Het onderwijs aan de Rijks Kweekschool voor Militaire Geneeskundigen
Officier van Gezondheid Ellerman
1. GESCHIEDENIS
Officier van Gezondheid Ellerman
PERSPEC TI EF
DOCENT GENEESmIDDEllEER EN REDaCTEuR vaN HET NederlaNdsch laNcet
Patrick P.a.m. verhoeven en Jan H. Bolk
George lievin Henri Ellerman (1817-1849) genoot zijn militair-geneeskundige opleiding van 1835 tot 1839 aan de
Rijks-Kweekschool voor militaire Geneeskundigen (RKmG) en promoveerde te leiden in 1841. van 1843 tot 1849 gaf
hij aan de RKmG onderwijs in de geneesmiddelleer. Hij was een van de eerste redacteuren van het Nederlandsch
lancet. als redacteur gaf hij samen met collega-redacteuren Donders en Jansen een nieuwe koers aan het tijd-
schrift. Door de mix van wetenschappelijke en op de medische praktijk gerichte artikelen kon dit tijdschrift uit-
groeien tot het belangrijkste medisch-wetenschappelijke vakblad in Nederland; het maakte echter geen deel uit
van de tijdschriften die opgingen in het latere Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde. In 1846 bracht hij een
Nederlandse vertaling uit van het Duitse handbuch der heilmittellehre van Friedrich Oesterlen. Dit boek was een
volledig en helder overzicht van de geneesmiddelleer en werd beschouwd als een belangrijke stap naar een weten-
schappelijke farmacologie. Na zijn overlijden op 32-jarige leeftijd werd hij herdacht als een goed wetenschapper
en toegewijde, hardwerkende docent.
In de 19e eeuw bestonden er verschillende instituten voor
het volgen van medisch onderwijs. Aan universiteiten,
athenea en klinische scholen vond de civiele geneeskun-
dige opleiding plaats; het geneeskundig onderwijs aan
militair-geneeskundigen werd in Utrecht gegeven aan de
Rijks-Kweekschool voor Militaire Geneeskundigen
(RKMG). Het onderwijs aan de RKMG kon gecombineerd
worden met onderwijs aan de universiteit.1
In de jaren 40 van de 19e eeuw werd de RKMG door
inspecteur-generaal van de Militair-Geneeskundige
Dienst P.L. Beckers (1789-1851) hervormd tot een insti-
tuut waar een nagenoeg volledige geneeskundige oplei-
ding werd aangeboden. Er was veel aandacht voor de
praktijk, gefundeerd op een brede theoretische basis van
basale en toegepaste vakken.2 Na de reorganisatie door
Beckers werd de RKMG gerekend tot de beste medische
opleidingen in Nederland vóór 1865.3 De militair-genees-
kundigen hebben in de 19e eeuw een cruciale rol gespeeld
in de ontwikkeling van de wetenschappelijke genees-
kunde, als intermediair tussen de academische en niet-
academische genees- en heelkunde.4
Een van Beckers’ belangrijkste hervormingen betrof de
samenstelling van het docentencorps, dat hij uitbreidde
Huisartsenpraktijk Vitea Bezuidenhout, met 4 talentvolle leraren: F.C. Donders (1818-1889),
Den Haag. G.L.H. Ellerman (1817-1849), A.W.M. van Hasselt (1814-
Drs. P.P.A.M. Verhoeven, huisarts. 1902) en J. H. Jansen (1816-1885). Donders werd in 1847
Leids Universitair Medisch Centrum, hoogleraar aan de Utrechtse universiteit en was een
afd. Algemene Interne Geneeskunde, Leiden. beroemd fysioloog en oogarts; hij schreef meer dan 300
Prof.dr. J.H. Bolk, internist. wetenschappelijke publicaties.5 Van Hasselt werd in 1858
Contactpersoon: drs. P.P.A.M. Verhoeven hoofd van de chirurgische kliniek van de RKMG en vanaf
(ppam_verhoeven@hotmail.com). 1873 was hij Inspecteur-Generaal van de Militair-
Geneeskundige Dienst; hij heeft een belangrijke bijdrage
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2011;155:A2736 1
2. geleverd aan de opleiding van militaire en civiele genees- Toen hij in 1841 in Den Haag was gelegerd, vielen zijn
kundigen.6 Jansen werd in 1850 benoemd tot hoogleraar verdiensten op bij Inspecteur-Generaal Beckers, van wie
aan de Universiteit van Groningen; hij vertaalde ver- gezegd werd dat hij een scherp vermogen had om zijn
PERSPEC TI EF
scheidene medische handboeken in het Nederlands. assistenten in te schatten.2 Op Beckers’ voordracht werd
Het leven en de carrière van Ellerman zijn niet eerder Ellerman in 1843 aangesteld als docent geneesmiddelleer
beschreven; die worden in dit artikel nader belicht, even- en verbandleer aan de RKMG. Hij ‘bezat een heldere
als de rol die hij heeft gespeeld in de 19e-eeuwse genees- voordracht, waardoor hij als onderwijzer bijzonder
kunde. geschikt was’.16 In 1844 werd hij bevorderd tot Officier
van Gezondheid der Tweede Klasse.
bioGraFie In 1848 trad George Ellerman te Breukelen-Nijenrode in
het huwelijk met Anna Maria Katwinkel (1815-87) (figuur
George Lievin Henri Ellerman werd geboren in Antwer- 1). George had helaas een zwakke gezondheid: hij kampte
pen op 15 april 1817. Hij was de zoon van Hendrik Eller- onder meer met reuma en een oogziekte. Hierdoor was
man (1793-1864), Officier van Gezondheid, en Catharina hij meerdere malen gedwongen zijn lessen voor enige tijd
Johanna Borgenhoff (1797-1829). Zijn ouders vestigden te staken.16 Op 29 mei 1849 overleed hij op 32-jarige leef-
zich na zijn geboorte in Ouderkerk aan de Amstel, waar tijd aan de gevolgen van tuberculose (zie figuur 1). Voor
zijn vader het geneeskundige beroep voortzette als civiel de weduwe van Ellerman werd het drama nog groter toen
genees-, heel- en verloskundige.9 4 dagen later ook hun enige zoon overleed.
George was de oudste van 6 kinderen; zijn moeder over-
leed vlak na de geboorte van Ellermans jongste broer. redaCteur
Zijn vader hertrouwde met Louise Borgerhoff (1803-1889), In zijn korte leven heeft Ellerman naast zijn militair-
zus van zijn eerste vrouw. George werd al vroeg door zijn geneeskundige taken en docentschap aan de RKMG zich
vader gestimuleerd om zich later aan de geneeskunde te ook aan de wetenschap gewijd. Vanaf 1845 vormde hij
wijden. Naast het gewone onderwijs bekwaamde hij zich samen met Donders en Jansen de redactie van het Neder-
in zowel oude talen (Latijn en Grieks) als levende talen landsch Lancet (figuur 2). Het Nederlandsch Lancet was
(Frans en Duits), aardrijkskunde en geschiedenis. Op opgericht in 1838 door A.G. van Onsenoort (1782-1842),
jonge leeftijd hielp George al mee in de apotheek van zijn directeur van de RKMG, en werd uitgegeven tot 1857.
vader. Het nam niet deel aan de fusie die in 1856 leidde tot de
In 1835 werd hij toegelaten tot de militair-geneeskundige oprichting van het Nederlandsch Tijdschrift voor Genees-
opleiding als onbezoldigd kwekeling, waarna hij in 1836 kunde.1 In de eerste jaren richtte het tijdschrift zich
werd bevorderd tot bezoldigd kwekeling der Derde
Klasse, in 1838 der Eerste Klasse.10 In 1835 werd hij tevens
als student aan de Universiteit van Utrecht ingeschreven,
waar hij colleges volgde en het propedeutisch en kandi-
daatsexamen in de geneeskunde aflegde.11 Tijdens zijn
studietijd liep hij in 1836 mee als medisch student in een
historische optocht ter viering van het 2e eeuwfeest van
de Utrechtse universiteit.12 Hij voltooide zijn militair-
geneeskundige opleiding in 1839 en werd bevorderd tot
Officier van Gezondheid der Derde Klasse. Hij werd gele-
gerd bij diverse garnizoenen: Antwerpen (1840), ’s-Gra-
venhage (1841) en Maastricht (1842).13
In 1839 werd Ellerman door het Departement van Oorlog
toestemming verleend om naast de militair-geneeskun-
dige opleiding te promoveren, op voorwaarde dat hij zich
nog voor 10 jaar aan de krijgsmacht zou verbinden na het
behalen van deze graad.10 Hij werd toegelaten tot de pro-
motie aan de Universiteit van Leiden in 1840 en promo-
veerde magna cum laude in 1841 (promotor G. Sandifort FiGuur 1 (boven) Huwelijksafkondiging van dr. G.l.H. Ellerman met
(1779-1841)).14 Zijn proefschrift handelde over patiënten a.m. Katwinkel op 17 juli 1848 en (onder) overlijdensadvertentie van
met ziekten van de hersenen en het ruggenmerg en dr. G.l.H. Ellerman op 29 mei 1849 (bron: Centraal Bureau voor de Genealogie,
bevatte observaties en bevindingen van zowel lichamelijk Den Haag; onbekend dagblad).
als post-mortem onderzoek.15
2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2011;155:A2736
3. PERSPEC TI EF
FiGuur 2 Titelpagina van het Nederlandsch lancet, het tijdschrift waarvan dr. G.l.H. Ellerman een van de redacteuren was.
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2011;155:A2736 3
4. vooral op de praktische chirurgie en oogheelkunde. De tijk’, maar ook aan de ‘wetenschappelijke ontwikkeling
nieuwe redactie richtte zich op de geneeskunde in de der geneeskunde’.1 Het doel dat de redactieleden voor
volle breedte.3 ogen hadden was drieledig: bevordering van de prakti-
PERSPEC TI EF
Het trio Donders, Ellerman en Jansen veranderde in 1845 sche geneeskunde, bevordering van de wetenschap en het
de titel in Nederlandsch Lancet: Tijdschrift voor de leggen van verbanden tussen deze entiteiten. Met deze
geneeskundige wetenschappen in haren geheelen omvang. nieuwe redactionele koers werd het Nederlandsch Lancet
Zij lieten met deze naam zien dat ze niet alleen waarde het meest vooraanstaande en complete medische vakblad
hechtten aan de ‘vorderingen in de geneeskundige prak- in Nederland.4,1
FiGuur 3 Titelpagina van het ‘Handboek der Geneesmiddelleer’ (1846), uit het Duits vertaald door dr. G.l.H. Ellerman.
4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2011;155:A2736
5. Ellerman schreef in de periode van 1845 tot aan zijn over- scheikundig-fysiologische benadering van de geneesmid-
lijden in 1849 22 bijdragen voor het tijdschrift. Deze delleer.
bestonden uit 8 oorspronkelijke stukken, 10 boekbespre-
PERSPEC TI EF
kingen, 2 ‘kleinere mededelingen’ en 2 ‘kritische mede- verdiensten
delingen’. De oorspronkelijke artikelen handelden voor- Ellerman was een goed voorbeeld van een Officier van
namelijk over heelkundige en verbandleerkundige Gezondheid die zich naast de praktische – militaire –
onderwerpen. geneeskunde ook bekwaamde in de medische weten-
schap. Van 1843-1849 was hij docent aan de RKMG. Hij
Handboek van oesterlen werd gezien als een hardwerkend en toegewijd docent,
Naast zijn docent- en redacteurschap vertaalde Ellerman met een groot plichtsbesef, die veel had bijgedragen aan
ook een aantal Duitse geneeskundige handboeken in het de ontwikkeling van het onderwijs aan de RKMG. Ook
Nederlands, waaronder het Handbuch der Heilmittel- was hij een goed wetenschapper, die zich behalve aan de
lehre van Friedrich Oesterlen (1812-1877) (figuur 3). vakken geneesmiddelleer en verbandleer, ook aan de
Oesterlen was een van de eersten die in zijn leer duidelijk andere vakken van de geneeskunde wijdde.16
verband legde tussen fysiologische werking en de schei- Zijn grootste verdiensten voor de Nederlandse genees-
kundige samenstelling van geneesmiddelen; zo wilde hij kunde waren tweeledig: hij introduceerde het Handboek
een meer objectieve geneesmiddelleer neerzetten. Zijn der Geneesmiddelleer van Oesterlen in Nederland en als
boek wordt gezien als een belangrijke overgang naar de redacteur gaf hij samen met collegae Donders en Jansen
wetenschappelijke, op fysiologische en scheikundige een nieuwe koers aan het Nederlandsch Lancet, dat door
beginselen gebaseerde geneesmiddelleer. Dit handboek de mix van wetenschappelijke en op de medische praktijk
werd in Nederland goed ontvangen, getuige het aantal gerichte artikelen kon uitgroeien tot het belangrijkste
herdrukken en de beoordelingen die het boek kreeg in medisch-wetenschappelijke vakblad in Nederland in die
recensies: ‘een volledige, heldere en scherp kritische uit- tijd.
eenzetting, met veel aandacht voor de fysiologische rich- Ellermans zwakke gezondheid belette hem zich volledig
ting van de geneesmiddelleer’.19 aan wetenschap en redacteurschap te wijden naast het
Met zijn vertaling maakte Ellerman dit belangrijke hand- onderwijs. Toen hij op 32-jarige leeftijd overleed, schreef
boek voor de Nederlandse geneeskundigen toegankelijk; Donders in het In Memoriam: ‘Goede George! Gij had
tevens gebruikte hij het voor zijn onderwijs aan de meer geluk verdiend.’16 Gezien zijn prestaties op jonge
RKMG. Hij beschouwde Oesterlens werk als een doelma- leeftijd in een wetenschappelijke en onderwijskundige
tig handboek voor jonge aspirant-artsen, volgens de carrière van slechts 6 jaar, mag men stellen dat de Neder-
laatste stand der wetenschap en een geschikte leidraad landse medische gemeenschap in hem te vroeg een veel-
voor het onderwijs. In zijn lessen dicteerde hij op con- belovend wetenschapper en docent verloor.
sciëntieuze en consistente wijze een compacte versie van
Oesterlens handboek.20 Hierbij legde hij vooral nadruk Gregory Manchia verzorgde een optimale weergave van de afbeeldingen.
op het hoofdbestanddeel van het geneesmiddel, dat ver-
antwoordelijk was voor de werking. Zo probeerde hij de Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
werking van het middel (fysiologie) en de toepassing bij
zieken (therapie) te verklaren. Ook liet hij in onbruik Aanvaard op 20 oktober 2010
geraakte of in Nederland niet verkrijgbare middelen weg
en voegde nieuwe toe op basis van recentere inzichten. Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A2736
Het onderwijs van Ellerman was een vroeg voorbeeld van
de moderne, natuurwetenschappelijk verantwoorde >
● Meer op www.ntvg.nl/perspectief
literatuur
1 Langeveld A. Van applicatiecursus tot kweekschool. De beginjaren van de 3 Verhoeven PPAM. Het onderwijs aan de Rijkskweekschool voor Militaire
militairgeneeskundige opleiding in Nederland. In: De Moulin D (red). Geneeskundigen. Ned Milit Geneeskd Tijdschr. 2009;62:205-8.
's-Rijkskweekschool voor Militaire Geneeskundigen te Utrecht (1822- 4 Lieburg MJ. De Nederlandse medische tijdschriften en de
1865). Amsterdam: Rodopi; 1988, p.17-34. wetenschappelijke geneeskunde 1840-1870. In: De Moulin D (red). Kracht
2 Ghert JME. Levensschets van Dr. P. L. Beckers, in leven Inspecteur- en stof: de introductie van moderne natuurwetenschappelijke denkwijzen
Generaal van de geneeskundige dienst der land- en zeemagt. ’s in de geneeskunde. Amsterdam: Rodopi; 1985, p. 1-18.
Gravenhage; 1854.
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2011;155:A2736 5
6. 5 Leersum EC, Delprat CC. Het levenswerk van Franciscus Cornelis 14 Universiteit Leiden, archief van Senaat en Faculteiten 1575-1876. Register
Donders. Haarlem: Bohn; 1932. van promoties van de faculteit geneeskunde, inv.nr. 421.
6 Van de Kreek FW. Alexander Willem Michiel van Hasselt, 1814-1902: de 15 Ellerman GLH. Dissertatio inauguralis sistens observationes anatomico-
PERSPEC TI EF
eerste docent toxicologie in Nederland [proefschrift]. Utrecht: Faculteit pathologicae ad morbos encephali et medullae spinalis pertinentes.
der Diergeneeskunde; 2000. Nijmegen: Haspels; 1841.
7 Molhuysen PC, Blok PJ, Knappert L, Kossmann KH. Nieuw Nederlandsch 16 Donders FC. Herinnering aan G.L.H. Ellerman. Nederlandsch Lancet.
biografisch woordenboek. Leiden: Sijthoff; 1911. 1849;4:167-76.
8 Lindeboom GA. Dutch medical biography: a biographical dictionary of 17 Delprat CC. De geschiedenis der Nederlandsche geneeskundige
Dutch physicians and surgeons 1475-1975. Amsterdam: Rodopi; 1984. tijdschriften van 1680-1857. Amsterdam: Ellerman, Harms en Co; 1927.
9 Van der Aa AJ. Biographisch woordenboek der Nederlanden, deel 5. 18 Redactioneel voorwoord. Nederlandsch Lancet. 1845;2e serie,1:2.
Apeldoorn: Digitale naslag; 2006. 19 De Bordes C. Prof. F. Oesterlen’s Handboek der geneesmiddelleer, in het
10 Nationaal Archief, Den Haag, Inspecteur-Generaal van de Geneeskundige Nederduitsch overgebragt door Dr. G.L.H. Ellerman. Nederl Weekbl voor
Dienst der Landmacht, nummer toegang 2.13.62.11, inv.nr. 174; 1840. Geneeskd. 1854;4:450.
11 Album studiosorum: Academiae Rheno-Traiectinae MDCXXXVI- 20 Verhoeven PPAM. Van Oesterlen naar Ellerman – van vertaling naar
MDCCCLXXXVI. Utrecht: Beijers en Van Boekhoven; 1886. verdeling. Bulletin Kring voor de Geschiedenis van de Pharmacie in
12 Bergh LP. Gedenkboek van het tweede eeuwfeest der Utrechtsche Benelux. 2008;57:9-18.
hoogeschool. Utrecht: Altheer; 1837.
13 Nationaal Archief, Den Haag, Inspecteur-Generaal van de Geneeskundige
Dienst der Landmacht, nummer toegang 2.13.62.11, inventarisnummer
238; 1842.
6 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2011;155:A2736