SlideShare a Scribd company logo
1 of 1
Download to read offline
Eenpassendjasje
De markt staat bol van de kantoren die niemand wil. Daarom heeft Atelier V Real Estate een strategisch
marketinginstrument ontwikkeld dat kantooreigenaren meer inzicht geeft in wat organisaties daadwerkelijk
zoeken. Daarbij staan niet functionele eisen maar de belevingsfactor van de gebruiker centraal » Judi Seebus
B
ent u een statusgevoelige professi-
onal? Dan heeft u geluk als u een
kantoor in Amsterdam zoekt.
Want in vrijwel alle deelgebieden
van de hoofdstad is er genoeg aanbod dat
voor uw organisatie geschikt is. Past uw
werkgever beter in het profiel van de extra-
verte trendsetter, dan zult u — ondanks het
recordaanbod van ruim één miljoen vierkan-
te meter — moeite hebben om een geschikt
kantoor in de stad Amsterdam te vinden.
Wantdeextravertetrendsetterwordtrelatief
onderbedeeld binnen het huidige aanbod.
Alleen in de stadsdelen Oud-Zuid en Cen-
trum vindt u wellicht een passend kantoor.
Zo luiden enkele conclusies uit een on-
langs verschenen onderzoek van adviesbu-
reau Atelier V Real Estate in samenwerking
met makelaarskantoor Boer Hartog Hooft.
Met behulp van de Office Style Card van Ate-
lier V konden de onderzoekers het aanbod
van de hoofdstad voor het eerst kwalitatief in
kaart brengen. Als productgerichte markt is
de vastgoedsector van oudsher gefocust op
functionele criteria, stelt René Stevens,
mede-oprichter van Atelier V uit Amersfoort.
‘Projectontwikkelaars denken vooral in
marktconforme kantoren. De markt vertoont
wat dat betreft dan ook nog steeds commu-
nistische trekjes. Maar de gemiddelde kan-
toorgebruiker bestaat natuurlijk niet.’
Met de Office Style Card, die Atelier V in
2004 samen met Motivaction International
ontwikkelde, hebben ontwikkelaars een
marketinginstrument in handen dat hen in
staatsteltdestrategischedoelenenbelangen
van de eindgebruiker beter te bedienen, al-
dus Stevens. De belevingsfactor speelt daar-
bij een centrale rol: ‘Meer verfijnde marktin-
formatie is essentieel om vraaggericht te ont-
wikkelen en in het huidige economische tij
het juiste kantoor bij de meest geschikte
doelgroep onder de aandacht te kunnen
brengen. Onze waaier van bedrijfsstijlen
biedt ook beleggers en kantooreigenaren die
voor hun leegstaande kantoren een eindge-
bruiker zoeken duidelijke handvatten. Als ze
weten wat voor vis ze zoeken, kunnen ze het
juiste aas gebruiken.’
Stevens trekt een vergelijking met de aan-
koop van een regenjas. ‘Natuurlijk moet deze
passenenmoetvanzelfsprekendookfunctio-
neelzijn.Hetzougekzijnomeentekleinejas
te kopen. Maar bij het keuzemoment zelf
speelt emotie ook een belangrijke rol, zeker
als je kunt kiezen tussen twee haast gelijke
regenjassen. Wat op dat moment vooral
speelt is wat voor imago je wilt uitstralen.
Hetzelfde geldt bij de aankoop van een auto.
Rationele overwegingen spelen hier slechts
ten dele mee. Ook al is de prijs-prestatiever-
houding van een Japanner minstens even
goed, zo niet beter dan een Europese auto,
toch zullen vele mensen nog steeds voor een
BMW kiezen.’
Hetzelfde fenomeen treedt op bij kantoor-
gebouwen,steltStevens.‘Indezetijdisieder-
een met zelfontwikkeling bezig. Als dat voor
‘WE HEBBEN EEN WAAIER VAN
BEDRIJFSSTIJLEN; ER IS NIET
ZOIETS ALS EEN GEMIDDELDE
KANTOORGEBRUIKER’
een individu geldt, waarom zou het niet voor
een organisatie gelden? Een organisatie is in
feite een verzameling individuen die samen
een eigen bedrijfsstijl, management en cul-
tuur creëren.’
Stevens stelt dan ook dat de eindgebruiker
met behulp van de Office Style Card veel ge-
richter kan gaan zoeken naar een passend
kantoor. Als je weet wat je als organisatie
drijft en welke identiteit je wilt communice-
ren, is ook de bijpassende uitstraling van de
huisvesting te benoemen. ‘Aldi en Albert
Heijn bieden grofweg dezelfde soort produc-
ten aan. Maar als je in een Aldi-winkel komt,
heeft deze een heel andere uitstraling dan een
winkel van Albert Heijn. De dozen die je over-
al op de vloer ziet bij de Aldi geven een psy-
chologisch signaal: dat je hier niets te veel be-
taalt.’
Het schandaal dat uitbrak rond de Amster-
damse huisvesting en inrichting van het UWV
legtvolgensStevensdevingeropdezereplek.
‘Dit was een duidelijk voorbeeld van een mis-
match. Het kwaliteitsniveau van het nieuwe
kantoor riep maatschappelijke verontwaar-
diging op omdat men de uitstraling niet vond
passen bij hetgeen waar het UWV voor staat.
Het gebouw maakt een te dure indruk.’
Als semi-overheidsinstantie is het UWV
een goed voorbeeld van een ‘bureaucratisch
functioneel’ die zich het jasje aanmat van een
statusgevoelige professional, om in het jar-
gon van de Office Style Card te blijven. Bij de
definitie statusgevoelige professional gaat
het om grote multinationale ondernemingen
zoals banken en advocatenkantoren. Binnen
Amsterdam sluit volgens Stevens de Zuidas
het beste aan op het profiel van deze groep.
Ook het Arenagebied, de Riekerpolder en de
Omval komen voor hen in aanmerking. Aan
de andere kant van het spectrum zijn er de
‘maatschappelijke dienstverleners’ die veel
prioriteit geven aan het faciliteren van de so-
ciale interactie tussen de werknemers.
Een goed voorbeeld van deze laatste cate-
gorie is vakcentrale CNV. Deze organisatie
behoort ook tot de vijftien klanten die Atelier
V sinds de oprichting in 2003 heeft begeleid
in hun huisvestingstraject. De keuze voor de
huisvestingisuiteindelijkgevallenopeenge-
bouw vlak bij het station Overvecht in
Utrecht. Stevens: ‘Een vakbond staat midden
in de samenleving. Het is een organisatie die
maatschappelijk geëngageerd is. Van de
huisvesting verwacht men niet dat de luxe
ervan afdruipt. Integendeel, een organisatie
als deze dient zorgvuldig met de contributie-
gelden om te gaan en voor haar medewer-
kers een professionele en inspirerende werk-
omgeving te creëren.’
Stevens wijst er op dat huisvesting gemid-
deld 10% à 15% van de totale kosten van een
onderneming uitmaken. Daarmee vormt de
DE MEESTE PROGRAMMA’S
VAN EISEN VOOR GEBOUWEN
KENMERKEN ZICH DOOR EEN
INGENIEURSBENADERING
huisvesting vaak de tweede of derde kosten-
post na de personeelskosten. Ruim 60% van
de ondernemingskosten bestaat uit perso-
neelslasten. ‘Het zijn de medewerkers die
voor de inkomsten zorgen. Aan de onderne-
mer de keuze om de focus te leggen op het
reducerenvandehuisvestingslasten,ofophet
verhogen van de inkomsten die met ruim 60%
van het budget worden gerealiseerd.’
‘Het merendeel van de programma’s van
eisen voor gebouwen kenmerkt zich door de
analytische ingenieursbenadering van wat
het gebouw kan, wat zich vertaalt in een op-
somming van eisen en functies. De gevoels-
benadering van wat het gebouw met de me-
dewerkers doet, ontbreekt meestal. Het gaat
om hoe kantoren de strategische doelen van
organisaties kunnen ondersteunen en tege-
lijkertijd de belangen van gebruikers dienen.
Het gaat om het creëren van een plek waar
mensenmetpleziernaartoekomen,waaron-
gebreidelde verbeelding en tomeloze ambi-
tie aanwezig zijn die verandering en innova-
tie mogelijk maken. Met de juiste huisvesting
heb je een extra knop waaraan je kunt draai-
en om het potentieel van de medewerkers te
ontsluiten.’
pagina 23, 14-06-2006 © Het Financieele Dagblad

More Related Content

More from ATELIER V real estate B.V.

More from ATELIER V real estate B.V. (10)

Architecture is a Symphony of Form - Environmental Energy Balancing
Architecture is a Symphony of Form - Environmental Energy BalancingArchitecture is a Symphony of Form - Environmental Energy Balancing
Architecture is a Symphony of Form - Environmental Energy Balancing
 
Hoe draagt huisvesting bij aan profit en prosperity?
Hoe draagt huisvesting bij aan profit en prosperity?Hoe draagt huisvesting bij aan profit en prosperity?
Hoe draagt huisvesting bij aan profit en prosperity?
 
Sustainability 3.0 individuals make the difference
Sustainability 3.0 individuals make the differenceSustainability 3.0 individuals make the difference
Sustainability 3.0 individuals make the difference
 
Creëer waarde met uw huisvesting
Creëer waarde met uw huisvestingCreëer waarde met uw huisvesting
Creëer waarde met uw huisvesting
 
Vraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstand
Vraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstandVraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstand
Vraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstand
 
Het strategisch gebouw ontrafeld
Het strategisch gebouw ontrafeldHet strategisch gebouw ontrafeld
Het strategisch gebouw ontrafeld
 
Strategisch huisvesten
Strategisch huisvestenStrategisch huisvesten
Strategisch huisvesten
 
Salonkantoor bespaart meer ruimte dan flexkantoor
Salonkantoor bespaart meer ruimte dan flexkantoorSalonkantoor bespaart meer ruimte dan flexkantoor
Salonkantoor bespaart meer ruimte dan flexkantoor
 
Huisvestingscode gekraakt
Huisvestingscode gekraaktHuisvestingscode gekraakt
Huisvestingscode gekraakt
 
Flirten met een kantoor
Flirten met een kantoorFlirten met een kantoor
Flirten met een kantoor
 

Segmentatie kantoorgebruikers. Huisvesting als een passend jasje.

  • 1. Eenpassendjasje De markt staat bol van de kantoren die niemand wil. Daarom heeft Atelier V Real Estate een strategisch marketinginstrument ontwikkeld dat kantooreigenaren meer inzicht geeft in wat organisaties daadwerkelijk zoeken. Daarbij staan niet functionele eisen maar de belevingsfactor van de gebruiker centraal » Judi Seebus B ent u een statusgevoelige professi- onal? Dan heeft u geluk als u een kantoor in Amsterdam zoekt. Want in vrijwel alle deelgebieden van de hoofdstad is er genoeg aanbod dat voor uw organisatie geschikt is. Past uw werkgever beter in het profiel van de extra- verte trendsetter, dan zult u — ondanks het recordaanbod van ruim één miljoen vierkan- te meter — moeite hebben om een geschikt kantoor in de stad Amsterdam te vinden. Wantdeextravertetrendsetterwordtrelatief onderbedeeld binnen het huidige aanbod. Alleen in de stadsdelen Oud-Zuid en Cen- trum vindt u wellicht een passend kantoor. Zo luiden enkele conclusies uit een on- langs verschenen onderzoek van adviesbu- reau Atelier V Real Estate in samenwerking met makelaarskantoor Boer Hartog Hooft. Met behulp van de Office Style Card van Ate- lier V konden de onderzoekers het aanbod van de hoofdstad voor het eerst kwalitatief in kaart brengen. Als productgerichte markt is de vastgoedsector van oudsher gefocust op functionele criteria, stelt René Stevens, mede-oprichter van Atelier V uit Amersfoort. ‘Projectontwikkelaars denken vooral in marktconforme kantoren. De markt vertoont wat dat betreft dan ook nog steeds commu- nistische trekjes. Maar de gemiddelde kan- toorgebruiker bestaat natuurlijk niet.’ Met de Office Style Card, die Atelier V in 2004 samen met Motivaction International ontwikkelde, hebben ontwikkelaars een marketinginstrument in handen dat hen in staatsteltdestrategischedoelenenbelangen van de eindgebruiker beter te bedienen, al- dus Stevens. De belevingsfactor speelt daar- bij een centrale rol: ‘Meer verfijnde marktin- formatie is essentieel om vraaggericht te ont- wikkelen en in het huidige economische tij het juiste kantoor bij de meest geschikte doelgroep onder de aandacht te kunnen brengen. Onze waaier van bedrijfsstijlen biedt ook beleggers en kantooreigenaren die voor hun leegstaande kantoren een eindge- bruiker zoeken duidelijke handvatten. Als ze weten wat voor vis ze zoeken, kunnen ze het juiste aas gebruiken.’ Stevens trekt een vergelijking met de aan- koop van een regenjas. ‘Natuurlijk moet deze passenenmoetvanzelfsprekendookfunctio- neelzijn.Hetzougekzijnomeentekleinejas te kopen. Maar bij het keuzemoment zelf speelt emotie ook een belangrijke rol, zeker als je kunt kiezen tussen twee haast gelijke regenjassen. Wat op dat moment vooral speelt is wat voor imago je wilt uitstralen. Hetzelfde geldt bij de aankoop van een auto. Rationele overwegingen spelen hier slechts ten dele mee. Ook al is de prijs-prestatiever- houding van een Japanner minstens even goed, zo niet beter dan een Europese auto, toch zullen vele mensen nog steeds voor een BMW kiezen.’ Hetzelfde fenomeen treedt op bij kantoor- gebouwen,steltStevens.‘Indezetijdisieder- een met zelfontwikkeling bezig. Als dat voor ‘WE HEBBEN EEN WAAIER VAN BEDRIJFSSTIJLEN; ER IS NIET ZOIETS ALS EEN GEMIDDELDE KANTOORGEBRUIKER’ een individu geldt, waarom zou het niet voor een organisatie gelden? Een organisatie is in feite een verzameling individuen die samen een eigen bedrijfsstijl, management en cul- tuur creëren.’ Stevens stelt dan ook dat de eindgebruiker met behulp van de Office Style Card veel ge- richter kan gaan zoeken naar een passend kantoor. Als je weet wat je als organisatie drijft en welke identiteit je wilt communice- ren, is ook de bijpassende uitstraling van de huisvesting te benoemen. ‘Aldi en Albert Heijn bieden grofweg dezelfde soort produc- ten aan. Maar als je in een Aldi-winkel komt, heeft deze een heel andere uitstraling dan een winkel van Albert Heijn. De dozen die je over- al op de vloer ziet bij de Aldi geven een psy- chologisch signaal: dat je hier niets te veel be- taalt.’ Het schandaal dat uitbrak rond de Amster- damse huisvesting en inrichting van het UWV legtvolgensStevensdevingeropdezereplek. ‘Dit was een duidelijk voorbeeld van een mis- match. Het kwaliteitsniveau van het nieuwe kantoor riep maatschappelijke verontwaar- diging op omdat men de uitstraling niet vond passen bij hetgeen waar het UWV voor staat. Het gebouw maakt een te dure indruk.’ Als semi-overheidsinstantie is het UWV een goed voorbeeld van een ‘bureaucratisch functioneel’ die zich het jasje aanmat van een statusgevoelige professional, om in het jar- gon van de Office Style Card te blijven. Bij de definitie statusgevoelige professional gaat het om grote multinationale ondernemingen zoals banken en advocatenkantoren. Binnen Amsterdam sluit volgens Stevens de Zuidas het beste aan op het profiel van deze groep. Ook het Arenagebied, de Riekerpolder en de Omval komen voor hen in aanmerking. Aan de andere kant van het spectrum zijn er de ‘maatschappelijke dienstverleners’ die veel prioriteit geven aan het faciliteren van de so- ciale interactie tussen de werknemers. Een goed voorbeeld van deze laatste cate- gorie is vakcentrale CNV. Deze organisatie behoort ook tot de vijftien klanten die Atelier V sinds de oprichting in 2003 heeft begeleid in hun huisvestingstraject. De keuze voor de huisvestingisuiteindelijkgevallenopeenge- bouw vlak bij het station Overvecht in Utrecht. Stevens: ‘Een vakbond staat midden in de samenleving. Het is een organisatie die maatschappelijk geëngageerd is. Van de huisvesting verwacht men niet dat de luxe ervan afdruipt. Integendeel, een organisatie als deze dient zorgvuldig met de contributie- gelden om te gaan en voor haar medewer- kers een professionele en inspirerende werk- omgeving te creëren.’ Stevens wijst er op dat huisvesting gemid- deld 10% à 15% van de totale kosten van een onderneming uitmaken. Daarmee vormt de DE MEESTE PROGRAMMA’S VAN EISEN VOOR GEBOUWEN KENMERKEN ZICH DOOR EEN INGENIEURSBENADERING huisvesting vaak de tweede of derde kosten- post na de personeelskosten. Ruim 60% van de ondernemingskosten bestaat uit perso- neelslasten. ‘Het zijn de medewerkers die voor de inkomsten zorgen. Aan de onderne- mer de keuze om de focus te leggen op het reducerenvandehuisvestingslasten,ofophet verhogen van de inkomsten die met ruim 60% van het budget worden gerealiseerd.’ ‘Het merendeel van de programma’s van eisen voor gebouwen kenmerkt zich door de analytische ingenieursbenadering van wat het gebouw kan, wat zich vertaalt in een op- somming van eisen en functies. De gevoels- benadering van wat het gebouw met de me- dewerkers doet, ontbreekt meestal. Het gaat om hoe kantoren de strategische doelen van organisaties kunnen ondersteunen en tege- lijkertijd de belangen van gebruikers dienen. Het gaat om het creëren van een plek waar mensenmetpleziernaartoekomen,waaron- gebreidelde verbeelding en tomeloze ambi- tie aanwezig zijn die verandering en innova- tie mogelijk maken. Met de juiste huisvesting heb je een extra knop waaraan je kunt draai- en om het potentieel van de medewerkers te ontsluiten.’ pagina 23, 14-06-2006 © Het Financieele Dagblad