1. Voorbeschouwing
Wie ben ik?
Ik ben Anaïs Mariaulle. Ik ben twintig jaar oud en ben een studente aan de Arteveldehogeschool.
Ik ben opgevoed in een traditioneel gezin en leef in mijn geboortestad Ronse.
Ronse is een multiculturele stad waardoorikmet verschillende culturen en levensbeschouwingen
in aanraking ben gekomen doorheen mijn leven. Dit heeft enigszins invloed gehad op mijn visie
rond mijn eigen levensbeschouwing en die van anderen.
Religie
Persoonlijkheb ik mezelf nooit echtgezien als een katholiek,maar ikben welgedoopt geweest en
heb daarnaast zowel mijn kleine als plechtige communie gedaan. In de toekomst zou ik ook in de
kerk willen trouwen en mijn kind eventueel laten dopen, maar de motivatie hierachter is eerder
voor de betekenis die zich achter het ritueel bevindt en niet zozeer voor de religie.
Hoe komt het dat ik de symboliek van deze handelingen wel wil behouden, maar de hieraan
gekoppelde religie niet? Nou het zit zo, ik ben het niet altijd eens met de dingen die de Kerk doet
of zegt en geloof niet dat mensen echt in de naam van God kunnen spreken. Daarnaast ben ik ook
iemand die gelooft in wat ze ziet en die zich doorheen de jaren wat meer heeft moeten vinden op
het vlak van geloof. Dit betekent niet dat ik niet geloof in een hogere transcendente kracht, maar
dat ik er gewoon geen specifiek idee aan wil koppelen zolang ik er niet zeker van kan zijn. Als ik
mijn manier van geloven zou moeten beschrijven zou ik eerder zeggen dat ik wel geloof dat er
'Iets' is en dat ik ook af en toe de nood voel om met dat 'Iets' te praten. Ik geef dat 'Iets' dan ook
de naam God. Dit doe ik niet zozeer door de gelovige achtergrond van mijn familie, maar omdat
dat het enige woord is dat in me opkomt wanneer ik erover nadenk.
Mijn relatie met God
Zelf praat ik af en toe tegen God. Niet zo zeer omdat ik iets nodig heb of troost zoek,maar gewoon
eens om over de wereld te praten in het algemeen of over de dingen die ik heb gezien of
meegemaakt. Ikvraag hem dan af en toe hoehij het tochallemaal kan aanzien zonder de mensheid
af en toe op zijn plaats te willen zetten. Ik zoek een zekere troost en steun in deze gesprekken,
maar probeer dezein een zekerezin ookte geven voorhet geval er daadwerkelijk iemand luistert.
Want als er iemand als God naar me zou luisteren zou ik hem willen laten weten dat ik besef hoe
moeilijk het wel niet moet zijn om God te zijn over de wereld van vandaag de dag en dat ook hij
het recht heeft om te klagen.
Mijn visie op het leven
Ik zie het leven als een serie van keuzes. De keuzes die je maakt vertellen deels wie je bent op het
moment dat je ze maakt. Maar de gevoelens die je hieraan koppelt zoals spijt en de acties die je in
je leven onderneemt bepalen ook deels wie je bent en hoe jij je leven leeft. Daarnaast zie ik het
leven als iets waarje vanmoet genieten. Het is namelijk een avontuur die zowelhoogtepunten als
laagtepunten kent. De manier waarop je met deze hoogtepunten of laagtepunten omgaat hebben
een invloed op jouw identiteit en beïnvloeden de rest van jouw leven. Ik wil hierbij benadrukken
dat het leven meer is dan alleen maar een avontuur, want het is namelijk ookeen kans. Het is een
kans om anderen te leren kennen, te helpen en bij te staan. Het is een kans die je krijgt om de
prachtige dingen die er in de wereld zijn te ontdekken zolang je er zelf maar voor openstaat. Om
te concluderen zou ik dus zeggen dat het leven voor mij iets is dat je met beide handen moet
2. vastgrijpen en waarvan je alle mogelijkheden moet benutten, maar dat het ookiets is dat je moet
gebruiken om anderen te helpen om deze mogelijkheden te krijgen en te ontdekken.
Wie/Wat heeft jouw religie en/of levensbeschouwing beïnvloed?
Zelf ben ik niet echt iemand die zich makkelijk laat beïnvloeden. De manier waarop ik naar het
leven kijk en de manier waarop ik geloof zijn nooit echt beïnvloed geweest door een specifiek
persoon, maar wel door gebeurtenissen in mijn leven. Ik heb het om wat specifieker te zijn over
de gebeurtenissen in mijn leven die me lieten zien hoe hard de mensen konden zijn tegenover
elkaar en de natuur. Deze gebeurtenissen lieten me denken dat een transcendente kracht
onmogelijk kon bestaat naarmate de ondernemers vandeze gebeurtenissen ongestraft hun leven
verder kondenleiden. Maar ikwerd ouderen zag dat er ondanks de gruwel tochookmooiedingen
gebeurden op aarde en dat zorgde ervoor dat ik meer en meer begon te relativeren. Het is
misschien vreemd maar ik relativeer heel veel, zelf zie ik daar niks slechts in naarmate het ervoor
zorgt dat ik elke situatie van alle kanten bekijk.
Wel moet ik toegeven dat ik nieuwsgierig ben naar andere religies en naar de manier waarop
anderen naar het leven kijken. Het zorgt er namelijk voor dat ik anderen beter kan begrijpen en
meer begrip kan tonen. Daarnaast geven degelijke gesprekken me altijd ook stof om over na te
denken en dat zorgt er altijd wel voordat ik dingen in twijfel trek, watgoed is omdat het me alert
houdt voor mogelijke stereotyperingen of te snel getrokken conclusies. Om te concluderen zouik
dus zeggen dat ik altijd nieuwsgierig ben geweest en ook altijd zal zijn naar de diverse religies en
levensbeschouwingen die er zijn.
Religieuze en levensbeschouwelijke vorming in het secundair onderwijs
In zowel het lager als secundair onderwijs volgde ik godsdienstlessen. In het lager onderwijs
waren de godsdienstlessen lessen waar er echt werd gefocust op Bijbelverhalen en hun
achterliggende boodschap, maar de godsdienstlessen uit het secundair onderwijs behandelden
meer thema's. Er werd namelijk gesproken over verschilde erkende levensbeschouwingen en
belangrijke thema's zoals vrijemeningsuiting en godsdienstvrijheid werden vaak besproken.
Tijdens mijn twee laatste jaren in het secundair onderwijs organiseerden we af en toe ook een
debat waarbij de leerlingen uit de lessen godsdienst, islam en zedenleer samen kwamen. Deze
momenten vond ik soms wel boeiend, maar soms zette ik me bij de leerlingen uit de islamklas
omdat de manier waarop bepaalde thema's werden behandeld me niet bevielen. De leerkrachten
en sommige medeleerlingen wisten hun nogal harde overtuigingen namelijk niet in toom te
houden en hielden hierdoor soms kwetsende uitspraken. Ik hou dus wel enkele positieve
herinneringen overaan de godsdienstlessen uit het secundair onderwijs, maar deze wordensoms
overschaduwd door de soms kwetsende uitingen die ik toen af en toe moest aanhoren. Dit
beïnvloede mijn visie tegenover de mensheid en niet zozeer tegenover religies en
levensbeschouwingen. Het liet me namelijk denken dat mensen soms liever anderen gingen
kwetsen om zo niet aan te moeten tonen dat ze niet durven om te gaan met iets dat voor hen als
onbekend uit de hoek komt, wat voor mij onaanvaardbaar is.
Religieuzeen levensbeschouwelijke vorming buiten de school& interlevensbeschouwelijke dialoog
Mijn religieuze en levensbeschouwelijke vorming werd buiten de school deels beïnvloed door de
boeken die ik las en door de gesprekken die ik had met mijn vrienden. Ik heb namelijk vrienden
met zeer uiteenlopende religies en levensbeschouwingen en onze gesprekken hebben de manier
waarop ik naar de dingen kijk beïnvloed naarmate ze me meer inzicht gaven en ook kennis. Dit
zorgde ervoor dat ik meer begrip kon opdoen voorde dingen die ik zag en bepaalde dingen die ik
in de actualiteit zag ook beter wist te begrijpen en te nuanceren.
3. Wat geeft mijn leven zin?
Zoals ik al eerder heb verteld zie ik het leven als een kans. Mijn leven heeft voor mij persoonlijk
dus pas zin als ik volledig van mijn leven geniet door steeds bezig te zijn, nieuwe dingen te
ontdekken en door er te zijn voor anderen. Ik besef wel dat mijn persoonlijke zingeving kan
veranderen doorheen mijn leven naarmate mijn leven ook steeds verandert. Binnen enkele jaren
zouikbijvoorbeeldmijn lijstje kunnen uitbreiden door tezeggen dat mijn kind mijnleven zinheeft
gegeven. Iemands zingeving staat volgens mij dus nooit volledig vast en kan veranderen.
Thema 1: religie in de samenleving
Tijdens de verwerking van dit thema en de hieraan verbonden casus ben ik individueel en met
mijn groep verder gaan nadenken over de volgende punten:
Godsdienstvrijheid
Ik vind persoonlijk dat je niet echt een naam hoeft te plakken op hetgeen waar je in gelooft.
Iedereen mag namelijk zelf bepalen wat voor hem/haar zinvol is, wat zijn visie van het leven is
of als hij/zij wilt geloven in een hogere transcenderende kracht. En als dat bij de ene meer
spiritueel is dan bij een ander dan maakt dat voor mij niets uit want dat is een persoonlijke
keuze die volgens mij gerespecteerd moet worden. Iedereen zou dus het recht moeten hebben
om zijn godsdienst te mogen beleven en dit zowel op privé als publiek niveau.
Vrijemeningsuiting
Mijn visie rond vrijemeningsuiting sluit mooi aan bij mijn visie van godsdienstvrijheid. Ik geloof
namelijk dat je mag geloven in wat je zelf wilt, maar dat je ookmag denken en zeggen watje wilt.
Maar wat vrijemening betreft moet ik aangeven dat ik toch wel enigszins ergens een grens moet
trekken. Mijn grens past ook mooi bij degene die in artikel 10 van hetEuropees Verdrag voor de
rechten van de Mens vermeldstaat. ‘Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting.Ditrecht
omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te
ontvangen of te verstrekken,zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Dit
artikel belet Staten niet radio-, omroep- en bioscoop- of televisieondernemingen te onderwerpen
aan een systeem van vergunningen. Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en
verantwoordelijkhedenmet zichbrengt, kan zijworden onderworpenaan bepaalde formaliteiten,
voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wat zijn voorzien en die in een democratische
samenleving noodzakelijk (proportioneel en subsidiair) zijn in het belang van de nationale
veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomenvanwanordelijkheden en
strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de
goede naam of de rechten van anderen om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te
voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te
waarborgen.’ (Europees Hof voorde Rechten van de Mens) Uit dit artikel kan je afleiden dat vrije
meningsuiting strafbaar wordt vanaf het moment dat je een bepaalde groep gaat schaden en
volgens mij is dat ookde grens die niet overgestokenmag worden. Ikwas blij en verast om te zien
dat deze grens duidelijk vermeld werd binnen het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens.
Vroeger dacht ik namelijk dat er geen wettelijke grenzen werden getrokken wat
vrijemeningsuiting betreft. Het is dus belangrijk dat mensen gaan inzien dat hun vrije mening
sommigen kan schaden en dat de acties van bepaalde individuen niet noodzakelijk gekoppeld
hoeven te wordenaan specifieke cultuur, levensbeschouwing, religie, afkomst. Wantde acties van
een of meerdere individuen kunnen niet reflecteren watalle leden van dezegroepen willen en het
is dus oneerlijk om ze een stempel op te drukken terwijl ze die nergens aan verdiend hebben. Ik
pleit dus voor het stoppen van dat “wij <-> zij” denken en de automatische generalisatie die
mensen soms (on)bewust hanteren en om verder te durven kijken dan onze neus lang is.
4. Secularisering en het financieren van erkende levensbeschouwingen:
Ikzelf hecht niet zoveel belang aan het hebben van een religie. Althans niet op een manier die
ervoor gaat zorgen dat ik die publiekelijk laat zien aan de buitenwereld. Mijn beleving van mijn
religie hou ik namelijk het liefst zo privé mogelijk. Omwille hiervan ben ik nooit echt gaan
nadenken over onderwerpen zoals secularisering. Maar tijdens de verwerking van dit thema heb
ik de kans gekregen om dit wel eens te doen en ik moet aangeven dat ik nu wel een duidelijke
mening heb weten te formuleren omtrent dit onderwerp. Eerst en vooraldenk ik persoonlijk dat
onzescheiding vankerken staat zoalsze nuin elkaar zitgoed functioneert. Dezescheiding bestaat
namelijk wel, maar is op zich niet zo strikt wat ervoor zorgt dat de staat de erkende
levensbeschouwingen tochenigszins kan controleren (Loobuyck).Deze lichte vorm van controle
zie ik als iets goeds omdat de erkende levensbeschouwingen zo minder snel mogelijke grenzen
zouden beginnen te gaan overtreden. Daarnaast krijgt iedere pijler uit de samenleving denk bv.
aan wetenschap, onderwijs, politiek, economie, arbeid en gezin zo ookecht de kans om te mogen
bestaan in mensen hun leven zonder dat deze zich aan moeten passen aan de kerk.Het feitdat de
erkende levensbeschouwingen die niet conventioneel van aard zijn door de overheid worden
betaald (onze belastingen) vind ik trouwens logisch. Een levensbeschouwing kan door sommige
mensen namelijk als een primaire goed wordenervaren en primaire goederen worden altijd door
de overheid gesubsidieerd. Het zou voordeze goed die door sommige als essentieel wordt gezien
dus volgens mij niet anders moeten ook al zien sommigen het misschien niet zo. Want het is
volgens mij belangrijk dat gelovigen hun geloof volop kunnen beleven als dat is wat ze willen en
daar moeten ze dan ookde mogelijkheid toe kunnen krijgen. Deze financiering helpt daar dan bij,
maar deze moet volgens mij dan wel gelijk verdeeld worden over alle erkende
levensbeschouwingen en niet zomaar in overgrote mate gegeven worden aan de kerk. Wel moet
ik aangeven dat ik het systeem uit Italië zeer interessant vind. Want je geld eventueel naar een
goed doel laten gaan sluit volgens mij ook mooi aan bij het idee dat je een organisatie financiert
die bezig is met iets wat je belangrijk vind in je leven.
Groepsconclusie
Binnen onze groep zijn we gekomen tot een groepsconclusieinfunctievan het onderwerp dat wij
onder de loep hebben genomen. Dat onderwerp was vrijemeningsuiting. Zoals ik hierboven al
eerder had vermeld hecht ik een zeer groot belang aan vrijemeningsuiting, maar er moeten hier
volgens mij en ook volgens mijn groep bepaalde grenzen worden gerespecteerd. Ieder van ons
had onderzoek gedaan rond een bepaald aspect van vrijemeningsuiting. We hebben gekeken naar
vrijemeningsuiting op scholen, binnen het ZILL-leerplan, bij Amnesty International en binnen de
actualiteit. Na een groepsonderzoek en groepsbespreking zijn we tot de conclusie gekomen dat
vrijemeningsuiting eigenlijk zowel positieve als negatieve kanten heeft en dat wij het belangrijk
vinden dat mensen wanneer ze deze grenzen van vrijemeningsuiting overschrijden gestraft
moeten worden. Want een vrije mening hebben is belangrijk maar vanaf het moment dat je
mening iemand begint te kwetsen gaat het te ver er moeten we inzien dat we in de plaats van te
generaliseren en zomaar vanuit onze eigen referentiekader te gaan nadenken beter een gesprek
zouden kunnen aangaan met de personen op wie we (on)bewust een stempel drukken en niet
alleen puur af moeten gaan op theoretische kennis en dingen die wein de media zien. Want pure
theoretische kennis kan een gevaar vormen aangezien er binnen de groeperingen zelf zoveel
diversiteit is. Het is dus belangrijk is dat je de beleving vandie kennis met anderen bespreekt voor
je zelf een mening over anderen gaat formuleren. Anders lopen we het risico dat we een
samenleving gaan vormen waarin mensen zich verplicht zouden voelen om te gaan segregeren,
marginaliseren of te moeten gaan assimileren. Terwijl we juist een samenleving willen waar
mensen de kans krijgen om zich te gaan integreren en zowel hun thuiscontext als de context van
de samenleving kunnen gaan omarmen. Deze getroffen conclusieheeft met binnen de bespreking
van casus één zeer hard getroffen naarmate ik zelf vrij veel contacten heb die verschillen op vlak
van geloof en die jammer genoeg veel te vaak met die wij-zijmanier van denken in aanraking zijn
gekomen waardoor ze zich nooit honderd procent geaccepteerd voelden. Het feit dat ik hierover
tijdens de verwerking van de casus meer over heb weten te leren en de kans heb gehad om dit
5. met anderen te bespreken vondik dus zeer aangrijpend en belangrijk. Omwillehiervan heb ik dus
besloten om de genomen groepsconclusie in mijn portfolio te integreren.
Thema 2: religie in het onderwijs
Tijdens de verwerking van dit thema en de hieraan verbonden casus ben ik individueel en met
mijn groep vertrokken vanuit de vraag ‘Hoe gaan we om met andersgelovigen op katholieke
scholen opvlak van feestdagenen rituelen?’Vooraleer ik individueel en samen met mijn groep een
antwoordkon formuleren opdeze vraag moest ik me eerst eens afvragenmet welkesoort scholen
we te maken konden hebben op vlak van geloof en naar welkeschool mijn persoonlijke voorkeur
ging.
Mijn voorkeur bleek uit te gaan naar de kleurrijke school. Deze school werkt namelijk in functie
van waarden waarik zelf ook belang aan hecht namelijk solidariteit en betrokkenheid. Het feit dat
ze op kleurrijke scholen een actiecentrum willen vormen waarin iedereen meetelt en iedereen
zijn voorkeurmag hebben spreekt me dus erg aan. Want deze houding sluit aan bij mijn mening
rond godsdienstvrijheid. Op dergelijke scholen worden namelijk verschillende thema’s
evenwaardig behandeld en besproken, niemand wordtiets opgelegd en iedereen krijgtde vrijheid
om te kiezen wat het best bij hem/haar past. En volgens mij zou het altijd zo moeten zijn op een
school want in onze samenleving zijn niet alle mensen christenen en als je kinderen op jonge
leeftijdleert om interesse tetonen vooranderen, om respectvol,betrokkenen solidair te handelen
dan zullen zijalvast over belangrijke tools beschikken wanneer ze later zelfstandig zullen moeten
functioneren binnen onze multiculturele samenleving (Christiaens, RZL HC3, 2020),
(Interlevensbeschouwelijke competenties in het kader van dialoog en samenwerking tussen
levensbeschouwingen op school., 2018), (Religieuze feesten, 2020).
Toen we wisten welkescholen er op vlak van geloof bestonden en onze persoonlijke voorkeuren
hadden wetente achterhalen konden weons van naderbij gaan focussenop de manier waarop we
om kunnen gaan met de feesten van andersgelovigen binnen katholieke scholen. We zijn toen elk
apart ons onderzoek gaan uitvoeren en konden tijdens onze daaropvolgende bespreking enkele
conclusies trekken. Eerst en vooral zagen we dat de lichtfeesten van andersgelovigen of van
kinderen met andere culturen over dezelfde achterliggende boodschap beschikten als onze eigen
lichtfeesten. Het draaide namelijk steeds over het licht dat de duisternis overwint, het goede dat
het kwade overwint, het verlangen naar licht, gezelligheid en samenzijn. Maar dergelijke
gelijkenissen zien we niet altijd op het eerste zicht omdat de verschillende lichtfeesten op andere
momenten worden gevierd en daarbij komt ook nog eens te kijken dat we soms zoals ik al had
vermeld bij thema 1 niet verder kijken dan onze neus lang is waardoor we alleen de grote
verschillen kunnen aanschouwen en niet de kleine gelijkenissen. Volgens mij is het dus belangrijk
om andere feesten ookte integreren binnen de scholen, maar zonder de eigen feesten hiervoor te
laten vallen. Het belangrijke volgens mij is dus om aan elkaar te laten zien welke boodschappen
er voor sommigen achter bepaalde feestdagen zitten en de gelijkenissen tussen elkaars feesten
zichtbaar te maken. Als we dat voor elkaar zouden kunnen krijgen zou de vervreemding en het
alleen kunnen zien van verschillen plaats kunnen maken voor een gevoel van solidariteit en
wederzijds respect dat ook aanbod komt binnen kleurrijke scholen (Interlevensbeschouwelijke
competenties in het kader van dialoog en samenwerking tussen levensbeschouwingen op school.,
2018), (Religieuze feesten, 2020).
De onderstaande artikels geven volgens mij mooi weer hoe bepaalde scholen al enkele stappen
zouden kunnen zetten om andere feestdagen binnen de school te integreren. Dit zijn misschien
nog maar kleine voorbeelden, maar een kleine stap heb je volgens mij altijd nodig om vanuit het
niets te kunnen vertrekken. Deze voorbeelden vond ik persoonlijk zeer mooi en fijn om te
ontdekken.
Ik kan dus concluderen dat ik een voorkeur hebben weten te ontdekken voor een kleurrijke
aanpak wat betreft religie op school en dat deze keuze genomen wordt op basis van de hieraan
6. gekoppelde waarden die volgens mij vanbelang zijn in een multiculturele samenleving als de onze
waar solidariteit, respect en acceptatie een must zijn.
Artikel 1 https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20180514_03512959
In het Spectrumcollege in Beringen mogen leerlingen die vasten het examen dat valt op het
ramadanfeest inhalen op een andere dag. Dithebben zebeslist omdatongeveer 1 op de 4jongeren
op die scholen moslim is. Ook in de lessen lichamelijke opvoeding kiezen ze tijdens de ramadan
minder actieve sporten. Bovendien is er de mogelijkheid om tijdens de middag te rusten op
banken. Ookin het Sint-Franciscuscollege in Heusden-Zolder wordt er rekening gehouden met de
ramadan. Zij hebben samengezeten met het moskeebestuur en beslist om het examen dat valt op
het ramadanfeest te verplaatsen.
Artikel 2 https://www.parool.nl/nieuws/scholen-sluiten-deuren-met-suikerfeest~b41c3639/
In Nederland sluiten vele scholen hun deuren op het Suikerfeest. In het Calvijn met Junior College,
Amsterdam zelfs twee dagen. De leerkrachten moeten wel naar school komen, want voor hun is
het een pedagogische studiedag. In het Carré College, Rotterdam doen ze nog meer dan enkel de
school sluiten. Ze vieren het feest ook op school en een groep islamitische kinderen organiseert
een eigen iftarmaaltijd.
Artikel 3 https://hilversum.hu.nl/bso-de-dubbeldekker-pakt-groots-uit-voor-viering-
suikerfeest/
Basisschool DeDubbeldekker, Hilversum(Nederland) schenktveel aandachtaan de vieringen van
verschillende religies. Zo organiseert de ouderraad een Suikerfeest op het schoolplein. De school
vindthet belangrijk dat er aandacht wordtbesteed aan verschillende gelovenen niet-Nederlandse
feesten horen daar ook bij. Ook de Theo Thijssenschool in Amsterdam is van die mening. Zij
vervingen het paasontbijt voorde viering vanhet Suikerfeest. Erkwamveelkritiek van de ouders.
-Nota: Het paasontbijt volledig schrappen is geen goed idee want zo laat je een religie boven de
andere uitkomen.
Thema 3: levensbeschouwelijke diversiteit en
interlevensbeschouwelijke competenties
Zoals ik al eerder had aangegeven tijdens mijn reflectie van thema 1 geloof ik in het belang van
godsdienstvrijheid, vrijemeningsuiting en in het zichzelf kunnen en mogen zijn binnen onze
samenleving. Als toekomstige leerkracht en als burger binnen onze samenleving denk ik dat
iedereen dit belangrijk zoumoeten vinden en waarden zoals respect en solidariteit belangrijk
zou moeten vinden.
Als leerkracht ga je namelijk net zoals in je dagelijkse leven diverse gezinnen met verschillende
achtergronden tegenkomen. Omgaan met deze diversiteit is dus zoals werd aangegeven in de les
een professionele vaardigheid, maar het is eerst en vooraleen basishouding die ieder mens altijd
zou moeten aannemen (Christiaens, HC3 religie en onderwijs, 2020). Zelf kom ik zoals ik al
eerder heb aangegeven uit een traditioneel gezin. Binnen mijn opvoeding zelf werden
onderwerpen zoals diversiteit en levensbeschouwingen dus naderhand nooit besproken. Maar
mijn eigen interesses, vriendengroep en levenservaringen hebben er weltoe geleid dat ik
iemand ben met heel wat diverse vormen van mensen binnen mijn vriendengroep. Het is dus
mijn omgeving, interesses en eigen karakter en niet zozeer mijn opvoeding die ervoor zorgden
dat ik bepaalde vanzelfsprekendheden heb ontwikkeld.Naar aanleiding van dit thema en de
besproken casus ben ik gaan nadenken wat voormij vanzelfsprekendheden zijn.
Vanzelfsprekendheden waren dan voormij:
7. Dat je iemand niet zomaar aan een levensbeschouwing en of religie kan koppelen.
Iemands levensbeschouwing en of religie staat namelijk niet op zijn voorhoofd
bestempeld.
Ieder mag denken en zeggen wathij wiltzolang hij de ander respecteert. Dit is dan op
zich een definitie die ik persoonlijk goed vind passen bij wat respect voor mij betekent
‘gevoel of uiting waarmee je laat merken dat je iemand aanvaardt als een waardig en
waardevolmens’ (Respect, sd).
Ieder mag doen (eten) wathij/zij wiltzonder dat dit steeds aan het geloof moet worden
teruggekoppeld. Je gaat een vegetariër of iemand met een dieet bijvoorbeeld ookniet
gaan ondervragen overhun keuzes. Waarom doe je het dan voor een ander. Ikzelf eet
bijvoorbeeld praktisch nooit varkensvlees en vermijd de consumptie ervan liefst zoveel
mogelijk. Ondanks dat wordt ik hier zelden over aangesproken. Waarom wordt mijn
beste vriendin die toevallig een andere huidskleur heeft en een hoofdoek draagt daar dus
wel steeds over ondervraagd? Omdat ze anders is, dat is jammer genoeg het antwoord op
die vraag.
Dergelijke vanzelfsprekendheden zijn voor mij nu gewoonlijkestand van zaken geworden waar
ik niet meer over nadenk. Deze vanzelfsprekendheden die ik link aan mijn normen en waarden
trek ik ook door naar het professionele aspect van mijn leven naarmate mijn persoonlijke bril dit
aspect van mijn leven zal kleuren. Doordeze bril definieer ik goed onderwijs als een vorm van
onderwijs waarin ieder gelijkwaardig en met respect behandelt wordt.Ik zie onderwijs hierdoor
ook als een plek waarin de wij-zijmanier van denken geen plaats kent en waarin niet zomaar
wordt gestrooid met mogelijke vooroordelen. Bovendien wordt er in een dergelijke vorm van
onderwijs ook ingezien dat het belangrijk is dat leerlingen kennis maken met dingen buiten hun
referentiekader en hen ook aantonen hoe ze kennis kunnen maken met dergelijke zaken om zo
hun kijkte verbreden. Zo zal hun onwetendheid tegenover levensbeschouwingen en religies ook
plaats kunnen maken voor een minder angstige maar open houding.
Iets waar ik ook veel overheb zitten reflecteren tijdens het verwerkenvan thema 3 is
onderstaande zin:
‘In iedereen is een kracht die er alles aan doet om het eigen wereldbeeld in stand te houden
desnoods ten koste van de ander. Het vasthouden van de eigen identiteit en het afwijzenvan de
ander is bijgevolg heel menselijk.’
Ik ben enige tijd overdeze zin gaan nadenken en moest er steeds bij fronsen. De woorden‘ten
koste van een ander’ vond ik namelijk niet zo ‘menselijk’. Ik vond het eerder egoïstisch en
ondoordacht. Begrijp me niet verkeerd, ik zeg niet dat omdat ik niet bang ben voorhet
onbekende dat anderen dat niet mogen zijn. Maar er is een verschil tussen het uitdrukken van
angst en het onderdrukken en kwetsen van een anders wereldbeeld. Misschien geloof ik er
misschien te hard in, dat kan. Die mogelijkheid negeer ik zeker niet. Maar ik moet wel aangeven
dat het voormij niet mogelijk is om iemand die iemand anders onderdrukt te kunnen excuseren
door de term menselijk te gebruiken. Ik heb namelijk veel te vaakmoeten zien hoe een
zogezegde angst kan eindigen in kwetsend, agressief en ondoordacht gedrag. Als professional
neem ik dus welmee dat anderen zich angstig mogen voelen en dat ik tegenover die angst niet te
teleurgesteld of boos uit de hoek moet komen en dat ik rekening moet houden met het feit dat
niet iedereen dezelfde achtergrond heeft als ik. Ondanks dat moet ik aangeven dat ik wel altijd
zal proberen een middenweg te zoeken dus die angst en mijn gewilde acceptatie en nood aan
respect. Want het is makkelijk om te zeggen ‘Jullie geloven letterlijk alles wat er in de Koran
staat.’, zonder eens toe toegeven dat de ander misschien ookgelijk heeft wanneer de ander
hierop antwoord‘En jullie geloven alles wat de media jullie vertelt.’
Ik denk dat het belangrijk is dat ik dus als professional benoem wat voormij belangrijk is en dat
ik dit dus ook durf te communiceren naar ouders, leerlingen en collega’s toe. Ikdenk ookdat het
belangrijk is dat er hier een wederzijdse communicatie over is en dat de ander dus ookhet recht
moet hebben om mij te vertellen hoe hij/zij naar de werkelijkheid kijkt.
8. Eindreflectie
Wat is me nu het meest bijgebleven na het hebben besproken en verwerken van deze thema’s?
Wat me vooral is bijgebleven is dat ik een nogal uitgesproken en vastgezet idee heb rond hoe we
met mensen moeten omgaan en hoe wede hierbij horende diversiteit moeten gaan behandelen.
Tijdens deze thema’s en dankzij mijn groepsgenoten ben ik ookgaan nadenken overhet feit dat
mijn mening en manier van denken ook al is ze goed niet te snel moet opgedrongen worden. De
angst voorhet onbekende kan namelijk niet zomaar bij iedereen verdwijnen en dit moet niet
zomaar verwachtworden. Het is dus van belang dat ik zelf erken dat ik anderen niet mag
beoordelen vanwege hun soms te snel getroffen vooroordelen. Anders zou het eens kunnen
gebeuren dat ik ze hierdoor mogelijke kansen tot een bredere ontwikkeling van hun
wereldbeeld en hun mijn begeleiding hier naartoe ontneem. Het is dus belangrijk dat dergelijke
thema’s zoals wijze hebben besproken ookbespreekbaar worden gemaakt in het schoolteam en
in de klas. En een aandachtspunt voor mij is dat ik niet mag vergeten om de tegenpartij ook de
kans te geven om hun mening te uiten al ben ik het er niet mee eens. Want alleen zo is een waar
dialoog waar vragen gesteld mogen worden mogelijk. Ik weet dat ik nu hoor te zeggen dat ik
hierbij als leerkracht in de toekomst een neutrale houding zal aannemen. Maar na het verwerken
van deze thema’s weet ik dat niemand een compleet neutrale houding kan aannemen tegenover
dergelijke thema’s naarmate ons referentiekader onze kijk hier tegenover altijd enigszins zal
beïnvloeden. Daarom wilik dus aangeven hoe belangrijk is dat ik stil sta bij de hiervoor
vermelde punten. Want als ik en de zogezegde groep ‘anderen’ respect willen en onze mening
willen kunnen uiten dan is het ook belangrijk dat we dat respect teruggeven en ook de ander
plaats geven voor zijn ideeën, meningen en wereldbeeld. Want respect is een wederzijds iets en
dat moet niet vergeten worden. Een belangrijk boodschap die ik naar aanleiding van dit OLOD
dus zeker wildelen met mijn toekomstige leerlingen is dat de wereld een bron is van diversiteit
is, dit maakt de wereld interessant. Als de wereld geen diversiteit zou bevatten zou ik hem
persoonlijk zeer saai vinden. Ik zoumezelf niet zijn zonder die diversiteit. Ik zou mijn unieke ik
namelijk moeten verbergen om in een kotje te passen en dat wil ik niet dus waarom zou ik het
van een ander willen of verwachten.
9. Bibliografie
(2020). (KULeuven) OpgeroepenopOktober2020, van Katholieke schoolidentiteit:
https://www.ecsi.site/be/
Boufker,Z.,& Vanhoudt,R.(2018, mei 15). Scholennemenextramaatregelenvoorramadantijdens
examens:“Leerlingenmogenexamenopramadanfeestlaterinhalen”. Nieuwsblad.
OpgeroepenopNovember2020, van
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20180514_03512959
Christiaens,G.(2020). HC3 religie enonderwijs.OpgeroepenopDecember14,2020
Christiaens,G.(2020). Hoorcollege 1.OpgeroepenopNovember15,2020
Christiaens,G.(2020). Hoorcollege 2:HerhalingbegrippenHC1Inleidingcasusenprobleemgestuurd
werken.OpgeroepenopOktober2020
Christiaens,G.(2020, November).RZLHC3.OpgeroepenopNovember2020
Christiaens,G.(2020-2021). RZL Religie,zingevingenlevensbeschouwing.OpgeroepenopNovember
15, 2020
EuropeesHof voorde Rechtenvande Mens.(sd).EuropeesVerdragvoorde Rechtenvande Mens.
Starsbourg.OpgeroepenopOktober2020, van
https://www.echr.coe.int/documents/convention_nld.pdf
Interlevensbeschouwelijkecompetentiesin het kadervan dialoog en samenwerking tussen
levensbeschouwingen op school. (2018).(KatholiekOnderwijsVlaanderen) Opgeroepenop
November2020, van KATHOLIEKEDIALOOGSCHOOL:
https://pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/content/c137818-cd4d-4188-8153-
21500704609b
Loobuyck,P.(sd).Overreligie enlevensbeschouwinginBelgië.OpgeroepenopOktober2020
Mebius,R.(2019, Juni 11). OBSDe DubbeldekkerpaktgrootsuitvoorvieringSuikerfeest. Hilversum.
OpgeroepenopNovember2020, vanhttps://hilversum.hu.nl/bso-de-dubbeldekker-pakt-
groots-uit-voor-viering-suikerfeest/
Religieuze feesten.(2020, november).(KULeuven) OpgeroepenopNovember2020, van Katholieke
dialoogschool:https://www.kuleuven.be/thomas/page/dialoogschool-religieuze-feesten/
Respect.(sd).OpgeroepenopDecember14,2020, van Hetfenomeenstatus:
https://www.hetfenomeenstatus.nl/?p=respect
ScholensluitendeurenmetSuikerfeest.(2008,September21). Het Parool.Opgeroepenop
November2020, van https://www.parool.nl/nieuws/scholen-sluiten-deuren-met-
suikerfeest~b41c3639/