4. Vader vol barmhartigheid,
altijd weer hebben mensen
U leren kennen als een God
van vergeving en bevrijding.
Bekeer ook ons hart tot die groot-
moedigheid, dat wij elke ander
altijd nieuwe kansen geven
en ons hart nooit sluiten voorgoed.
Maak onze handen sterk en zacht
om te troosten en te helpen
en om samen teken te zijn
van uw goedheid.
5. Lofzang
Om warmte gaan wij een leven,
gaan wij over de zee,
vliegen wij langs de hemel
om iemand gaan wij een leven
met licht en met donker mee.
Vogeltje van de bergen,
waar gaat de tocht naar toe?
Om warmte wil ik zwerven
en komen naar iemand toe.
6. Om zachtheid gaan wij een leven,
gaan wij onder de nacht
kruipen wij onder de hemel
om woorden gaan wij een leven,
om lachen en zoenen zacht.
Mensje, daar in de verte,
waar snelt je voetstap heen?
Waar zachtheid is te vinden
daar snellen mijn voeten heen.
7. Om liefde gaan wij een leven,
sterven wij dood na dood,
wagen de verste wegen
om jou, op hoop van zegen,
mijn liefde, mijn reisgenoot.
Dalen van zwarte aarde
bergen van hemelsblauw,
om alles ga ik dit leven,
om alles of niets voor jou.
10. Stem als een zee van mensen
om mij door mij heen.
Stem van die drenkeling,
van dat stuk wrakhout
dat een mens blijkt
als hij mij aankijkt.
11. Stem die mij roept : wie ben je,
mens, waar is je broer?
Stem die mijn vliezen breekt
en mij bevrijdt,
die vuur uit steen slaat,
jij die mij ik maakt.
12. Stem die geen naam heeft, nog
niet,
mensen zonder stem.
Stem als een specht die klopt
aan mijn gehoorbeen,
woord dat aanhoudt,
God die mij vasthoudt.
16. Breng dank aan de Vader,
want Hij is goed in aeternum
misericordiam eius.
Hij heeft de wereld geschapen
met wijsheid
in aeternum misericordiam eius.
Hij leidt zijn volk
doorheen de geschiedenis
in aeternum misericordiam eius.
Hij vergeeft en
verwelkomt zijn kinderen
in aeternum misericordiam eius.
(eeuwig is zijn barmhartigheid)
18. Breng dank aan de Zoon,
licht van de volken in aeternum
misericordiam eius.
Hij houdt van ons met een
hart van vlees
in aeternum misericordiam eius.
Van hem hebben wij ontvangen,
geven wij ook aan Hem
in aeternum misericordiam eius.
Een open hart voor al wie
hongeren en dorsten
in aeternum misericordiam eius.
(eeuwig is zijn barmhartigheid)
20. Bidden wij de Geest om de
zeven heilige gaven in aeternum
misericordiam eius.
Bron van alle goedheid
en zachte verlichting
in aeternum misericordiam eius.
Getroost door Hem,
geven wij anderen troost
in aeternum misericordiam eius.
Een open hart voor al wie
hongeren en dorsten
in aeternum misericordiam eius.
(eeuwig is zijn barmhartigheid)
22. Bidden wij om vrede tot de
God van alle vrede in aeternum
misericordiam eius.
De aarde wacht op het
goede nieuws van het Koninkrijk
in aeternum misericordiam eius.
Vreugde en vergeving voor
armen en kleinen
in aeternum misericordiam eius.
Vernieuwd zullen worden
hemel en aarde
in aeternum misericordiam eius.
(eeuwig is zijn barmhartigheid)
25. Laten we opstaan
voor het grote dankgebed…
De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart.
We zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God
Hij is onze dankbaarheid waardig.
26. Van dankbaarheid, Vader, zijn wij vervuld.
Waar wij ook gaan of staan,
U zeggen wij dank
door Jezus, uw veelgeliefde Zoon.
Hij is het Woord, bij U van in het begin,
door Hem roept Gij tot leven
alles wat bestaat.
Gij hebt hem gezonden
om ons tot vrije mensen te maken.
27. Zijn hele leven heeft Hij uw wil volbracht.
Overal doorbrak zijn zelfvergeten liefde
de ban van het kwaad.
Zijn lijden overwon de dood
en zijn opstanding toont de weg
naar uw heerlijkheid.
Daarom verkondigen
met alle engelen en heiligen
ook wij uw lof en zingen vol vreugde :
28. Deus Saba-oth Deus Saba-oth.
Heilig de Heer,
de God der hemelse machten
Sanctus, sanctus, sanctus Dominus
29. Ja, Gij zijt heilig, Vader,
Gij zijt de bron van leven en heil.
Zie naar ons die hier samen zijn
in gemeenschap met heel de kerk
om dankbaar te vieren
dat de Heer is opgestaan.
Door Hem vragen wij:
zend uw Geest nu over deze gaven
zodat zij voor ons geheiligd worden
tot lichaam en bloed van Jezus,
de Christus, uw Zoon.
30. Danken wij de Heer.
Wij danken U, God voor de
zegen van uw Geest over de
de gaven van Jezus, de Heer.
32. Danken wij de Heer.
Wij danken U, God, voor het
leven en de dood en het
verrijzen van Jezus, de Heer.
33. We gaan zitten…
Daarom gedenken wij,
zoals Hij het heeft gewild,
dat uw Zoon is gestorven en verrezen,
heilige Vader,
en we bieden U aan
wat Hij ons heeft gegeven:
dit brood dat leven geeft
en deze beker die ons redt van alle
dood.
34. Wij danken U omdat Gij ons
als uw kinderen bemint
en samenbrengt om met U
ons leven te delen.
Wij mogen verbonden zijn met Jezus
en deel hebben aan zijn onbedwingbare
levenskracht.
Met aandrang vragen we U
dat wij naar elkaar toegroeien
door de kracht van uw heilige Geest.
35. Danken wij de Heer.
Wij danken U, God, voor de
gaven van uw Geest: eenheid
en vrede in Jezus, de Heer.
36. Gedenk dan uw kerk, Heer,
over heel de aarde.
Voltooi uw liefde in onze gemeenschap
rondom de bisschop van Rome,
paus Franciscus, onze bisschoppen
en allen die Gij roept
om u en de mensen te dienen.
37. Gedenk ook onze broeders en zusters
die door de dood heen zijn gegaan
en leven in de verwachting
van de verrijzenis...
Gedenk alle mensen
die gestorven zijn,
neem hen op
in uw barmhartigheid.
38. Neem ook ons allen op in uw liefde.
Dan zullen wij met Maria,
de moeder van de Heer,
met de heilige Jozef,
met de apostelen en met allen
die leefden in uw welbehagen,
delen in uw eeuwig leven.
39. Dan zal de lof en dank
die wij U toezingen
omwille van Jezus, uw Zoon
en onze lieve Meester,
nooit meer ophouden.
Door Hem en met Hem en in Hem
zal uw Naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
40. Danken wij de Heer.
Wij danken U, God, dat Gij
onze God wilt zijn: Vader en
Zoon en heilige Geest. A -
44. Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie mij ontmaskert, zal mij vinden.
Ik heb gezichten meer dan twee,
ogen die tasten in den blinde,
harten aan angst voor angst ten
prooi.
Delf mijn gezicht op,
delf mijn gezicht op,
maak mij mooi, maak mij mooi.
45. Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie wordt ontmaskerd,
wordt gevonden.
en zal zichzelf opnieuw verstaan,
en leven bloot en onomwonden,
aan niets en niemand meer ten prooi.
Delf mijn gezicht op,
delf mijn gezicht op,
maak mij mooi, maak mij mooi.