Development
HR Congres 01-09-2011 Eerstelijns Management DevelopmentHR Congres 01-09-2011 Eerstelijns Management Development
HR Congres 01-09-2011 Eerstelijns Management Developmentimkopleidingenbv
 
Workshop leiderschap mijnbedrijf
Workshop leiderschap mijnbedrijfWorkshop leiderschap mijnbedrijf
Workshop leiderschap mijnbedrijfcommunicum
 
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5Pascal Van Loo
 
Algemene brochure 2 m
Algemene brochure 2 mAlgemene brochure 2 m
Algemene brochure 2 m2Matter
 
Algemene brochure 2 m
Algemene brochure 2 mAlgemene brochure 2 m
Algemene brochure 2 m2Matter
 
Brochure Delrinhrm
Brochure DelrinhrmBrochure Delrinhrm
Brochure DelrinhrmDelrinHRM
 
M&L congres Effectief leiderschap - Christine Meijers
M&L congres Effectief leiderschap - Christine MeijersM&L congres Effectief leiderschap - Christine Meijers
M&L congres Effectief leiderschap - Christine Meijersimkopleidingenbv
 
De kracht meten van uw verkoopteam
De kracht meten van uw verkoopteamDe kracht meten van uw verkoopteam
De kracht meten van uw verkoopteamJack Weber
 

Semelhante a Praktisch competentiemanagement def (20)

Martens & Brijs: our services and our beliefs.
Martens & Brijs: our services and our beliefs.Martens & Brijs: our services and our beliefs.
Martens & Brijs: our services and our beliefs.
 
Coaching d&v
Coaching d&v Coaching d&v
Coaching d&v
 
Van Vaerenbergh Jan
Van Vaerenbergh JanVan Vaerenbergh Jan
Van Vaerenbergh Jan
 
Competenties In Beeld 2004
Competenties In Beeld 2004Competenties In Beeld 2004
Competenties In Beeld 2004
 
Company Profiel
Company ProfielCompany Profiel
Company Profiel
 
Mobility management 1
Mobility management 1Mobility management 1
Mobility management 1
 
Bpc Missie 10 4 2012
Bpc Missie 10 4 2012Bpc Missie 10 4 2012
Bpc Missie 10 4 2012
 
De essenties van hrm beleid
De essenties van hrm beleidDe essenties van hrm beleid
De essenties van hrm beleid
 
Talent for Management
Talent for ManagementTalent for Management
Talent for Management
 
Talent for Management
Talent for ManagementTalent for Management
Talent for Management
 
HR Congres 01-09-2011 Eerstelijns Management Development
HR Congres 01-09-2011 Eerstelijns Management DevelopmentHR Congres 01-09-2011 Eerstelijns Management Development
HR Congres 01-09-2011 Eerstelijns Management Development
 
Workshop leiderschap mijnbedrijf
Workshop leiderschap mijnbedrijfWorkshop leiderschap mijnbedrijf
Workshop leiderschap mijnbedrijf
 
Naar een strategisch competentiemanagement in de bib
Naar een strategisch competentiemanagement in de bibNaar een strategisch competentiemanagement in de bib
Naar een strategisch competentiemanagement in de bib
 
Celis Annemie Def
Celis Annemie DefCelis Annemie Def
Celis Annemie Def
 
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
Presentatie Pascal Van Loo via SD WOrx voor kbc adviesvaardigheden v5
 
Algemene brochure 2 m
Algemene brochure 2 mAlgemene brochure 2 m
Algemene brochure 2 m
 
Algemene brochure 2 m
Algemene brochure 2 mAlgemene brochure 2 m
Algemene brochure 2 m
 
Brochure Delrinhrm
Brochure DelrinhrmBrochure Delrinhrm
Brochure Delrinhrm
 
M&L congres Effectief leiderschap - Christine Meijers
M&L congres Effectief leiderschap - Christine MeijersM&L congres Effectief leiderschap - Christine Meijers
M&L congres Effectief leiderschap - Christine Meijers
 
De kracht meten van uw verkoopteam
De kracht meten van uw verkoopteamDe kracht meten van uw verkoopteam
De kracht meten van uw verkoopteam
 

Praktisch competentiemanagement def

  • 1. 1
  • 2. Competentiemanagement 2.0 Nov-dec 2012 Hans van Stiphout hans.van.stiphout@quattro-development.be & Frank Vander Sijpe frank.vander.sijpe@securex.be 2
  • 3.  Kennismaking met competentiemanagement en …  …hoe ermee aan de slag te gaan in je eigen organisatie. 3
  • 4. 1. Werken met competenties: wat, waarom, jargon, succesfactoren 2. Werken met competenties: opstellen van functie – competentieprofielen 3. Meten van competenties 4. Ontwikkelen van Competenties – werken met een POP 5. Werken met competenties, ideeën over leren 6. Talentmanagement ◦ Talent ontdekken ◦ Waarderende aanpak 4
  • 5.  Interactief  Actief, dynamisch  Praktisch  Het mag ook leuk zijn 5
  • 6. •Naam •Bedrijf, functie, hobbies •Een competentie waar je sterk in bent + verhaal •Verwachtingen workshop (op post its) 6
  • 7. 7
  • 8. ‘Het beheren van de competenties nodig in de organisatie: - Voor het bereiken van de strategische doelen van de organisatie - Om het individu te helpen bij het bereiken van zijn persoonlijke doelen en bij de uitvoering van zijn functie’ 8
  • 9. 9
  • 10. Een competentie definiëren we als: ‘ kennis, vaardigheid of attitude die observeerbaar en meetbaar is en die leidt tot het succesvol uitvoeren van een job’ Vaardig Kennis heden Attitudes 10
  • 11.  Bepalen en verhogen van menselijk ‘kapitaal’: juiste aantal met juiste mix van competenties  Scheppen van duidelijkheid voor en ‘commitment’ van medewerkers: aantrekken, motiveren en behouden van werknemers  Doelen van organisatie en medewerkers laten overeenkomen  Ondersteunen van HRM-proces: effectievere uitgaven en gebruik van resources 11
  • 12.  Recrutering  Functiebeschrijving en –classificatie  Prestatie-evaluatie  Selfmanagement  Doorstroom  Loopbaanontwikkeling  Coaching, training, self-learning  Uitstroom  …. 12
  • 13. gerealiseerd door de integratie van de werkingsprincipes in de verschillende HR processen: recrutering &selectie • extern • interne mobiliteit •… loopbaan opleiding en ontwikkeling • doorgroeien • development center • talent management Competentie- • cursussen • assessment •… management •… kennismanagement performance management • kennis localiseren • Feedback • opslaan en delen • persoonlijke objectieven •… •… 13
  • 14. Voor de organisatie krijg je een managementtool, gemeenschappelijke taal / kansen voor de lerende organisatie / veranderingsmanagement.  Voor de medewerker: motivatie, commitment, empowerment, duidelijkheid 14
  • 15.  Vanuit organisatiedoelen (visie, missie, waarden – strategische, tactische en operationele doelen) ….  …de gewenste competenties bepalen (competentiemodel)…  …en de huidige meten…  …om ze dan te ontwikkelen (aan te trekken)…  …en te beheren (competentiemanagement). 15
  • 16. Competentiehandboek: beschrijft de (meestal) generieke competenties in een organisatie. Creëert gemeenschappelijk jargon en duidelijkheid.  Competentieprofiel : samenstel van competenties (voor bvb. een functie, of een persoon)  Generieke competentie : Competenties die essentieel zijn om de doelen van de organisatie te realiseren – zijn (meestal)relevant voor alle medewerkers. Vb.: efficiënt werken  Waardegebonden competenties : competenties die gebonden zijn aan de waarden die de organisatie heeft voorop gesteld. Vb.: samenwerken 16
  • 17. Vaktechnische competenties : technische ‘vaardigheden, kennis of inzichten’ die iemand moet bezitten om een job succesvol te kunnen uitoefenen. Vb.: Frans spreken  Functiegebonden competenties : gebonden aan een bepaalde rol of functie. Vb. Lonen berekenen voor een dossierbeheerder  Groepsompetenties : competenties nodig voor bepaalde groepen of functies. Vb.: competenties voor de maatschappelijk werkers, of voor leidinggevenden 17
  • 18. Niveau: bepaling die aangeeft in welke mate een competentie vereist/bereikt/noodzakelijk is.  Indicator: beschrijving van concreet gedrag dat bij een bepaalde competentie past (en dikwijls ook bij een bepaald niveau). Vb.: Legt het werkmateriaal na gebruik terug op z’n plaats. 18
  • 19. Identificeren, aantrekken, beoordelen, ontwikkelen van de vereiste competenties om de strategische doelstellingen van de NMBS Groep te realiseren Competenties Vaktechnisch Gedrag specifiek per Directie, omschreven in een functiegroep, domein woordenboek voor de ganse Groep 19
  • 20. Een competentie definiëren we als: ‘ kennis, vaardigheid of attitude die observeerbaar en meetbaar is en die leidt tot het succesvol uitvoeren van een job’ Vaardig Kennis heden Attitudes 20
  • 21. Kennis Kunde Motivatie Waarden Vaardigheden Kennen Willen Kunnen Vaktechnische Loopbaan verwachtingen Gedragscompetenties competenties 21
  • 22. Het basisinstrument : de competentieprofielen Een competentieprofiel van een functie catalogeert die competenties die nodig zijn om functie succesvol uit te voeren: Generieke competenties per bedrijf + Generieke competenties voor de Maximum 12 Gedrag functiegroep (Level competenties) Competentie profiel + Functiespecifieke competenties Vaktechnische competenties 22
  • 23. 23
  • 24. En oog voor het organisatiebelang én oog voor de individuen  Maken van de match tussen de 2: zorgen voor de “win- win”  Coherent managen van de verwachtingen  Systemen helpen, zijn nodig  Zonder steun van het management lukt het niet  Directie, eerste lijnmanagement & de medewerkers, ieder heeft zijn rol te spelen  Het moet leiden tot actie, kwaliteit is een marathon, geen sprint 24
  • 25. “The illiterate of the 21st century will not be those who cannot read and write, but those who cannot learn, unlearn, and relearn”. Alvin Toffler 25
  • 26. 26
  • 27. 27
  • 28. Begrippen over het "profiel" Het profiel van de politieman geeft drie competentietypes weer 1.    Algemene competenties 2.    Specifieke competenties 3.    Technische competenties Deze competenties worden onderverdeeld in vier niveaus : 1.    De kennis (algemeen, specifiek en technisch) 2.    De vaardigheden (algemeen, specifiek en technisch) 3.    De attitudes (het zijn) (algemeen, specifiek en technisch) 4.    Het worden (georiënteerd naar het ontwikkelingspotentieel van het individu). 28
  • 29. 29
  • 30. lexicon van 32 gedragscompetenties voor de Vlaamse overheid = gemeenschappelijk taalgebruik  elke competentie wordt gedefinieerd  per competentie worden 3 tot 5 niveaus onderscheiden  elk niveau wordt geïllustreerd met een aantal kenmerkende gedragsindicatoren  er worden vier waardegebonden competenties gedefinieerd (in 4 niveaus) = vertaling van missie,visie,waarden  handleiding formuleert gemeenschappelijke principes bij het omgaan met competenties in de HR-processen 30
  • 31. Vanuit de missie, visie en waarden voor de Vlaamse overheid wordt als doelstelling vooropgesteld : “Wij willen onze klanten (interne en externe) een betrouwbare dienstverlening verzekeren. Met dit doel voor ogen zullen wij collegiaal samenwerken en voortdurend streven naar de verbetering van kwaliteit,effectiviteit en efficiëntie. “  De 4 waardegebonden competenties ◦ Voortdurend verbeteren ◦ Klantgerichtheid ◦ Samenwerken ◦ Betrouwbaarheid 31
  • 32. 32
  • 33. ⇒Niv. I : werkt mee en informeert anderen − geeft informatie die nuttig is voor anderen door − behandelt anderen met respect ongeacht hun positie,achtergrond of opvattingen ⇒Niv. II : helpt anderen en pleegt overleg − bevraagt spontaan en pro-actief de mening van anderen − biedt hulp aan bij problemen, ook al valt dat niet onder de eigen taak... ⇒Niv. III : stimuleert de samenwerking binnen de entiteit − komt met ideeën om het gezamenlijk resultaat te verbeteren… ⇒Niv. IV :creëert gedragen samenwerkingsverbanden met en tussen andere entiteiten 33
  • 34. 34
  • 35. 35
  • 36. 36
  • 37. 37
  • 38. Competenties als bijdrage 01. 02. in de effectiviteit van de BESTUURLIJK- SOCIAAL- organisatie ORGANISATORISCHE COMMUNICATIEVE COMPETENTIES COMPETENTIES The Art of Structuur Cultuur Management 06. COMPETENTIE ONTWIKKELING Mensen 05. 03. TAAKGERICHTE INTELLECTUELE COMPETENTIES COMPETENTIES daadkracht denkkracht 04. EMOTIONELE COMPETENTIES gevoelskracht 38
  • 39. 01. 02. BESTUURLIJK- SOCIAAL- ORGANISATORISCHE COMMUNICATIEVE COMPETENTIES Samenwerken COMPETENTIES Leidinggeven Betrokkenheid Visie Organisatie- Overtuigings- bewustzijn Plannen en kracht organiseren Netwerken Resultaat gerichtheid Coachen Communicatieve vaardigheiden Ondernemen Klantge- richtheid 06. COMPETENTIE ONTWIKKELING Initiatief Oordeels- Leerver- vorming mogen Analytisch Inzet vermogen Omgevings- Flexibi- bewustzijn liteit Creati- Kwaliteits- viteit bewustzijn Inlevings- Vakman- Integriteit schap Besluitvaar- vermogen 05. digheid 03. TAAKGERICHTE INTELLECTUELE COMPETENTIES Zelfver- Stress- bestendigheid COMPETENTIES daadkracht trouwen denkkracht Moed 04. EMOTIONELE COMPETENTIES 39 gevoelskracht
  • 40. A N A L Y T I S C H   V E R M O G E N           synoniemen: probleemanalyse  Signaleren van problemen, verbanden zien, gegronde conclusies trekken en consequenties inschatten. Deelt complexe problemen op in onderdelen en onderscheidt hoofd- en bijzaken. Maakt gebruik van logica. ◦ Niveau 1 - De essentie van het probleem zien  stelt gerichte vragen om een probleem helder te krijgen  gaat systematisch en gestructureerd te werk in het analyseren van een probleem  verzamelt relevante informatie  onderscheidt hoofd- en bijzaken in de aangeleverde informatie ◦ Niveau 2 - Verbanden leggen en oorzaken zien  benadert een probleem vanuit verschillende invalshoeken en komt tot een genuanceerd oordeel  weet wanneer de verzamelde informatie voldoende is voor het trekken van conclusies; maakt onderscheid tussen feitelijke informatie en interpretaties/veronderstellingen.  legt verbanden tussen verschillende soorten informatie  trekt conclusies over oorzaken en gevolgen (symptomen) van problemen ◦ Niveau 3 - Complexe analyses maken  overziet gevolgen op lange termijn  heeft inzicht in (onderliggende) belangentegenstellingen  plaatst het probleem in een ruimere context dan zijn/haar eigen vakgebied  ziet grote lijnen en tilt vraagstukken op een hoger abstractieniveau  brengt complexe, soms tegenstrijdige informatie terug tot de kern 40
  • 41. Vergelijking van enkele competentiemodellen Copernicus ICT bedrijf Quintessence Vlaamse NMBS Gemeenschap  Omgaan met  Omgaan met  Zelfmanagem  Persoons-  Informatie informatie informatie ent gerelateerd  Relatie  Omgaan met  Inter-  Interactie gedrag  Werkhouding taken persoon-lijk  Informatie  Interpersoon-  Actie  Leiding gedrag  Probleem- lijk gedrag  Leidinggeven geven  Probleem- oplossen  Omgaan met  Leiden  Interpersoon oplossend  Organisatie informatie  Begeleid lijke relaties gedrag  Leidinggeven  Probleem- en  Persoonlijk  Beheersmatig oplossend functioneren gedrag gedrag  Leiding geven  Beheersmatig gedrag  Leiderschap  Waarde- gebonden competenties 41
  • 42. 42
  • 43. 43
  • 44.  Start met een competentieanalyse voor de desbetreffende functie.  Stel de competenties op: - Vaktechnische competenties - Gedragscompetenties ◦ Generieke ◦ Level ◦ Functiespecifiek  Gebruik hiervoor bestaand competentiemodel 44
  • 45. Bepaal noodzakelijke niveau  Bepaal gedragsindicatoren 45
  • 46.  Voor vaktechnische competenties moet je meer gedetailleerd zijn.  Geen overload van competenties: Maximum 10 à 12 gedragscompetenties  Betrek bij het opstellen verschillende mensen: functiehouder, chef, medewerker, …  Focusgroepen willen wel ‘ns tot goede resultaten leiden 46
  • 47.  Competentie moet meetbaar en observeerbaar zijn  Eenduidige interpretatie  Vermijd overlap tussen competenties 47
  • 48.  Analyse van missie, visie, waarden  Interview  Functiebeschrijving (competentiematrix)  Critical incident methode  Differentiële analyse  Competentiekaarten  Expertsystemen  …. 48
  • 49. Bepaal, indien nodig, familiefuncties (vb. Eerste leidinggevende (brigadier?), controleur, …) Dit vermijdt dat je te veel functieprofielen moet opstellen  Bepaal gedragscompetenties en waardegebonden competenties per familie  Bepaal ze dan eventueel per functie  Bepaal vaktechnische competenties -  Welk niveau is nodig?  Bepaal gedragsindicatoren 49
  • 50. Delhaize, 12000 medewerkers 12 gedragscompetentieprofielen  ING 8 functiegroepen met gedetailleerd gedragscompetentieprofiel  AGFA Van 15 naar 4 functiefamilies met competentieprofiel Bron : Iedereen Competent 50
  • 51. Even niveaus geven een duidelijker beeld  Drie, vier, vijf of meer categorieën?  Niveauverschil is geen waarderingsverschil. Bvb. Onthaalbediende moet wellicht beter kunnen telefoneren dan Secretaris  Voor vaktechnische competenties: kennis (weten) – inzicht (hoe en waarom) – toepassen – geïntegreerd of spontaan doen 51
  • 52.  Gedragsgericht geformuleerd  Positief geformuleerd  Relevant  Geven een goed beeld  Volledig  Geen overload: 3 à 6 per niveau 52
  • 53. Vaktechnische competenties CWB Gedragscompetenties Generiek 10 à 12 Level niveau met niveaus Functiespecifiek met gedrags- indicatoren 53
  • 54. 54
  • 55. 55
  • 56. Strategie Strategie Doelstellingen van een organisatie Doelstellingen van een organisatie en de wegen waarlangs de en de wegen waarlangs de organisatie deze tracht te organisatie deze tracht te bereiken. bereiken. Structuur Structuur STRUCTURE Organisatiestructuur (TVB's) ,, Organisatiestructuur (TVB's) Processen Processen Shared values (Cultuur) Shared values (Cultuur) Geheel van gedeelde opvattingen, Geheel van gedeelde opvattingen, STRATEGY SYSTEMS gemeenschap-pelijke waarden en gemeenschap-pelijke waarden en normen. normen. SHARED SHARED Systemen Systemen Procedures en Procedures en VALUES VALUES Informatiesystemen. Informatiesystemen. SKILLS STYLE Skills Skills Kerncompetenties. Kerncompetenties. (Sleutel)Vaardigheden. (Sleutel)Vaardigheden. Stijl van Management: Stijl van Management: Rollen die managers vervullen. Rollen die managers vervullen. STAFF Staf: Staf: People/Personeels People/Personeels Management, HRM Management, HRM 14-11-12 56
  • 57. Enablers Resultaten Medewerkers Resultaten bij Resultaten bij Medewerkers medewerkers medewerkers Beleid & Beleid & Resultaten bij Resultaten bij Leiderschap Strategie Processen Processen klanten Sleutel Sleutel Leiderschap Strategie klanten prestatie- prestatie- resultaten resultaten Partnerschappen Resultaten in Partnerschappen Resultaten in & Middelen & Middelen de samenleving de samenleving Innoveren en leren 57
  • 58. Visie Prestatiemanagement Prest Missie Waarden Follow up Evaluatie Obj. Beleid & strategie Resultaat gebieden Beloning Kernprocessen Objectieven MOTIVATIE Loopbaanpl. Kerncompetenties Gewenste Coaching, competenties Ontwik Structuur empowerment Evaluatie Obj. Stijl zelfkennis Systemen Ontwikkelingsmanagement … Gap-analyse Rekrutering: (intern / extern) Rollen/functies Aanwezige competenties Strategisch Tactisch en operationeel
  • 59. 59
  • 60. Waarvoor wordt er gemeten? Anders voor: - Rekrutering (alles) - Opleiding - Mutatie (er zijn reeds competenties verworven)  Autodiagnose kàn bvb. ifv opleiding ok zijn (maar lang niet altijd – denk hier bvb. ook aan n+1- meting)  Betrek in elk geval de medewerker  Voorbereiding is al het halve werk (vb. Ifv van functioneringsgesprek) 60
  • 61.  Ongestructureerd interview ( .25 –validiteit)  Gestructureerd interview (.45)  Capaciteitstests ( .45)  Assessment/Development Center (.45)  Potentieelbeoordeling door team op basis van geobjectiveerd referentiekader (.45)  Biografische gegevens (CV, etc..)  Gecontroleerde referenties (.20)  Grafologie ( 0)  Combinatie van ….. 61
  • 62. Een assessment center is een evaluatieproces waarbij een individu of een groep van individuen worden beoordeeld door verschillende beoordelaars (assessoren), die daarvoor een geïntegreerde set van technieken gebruiken. Simulaties waarbij gedragsobservatie basis is van de meting , maken deel uit van de gehanteerde technieken. 62
  • 63.  In basket oefening  Gesprek met medewerker (rollenspel)  Groepsdiscussie  Planningsopdracht  Aangevuld met tests 63
  • 64. Leidinggevende Collega’s IK Klanten Medewerkers 64
  • 65. 65
  • 66.  Op basis van je competentieprofiel  Waar “scoor” je goed of slecht en waarom? 66
  • 67.  Situatie  Taak  Actie  Resultaat  Reflectie 67
  • 68.  Gebruik liefst een combinatie van instrumenten.  Gestructureerd interview vraagt het minste tijd en heeft een hoge validiteit. Vraagt vooraf wel werk 68
  • 69.
  • 70. 70
  • 71. Een POP is een ‘ontwikkelingscontract’ tussen het bedrijf en de medewerker. De bedoeling is de medewerker de kans te bieden zich verder te ontwikkelen, zodat de organisatiedoelen van het bedrijf en de ambities van de medewerker zo goed mogelijk op elkaar kunnen worden afgestemd 71
  • 72. Lange-termijn-doelen van de organisatie  Huidige en toekomstige functie-eisen  Functioneren van de medewerker  Loopbaanwensen van de medewerker 72
  • 73. Je krijgt de kans beter te worden in je vak  Je krijgt de kans meer van je talenten te ontwikkelen  Je kan je in je vakgebied gaan specialiseren  Je kan gevarieerder werk gaan doen, je wordt beter inzetbaar  Je kan je functie-inhoud verrijken  Je kan doorgroeien naar een andere/hogere functie  Je roest niet vast in een job die je niet meer boeit  Ergens anders een baan gaan zoeken… 73
  • 74. Kennis, vaardigheden en houdingen blijven aansluiten bij de organisatiedoelen  Gemotiveerde medewerkers, omdat ze hun eigen ambities kunnen verwezenlijken  Gebruik maken van onvermoede talenten  Medewerkers breder inzetbaar, zodat ze flexibeler kunnen opereren  Werving en selectie kosten minder als meer mensen doorgroeien naar andere functies  Verzuim en verloop worden kleiner, tevredenheid groter  Je kan psychische of fysische overbelasting makkelijker voorkomen  Je houdt opgebouwde expertise langer in huis 74
  • 75.  Mensen die doelgericht aan hun ontwikkeling of loopbaan willen werken  Mensen wiens huidige functie niet (meer) geschikt is (te zwaar, of juist niet uitdagend genoeg)  Leidinggevenden die behoefte hebben aan breed inzetbare medewerkers 75
  • 76. Een open, stimulerende organisatiecultuur  Een coachende stijl van leidinggeven  Aandacht voor loopbaanbegeleiding  Ondersteuning van de visie, missie en strategische doelen  Staat de cultuur van de organisatie toe om te leren  SOP? Strategisch ontwikkelingsplan (op organisatieniveau) 76
  • 77. Voorbereidingstraject: medewerker én chef! (wat met n + 2?)  Gesprek en vaststelling: oriëntatiegesprek, functioneringsgesprek,…  Uitvoering én evaluatie: Leidinggevende en medewerker hebben gedeelde verantwoordelijkheid 77
  • 78. Hoe ontwikkelt de organisatie zich in de komende jaren?  Welke competenties heeft de medewerker nu?  Welke competenties zijn nodig voor diens huidige functie?  Hoe gaat de functie zich ontwikkelen?  Welke competenties zijn nodig voor de toekomstige functies?  Zijn er andere functies waarvoor ik deze medewerker geschikt acht? 78
  • 79.  Waar ben ik goed in?  Wat doe ik graag?  Gebruik ik dat in m’n huidige functie?  Wat kan ik doen om m’n functie beter te vervullen?  In welke richting wil ik me verder ontwikkelen?  Wat zijn mijn ambities?  Wat wil ik daarvoor leren? 79
  • 80.  Functioneren van de medewerker  Wat de medewerker wil leren, of waar hij vindt dat zij moet verbeteren  Competenties die de huidige functie vereist  Competenties die nodig zijn voor de functie in de toekomst  Lange-termijn-doelen van de organisatie  Loopbaanwensen 80
  • 81.  Komen uit het competentiehandboek of uit de functiecompetentieprofielen  Worden best praktijkgericht geformuleerd; vb. ‘ Leren met een nieuw computerprogramma werken’ of ‘Leren je meer klantgericht opstellen’  Maak een onderscheid tussen korte termijn (tot 1 jaar) en middellange termijn (tussen 1 en 5 jaar)  Benoem ze wel altijd SMART 81
  • 82.  Specifiek  Meetbaar  Aanvaard  Realistsich/Relevant  Tijdsgebonden 82
  • 83.  Welke concrete activiteit je gaat ondernemen  Wat het gewenste resultaat is  Wanneer het doorgaat  Wanneer je gaat evalueren  Welke ondersteuning en faciliteiten je nodig hebt ( eigen uren, uren chef of collega, budget, leermiddelen, …) 83
  • 84. Ontwik- Ontwik- Gewenst Planning Evaluatie Onder- kelings- kelings- resultaat steuning doel activiteit en faciliteite n 1. Klant-gericht Zes keer een Inzicht: welke 15 maart tot 1 24 werkuren werken do.nm. benadering mei supervisie van X Meewerken op levert tevreden een servicebalie klanten? onder supervisie Ervarning: hoe van X doe je dat? 2. 3. 4. Handtekening Medewerker Handtekening Chef + datum 84
  • 85. Ontwik- Ontw.act. Gewenst Planning Evaluatie Ondersteu kelings- resultaat ning/faci- doel liteiten 85
  • 87. De manager De medewerker  Analyseren  Moeten  Initiëren & Realiseren  Willen  Motiveren  Kunnen  Faciliteren  Durven 87
  • 88. MEDEWERKER Denk: aan: POP Bijvoorbeeld: Waar sta ik? Bemiddelen Wat wil ik? Begeleiden Wat moet ik? Opleiden en trainen Faciliteren Motiveren Voorbeeldgedrag tonen INZETBAARHEIDSPLAN DENKEN DOEN Analyseren Realiseren Denk aan: Bijvoorbeeld: Consequenties business ontwikkeling Verbeteren opleidingsniveau voor de mensen? Aantrekken nieuwe Welke bezetting heb ik nodig in functie? medewerkers van ambities van de organisatie Job rotatie & Job verrijking Wat is de gewenste versus reële situatie HR-BUSINESS als het om mijn medewerkers gaat? PLAN ORGANISATIE 88
  • 89.  Opleiding klassikaal, vooral kennisgericht  Training dingen inoefenen  Vorming werken aan gedrag, attitude 89
  • 90.  Concreet ervaren  Waarnemen en overdenken  Abstracte begripsvorming  Actief experimenteren 90
  • 91. Directe ervaring, dingen doen  Nieuwe ervaringen, problemen oplossen  In het diepe worden gegooid met een uitdagende taak 91
  • 92. Nadenken over acties – tijd daarvoor krijgen  Beslissingen nemen zonder tijdsduur  Eerst denken en dan pas doen  Planning is ! 92
  • 93. Gestructureerde situaties met duidelijke doelen (congres, boeken,…)  Relatie leggen met reeds opgedane kennis  Intellectueel worden uitgedaagd  Theoretische concepten, modellen 93
  • 94. Duidelijk verband tussen leren en werken  Richten op praktische zaken  Technieken aanleren met praktische voorbeelden  Uitproberen olv een expert 94
  • 96. Cursus: korte, lange,…  Peter – en meterschap  Boek lezen  Supervisie  Intervisie  Congres / college  Coaching  Business games  Communities of practice  …. 96
  • 97. Ontdek de sterktes  Droom voor de toekomst vanuit die sterktes  Ontwerp vanuit sterktes  Bestendig 97
  • 99. • Uitgangspunt organisatie • Strategische focus • Competentiewoordenboeken, -profielen • Assessment, ontwikkelgesprek • Deficit thinking • Gaps sturen ontwikkeling
  • 100. Deficit thinking Positive thinking  Zwak in • Sterke onderhandelen commerciële  Weinig assertief vaardigheden  Onvoldoende • Communicatief leidinggevende talent capaciteiten • … …
  • 101.  Uitgangspunt medewerker  Zelfsturend leren  Intern ondernemer  Autonome professionals  Creatieve spanning  Passie, flow, sterktes sturen ontwikkeling
  • 102.  Geschiedenislijn  Waarderend interview, succesanalyse- interview  Zelfonderzoek (Strengthfinder, Insight, KK , MBTI, …)
  • 103.
  • 104.
  • 105.  Momenten van hoog presteren zonder inspanning te voelen  Je bent je niet bewust van de tijd  Hoge mate van uitdaging, duidelijk doel  Situatie vraagt om optimaal benutten van je talent  Gedrag dat je net aankunt
  • 106.
  • 107. Autonomy is the need to have control over what you do – to self-regulate, and make your own choices. Relatedness is the basic human need to feel connected to others. Competence refers to our innate drive to engage new challenges and experience mastery – to get good at things.
  • 108.  ik kijk uit naar activiteiten op dit terrein  ik geniet enorm terwijl ik bezig ben  ik vind het normaal, de anderen zeggen dat ik hier goed in ben  ik verlies dan de tijd uit het oog  ik voel pas nadien vermoeidheid  na afloop voel ik me gelukkig, mentaal opgeladen  ik kan het ook als ik moe ben, of een kater heb
  • 110.  ‘to appreciate’ : waarderen; het beste in de mensen of in de wereld om ons heen herkennen; sterktes en successen uit heden en verleden bekrachtigen; die dingen op het spoor komen die ‘leven geven’;  ‘to inquire’ : bestuderen, onderzoeken, ontdekken of vragen stellen, open staan om nieuwe mogelijkheden te zien => HET WAARDEREND ONDERZOEK
  • 111. In de brede zin : AI is een manier van in de wereld te staan met een focus op hetgeen positief, vruchtbaar en energiegevend is in eigen leven en dat van anderen
  • 112.  Constructionistische principe  Simultane principe  Poëtische principe  Toekomstgerichte principe  Positieve principe AI
  • 113.
  • 114. • Zet mensen in duo’s of trio’s rond positieve ervaringen in de organisatie; zoek ‘piekervaringen’, succesverhalen • Laat hun kwaliteiten opsommen • Laat de omstandigheden benoemen waardoor ze die kwaliteiten kunnen benutten
  • 115. • ‘ Hoe droom je dat de organisatie er in 2015 zal uitzien?’ • ‘In 2015 krijgen wij een award; waarvoor zullen we die krijgen?’ • Doel: aanwezige krachten/kwaliteiten worden embryonaal benut om de toekomst vorm te geven
  • 116. • Bepaal de essentiële zaken die aangepakt zullen worden • Zorg dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering op de juiste plaats komt • De juiste plaats is dikwijls die van de aanbrenger van de verandering (mits ondersteuning van de hiërarchie)
  • 117. • Stimuleer de verandering vanuit kwaliteiten/krachten • Eénmalige actie is niet voldoende – jaarlijks herhalen? • Motivatie ontstaat door positieve resultaten
  • 118. • Organisatieontwikkeling • Veranderprocessen • Teamontwikkeling • Persoonlijke ontwikkeling • Talent management • POP • F-gesprekken • Coaching • …
  • 119.
  • 120. Probleemoplossende aanpak Waarderende benadering  Wat gaat er niet goed? • Wat gaat er goed?  Waar ligt het aan? • Welke droom heb je over de toekomst?  Wat zijn mogelijke • Wat is je gewenste oplossingen? toekomst? Formuleer een (brainstorm) ambitie.  Wat gaan we doen? • Hoe maak je die ambitie (actieplan) realiteit?
  • 121.
  • 122. Don’t ask what the world needs. Ask what makes you come alive, and go do it. Because what the world needs are people who have come alive. Howard Thurman

Notas do Editor

  1. wat eronder verstaan wordt, wat de toepassingsgebieden ervan zijn, en vooral hoe u ermee aan de slag kan. Competenties bepalen, competentieprofielen opstellen, het meten en ontwikkelen van competenties, ... zijn de vaardigheden waar u na het volgen van deze opleiding over zal beschikken . *Na het volgen van deze opleiding, kan u extra ondersteuning (2 halve dagen) vragen voor bepaalde opleidingsproblemen in uw bedrijf.
  2. Evtl ook een aantal concrete cases bespreken
  3. Af en toe een korte onderbreking om te werken rond een bepaalde competentie
  4. Afstemming individu en organisatie Let wel: helpen bij bereiken persoonlijke doelen én helpen bij de uitvoering van zijn functie
  5. Denk aan CINALGO, GO, GO, GO De protput als individu De eilandjes als team De organisatie Cinalgo
  6. De laatste show “ ik kan iets ” , tandenstoker draaien in mijn mond KENNIS : dingen die iemand weet, kent Vb: ik kan vertellen wat een BSc is VAARDIGHEDEN : mogelijkheid om fysieke of mentale handelingen uit te voeren, bekwaamheid Vb: ik kan het opstellen van een BSc begeleiden ATTITUDE : iemands houding, ingesteldheid, gedrag Vb: heb ik het juiste gedrag om een organisatie te begeleiden Als wij mensen aanwerven, wat was de afgelopen 50 jaar het belangrijkste?
  7. Medewerkers Demystificeert psychologisch jargon Verduidelijkt wat van hen wordt verwacht Maakt groei en ontplooing mogelijk Geeft duidelijker zicht op loopbaanmogelijkheden Toont duidelijk verband tussen eigen gedrag, prestaties en de organisatiedoelen
  8. Verwijzen naar de competentieprofielen van eval en het gebruik ervan als vormingsverantwoordelijke Hier effe doorvragen: wie heeft ervaring in één van deze domeinen? Werd daar CM in gehanteerd? Hier moet duidelijk uitkomen dat je CM enkel nut heeft als je het integreert in je volledige HR werking.
  9. Competentiemodel … ofte CWB
  10. Generieke of ook wel kerncompetenties genoemd Denk hier bv aan de generieke competenties van een bankbediende : argenta tegenover kbc Denk hier bv aan de generieke competenties bij colruyt : werkverbeteraar tov business excellence manager, business analyst …
  11. Hoe komt dat: een woordenboek voor gedrag, vaktechnische specifiek per directie, domein? Gedragscompetenties zijn “ beheersbaar ” , vaktechnische zijn er zo veel …
  12. Hier inlassen “ok, vul nu eens voor jezelf in: kennis, vaardigheid, attitude voor elk één” Kennen, kunnen, zijn …
  13. Verschillende onderverdelingen van competenties en het verband er tussen Typologieën van competenties waarmee men mensen proberen te beschrijven
  14. Hoe zie je het verband tussen een functieprofiel en een competentieprofiel …. Hier spreken over functiecompetentieprofiel Functieprofiel beschrijft welke verantwoordelijkheden en activiteiten … Competentieprofiel schets wat je daarvoor moet kunnen Dikwijls spreekt men over “ competenties ” waar men gedragscompetenties bedoelt Vb van vaktechnische competenties Ervaring met inpakproces Werken met Word, Excel, PPT Je hebt een bachelor , master, … Vb van gedragscompetenties Enthoesiast Hoog Probleemanalytisch vermogen Denkt oplossingsgericht Doe-het zelver mentaliteit Resultaatgericht Stevige onderhandelaar
  15. Het ijsbergmodel … … toch wel opletten, gedrag is maar één ding, waar veel achter kan zitten Behavioristisch, valt dat allemaal wel te managen, voorzichtigheid geboden Jan, je kennis van frans is onvoldoende… Jan, je bent onvoldoende assertief en mondig … Evtl zijsprong naar EI
  16. Alvin Toffler (3 oktober 1928) is een Amerikaanse publicist en futoroloog. Hij is vooral bekend als trendwatcher in technologische en sociale ontwikkelingen. Zijn bekendste boek is Future Shock. Belgisch oud-premier Jean-Luc Dehaene noemt hem een van zijn persoonlijke inspiratiebronnen.[
  17. Oefening vacature Terug verwijzen naar slide met gedragscompetenties Zoek in de vacature de verschillende soorten van competenties Schrijf de gedrags- en vaktechnische op post it Vind je ergens generieke of kerncompetenties terug ?
  18. 4 waardegebonden competenties, 28 andere Voor een competentieprofiel probeert men het aantal competenties te beperken tot 10
  19. Een voorbeeld van een competentiemodel …het Quintessence competentiewiel
  20. Oefening generieke comp
  21. Een competentiemodel of CWB Gebruik een bestaand : snel, maar niet klakkeloos copiëren!
  22. analyse van missie, visie en waarden interview competentiematrix op basis van een functiebeschrijving competentiematrix op basis van gewenste resultaten en taken critical incident method differentiële analyse vragenlijsten en of competentiekaartjes expertsystemen panelgesprekken Consensusvergadering Expertsystemen : bv CAI , onderwerp een aantal jobkenners aan een web based vragenlijst die situaties schetst, en daaruit worden benodigde competenties gefilterd
  23. Oefening bepalen gedragscompetenties van je collega cursisten Doe dit op een serieuze manier, en geef naderhand je collega een lijstje met wat jij als benodigde competenties hebt gevonden Maak gebruik van competentiekaartjes, critical incident methode, differentiële analyse… Hanteer als hulpmiddel de gedragscompetentielijst die je eerder meekreeg Beperk je hier tot het bepalen van een aantal competenties Voorbeeld van een competentieprofiel !!! Competentie – Definitie – goed functioneren blijkt uit ….
  24. Beleid en strategie : stuurt 1,3,4, 5 aan
  25. Validiteit of voorspellende waarden, ttz in welke mate de voorspellingen mbt het toekomstige werkgedrag juist zijn Wie heeft hier ervaring mee?
  26. De Post De Witte en Morel Oorspronkelijk militaire context
  27. Rollenspel Cases-analyse Postbakoefening Presentatie-oefening Groepsopdracht Verwijzen naar Defensie
  28. 0,90,360 ° evaluatie 0 => zelfevaluatie 90 => medewerker evalueert leidinggevende 360 … Als de stap naar 360 te groot is PEER ASSESSMENT : enkel door collega ’ s
  29. Big five, want testen op 5 karaktertrekken Minder in kottekes plaatsen dan MBTI www.123test.nl 12.5 EURO
  30. Hoeft natuurlijk niet in het kader van een overeenkomst werkgever-werknemer
  31. Supervisie: een leertraject onder leiding van een supervisor/facilitator waarbij methodisch wordt ingegaan op persoonlijke leervragen die iemand heeft ten aanzien van zijn of haar werk Intervisie: is een vorm van deskundigheidsbevordering waarbij medewerkers een beroep doen op collega ’ s om mee te denken over vraagstukken waar zij tegenaan lopen in het werk (meestal langere termijn) Coaching: is een begeleidingstraject waarin een persoon door een coach wordt ondersteund om in een bepaalde situatie beter te functioneren of een specifieke taak beter uit te voeren
  32. SB Slide ter ondersteuning post-it oefening ronde 2 : Op basis van ontwikkelingspunten Afnemen van een post-it ontwikkelingspunt + van wie is deze post-it ? Doorlopen vragen Wat is juist het knelpunt : Wat gaat er niet goed ? Is dit opgenomen in uw POP? Wat ga je eraan doen, acties?
  33. SB Slide ter ondersteuning post-it ronde 3 (na deze slide Filmpje Marc Lammers) Wat doe je met uw sterke punten = conclusie worden niet opgenomen in uw ontwikkeling = nadruk ligt op deficit thinking Op basis van sterke punten Afnemen van een post-it sterk punt + van wie is deze post-it ? Doorlopen vragen Wat is juist het sterk punt : Wat gaat er goed Is dit opgenomen in uw POP? Wat ga je ermee doen, acties?
  34. SB Ter ondersteuning debriefing Filmpje : - Wat is de meerwaarde van de sterke punten benadering ?
  35. Celle Verwijzen naar talentenwerkboek AGO
  36. Dewulf spreekt van “TALENT IN ACTIE” = TALENT + GEDRAG + CONTEXT VOORBEELD : Bieke is bijzonder empatisch, maar neemt ook alles mee naar huis Ze moet leren “loslaten” (=hefboomvaardigheid) om talent ten volle te kunnen benutten Stan is enorm energiek en schiet direct in actie. Een hefboomvaardigheid zou kunnen zijn dat hij duidelijker leert afchecken over welke beslissingen we het eens zijn,alvorens in actie te schieten. Geen talent = waar je helemaal niet goed in bent
  37. Normale baan : je kan je T en HBV gebruiken, maar dient af en toe datgene te doen waar je geen talent voor hebt Ideale baan: je dient enkel je £T en HBV te gebruiken Stresserende werkcontext: je kan je talenten deels kwijt, HBV ook, dient dagelijks te doen waar je geen talent voor hebt Burnout : je dient enkel te doen waar je geen talent voor hebt
  38. Voorbeeld : mijn dochter leert skiën Uitdaging groot, vaardigheid klein => angst Lukt een beetje => euforie Vallen => terug angst Lukt beter en beter, vaardigheid stijgt =Flow Vaardigheid stijgt =>control, relaxation
  39. Celle
  40. Celle Uitvloeisel van de positieve psychologie
  41. Celle Het constructionistische principe zegt dat kennis en de toekomst met elkaar verweven zijn en de manier waarop we denken is beslissend voor wat gebeurt in de toekomst. Het simultane principe staat voor ‘ bevragen is interveniëren ’ . De vragen die we stellen, zetten de basis neer voor wat we vinden of ontdekken Het poëtische principe gaat uit van de mogelijkheid om een verhaal continu te kunnen herkaderen met taal en metaforen die passen Het toekomstgerichte principe bestaat uit het idee dat het beeld van de toekomst het actuele gedrag leidt. Het positieve principe beweert ‘ hoe positiever de vraag, hoe langer de werking en het succes is van de verandering ’ .
  42. Celle
  43. Celle
  44. Celle
  45. Celle
  46. Celle
  47. Celle
  48. Celle
  49. Celle