Finland Comenius Wocheinhollandf 100720013311 Phpapp01
Orientierungslauf Via Europol
1. Orientierungslauf
11. Januar 2010
Waalsdorperweg 12 Südostwärts
1- Hubertustunnel Wouter vd Lans
Der Bau des Hubertustunnels hat im Jahre 2004 angefangen, am 27. Januar 2006 das Bohren selbst.
Am 1. Oktober 2008 wurde der Hubertustunnel offiziell eröffnet, aber auch heute noch ist die
Errichtung noch immer nicht ganz fertig.
Der Hubertustunnel hat eine Länge von 1600 Meter und wurde mit einem in Deutschland
hergestellten Bohrer mit einer Geschwindigkeit von 28 Metern pro Tag gebaut. Aller 250 Meter
findet sich eine Querverbindung zwischen den zwei Tunnelrohren, wobei der Erdboden zuerst
enteist worden ist. Am Ende vom Tunnel wurde die Bohrmaschine auseinandergenommen und
zurück zum Anfangspunkt transportiert (dafür mussten alle Laternenpfähle an einer Seite
weggenommen werden (!).
Der Hubertustunnel ist eine wichtige Verbindung zwischen dem Hubertusviadukt und dem
Landscheidingsweg Richtung Amsterdam, usw. Die durchbohrte Düne ist die Hubertusdüne.
Ehe der Tunnel bestand, war der Waalsdorperweg der wichtigste Verbindungsweg. Das kostete dem
Verfahren mehr Zeit und verursachte viel Verkehrsärgernis vor unserer Schule und den
Wohngebieten in der Nähe.
Mit Ausnahme von einigen kleinen Schocks haben wir von dem Bohren nichts wahrgenommen.
Mehr lesen (auf Holländisch):
http://www.onderde18.vrijeschooldenhaag.nl/site/dossier/hubertustunnel1
De Hubertustunnel is een tunnel voor doorgaand verkeer in Den Haag.
De bouw van de 1600 meter lange tunnel is in 2004 gestart. Om het Hubertusduin zoveel mogelijk te ontzien is
gekozen voor een met een tunnelboormachine geboorde tunnel. Voor elke rijbaan is een aparte buis met twee
rijstroken geboord. Om de 250 meter is een dwarsverbinding tussen beide buizen aangelegd. Om deze
verbindingen te realiseren heeft men een vriestechniek toegepast, om verzakking te voorkomen.
Op 27 juni 2006 onthulde de wethouder Verkeer in Den Haag, samen met leerlingen van de Montessorischool
Waalsdorp de naam van de boormachine: Grav-in Huberta De-Boora, roepnaam De-Boora. Toen begon het
boren. Op 13 november 2006, rond 18:30 uur, kwam de machine 1500 meter verder bij het Hubertusduin weer
bovengronds. Bij het boren van de laatste meters van de eerste tunnelbuis kreeg de boormachine nog
onverwacht een probleem, veroorzaakt door de aandrijfmotoren. Daar werd de boormachine gedemonteerd en
in onderdelen naar het begin getransporteerd (daarvoor moesten alle verkeersborden en de meeste
lantaarnpalen van de Waalsdorperweg weggehaald worden!), om daar na weer in elkaar te zijn gezet aan de
tweede tunnelbuis te beginnen.
Het boren van de buis vorderde met een snelheid van gemiddeld 28 meter per etmaal. Tijdens het boren bleven
de bovengrondse gebouwen onbeschadigd en ontstond er nauwelijks verzakking. De officiële opening heeft
plaatsgevonden op 1 oktober 2008. Daarbij zong een koor van onze school.
Hubertustunnel officieel geopend website Gemeente Den Haag
2-Europol (Pim Jansen)
Europol (offizieller Name: European Police Office) ist eine multinationale Organisation für die
Forschung und die Zusammenarbeit der Polizeikräfte der Europäischen Union. Die Gründung der
Organisation wurde im Vertrag von Maastricht (1992) eingerichtet und voll funktionsfähig ist sie
seit dem 1. Juli 1999. Der Sitz des Dienstes ist in Den Haag, Niederlanden.
Dieser Sitz ist sehr gut geschützt, wie Sie sehen.
Das Ziel von Europol ist es, die Wirksamkeit und die Zusammenarbeit zwischen den Behörden der
Mitgliedsstaaten zu stärken um die Bekämpfung schwerer internationaler Kriminalität zu
verbessern. Europol organisiert den Austausch von Informationen zwischen der Polizei der 25
Mitgliedsstaaten der Europäischen Union. Diese Mitgliedsstaaten und Norwegen (nicht Mitglied
1
2. der Europäischen Union) haben für den Informationsaustausch mit Europol Verbindungsbeamten
geschickt. Aber Europol selbst kann niemanden verhaften oder dergleichen.
Derzeit arbeitet man an dem Neubau. Die Pläne sind umstritten, wegen der Gestaltung des
Gebäudes. Deshalb hat man noch nicht angefangen.
Dasselbe auf Holländisch:
Europol (officiële naam: European Police Office) is een multinationale onderzoeksorganisatie en het
samenwerkingsverband van de politiediensten van de Europese Unie.
De oprichting van de organisatie werd vastgelegd in het Verdrag van Maastricht (1992) en is volledig
operationeel sinds 1 juli 1999. Het hoofdkwartier van de dienst is gevestigd in Den Haag, Nederland. Dit
hoofdkwartier is extreem goed beveiligd zoals je ziet.
Het doel van Europol is om de effectiviteit en samenwerking tussen de autoriteiten van de lidstaten te
versterken, om zo zware internationale misdaad te bestrijden.
Europol organiseert de informatie-uitwisseling tussen de politiediensten van de 25 lidstaten van de Europese
Unie. Deze lidstaten én Noorwegen (dat niet lid is van de Europese Unie) hebben ten behoeve van de
informatie-uitwisselingen verbindingsmensen bij Europol geplaatst. Maar Europol kan zelf niemand arresteren
o.i.d.
Momenteel wordt gewerkt aan nieuwbouw. De plannen zijn echter omstreden vanwege het ontwerp van het
gebouw.
3 und 4
3- Albert Plesman hat mehr für die Niederlande getan als die KLM.
Er erdachte die Business-Universität Nyenrode und auch den Namen
'Randstad'. Man sagt, dass das geschah, als er einen Ort für einen
Nationalen Lufthafen suchte. Fliegend am Himmel im Westen der
Niederlande sah er 'einen Ring von Städten am Rande eines großen
grünen Raumes'. Diesen Ring von Städten nannte er später Randstad
und das Grün dazwischen wurde bekannt als das Grüne Herz.
4- Das Verkehrsministerium ist angesiedelt an dem ehemaligen
Hauptkontor der KLM. Auf dem Lufthafen Schiphol habt ihr viele
der 200 Flugzeuge in der Luftflotte von KLM gesehen…
Das Gebäude erinnert an die Luftfahrt, nicht nur durch den Schmuck
(z. B. Der Vogel in der Backsteinbildhauerei), auch in den Hauptformen: man sieht etwas, das wie
ein Flugzeug mit Flügeln und einem Cockpit wirkt.
Der Architekt, Dirk Roosenburg (1887-1962) war ein Schüler von Berlage, ein Zeitgenosse von
Dudok und der Grossvater des jetzt weltberühmten Architekten Rem Koolhaas. Roosenburg
zeichnete außer diesem Gebäude auch z.B die Schleusen der Afsluitdijk und viele der Philips-
Gebäude in Eindhoven.
Der besondere Villa Windekind an der Nieuwe Parklaan, das
letzte Haus an der WestbroekparkSeite (bei dem Rosarium)
ist auch von Roosenburg gezeichnet.
Mehr lesen (auf Holländisch):
Roosenburgs werk bleek vaak moeilijk te plaatsen binnen het traditionele kunsthistorische kader van
architectuurstijlen. Daarom doen de pogingen om het toch ergens onder te brengen vaak krampachtig aan: zijn
oeuvre is gekarakteriseerd als 'romantisch functionalisme', 'typisch Nederlands', 'Berlagiaans', 'technisch
functionalistisch' en 'Nieuwe Haagse School'. Roosenburg was niet zozeer geïnteresseerd in
architectuurstromingen en avant-gardistische kreten als wel in het omzetten van complexe eisenpakketten in
2
3. heldere en markante gebouwen. Helder omdat ze de opdrachtgever geen opgeplakte luxe maar degelijk
gedetailleerd maatwerk garandeerden; markant omdat zijn eigenzinnige ontwerpen zich weinig aantrokken van
stijldebatten of welke mode dan ook.
KLM
De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij werd opgericht op 7 oktober 1919. Hiermee is de KLM weliswaar
niet de allereerste, maar wel de oudste geregelde internationale luchtvaartmaatschappij, die nog steeds onder
haar oorspronkelijke naam bestaat.
Uit het begin:
1920 De eerste vlucht vond plaats op 17 mei 1920: een vlucht van Londen naar Amsterdam. Het vliegtuig
vervoerde twee Engelse journalisten, een lading Engelse kranten en een brief van de Londense Lord-Mayor
aan de Burgemeester van Amsterdam. 1921 Het eerste Fokker vliegtuig: de Fokker F-II
1922 Eerste vlucht naar Brussel
1924 Eerste bemande vlucht naar Indonesië. De totale af te leggen afstand was 15.373 kilometer. Het kostte
de bemanning 55 dagen om Indonesië te bereiken. Enkele proefvluchten met de Fokker F-VIIB wezen uit dat
er 13.000 liter brandstof en olie nodig was voor deze vlucht. Dit is tien maal zo weinig als dat er tegenwoordig
nodig is voor een dergelijke vlucht. Tegenwoordig heb je echter meer dan 100 maal zoveel zitplaatsen.
1926 Verwarmde Cabines. De KLM voegde vaak nieuwe bestemmingen toe aan zijn netwerk. Ook de meer
noordelijk gelegen steden werden niet vergeten. Vluchten naar Malmö startten in 1926. Verwarmde cabines
zorgden voor meer comfort tijdens de reis.
1949 De KLM vestigt haar nieuwe hoofdkantoor in Den Haag.
1953 De drijvende kracht achter de KLM, Albert Plesman, overlijdt in dit jaar op 64-jarige leeftijd.
5- Wittebrug
Über dem in 1824 gegraben Kanal wurde eine Brücke angelegt. Sie führte zum Königlichen
Badehaus, deshalb ‘Koninginnebrug’. Hier gab es schon früh eine Brauerei mit Preusisch Bier und
eine Getreidemühle.
Die Brücke war weiß
gefärbt, deshalb
allgemein ‘Wittebrug’
weisse Brücke genannt.
Foto 1850.
3
4. Im Krieg wurde die Brücke zerstört, wie alle anderen über den Kanal, weil hier die Grenze mit dem
‘Sperrgebiet’ bestand: alles auf der Seite unserer Schule war für die Armee: zur Verteidigung Den
Haags, wo auch die Regierung war (Seyss-Inquart wohnte auf Clingendael).
Grenze Festungs
Scheveningen 1945:
abgebrochene Brücke
bei R Steinerklinik; im
Hintengrund Villa
Zeemeeuw
6-Madurodam
Madurodam ist seit mehr als 55 Jahren die kleinste Stadt der Niederlande. Grachten,
stimmungsvolle Fassaden und andere typisch niederländische Szenen sind bis ins kleinste Detail im
Maßstab 1:25 nachgebaut.
Modellbau und Bepflanzung
Alle Modelle, Gleise und Dekorationen werden von Madurodam hergestellt.
Am Modell des Amsterdamer Flughafens Schiphol wurde zum Beispiel zwei Jahre und vier Monate
lang gearbeitet. Der Kunststoff (früher Holz) wird mit einer Fräsmaschine nach Maß und in Form
gesägt. Weil die Modelle rund dreißig Jahre im Freien stehen müssen, werden sie regelmäßig
gewartet. Die Modelle sind sehr wertvoll: Der St.-Johannis-Doms (Den Bosch) soll mehr als
450.000 € gekostet haben. Um das niederländische Straßenbild so gut wie möglich wiederzugeben,
wird auch der Umgebung der Modelle viel Beachtung geschenkt. Die Bepflanzung ist davon ein
wichtiger Bestandteil. Madurodam verwendet vor allem kleinblättrige Bäume und Sträucher, wobei
häufiges Zurückschneiden die einzige Möglichkeit ist, um Bäume, die normalerweise fünfzehn
Meter hoch werden, auf einer Höhe von rund sechzig Zentimetern zu halten. Einige Bäume stehen
schon seit der Eröffnung in der Miniaturstadt.
Mehr lesen:
Madurodam wurde offiziell am 2. Juli 1952 eröffnet. Für einen Freizeitpark hat Madurodam eine
überraschende Geschichte: es ist gegründet worden einerseits als Erinnerungsdenkmal, anderseits als
Wohltätigkeitsstiftung. Die gemeinschaflichen Initianten sind Frau B. Boon-van der Starp, die für
tuberkulosekranken Studenten viel Gutes gemacht hat und Herr und Frau Maduro aus Willemstad auf Curaçao,
die den Wunsch hatten ihrem einzigen Sohn George, der im Februar 1945 als Gefangener in Dachau am
Flecktyphus gestorben war, ein Denkmal zu setzen.
Königliche Familie
Madurodam besitzt eine besondere Beziehung zur königlichen Familie. Die vierzehn Jahr alte Kronprinzessin
Beatrix erhielt von der damaligen Königin Juliana die Erlaubnis, Bürgermeisterin der Miniaturstadt zu werden.
Diese Funktion hatte sie bis zu ihrer Krönung zur Königin im Jahre 1980 inne. Im Laufe der Jahre waren viele
Mitglieder der königlichen Familie bei wichtigen Ereignissen in Madurodam zu Gast. Königin Beatrix
enthüllte am 2. Juli 2002 während des 50-jährigen Jubiläums Madurodams die neue Goldene Kutsche.
Noch mehr lesen? http://www.madurodam.nl/templates/mad/global/index.php?lngid=4&sqlmode=1&fid=644
4
5. 7-Villa Zeemeeuw (Wagenaarweg 30)
Es wohnten in dieser Gegend viele reiche Künstler (speziell
aus Amsterdam), angezogen durch die Luft und die Natur.
Auch reiche Handelsleute, wie der Gründer van
Peek&Cloppenburg (die erste Konfektionskleidungfirma in
den Niederlanden), in Villa Putruwiel, Nieuwe Parklaan 17,
und bekannte Holländer wie Henk van der Meijden von der
Zeitschrift Privé.
An der Ecke, blau gefärbt, steht ein schönes Art Nouveau
Haus: Villa Zeemeeuw, gebaut unter der Architektur von
dem Belgier Henri van de Velde (1901) und mit den
Reliefen von Thorn Prikker, einem Freund Van Goghs.
Es ist ein sehr gutes, gelunges Gesamtkunstwerk. Van de
Velde wollte, dass alles in Harmonie miteinander besteht: die Umgebung, die Ausstrahlung des
Hauses auf die Einwohner, und die Persönlichkeit der Einwohner wurden ausgedrückt im Haus.
Rechtwinklige Ecken findet man hier nicht, die hätten einen schlechten Einfluss. Auch fand er
wichtig, dass Schönheit immer im täglichen Leben da war. Diese Auffasungen erkennt man auch in
der organischen Architektur.
Mehr lesen (auf Holländisch):
Belgische art nouveau in Nederland
'De Zeemeeuw' aan de Wagenaarweg 30 te Scheveningen is een voor Nederland zeldzaam voorbeeld van een
huis, waarin de plattegrond, het exterieur en interieur één geheel vormen volgens de idealen van de Nieuwe
Kunst, kortom een waar Gesamtkunstwerk. De Belgische architect Henry van de Velde (1863-1957) ontwierp
deze villa in 1901 voor de huidarts W.J.H. Leuring. Tijdens zijn studie in Leiden was Leuring bevriend geraakt
met de kunstenaars Jan Toorop en Johan Thorn Prikker (1868-1932). Leuring voltooide zijn opleiding in
Groningen en daar organiseerde hij ook tentoonstellingen met werk van moderne schilders als Van Gogh,
Toorop en Thorn Prikker. De laatstgenoemde beval Van de Velde aan als architect toen Leuring een nieuw
huis wilde laten bouwen. Thorn Prikker was bevriend met de Belgische voorman van de nieuwe kunststroming.
Zij hoorden allebei tot de Belgische kunstenaarsgroep Les XX en exposeerden werk bij de opening van Salon
de l'Art Nouveau te Parijs.
Henry van de Velde was oorspronkelijk schilder maar hij bleef ontevreden over zijn eigen impressionistische
palet en stapte over naar de kunstnijverheid en de architectuur. Van de Velde deelde de waardering van de
Engelse Arts and Crafts-beweging voor de middeleeuwen voor zover dat de eenheid van kunsten en
samenleving en de vormschoonheid betrof. Hij zag echter weinig heil in een terugkeer naar zo'n soort
maatschappij en streefde naar sociale veranderingen. Van de Velde stond niet afkerig tegenover fabrieksmatige
productie en maakte ontwerpen die machinaal waren te vervaardigen. In zijn visie moest 'schoonheid in het
dagelijks leven' leiden tot een betere samenleving. In 1895 ontwierp Van de Velde zijn woning 'Bloemenwerf'
in Ukkel (België). In zijn streven naar een harmonische samenhang en een alles doordringende schoonheid,
hield hij zich ook bezig met de inrichting van het woonhuis. Een huis diende ook de eigen persoonlijkheid tot
uitdrukking te brengen. Door de lijnvoering en door de gekozen kleuren kon de ontworpen omgeving volgens
Van de Velde bepaalde stemmingen oproepen. Zo oefende de woning een positief effect uit op hen die in de
ruimten verbleven. De kleuren voor de buitengevels werden gekozen in harmonie met de natuurlijke
omgeving. Uiteindelijk ontstond een organische samenhang tussen de natuur, het ontwerp en de mens. Het
huiselijk gezinsleven had een opvoedende waarde en Van de Velde wenste zijn kinderen dan ook te behoeden
voor 'lelijke dingen'. De verbondenheid van kunst en leven kwam zelfs tot uiting in de kleding die Van de
Velde ontwierp voor zijn vrouw. De kleuren, materialen en versieringen van haar japonnen waren in harmonie
met de gelegenheid waarvoor en de ruimten waarin ze werden gedragen.
Asymmetrie
5
6. Ook het exterieur van De Zeemeeuw was opmerkelijk. In de as van de symmetrisch ogende voorgevel sprong
het midden iets naar voren en de zijkanten weken schuin terug. In de kapvorm werd dit verloop herhaald. De
andere gevels zijn allemaal asymmetrisch. Aan de keukenkant werd een schouw uitgebouwd en kwam de zij-
ingang. Aan de andere zijgevel lag de studeerkamer. De achterkant, die bestond uit één grote woonruimte,
kreeg een erker met uitzicht op de duinen en een terras dat met zijn deuren de woning 'binnendrong'. Zowel de
asymmetrische gevels als de opmerkelijke schoorstenen van verschillende hoogte werden bekleed met
Belgische zandsteen. De gevels van de villa weerspiegelden de opzet van de plattegrond, waarin vrijwel geen
vertrek met rechte hoeken was te vinden. Van de Velde groepeerde, net als in zijn eigen woning, alle
vertrekken om de grote, veelhoekige hal met het trappenhuis. De dubbele trap aan de muur tegenover de
ingang leidde naar een omloop waaraan twee slaapkamers en twee kleine kamertjes lagen. De centrale ruimte
werd verlicht door een grote glazen koepel. De grote woonruimte aan de achterzijde boog als het ware om de
ontvangsthal heen. Het ruimtelijke effect als gevolg van het 'geknikte' verloop van de gevel werd nog versterkt
door de verschillende zichtassen richting duinen, tuin en het kanaal dat daarachter liep. Zowel de aandacht
voor de ruimte, als de asymmetrische gevels en het gebruik van natuursteen zijn typerend voor de art nouveau.
Het huis werd opgeleverd met witte muren. Voor het houtwerk, zoals kozijnen en trappen, werd Amerikaans
grenen gebruikt dat een warmbruine tint kreeg door een behandeling met lijnolie. De trappen, deuren, vensters
en dergelijke werden gesierd door strakke vormen en lijnen waarin de natuur als inspiratiebron nog nauwelijks
was te herkennen. Tegen de muur boven de trap liet Leuring een graffito aanbrengen naar ontwerp van Thorn
Prikker met een verfijnd filosofisch-religieuze voorstelling.
8-Troelstra-Denkmal
Around 1900 the Netherlands were the scene of enormous social conflict and
change. The debates from those years have left their impact on society today.
Working conditions, the position of the woman, social legislation, voting
rights, birth control, education, the temperance movement, war and peace...
Troelstra was one of the leaders of the Dutch labour movement from 1860
through 1918.
9- Rudolf Steinerkliniek (Bart Hutten)
Das Raphael-Haus wurde 1928 von dem Architekten Jan
Buijs im organischen Baustil errichtet. Die
Entwurfskizzen sind von Rudolf Steiner.
Die offizielle Eröffnung fand am 17. Juli 1928 statt.
Principal und Director Zeylmans waren sehr zufrieden
und das neue Gebäude erntete im Allgemeinen viel Lob.
Die Zeitung schrieb: "Das Gebäude befindet sich in
perfekter Harmonie mit der Natur an der Spitze einer
Düne, ist wie eine Fortsetzung der Düne. "Das Dach ist wie eine Muschel, einschließlich der
Gebäude, die wie ein Organismus sind." Sie nennen es "ein Schiff in den Dünen".
Es wurde zunächst als Wohnheim in anthroposophische Grundlage verwendet. Es hatte Platz für
vierzig Patienten und es gab eine Stube für sechs Kinder. Heute erfüllt es nicht mehr die
Anforderungen für ein Krankenhaus und es finden in diesem Gebäude nur noch Therapien statt.
Men noemt het wel ‚een schip in de duinen’.
Het Raphaëlhuis werd gebouwd in 1928 volgens het ontwerp van architect Jan Buijs, naar een idee van Rudolf
Steiner zelf.
Het deed eerst dienst als rusthuis op antroposofische grondslag. Er was plaats voor veertig patiënten en er was
een zaaltje met zes kinderbedden. Nu voldoet het niet meer aan de eisen voor een ziekenhuis, en vinden er
alleen nog therapieën plaats.
6
7. De officiële opening vond plaats op 17 juli 1928. Opdrachtgever en directeur Zeylmans was verheugd over het
resultaat en het nieuwe gebouw oogstte over het algemeen veel lof. Kranten schreven: 'Het gebouw ligt in
volmaakte harmonie met de natuur op de top van een duin, is als het ware een voortzetting van het duin'. 'Het
dak is als een schulp, waaronder het gebouw als een organisme ligt'.
10-Westbroekpark
Dieses Gebiet war früher so hoch wie die Gegend, wo jetzt die Straßenbahn verläuft. Der Sand
wurde wegtransportiert für die Wege und den Stadtbau. Nach dem Absanden wurde hier temporär
Landbau gepflegt, bis die Bestimmung sicher war: dieses Gebiet war zwischen dem Fischerdorf, der
Residenz und dem Badeort!
Immer gab es Pläne. Zum Beispiel von Idealisten, die hier einen Friedenpalast stiften wollten (1907
gelungen, aber an anderer Stelle), oder auch um ein Wagner-Theater zu bauen.
Die Friedensinitiativen sind bereits auf fruchtbaren Boden gestoßen. Eine Vermittlung in dem Süd-
Afrika-Konflikt fand in Den Haag 1899 und 1907 bei den großen internationalen
Friedenskonferenzen statt. Ab 1917 wurden englische Kriegsgefangene unter anderem im Gebiet
vom Abbenbroekweg gepflegt, weil ein hier geschlossener Ertrag ermöglichte, dass neutrale Länder
diese Sorge von den Kriegsländern übernehmen konnten. Während des Ersten Weltkrieges gab es
auch viele belgische Auswanderer im Badeort, die Antwerpse Diamant-Börse wurde hier sozusagen
fortgesetzt.
Schlussendlich wurde 1929 ein Park im englischen Landschaftstil angelegt nach Planung von
Westbroek. Bis heute ist es eingerichtet und steht zur Verfügung für Internationale Ausstellungen,
Concours Hippique, Theaterfestivals und dergleichen.
Mehr lesen (auf Holländisch):
In 1899 en 1907 worden in Den Haag twee internationale vredesconferenties gehouden. Een derde
conferentie, gepland voor 1915, vond door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog geen doorgang. Deze
conferenties staan ook wel bekend als de Haagse Vredesconferenties.
De eerste vredesconferentie van Den Haag in 1899 was een initiatief van de Russische tsaar Nicolaas II. De
conferentie van 1899 werd gehouden door vertegenwoordigers van 26 regeringen, die afspraken maakten over
methoden van oorlogvoering, zowel te land als ter zee. Het uitvoeren van bombardementen vanuit luchtballons,
het gebruik van gifgassen en andere chemische wapens, en het gebruik van hollepuntkogels werden (tijdelijk)
verboden. Het belangrijkste resultaat was het besluit om vrijwillige arbitrage in te voeren. Dit leidde tot
oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage, dat later gevestigd werd in het Vredespaleis in Den Haag.
In 1907 begon de Tweede Haagse Vredesconferentie met de bedoeling de bepalingen van de vorige
vredesconferentie uit te breiden, andere bepalingen te wijzigen en meer nadruk te leggen op oorlogvoering ter
zee. Ditmaal waren bijna alle toenmalige staten vertegenwoordigd. De Amerikaanse president Theodore
Roosevelt had zich zeer ingespannen voor deze conferentie. Tijdens de conferentie werd de eerste steen gelegd
voor het Vredespaleis, toekomstige zetel van het Hof van Arbitrage.
Een derde conferentie die gepland was voor de zomer van 1915, werd afgelast wegens het uitbreken van de
Eerste Wereldoorlog. Het verbod op luchtbombardementen en het gebruik van onderwatermijnen was
ondoeltreffend. De bepalingen betreffende koopvaardijschepen in oorlogstijd werden echter goed opgevolgd.
Door het tot stand brengen van internationale rechtsregels, werden beide vredesconferenties een lichtend
voorbeeld voor zowel de Volkerenbond als de Verenigde Naties.
11-Bunker (Sem Rots)
Den Haag ist heute weltweit bekannt für seine Rolle als internationale Metropole für Recht und
Frieden. Angesichts dieser Rolle als Hüter von Recht und Frieden ist es bemerkenswert, dass Den
Haag ernsthaft zerstört worden ist von beiden: Besatzern und Befreiern. All diese Zeit wurden die
verstreuten Bunker erhalten, als Kriegserinnerungen in einem scharfen Kontrast zu den vielen
Einrichtungen des Friedens.
7
8. In Hauptgruppen unterteilt wurde in Bunker gebaut: Munition Lagerräume, Kommandoposten,
Radar und Telefon-Posten, aber auch Wohnunterstände, Krankenhäuser, Wasser und Lagerung von
Lebensmitteln.
Das Betreten des Strandes von Scheveningen wurde durch den Bau der Atlantikmauer im Frühjahr
1942 verboten (Sperrgebiet). Rund 30.000 Häuser wurden zerstört und rund 50.000 Bäume in
Parkanlagen und Wäldern gerodet. Groß angelegte Evakuierungen fanden statt: mehr als 140.000
Bewohner mussten auswandern.
Nach dem Frieden in Den Haag im Jahr 1945 wollte man alle Straßensperren, Mauern und Panzer-
Minen so bald wie möglich räumen, da sie auch eine schmerzhafte Erinnerung an das Leid der
vergangenen Kriegsjahre formten. Doch die Zeiten haben sich geändert, niemand denkt mehr an
Abriss. Im Jahr 2008 hat man den interessantesten der gesamten Bunker-Anlage am Badhuisweg
wieder zugänglich gemacht. Das aufrichtige Interesse für die Bunker zeigt, dass die Zeit gekommen
ist um den Krieg völlig hinter sich zu lassen.
Es ist hier eine ruhige Umgebung mit schönen Villen mit viel Grün, aber bei näherer Betrachtung
gibt es hier noch 13 deutsche Bunker, in den Jahren 1942-1943 erbaut, als dieses Gebiet Teil war
der so genannten Stützpunktgruppe Scheveningen, im Volksmund "das Fort" genannt. Das Personal
der Stützpunktgruppe wurde in der Nähe des Bunkerkomplexes stationiert. Diese Verteidigung
bestand aus 11 Offizieren, 38 Unteroffizieren und 174 Soldaten. Sie lebten und arbeiteten in den
Gebäuden gegenüber und für die Notfälle verwendeten sie die Bunker.
Bunker-Komplex auf Badhuisweg.
S2 Schlacht Schutz
S3 Gefechtsstand
S4 Schlacht Schutz
S5 Wohn-Schutz
S6-Source-Unterkunft
S7 Wohn-Schutz
S8 private Gebäude
S9 Wohn-Schutz
S10-Repository
S12-Gruppe Unterschlupf
S13 Munitionslager
S14 Wohn-Schutz
S22 Küche Schutz
Het Wittebrugpark is een rustige buurt met mooie villa‘s en luxueuze appartementengebouwen te midden van
veel omliggend groen, maar bij nadere beschouwing vind je er ook enkele bouwwerken die aan roeriger tijden
herinneren. Zo liggen er ter hoogte van de Nieuwe Scheveningse Bosjes aan weerszijden van de Badhuisweg
nog altijd 13 Duitse bunkers, gebouwd in de jaren 1942 en 1943 toen dit gebied deel uitmaakte van de zgn.
Stützpunktgruppe Scheveningen, in de volksmond 'de vesting' geheten. De staf van de Stützpunktgruppe was
gelegerd in de nabijheid van dit bunkercomplex. Deze Verdedigingsstaf bestond uit 11 officieren, 38
onderofficieren en 174 manschappen, die onder leiding stonden van vestingcommandant E. Tschoppe. Ze
woonden en werkten in panden in de omgeving en gebruikten de bunkers vooral voor alarmsituaties.
Bunkercomplex aan de Badhuisweg.
S2 gevechtsschuilplaats
8
9. S3 commandopost
S4 gevechtsschuilplaats
S5 woonschuilplaats
S6 bron onderkomen
S7 woonschuilplaats
S8 privaatgebouw
S9 woonschuilplaats
S10 bergplaats
S12 groepsschuilplaats
S13 munitie magazijn
S14 woonschuilplaats
S22 keuken onderkomen
De commandobunker heeft een grondoppervlak van 15 x 15 meter; het dak en de muren bestaan uit gewapend
beton van 2.5 meter dikte. De indeling:
1 gassluis
2 nabijverdediging (met periscoop)
3 commandoruimte
4 stafvoorbereiding
5 ingekomen berichten
6 radio
7 slaapverblijf commandant
8 slaapverblijf onderofficieren
9 slaapverblijf drie manschappen
10 ventilatie
11 open waarnemingspost
Na de vrede in 1945 wilde de gemeente den Haag alle verdedigingswerken liefst zo snel mogelijk opruimen.
De stad stond vol met allerlei soorten bouwwerken, wegversperringen, tankmuren en mijnen die het verkeer
hinderden en bovendien een pijnlijke herinnering vormden aan het leed van de voorbije oorlogsjaren. Maar de
tijden zijn veranderd; niemand denkt meer aan sloop. De vroegere weerzin tegen de aanwezigheid van Duitse
verdedigingswerken is inmiddels verdwenen. Dat de belangstelling voor alles wat zich in de jaren ’40 –’45 in
Scheveningen heeft afgespeeld allerminst tanende is, blijkt ook uit de oprichting van de “Stichting Atlantikwall
Museum Scheveningen” op 1 januari 2005. In samenwerking met de gemeente den Haag nam deze stichting in
2008 het initiatief om de interessantste bunker van het hele bunkercomplex aan de Badhuisweg, de
commandopost S3 van de vestingcommandant van Scheveningen, SS Oberführer E. Tschoppe, weer
toegankelijk te maken.
Door het blootleggen en toegankelijk maken van oude Duitse verdedigingswerken als deze commandobunker
lijkt eindelijk de tijd aangebroken om ook de moeilijke oorlogsperiode van het zo liefelijke Wittebrugpark
onder ogen te zien.
Meer informatie is te vinden op de website van het Atlantik Wall Museum.
///
Vandaag is Den Haag wereldwijd bekend om haar rol als de internationale wereldstad van Recht en Vrede.
Thuishaven van belangrijke internationale instituten als het International Court of justice (ICJ), het
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia (ICTY) en recentelijk ook het International Criminal
Court (ICC). Den Haag vervult daarmee een aanzienlijke rol in de hedendaagse vredespolitiek wereldwijd.
Gezien deze rol als bewaker van recht en vrede, is het opmerkelijk dat juist Den Haag, vergeleken met andere
Nederlandse steden tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen werd. Gelegen op een strategisch cruciaal
punt aan de Noordzee en dichtbij Londen en Duitsland, werd de stad grotendeels verwoest door zowel bezetter
als bevrijder.
Sinds de jaren van de wederopbouw heeft de stad haar steentje bijgedragen aan een betere wereld. Al deze tijd
echter, zijn de her en der verspreide bunkers bewaard gebleven, zodat zij tegenwoordig als
oorlogsherinneringen een scherp contrast vormen met de vele instituten van vrede.
In hoofdgroepen onderverdeeld waren er wapenopstellingen (zoals kanonkazematten), woonschuilplaatsen,
munitiebergplaatsen, diverse commandoposten, verbindingsposten (waaronder radarposten), onderkomens
9
10. met een ondersteunende functie (zoals hospitalen, water- en voedselopslag) maar ook waarnemings- en
vuurleidingposten. Vanaf 6 mei 1943 werd de SS Oberführer Erwin Tzschoppe de Kommandeur des
Verteidigungstabes Scheveningen en was met zijn staf gevestigd aan de Nieuwe Parklaan 81. In geval van
daadwerkelijke gevechten kon hij zich terugtrekken in de commandobunker aan de Badhuisweg.
Het strand van Scheveningen bleef tijdens de Duitse bezetting aanvankelijk toegankelijk
voor het volk, maar door de aanleg van de Atlantikwall werden in het voorjaar van 1942 de duinen en het
strand tot verboden gebied (Sperrgebiet) verklaard. Al snel daarna werden 350 woningen in de kuststrook van
Duindorp en Scheveningen-Dorp ontruimd en gesloopt. Ruim 140.000 inwoners moesten verhuizen en 25.000
woningen werden ontruimd. Veel van de evacuées kwamen in Aalten terecht.
Om een snelle opmars van de geallieerden te verhinderen werd een 5,5 kilometer lange en 27 meter brede
tankgracht aangelegd. Deze liep zigzaggend van Kijkduin, langs de Sport-
laan, Segbroeklaan, de huidige President Kennedylaan en Johan de Wittlaan tot aan Zorgvliet. De barricade
ging vervolgens verder als een tankmuur en een versperring met lange
rijen draketanden richting de Waterpartij (eveneens vergraven tot
tankgracht), liep door tot het Kanaal en net voorbij de Plesmanweg
maakte deze een knik. Vervolgens liep deze in een rechte lijn langs het
al bestaande water bij de Kwekerijweg naar de Van Alkemadelaan en het
duingebied. De lange verdedigingslinie werd de Hauptkampflinie (HKL)
genoemd. In de Hauptkampflinie lagen ook 12 officiële toegangen
waarbij een vrije doorgang mogelijk was. Tevens was alles wat boven
het maaiveld uitstak op last van bezetter kaalgeslagen waarbij er een
egale vlakte onstaan was. Langs de landzijde van de Hauptkampflinie
lag een strook van 600 meter als schootsveld waardoor Scheveningen
zowel aan zeezijde als aan landzijde verdedigd kon worden.
Der Festung Scheveningen und Clingendael
12- Neue Scheveningse Bosjes
Für die Badegäste war Erholung notwendig. Es gab natürlich das
Meer. Man badete darin zuerst nackt und dabei waren auch
geschlossene Kutschen, die durch Pferde ins Meer gezogen
wurden. Das war eine medizinische Maßnahme, man machte es
nicht zum Spaß. Später wurden Badeanzüge üblich.
Am Strand sah man in Richtung des Fischerdorfes Scheveningen
große Boote, mit flachem Boden, auf dem Strand liegen, denn es
gab noch keinen Hafen. Dieser wurde erst nach 1894 gegraben,
nachdem wieder ein sehr starker Sturm alle Boote verwüstet hatte.
Für die Gäste wurde ein Casino gebaut, eine Renbahn und es
spielte jeden Sommer ein Teil der Berliner Philharmoniker. Es gab
Ausstellungen, einen Tennisplatz und eine hölzerne Radsportbahn.
Die Neue Scheveningse Bosjes wurde als Parkanlage mit Bäumen
bepflanzt durch Arbeitslose. Ein Hügel wurde genau im
Mittelpunkt aufgeworfen und man errichtete alles
(Beerensträucher usw) um besondere Singvogelarten anzulocken.
Das ist gelungen: bis heute gibt es hier Nachtigallen!
10
11. Eine Strassenbahn, zuerst gezogen durch Pferde, später mit Dampfmaschine oder mit Akku
elektrisch angetrieben, und ab 1908 elektrisiert mit Überdraht, verband den Badeort mit der
Residenz Den Haag.
Meer lezen:
De Nieuwe Scheveningse Bosjes zijn in de jaren 1892–1895 geheel kunstmatig aangelegd als een
werkverschaffingsproject voor werklozen. Het terrein van ca. 20 ha. maakte vroeger deel uit van de zgn.
'Oostduinen', een uitgestrekt en destijds nog ongerept duingebied ten noordoosten van de Badhuisweg. Het was
begroeid met een rijke flora en veel kreupelhout,waar hier en daar een kale duintop bovenuit rees. De toen nog
hoge stand van het grondwater zorgde ervoor dat dit alles ook in droge zomers overleefde.
De vlakkere duinpannen werden door de gemeente regelmatig verpacht voor het telen van aardappelen en
rogge, maar men herschiep ze ook wel tot kleine stukjes weiland voor de schapen, geiten en paarden. De
onvruchtbare zandgrond werd dan bemest met visafval ( het zgn. 'grom' ) dat via de Gromweg –de huidige
Neptunusstraat– vanaf de haven werd aangevoerd. Maar op de plaats waar nu de Nieuwe Scheveningse Bosjes
staan zagen de Oostduinen er minder aantrekkelijk uit; het was daar zó dor dat er niet veel meer dan wat
helmgras en mos wilde groeien.
In 1892 werd het terrein enigszins geëgaliseerd door de hoge duintoppen af te graven en het zand in de
stuifgaten te storten. Daarna werd het hele terrein tenminste 0,5 m. diep omgespit en met zwarte aarde en mest
verrijkt.
De aanplant bestond naast dennen –de bergden en de Oostenrijkse den– vooral ook uit veel loofhout en langs
de paden uit sierheesters. Aan de randen rijen populieren die als windscherm dienden. Al met al is men drie
jaar lang bezig geweest met de aanleg van de Nieuwe Scheveningse Bosjes.
Midden in het bos liet men een mooie duintop ongemoeid. Deze werd ingericht als uitkijkpunt met op de top
een soort grote parasol met rieten kap waaromheen zitbanken stonden.
Nieuwe Scheveningse Bosjes met Parasol, ca. 1910
HGA-F-50596 collectie Haags Gemeentearchief
Hier vandaan had je een prachtig uitzicht over de omgeving. Je kon de watertoren zien, maar ook het Kurhaus
en het Seinpostduin en aan de andere kant de contouren van Den Haag. Op het ogenblik (2006) is de ijzeren
voet van de parasol nog steeds aanwezig, maar de parasol zelf is allang weggehaald en ook van het uitzicht is
niet veel meer over.
11
12. In de wilde bramenbosjes nestelen de nachtegalen graag en de lege holtes van oude (dode) bomen worden door
spechten, uilen en boomklevers vaak in beslag genomen.
Mede dankzij het natuurbeheer van de gemeente voelen gelukkig veel diersoorten zich in de Nieuwe
Scheveningse Bosjes thuis. Vaste bewoners zijn de rode eekhoorn, de egel, de vleermuis en het konijn om nog
maar niet te spreken van de 32 verschillende vogelsoorten die het bos bevolken.
De Haagse vogelbescherming zorgt voor het ophangen en controleren van de vele nestkasten en verricht ook
regelmatig vogeltellingen. In 2004 werden bijvoorbeeld 10 tellingen uitgevoerd,waarbij naast veel
voorkomende bosvogels als mezen, vinken en spechten ook enkele nachtegalen, een paar bosuilen met jongen
en een sperwerpaar zijn waargenomen en natuurlijk de in Den Haag tegenwoordig alom luidruchtig aanwezige
halsbandparkiet.
Vanaf 1879 liep hier een tram: de eerste stoomtram van Nederland, van het Centraal Station naar het Kurhaus.
Nadat hij in 1924 was geëlektrificeerd stond de tram vanwege de kleur van de wagons bekend als de 'Blauwe
Tram'. In 1957 is deze tramverbinding opgeheven, maar het brede paardenpad in de bosjes herinnert ons nog
aan de plaats waar de rails gelegen hebben.
Blauwe tram, hoek Badhuisweg-Pompstationsweg, 1951
HGA-F-103657 collectie Haags Gemeentearchief
Bron: http://www.wittebrugpark.nl/bijlagen/ikapteynstreef/nsbosjes.htm
Badhuisweg 1886 mit Kurhaus im Hintengrund
und Akku-Strassenbahn
13-Das Gefängnis Thijmen Visscher
Das Kriminalgefängnis ist zwischen 1883 und 1886 gebaut worden.
Im Zweiten Weltkrieg wurde das Gebäude für Prozesse und Hinrichtungen unter dem berühmten
Beinamen "Das Oranje Hotel“ genutzt. Es haben damals 25000 Menschen in diesem Gefängnis
gesessen. Die Gefangenen blieben nur kurz. Da viele Widerstandskämpfer getötet wurden, gibt es
jedes Jahr am 4. Mai auch ein Ritual bei dem Denkmal auf der Waalsdorpervlakte.
Die Vereinten Nationen (UNO) nutzen nun einen Flügel des Gefängnisses für das Jugoslawien-
Tribunal und den Internationalen Strafgerichtshof. Im Jahr 2006 starb der ehemalige jugoslawische
Präsident Slobodan Milosevic in seiner Zelle. Radovan Karadzic starb im Jahr 2008 in seiner Zelle
im UNO-Flügel.
12
13. Strafgevangenis die tussen 1883 en 1886 werd gebouwd. In de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw
gebruikt voor berechtingen en executies onder de illustere bijnaam 'Het Oranjehotel'. Momenteel wordt een
vleugel van de gevangenis gebruikt door het Joegoslavië-Tribunaal en het Internationaal Strafhof.
De gevangenis werd aanvankelijk gebouwd voor ruim tweehonderd gedetineerden. In 1911 werd het gebouw
uitgebreid met een strafgevangenis voor mannen.
Tijdens de oorlog werd de gevangenis gebruikt voor politieke gevangenen. een aantal van de gevangenen werd
gefusilleerd op de nabij gelegen Waalsdorpervlakte. Hier wordt elk jaar op 4 mei ook de dodenherdenking
gehouden
Waarschijnlijk omdat er veel vaderlandlievende Nederlanders in de gevangenis zaten, werd de gevangenis in
de volksmond 'het Oranjehotel' genoemd. Op een gevangenismuur werd de inmiddels bekende kreet: "In deze
bajes zit geen gajes, maar Hollands glorie potverdorie" geschreven. De gevangenis werd gebruikt voor drie
soorten gevangenen: gewone misdadigers, politieke tegenstanders van het nazi-regime en militairen. Naar
schattig 25.000 mensen hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Scheveningse gevangenis gezeten.
VN-vleugel
De Verenigde Naties (VN) beheren een vleugel van de gevangenis, de United National Detention Unit
(UNDU). Daarin zitten verdachten van het Joegoslavië-Tribunaal en het Internationaal Strafhof. In 2006
overleed de Joegoslavische ex-president Slobodan Milosevic in zijn VN-cel. Juli 2008 werd een ander door het
tribunaal gezocht kopstuk in de Scheveningse gevangenis verwelkomd: de voormalig president van de
Bosnische Serviërs Radovan Karadzic.
Radovan Karadzic (1945-....)
Nationaal archief: Het Oranjehotel
VPRO Geschiedenis: Scheveingense strafgevangenis
Tags:
joegoslavië tribunaal
13
14. 14-Abbenbroekweg (Job van Asbeck)
Wenn der Auftrag für ein neues Gebäude gegeben werde musste, konnte man natürlich einen
Standardentwurf wählen. Aber eine Waldorfschule braucht viele extra Räume. Für Euritmie und
Therapie usw. Ein solches Gebäude erfordert eine spezielle Architektur.
Es wurde 1974 ein Architekt gefragt, Jens Peters aus Stuttgart, aber erst im Herbst 1979 war der
Entwurf fertig, weil die Stadtregierung die Zusammenarbeit schwierig machte.
Daher fingen die Arbeiten erst 1981 an und Ende 1982 ist die Schule fertig geworden.
Was für ein Unterschied zur ersten Steinerschule, die innerhalb eines Sommers komplett gestaltet
wurde, aber das war für etwa 14 Kinder in einem Wohnhaus im Jahr 1923.
Die Architektur der Klassenräume ist so gemacht, dass natürliches Licht die Zimmer ausleuchtet.
Die Kinder können so in einer hellen Umgebung aufwachsen. So ist auch der große Saal das Herz
der Schule, weil alle Kinder dort zusammen kommen können. Das Gebäude hat einen typischen
organischen Stil, auch die Räume sind im Steiner-Stil gebaut. Die Wände sind in Schleierform
bemalt, weil sie dann transparent werden.
Räume und Farben sind sorgfältig entwickelt, sodass die Entwicklung vom ‚Säugling’ zum
Jugendlichen unterstützt wird: der polygonal farbige, in warmen Farben, mehr nach innen gekehrte
Kindergarten bis hin zu den kühleren Farben im Rechteck der höheren Klassen, wo der Blick auf
die Außenwelt angeboten wird.
Dies alles für die Kinder, sodass diese in einer friedlichen Umgebung aufwachsen können!
14
15. Nieuwbouw Abbenbroekweg uit het boek van Douwe Schenk
Maar wat voor een gebouw zou het nieuwe schoolgebouw moeten worden? Er zou natuurlijk gekozen kunnen
worden voor een exemplaar uit de catalogus van de systeembouw, met hier en daar een afgeschuind hoekje en
wat organische cosmetica. Dat zou natuurlijk ook de gemeente graag zien uit oogpunt van kosten. En dan
vooral ook niet méér vierkante meters dan voor een gewone school gebruikelijk was en dus ook ettelijk
toegestaan. Maar de Vrije School wil wel meer, haar onderwijsprogramma raagt nu eenmaal meer:
therapieruimten, toneelvoorzieningen, het specifieke schilderwerk, de aankleding en inrichting van de grote
zaal, houten vloeren in plaats van marmoleum, enz. enz. enz. Zo'n gebouw vereist hoe dan ook een adequate
architectuur.
Op aandringen vooral van Hans Peter van Manen wordt een architect gevraagd, die zijn naam binnen de
organische architectuur al had gevestigd: Jens Peters uit Stuttgart. In 1974 gaat hij aan het werk: plannen, die
regelmatig bijgesteld moeten worden, naarmate het programma van eisen steeds helderder en specifieker
wordt. Pas rond het Michaëlsfeest in 1979 is het ontwerp definitief. Niet alleen de veranderingen in het
programma zijn de oorzaak van de lange periode van plannen maken, ook de gemeente veroorzaakt zo het een
en ander. Pas het zesde ontwerp biedt voldoende mogelijkheden om min of meer ongeschonden de
verschillende instanties te passeren: onderwijsinspectie, bouw- en woningtoezicht, provincie, brandweer en
niet te vergeten: de welstandscommissie. Dat vraagt overleg en nog eens overleg met alle daarbij behorende
correspondentie over eisen, beperkingen, veranderingen, wijzigingen...
Tot ver in 1982 zou dit zo blijven, tot grote ergernis van de architect, die maar niet kan wennen aan het feit dat
'ja' in de Nederlandse overlegcultuur vaak betekent: 'ja, maar zou je toch eigenlijk liever niet...' Het is maar
goed dat hij het Nederlandse bureau Multi-ontwerp naast zich weet, dat de eigenlijke bouwtekeningen zou
maken en over de bouw de directie zou voeren. Dat bureau wist wel wat onderhandelen inhield: een lange
adem. Het heeft al met al dus twaalf jaar geduurd voordat de school er stond. Wel een verschil met het eerste
schooltje aan de Columbusstraat, dat er binnen één schoolvakantie moest komen. Het kostte daarbij ook wel
wat meer geld.
Dat een nieuwe school geld kost, is natuurlijk een open deur. Maar de bedragen waar het nu om gaat, stellen
alle bedragen waar in het verleden zo'n zorgen over werden gemaakt, wel heel erg in de schaduw. In totaal gaat
het, afgerond, om tien miljoen gulden. Nu is de bekostiging van een organisch schoolgebouw dezelfde als van
elk ander traditioneel schoolgebouw en het leeuwendeel van de kosten komt dan ook voor rekening van de
overheid.
Het feit dat de Vrije School te boek staat als 'bijzondere school', geeft de mogelijkheid om een deel van de
bouw voor eigen rekening te nemen en zo juist die extra kwaliteiten te realiseren, die de school uit pedagogisch
oogpunt ook moet hebben. Maar dan moet die eigen rekening wil een behoorlijk saldo hebben, op peil gebracht
en gehouden door ouders, leraren en vrienden van de Vrije School. In de loop der jaren had de school al een
half miljoen gereserveerd, maar om het gehele programma te realiseren is nog eens zo'n bedrag nodig. Gelijk
met het definitieve plan van architect Peters wordt rond het Michaëlsfeest in 1979 op initiatief van Jet van
Dapperen, de vrouw van de voorzitter van het bestuur, een bouwfonds in het leven geroepen. Diegene die als
eersten hun bijdrage schenken aan dit fonds zijn Daan van Bemmelen en Ina Krediet. Vele schenkingen en een
bonte reeks van avonden en activiteiten zouden op deze eerste handeling volgen: huisconcerten, toneelstukken,
kerstspelen, kooruitvoeringen, lezingen over de kleurenleer van Goethe, cursussen over de Turkse en Griekse
mythologie en tenminste vier Bazars, die tezamen alleen al bijna een ton opbrachten, en als uitzonderlijke
bijzonderheid: een eigen grammofoonplaat! De klanken van de Krönungsmesse van Mozart, ten gehore
gebracht door het bovenbouwkoor bij de inhuldiging van koningin Beatrix, overstemden de echo van de tirades
van Frits Julius, die bij menigeen nog naklonken. De plaat was letterlijk en figuurlijk uitzonderlijk. Hoge
rentestand, onverwachte bijdragen en een zorgvuldige administratie, maar voor alles de niet aflatende inzet van
Jet van Dapperen deden het schier onmogelijke: de vijf ton kwam er.
En dus kwam de school er,
als een 'flow-form' waarin de kinderen zouden stromen door de rivier van hun jeugd. Ruimten en kleuren die
behoedzaam de ontwikkeling van kleuter tot adolescent zouden ondersteunen: van de in warme tinten
gekleurde veelhoekige, meer naar binnen gekeerde kleuterklas tot de in koelere kleuren getoonzette rechthoek
van de hogere klassen, waar al zicht wordt geboden op de buitenwereld, in één beweging rond de grote zaal,
die als werk en ontmoetingsruimte het hart van de school zou vormen. Het resulteerde in een dynamisch, sterk
geleed gebouw, niet altijd even overzichtelijk met z'n steeds veranderende dakranden en beweeglijke
raampartijen, maar weldadig zoals het de juffies en meesters en vooral de kinderen omhult. Dat is niet in de
laatste plaats het gevolg van het kleurgebruik, waarvoor Frits Fuchs van het architectenbureau
verantwoordelijk was. De wanden werden gekleurd met een sluiertechniek, die de kleur transparant zou
houden.
15
16. Zo iets was aan de Kerkstraat ook al eens geprobeerd door enthousiaste ouders, die meehielpen de
schoollokalen op te knappen. Waar het daar resulteerde in een onbedoelde, niet onverdienstelijke weergave van
een aquarium, zou het hier tot een rustige en stimulerende omgeving leiden. Ook de veiligheid van de
bewoners was een nadrukkelijk punt van zorg. Het zou immers beter moeten dan in diezelfde Kerkstraat, waar
een gehalveerd wandrek en een bepaald niet ongevaarlijke glijbaan over de schuinte van het dak de vluchtweg
moesten vormen voor Noor Gerretsen en haar klas.
Het realiseren van een dergelijk organisch ontwerp vraagt een al even organische aanpak: flexibiliteit en
aanpassing zijn even nodig als besluitvaardigheid en geduld. En vooral ook: waakzaamheid, want als iets in de
bouwwereld tot onverwachte financiële problemen leidt, dan zijn dat wel de posten 'onvoorzien' en 'meerwerk'.
De rol van bouwheer, in casu de voorzitter van de bouwcommissie, kan moeilijk onderschat worden. Letterlijk
schrijft voorzitter van Dapperen in het verhaal over de bouw van de school: 'dat Wouter Drewes hier met
gouden letters zou moeten worden geboekstaafd' .
4 Juli 1981 is het blad van de schoolannalen gedateerd, waarop verhaald wordt van de grondsteenlegging van
de Vrije School aan de Abbenbroekweg. Het grondwerk is verricht, de fundamenten zijn gelegd, de ruimte
uitgespaard, waarin de pentagon-dodecaëder van koper zal worden geplaatst, met daarin de opdracht aan de
leerkrachten: de grondsteenspreuk. In aanwezigheid van twee van de dan nog levende aartsvaders van de Vrije
School: Daan van Bemmelen en Jan van Wettum, wordt de grondsteenlegging verricht. Daan van Bemmelen
leest, omgeven door de hele schoolgemeenschap, de jongsten in het zand rond zijn voeten, de oudste collega's
daar in een wijde boog omheen, de grondsteenspreuk. Het is dezelfde die Albert Steffen destijds voor de
Waalsdorperweg had gegeven, maar nu vertaald door Hans Peter van Manen.
De bouw gaat voorspoedig: ze blijft bijna binnen het geplande tijdsbestek. Eind 1981 wordt het hoogste punt
bereikt: pannenbier! En wanneer het schooljaar 1982-1983 aanbreekt, kan als eerste de dependance aan de
Merkusstraat, worden opgeheven. Drie lagere schoolklassen betrekken alvast de net gereed gekomen
kleuterklassen. De officiële oplevering vindt plaats op 18 november 1982. Niet dat we dan gelijk het gebouw
binnen kunnen stormen: er is nog het nodige in te richten en meubilair te plaatsen, maar in elk geval kunnen de
vijf verspreide kleuterklasjes hun onderkomen
nu verruilen voor de nieuwbouw. Dan, een maand later, net voor de Kerstvakantie
neemt de school haar nieuwe gebouw werkelijk in gebruik. Vanuit de verschillende dependances loopt een
lange stoet kinderen naar het nieuwe gebouw. De tijdelijke behuizingen van de Kerkstraat en de van
Diepenburchstraat gaan nu definitief op slot en in ruil daarvoor krijgt iedere klas de sleutel van de school.
Onder trompetgeschal nemen de klassen het schoolgebouw in bezit.
15-Klein Zwitserland
Das grosse Haus bei den Stadtkwekerij hieß das Schweizerhaus. Es war einst das Haus der Jagd-
Aufseher, und später der Baum-Gärtner-Aufseher. Wo jetzt der Hockeyverein ist, war ehemals das
Lokal einer Jagdvereinigung, für die höchste Schicht der Bevölkerung, wie heute das Hockey....
Auch hier gab es hohe Dünen mit weißem Sand. Der Sand wurde abgegraben bis zur Höhe des
Grundwassers. Das geschah im Winter, wenn es weniger andere Arbeit gab als Handarbeit. Der
Sand wurde in kleine Kippwägen gestürzt, und dann in kleine Schiffe geladen. Diese transportierten
ihn dann z.B. bis nach Rotterdam, wo die Eisenbahn sehr wichtig wurde. Der Sand von Klein
Zwitserland wurde auch im „Haagse Bos“ gebraucht und beim Palast Huis ten Bosch, wo die
Königin wohnt.
Absanden in Klein-Zwitserland, ca. 1910
16
17. 16-Stadskwekerij
Die Kanäle hier sind gegraben. In Holland transportierte man fast alles auf dem Wasser. Deshalb
wurde ein Kanal gegraben von der Stadt Den Haag, wo die Grafen und Könige wohnten, zur Küste,
wo er jagte und ein Sommerhaus hatte.
Auch andere Leute aus den höheren Schichten möchten das Meer und die heilsame Luft genießen
und bauten oder mieteten Wohnungen.
Via Seitenkanäle wurde der weiße Sand abtransportiert und niedrig gelegene Ländereien wurden
angelegt, für Roggen und Vieh. Arbeitslosen wurde hier angeboten kleine Kartoffelfeldchen zu
bebauen.
Aber dass hervorragendste Ziel hier war die Baumzucht. Bäume waren aufgrund der
Stadtausbreitung im 19. Jahrhundert sehr erwünscht, und nur lokal gewachsene Bäume waren
abgehärtet genug gegen den straffen und salzigen Seewinde. Auch heute ist das noch der Fall:
‘Stadskwekerij’ heißt der Stadt-Anbaubetrieb.
Arbeitslose Scheveningse Frauen ernten Kartoffel
17-Hubertusdüne Aussichtspunkt
Es gab hier lange Zeit ein wüstes Jagdgebiet.
Eine Herberge mit dem Namen des
Jagdschutzpatrons Hubertus erinnert daran.
In den Jahren 1930 wurde dieser Dünepark durch
Arbeitslose angelegt. Wegen der großen
Einspannung nannten sie es den Blutberg. Er ist
30 m hoch und etwa 19m über dem
Meeresspiegel gelegen. Höher als die natürliche
Düne. Das Grundwasser steht hier ungefähr auf Meeresniveau, also die Bäume und Pflanze können
nur vom Regenwasser leben.
Aussichtspunkt 1850 mit Hubertus-Herberge und Wittebrug-Getreidemühle im Vordergrund, links
die Kirche Scheveningens und ganz rechts das Kurhaus.
Hier werden gezeigt: das Meer, Wasserturm, Gefängnis, Friedenspalast, Mittelalterliche Stadt
(Grote Kerk), Bahnhof mit Ministerien, Shell Hauptkontor, Interpol, Krankenhaus, Hubertunnel,
Verteidigungsministerium, …
Mehr lesen (auf Holländisch): http://www.onderde18.vrijeschooldenhaag.nl/site/dossier/hubertuspark
17
18. 18-Waalsdorperweg
Waalsdorf ist schon seit der späten Bronzezeit bevölkert. Es gab Dünen, Moräste und Moor. ‘Waas’
(Waasdorf-Waalsdorp) heißt ‘Moor’. Das ganze Gebiet war eine große Wüste, wo sich die Wege
und Dünen fortwährend änderten, weil durch den Wind der Sand ständig verlagert wurde.
‘Schevelinc’ ist ein Typ weißen Sandes – (Scheveningen-Schevelinc).
Mehr lesen:
First, about 1500 before Christ, the region was part of an extensive marine sand-plain. The scattering of sand
by the wind created rows of dunes and so the "Old Dunes" (in the time before Christ) as well as the "Young
Dunes" (in the Middle Ages) were formed.
Between these rows of dunes moist valleys were formed which led to the growing of peat-moor layers, at a
later stage woods arose. The extensive felling of trees in the Middle Ages and renewed scattering-periods
caused the original (very old) peat layers to come to the surface and the fairly "barren" Vlakte van Waalsdorp
was created. Such a location is often called a "geological window".
In the younger Bronze Age (1100-700 BC) and the younger Iron Age (400 BC - 0 AD) groups of hunters
wandered in the valley and half-permanent settlements were formed on the northern edge of it.
In the Roman Age (50 BC- 400 AD) and later on in the Middle Ages (1000 AD - 1500 AD) there were some
attempts to settle down more permanently, and even agricultural activities were started. At least two times the
agricultural use of the soil was suddenly interrupted by the quick scattering of dune-sand (in the beginning of
the 13th century and somewhere during the 14th/15th centuries).
In the time following the now existing dune landscape was formed. From the second half of the 18th century
(possibly even earlier) the Vlakte van Waalsdorp was used as a military training-ground.
From the early habitation mainly crocks (potsherds) have been found. Also the remnants of fireplaces (from
habitation or from wandering hunters) and traces of digging have been found. From the period 0 AD till these
days also other utilities have been found such as coat-pins, buttons, coins, etc. The military history can be
recognised from the findings of ammunition rests and parts of weapons and equipment.
18
19. Instructie
Voorbereiding
Lees van jouw onderwerpen de Duitse hoofdtekst en de Nederlandse kleine lettertjes goed door, zodat je de
inhoud ervan begrijpt en kent.
Oefen het voorlezen van de Duitse tekst hardop, een aantal dagen achter elkaar. Let erop dat je langzaam
voorleest en duidelijk uitspreekt.
Kijk op het kaartje waar jouw onderwerpen liggen.
Tijdens de tocht
Als het vorige onderdeel geweest is, bereid je je vast voor op het jouwe, zodat je de groep op het goede punt
om je heen kan verzamelen.
Je leest als Nederlanders om de beurt jouw Duitse tekst voor en vertelt er in je eigen woorden in het Engels
wat bij wat je uit de kleine lettertjes nog leuk vindt om te vermelden.
Voor de Belgen kan je de Duitse tekst ook nog eens in je eigen woorden in het Nederlands herhalen.
Blijf op ruime afstand van de groep voor je.
Bij de twee rondleidingen
Wacht netjes tot jouw groep aan de beurt is, misschien is dat best wel een tijdje.
Moedig svp aan dat men goed oplet en meeloopt met degene die het praatje doet. Vertaal evt. het nodige.
Houd bij het weggaan ook weer ruime afstand tot de vorige groep.
Het tijdsschema is bij benadering als volgt:
1e Etappe ca. 30 min 13.10 Rot r. duinen
1e Etappe ca. 25 min 13.10 Violett r. Europol
13.15 Orange r. duinen
13.15 Indigo r. Europol
13.20 Gelb r. duinen
13.20 Blau r. Europol
13.25 Grün r. duinen
Führung im Rudolfsteinerkliniek (20 min) 13.40 Violett r. Europol
2e Etappe ca. 30 min 13.45 Indigo r. Europol
13.50 Blau r. Europol
Führung im Primär-Waldorfschule (30 min) 13.35 Rot r. duinen
2e Etappe ca. 30 min 13.40 Orange r. duinen
13.45 Gelb r. duinen
13.50 Grün r. duinen
Führung im Rudolfsteinerkliniek (20 min) 14.35 Rot r. duinen
3e Etappe 30 min 14.40 Orange r. duinen
14.45 Gelb r. duinen
14.50 Grün r. duinen
Führung im Primär-Waldorfschule (30 min) 14.40 Violett r. Europol
3e Etappe 25 min 14.45 Indigo r. Europol
14.50 Blau r. Europol
Zurück in der Cafeteria 15.25 Rot r. duinen
15.25 Violett r. Europol
15.30 Orange r. duinen
15.30 Indigo r. Europol
15.35 Gelb r. duinen
15.35 Blau r. Europol
15.40 Grün r. duinen
19