2. Over mijzelf
Mijn naam is Femke Hogenkamp en
sinds kort woon ik in Leeuwarden. Ik
studeer Tuin- en landschapsinrichting
aan Van Hall Larenstein. Ik ben begonnen
met de Bachelor opleiding maar door
persoonlijke omstandigheden ben ik voor
nu overgestapt naar de Associate degree
opleiding. Doordat ik ben begonnen met
de Bachelor opleiding heb ik ook vaak
gewerkt aan het doen van onderzoek
en het analyseren van grotere stukken
landschap. Ondanks dat dit niet een
specifiek onderdeel is van de Associate
degree opleiding zou ik mij hierin wel
heel graag verder willen ontwikkelen.
Het onderzoekende gedeelte past erg
bij mij als persoon ik vind het interessant
om te onderzoeken hoe iets in elkaar zit
en wat voor mogelijkheden er allemaal
zijn. Tijdens de stage wil ik meer inzicht
krijgen in wat voor functie ik na mijn
opleiding pas en of ik hiermee na het
afronden van de Associate degree mee
wil starten of dat ik er dan alsnog voor
kies verder te gaan in de Bachelor op
gebied van Strategisch ontwerp.
Voordat ik begon aan deze opleiding heb
ik een mbo-niveau 4 opleiding afgerond
als ruimtelijke vormgever aan Nimeto. De
ruimte vormgeven sprak mij erg aan maar
is misten het groen en het nadenken over
vraagstukken als hoe we in de toekomst
met onze buitenruimte om kunnen gaan,
hoe dit in het stedelijk gebied kan maar
ook juist in het buiten gebied en hoe
deze twee samen komen. Ik vind het
interessant om ook op een grotere schaal
onderzoek te doen naar hoe we het
landschap toekomst bestendig kunnen
maken.
In dit portfolio geef ik een beeld van
een aantal opdrachten waar ik aan heb
gewerkt en die mij hebben geïnspireerd
in wat ik in het vakgebied wil gaan
doen. Daarnaast vind ik het ook erg leuk
om het landschap te fotograferen in
mijn portfolio zal ik dan ook een aantal
zelfgemaakte beelden laten zien.
3. Mijn leerdoelen
Er zijn een aantal leerdoelen waar ik de
komende tijd mee aan de slag wil gaan.
Met sommige hiervan wil ik graag in mijn
stage aan de slag en andere daarbuiten.
Dit is ook afhankelijk van wat er mogelijk
is binnen de stageplek en de tijd. Een
leerdoel waarmee ik hierin aan de slag wil
is dat ik wil leren meer vanuit de analyse
en het onderzoek te ontwerpen. Zodat
de ontwerpen die ik maak een betere
oplossing zijn voor het vraagstuk dat er
ligt. Een ander leerdoel is meer kennis
opdoen en het beter leren begrijpen
van het landschap. Door onder andere
meer te leren over de verschillende
landschapstypen en hoe de mens
hiermee om is gegaan. Een leerdoel op
gebied van visualisatie is dat ik aan de
slag wil met het professioneel visualiseren
van ontwerpen. Om zo de opdrachtgever
en doelgroep een duidelijk beeld te
kunnen geven van het ontwerp. Een
ander onderdeel wat ik heel interessant
vind is beplanting en hoe deze toegepast
kunnen worden. Ik wil mijn planten
kennis dan ook verder uitbreiden in
zowel hoe ziet het er uit als je bepaalde
beplanting toepast als wat voor eisen
stelt de beplanting als wat is toekomst
bestendige beplanting.
4. CV
Profiel
Femke Hogenkamp
08-05-1997
Utrecht
Leeuwarden
0642385950
femkeh@hotmail.nl
Opleiding
Hogeschool Van Hall Larensstein
Tuin en landschapsinrichting
Sinds 2019
Propedeuse behaald
Buro Zweeds leren
Zweeds
2019-2021
Nimeto
Ruimtelijke vormgeving
2015-2019 afgerond
Jan des Bouvrie Academie
Voorbereidende cursus
2017 afgerond
Werkervaring
Verkoopmederwerker Vrouwe Jakoba
2022
Verkoopmedewerker Kleur aan zee
2021
Vice-voorzitter medezeggenschapsraad
Hogeschool van Larenstein
2021
Stage stylist Frans beekwilder
2018-2019
Lid sollicitatiecommissie Jongeren
Organisatie Beroepsonderwijs
2017-2019
Voorzitter studentenraad Nimeto
2015-2019
Abtsketen ontwikkelt in opdracht van
Nimeto en Jan van Zanen
burgermeester Utrecht
2017
Stage ruimtelijk vormgever Nimeto
2017
Nimeto intake als begleiding nieuwe
kandidaten
8. Voor Landschapsontwerp heb ik
onderzoek gedaan en een ontwerp
gemaakt voor een zelf uitgekozen gebied.
Tot voor kort woonde ik in Veenendaal
daar heb ik eigenlijk mijn hele leven
gewoond en vlak daarbij vond ik een
erg interessant gebied. Dit gebied ligt
tussen Veenendaal, ede en gaat verder
tot iets onder de Neder Rijn. Dit gebied
kent dan ook veel verschillende typen
landschappen.
Om het gebied beter te begrijpen heb
ik een landschap structuur kaart en
een doorsnede gemaakt. Door dit te
combineren met meerdere bezoeken
aan het gebied kreeg ik een goed beeld
hoe het gebied eruit ziet. De opdracht
voor het ontwerp was om te kijken hoe
de nieuwe bossenstrategie hier in zou
kunnen passen.
Met deze opdracht ging ik onderzoek
doen wat voor plannen er al voor het
gebied lagen. En welke ambities ik voor
het gebied zou hebben ik combinatie
met het bossenstrategie. Voor het gebied
lagen er al verschillende plannen om
eventueel windmolens in het gebied te
plaatsen of velden met zonnepanelen.
Door mijn eerdere onderzoek was ik
erachter gekomen dat er in het gebied
een belangrijk natura2000 gebied ligt
en dat ook andere natuur zoals het
Binnenveld, De Hel en De Blauwe hel
hersteld worden om zo weer het kwel
in het gebied boven te laten komen.
Daardoor kwam de voorkeur voor mijn
ontwerp te liggen bij het herstellen van
de natuur en het aanleggen van nieuw
groen.
10. Voor dit ontwerp heb ik een aantal
belangrijke regels opgesteld die samen
het uitgangspunt vormen. Deze heb
ik in principe tekeningen weergeven
zoals hiernaast te zien is. Ook was het
belangrijk dat de openheid van Het
Binnenveld blijft bestaan. En wat ik
hieraan wel wilde veranderen is waarop
je in deze openheid op uit keek. Dit was
oorspronkelijk de stad Wageningen
en dit wilde ik veranderen naar
verschillende groen elementen zoals
bossen en houtwallen. De bossen zijn
nieuw op deze plekken maar hebben
wel een relatie tot de ondergrond. Zo
heb ik gekozen voor een recht bos bij
Wageningen deze volgt de vorm van de
verkaveling die daar loopt. Daarnaast is
dit bos ook direct met de aangrenzende
woonwijk verbonden wat ervoor zorgt
dat bewoners sneller de natuur in kunnen
gaan. Op de oude rivierklei komt een
bos dat hoe dichter naar Het binnenveld
meer open wordt om zo een vloeiende
overgang te maken. Het zijn twee bossen
die verschillende dichtheden die beide
op een andere zware kleigrond liggen en
deze vorm geheel volgen. Hiernaast is het
ontwerp van het gehele gebied te zien en
op de volgende bladzijde is het bos op de
zware kleigrond te zien door middel van
een plattegrond die verder is ingezoomd
en een doorsnede.
Legenda
Houtwal met onderbegroeiing.
Zie staalkaart houtwal.
Bos bomen in de rij verschoven verband
elzen, eiken en essen. Bos pad door bos.
Recreatie pad/route ter verbinding van
natuur in het buitengebied en het stedelijk
gebied. Aangezet door haag Fagus
sylvatica voor jaarrond herkenbaar beeld.
Bos dicht wild verband elzen, eiken en
essen.
Bos open wild verband elzen, eiken en
essen.
Bos op plateaus van Utrechtse heuvelrug.
Gericht op biodiversiteit.
Voedselbos opgebouwd in rijen zie
staalkaart voedselbos.
Bos open wild verband populier, iepen en
eiken.
Bos dicht wild verband populier, iepen en
eiken.
Bestaande behouden graften.
Rijen bos detail 2.
Bos wild verband detail 1.
Behouden open kijkstroken achter de dijk naast
huizen
Versterken stroken verkaveling achterkant
valleikanaal
Zicht rond natuur en buitengebied respecteren
Ontwepregels
12. Bos wild verband detail 1
Bron: Google maps
Dicht bos bomen wild verband
Bron: Ecopedia
Open bos
N
Schaal: 1:1000
13. Dicht bos bestaand uit populier, iepen en eiken.
Lagen groen strook met
Fagus sylvatica haag
2,5m
1m
2m
Asfalt rijweg met aan beide
zijde fietsstrook
Open bos bestaand uit populier, iepen en eiken.
Lagen groen strook met
Carpinus betulus haag
2,5m
1m
2m
Asfalt rijweg met aan beide
zijde fietsstrook
7m
Schaal: 1:200 Schaal: 1:200
16. Overheersend verharde parkeerplaatsen.
En plaatselijk dode plantenborders.
Fietspad dat als wandelpad gebruikt
wordt omdat dit de snelste route is door
het gebied.
Voor een eigen fictieve opdracht ben
ik gaan zoeken naar interessante
plekken waar ik mogelijkheden zag
voor verbetering. Om mij hiervoor te
oriënteren heb ik met verschillende
mensen gesproken voor mogelijke
opdrachten. Daarnaast ben ik ook
zelf opzoek gegaan naar een plek
in mijn eigen woonplaats toen der
tijd Veenendaal. Ik ben uiteindelijk
uitgekomen bij een groenstrook vlak bij
het centrum ook wel het dorp genoemd.
Daarnaast ligt het ook aan het theater de
Lampengiet. Wat ik interessant vind aan
deze plek is dat er heel veel parkeerruimte
aanwezig is en dat deze de boventoon
voert. Daarnaast wordt de groenstrook
voornamelijk alleen als doorgang route
gebruikt. Het fietspad is de snelste weg
door het gebied en om deze reden wordt
deze ook gebruikt door voetgangers.
Om het gebied meer tot zijn recht te
laten komen wil ik dat het parkeren wel
aanwezig is maar dan in functie en niet
in beeld. Daarnaast is het belangrijk
dat de ingangen interessanter en beter
zichtbaar worden. Een belangrijke functie
voor het gebied wordt recreëren. Dit
bied mogelijkheden omdat het direct
verbonden is aan theater de Lampengiet,
het dorp en het marktplein. De routing
zal ook veranderen zodat deze voor zowel
fietsers als voetgangers geoptimaliseerd
worden. Aangrenzend aan het gebied
ligt het omleidingskanaal dit is een
onderdeel van het valleikanaal. Met
het valleikanaal heb ik de modules lab
landschap en landschapsontwerp eerder
kennisgemaakt. Binnen deze opdracht wil
ik gaan onderzoeken hoe ik dit landschap
element kan verbinden met de stad.
Met deze uitgangspunten ben ik een
concept gaan maken. Hiervoor heb ik
naar veel verschillende inspiratie gezocht
zowel in de betekenis van de plek als
mogelijkheden om de uitgangspunten
te realiseren. Hieronder is het concept te
lezen met daarnaast een moodboard die
dit verhaal verbeelden.
17. Het concept
Het stadspark zal ingericht worden
zodat de recreatie vergroot zal worden.
Dit zal in het hele park terugkomen en
versterkt terugkomen op de verschillende
pleinen die ieder een eigen thema zullen
hebben. De thema’s die hier terugkomen
zijn ontmoeten, activiteit & beplanting,
beplanting en licht. Daarnaast zal er aan
het theater een buiten theater komen
die verbinding zal hebben met het water.
Het thema ontmoeten zal centraal liggen
in het park. Op dit punt kunnen mensen
elkaar ontmoeten en kunnen ze naar
andere delen van het park afhankelijk van
wat hun interesse of behoefte is.
In het park gaat het omleidingskanaal
wat oorspronkelijk het valleikanaal is
een grote rol spelen. Het water zal in
een groot gedeelte van het park een rol
spelen en hierbij ook een educatieve
functie hebben. Zowel het theater en het
restaurant in het park zullen verbinding
hebben met het water. Daarnaast zullen
er ook wandelpaden over het water
komen die de beleving zullen vergroten.
De verschillende beplantingen in het
gebied zullen bijdrage aan een natuurlijke
uitstraling. Dit zal aangevuld worden
met beplanting borders op verschillende
thema’s deze zullen gericht zijn om jaar
ronden beleving. Met de verschillende
beplanting zal ook de biodiversiteit in
het gebied vergroot worden. Ook zal
er een strook beplanting komen die de
populatie aan vlinders in het gebied zal
vergroten.
18. Het ontwerp
Het Stadspark aangrenzend aan het
winkelcentrum wordt de nieuwe recreatie
plek van het centrum. De natuur en het
stadleven komen hier samen. Het park
zal uitsluitend nog zijn voor recreatie.
Doorgangswegen zullen om het park
komen te liggen. Het valleikanaal
wat een belangrijke rol speelt in het
buitengebied rond Veenendaal en in de
stad het omleidingskanaal heet zal een
groot gedeelte van het park inkomen.
Beleving van het water zal een hoofdrol
gaan spelen in het vernieuwde ontwerp.
Het park is opgebouwd uit vormen die
het valleikanaal gemaakt. Dit is terug
te zien in de vormen van het eiland de
thema pleinen, paden en verlichting.
Verlichting speelt in het gebied een
belangrijke rol dit houdt verband met de
Veenendaalse traditie Lampegietavond
waarop er op een vast avond in het jaar
door de stad werd gelopen met verlichten
lampionnen. Daarnaast bevindt het
theater de Lampegiet zich in het park.
In het nieuwe ontwerp zal het theater
verbonden worden met het park. Dit zal
gebeuren door middel van een buiten
theater. Dit buiten theater kan zowel voor
voorstellingen, evenementen en recreatie
gebruikt worden. Vanaf dit plateau is
namelijk een groot uitzicht over het water
en op het eiland op het water.
Naast de hoofdlijnen van het park zullen
er ook verschillende pleinen komen die
ieder een eigen thema zullen hebben.
De thema’s zijn ontmoeten, activiteit
& beplanting, beplanting, licht en het
buiten theater. De pleinen zijn duidelijk
herkenbaar aan het materiaal waarvan
deze gemaakt zijn. Dit zal een half
verharding zijn en zal alleen gebruikt
worden op deze pleinen.
Op het water zal een eiland komen
waarop gewoond en gerecreëerd kan
worden. Hier is ook een van de thema
eilanden die bestaat uit een combinatie
van activiteit en beplanting. Dit is een
combinatie om jong en oud bij elkaar te
betrekken. Het is aantrekkelijk voor jong
door de skatebaan en voor oud door de
zit gelegenheden en beplantingen. Op
deze manier is er op deze plek altijd wat
te doen en komen verschillende groepen
uit Veenendaal samen. Vanaf het eiland
kan je vanaf het wandelpad over het
water kijken dat aan de park kant zit.
Aan de andere kant komt een stuk wat
beleeft zal worden als bos en wat het park
afscheid van het drukke verkeer dat langs
het park komt.
Op het vaste stuk van het park zal ook
een gedeelte van het stadbos komen.
Op deze manier zullen er duidelijke
overgangen zijn van de verschillende
plekken in het park van open naar dicht.
Daarnaast is en ook een strook van
bomen die vruchten dragen die eetbaar
zijn. Deze komen boven in het gebied
om zo een afscherming te maken naar
de wijk erachter. Naast dat het afschermt
is het ook een element dat verschillende
inwoners zal verbinden door gelijke
interesse en zal het een educatieve
functie hebben wat betreft wat eetbaar is
en hoe ook in de stad voedselproductie
mogelijk is. Er is gekozen om de twee
ingangen die vanaf daar waren niet
langer te gebruiken omdat dit smalle
steegjes waren die geen prettige sfeer
hadden. In plaats daarvan zijn er nu vanaf
belangrijke wegen die om het park heen
liggen ingangen tot het park. Daarnaast
is het park ook betreedt baar vanaf de
verschillende woontorens in het park.
Het water zal voornamelijk worden
aangezet met van nature voorkomende
beplanting bij het valleikanaal om zo de
natuur van het buitengebied de stad in
te halen. Langs het water en over het
water zijn verschillende paden zodat
het water echt beleeft kan worden en
ook een educatieve functie gaat dragen.
Verder zijn er in het gebied verschillende
heester groepen toegepast die ook
bestaan uit soorten die veel rond en in
Veenendaal te vinden zijn. Een van de
ingangen is aangezet met beplanting
die de vlinderpopulatie zal vergroten.
Dit is aangrenzend aan een van de
thema’s namelijk ontmoeten. Dit thema
ontmoeten is een verbinding punt van
zowel deze strook als de kerk, het theater
en de rest van het park.
Hiernaast zie het ontwerp van het gehele
ontwerp. Op de volgende pagina’s zijn
enkele doorsnede en materiaal keuze te
zien.
22. Stadsbos
Voor het stadsbos is er gekozen voor
twee inheemse soorten. Om zo de
natuurlijke sfeer in de stad naar voren te
kunnen brengen. De soorten die hiervoor
gekozen zijn is Betula pubescens en Tilia
x europaea. Dit soort bos komt op twee
plekken terug op zowel het gedeelte van
het park dat vastligt aan het centrum als
het woon eiland. De beplanting zorgt
voor een bos beleving in de stad. Tussen
de bomen komt ruiger gras zodat mensen
wel duidelijk het pad blijven volgen en
minder snel hiervan afwijken.
Bomen oeverrand
De bomen aan de oeverrand zijn typische
bomen voor aan de waterkant. Hierbij is
gekozen voor een mix tussen een grote
sfeer makende soort namelijk de Salix x
sepulcralis‘Chrysocoma’en een inheemse
soort Alnus glutinosa die veel te zien is in
het buitengebied rond Veenendaal. Deze
soort sluit dan ook aan bij het natuurlijke
karakter van het valleikanaal in de stad
naar voren te laten komen.
Betula pubescens
Tilia x europaea
Alnus glutinosa
Salix x sepulcralis ‘Chrysocoma’
23. Verharding
Voor de hoofdwandelpaden is gekozen
voor straatbakstenen. Dit is gedaan
zodat het voor alle bezoekers goed
begaanbaar is. Voor de thema pleinen
is gekozen voor graustabiel in de kleur
geel. Door deze thema’s heen zal wel
het hoofdwandelpad lopen zodat het
goed begaanbaar is. De straatbakstenen
zullen worden opgesloten zwartgrijze
opsluitbanden. En het graustabiel
zal worden opgesloten met een rand
kinderkoppen. De kinderkoppen en de
straatbakstenen zijn allebei bruin zo komt
wordt het een terugkerend element. De
opsluitband past in kleur dan weer bij
de zitranden die aan de vaste planten
vakken zitten.
Kinderkoppen langs graustabiel
Straatbakstenen
Halfverharding graustabiel
Opsluitband kleur
26. Samen met Matthias Hilhorst ben ik een
onderzoek gaan doen. Beide hebben we
een interesse voor beplanting en wilde
we meer leren over hoe beplanting in
de toekomstige steden een plek heeft.
Hierbij hebben we gekeken naar wat voor
beplanting in de toekomstige steden kan
overleven. Om dit te kunnen achterhalen
moesten we eerst meer te weten komen
over hoe het klimaat veranderd en wat
beplanting wel en niet kan verdragen.
Om hierachter te komen hebben we
vier deelvragen opgesteld en hebben
we beide twee deelvragen beantwoord.
Door een duidelijke taakverdeling en
regelmatig overleg hebben we dit tot een
gezamenlijke conclusie kunnen leiden.
Nadat we waren begonnen met een
literatuuronderzoek zijn we gaan kijken
welke experts we graag voor aanvullende
informatie wilden interviewen. We
hebben gekozen om het KNMI te
interviewen om zo een beter inzicht
te krijgen in het klimaat. We zijn te
weten gekomen dat er inderdaad nog
verschillende scenario’s denkbaar
zijn. Afhankelijk van hoe de mens zich
gedraagt en aanpast zal de aarde in
grote of minder grote mate opwarmen.
Hoe we omgaan met ruimte en groen
heeft wel degelijk impact op het klimaat.
Door bijvoorbeeld de voedselketen te
verkleinen en dit in en rond te stad te
verbouwen, hoeft het voedsel niet meer
over lange afstanden getransporteerd te
worden
Als de mens zo verantwoordelijk mogelijk
om kan gaan met de klimaatverandering
betekent dit dat minder inheemse
planten zullen verdwijnen. Daarom is
het van belang dat er in alle lagen van
de maatschappij aandacht komt voor
klimaatverandering en de mogelijkheden
om deze tegen te gaan. Met de studie T&L
kunnen we beginnen bij de inrichting van
het landschap.
Het interessante aan het vakgebied
vind ik juist de verandering in het
landschap en hoe wij kunnen inspelen
op maatschappelijke vraagstukken.
Door verschillende onderzoeken te
doen kunnen we het landschap en onze
leefomgeving beter begrijpen om zo ook
nieuwe passende visies en ontwerpen
te ontwikkelen. Door dit onderzoek te
hebben gedaan heb ik meer inzicht
gekregen op hoe de planten zich kunnen
verhouden tot klimaatverandering. Dit
was een relatief klein onderzoek maar
heeft toch mijn kennis verder ontwikkelt
wat deze eeuw relevant zal zijn. Hiernaast
is onze eind conclusie te lezen die
antwoord geeft op onze hoofdvraag wat
voor beplanting zien we in de toekomst
van steden om klimaatverandering tegen
te gaan?
27. De Conclusie
Met beplanting kan niet de gehele
klimaatverandering tegen worden
gegaan. Wel kan de beplanting een
positief effect hebben om zo het Urban
Heat Island effect te temperen. In de
eerstkomende tientallen jaren zal de
beplanting een grotere rol spelen als het
gaat om de opvang van broeikasgassen.
Naar maten de steden verder over gaan
op zonne-energie en hernieuwbare
energie zullen er minder broeikasgassen
worden uitgestoten en hoeft de
beplanting minder op te vangen. Wel
blijft de beplanting belangrijk als het gaat
om het al uitgestoten koolstofdioxide uit
de lucht te halen. Ook in de steden zijn ze
van belang tegen de klimaatverandering
ook al helpt dit maar voor een klein
beetje. De beplanting zorgt ervoor dat de
steden afkoelen en er geen overlast
komt van de neerslagoverschotten waar
we mee te maken krijgen.
De beplanting in de toekomstige steden
zal een mix zijn van verschillende
soorten. Zo zal het voor een deel bestaan
uit soorten die van nature in Nederland
voorkomen en hogere tempraturen wel
overleven. Een andere groep zal bestaan
uit planten die uit dezelfde familie komen
als de plant die in eerste instantie wel
goed kon overleven in Nederland. En
de laatste groep zal bestaan uit planten
uit andere zones of de mediterrane
beplanting. Zo ontstaat er een mix
van beplanting. In deze mix is ook de
biodiversiteit van belang hoe beter
deze is hoe beter de planten tegen de
verschillende weersomstandigheden
kunnen. Wat er dan ook gaat gebeuren
met het klimaat er hoeft altijd maar een
kleine aanpassing gedaan te worden. Zo
wordt voorkomen dat bij extreme
omstandigheden alle planten uit de stad
sterven.
Belangrijk is ook dat er in grote
hoeveelheden beplanting komt in de
stad en dat het liefst ter vervanging van
harde materialen. Bomen zijn hierin het
effectiefst maar lage beplanting is net zo
essentieel voor onder andere neerslag
opvang. Door het Urban heat Island effect
is het in de kern van de stad meestal het
warmst. Belangrijk is daarbij dat of in
de kern of dicht daarbij zoveel mogelijk
groen komt om zo de stad te kunnen
verkoelen. Veel groen op een plek
toepassen kan bijvoorbeeld door een
stadspark. Naast dat zoveel mogelijk
groen altijd goed is moet alle ruimte die
beschikbaar is optimaal benut worden
en met elkaar verbonden zijn. Door
beplanting toe te passen vanuit de
heetste kern en deze als een verbonden
lappendeken over de stad uit te leggen
krijgt de beplanting het meest effect.
Naast dat wij als mens en ontwerpers
groen aanplanten moet er ook gekeken
worden naar rewilding dit omdat dit nog
meer effect heeft op het verkoelen
van de stad en het zuiveren van de lucht.
Omdat het rewilding enige tijd kost
maar wel heel efficiënt werkt is het van
belang dat er een balans komt tussen
plekken voor rewilding en aanplant door
de mens. Naar maten de rewilding
ontwikkelt kan dit in de toekomstige
steden ook verder worden uitgebereid.
Er is alleen wel een keerzijde aan de
rewilding doordat de beplanting de snel
veranderende omstandigheden niet bij
kunnen houden wordt het ook lastig
voor de beplanting om dit process op
gang te brengen.
Eerder werd beschreven dat er onderzoek
gedaan wordt naar de beplanting in 59
de toekomstige steden om
klimaatverandering tegen te gaan. Dit
onderzoek is gedaan zodat bekent wordt
wat voor beplanting er toegepast moet
worden en hoe dit moet gebeuren om de
steden in de stad leefbaar te houden. In
het onderzoek komt naar voren dat als de
mens door gaat zoals deze nu leeft er op
een bepaald moment geen manier meer
is om zo verder te leven. Dit komt doordat
de mens dan de aarde heeft verwoest
en we onder andere geen voedsel
meer kunnen verbouwen en de hitte
en droogte te extreem worden. Kortom
er zijn een hoop zaken waar rekening
mee gehouden moet worden. Hierbij is
regeneration de meest kans hebbende
manier. De regenaration speelt eigenlijk
op alle punten in die een probleem zijn
of kunnen vormen. Door dit proces juist
ook in de steden toe te passen komt
natuur en mens weer dichterbij elkaar en
wordt er een leefbare stad gecreëerd voor
iedereen.